BOEKEN G
4Er is iets mis
emoties in dit
met de
boek'
Negende
Oosterho
Bescheiden Piet Wijn terecht beloond
w»
Spillane
en
Xaviera
Brabantse jeugd speelt mee in debuut-roman van Marja Brouwers:
DONDERDAG 13 SEPTEMBER 1984
Herschreven
Thomas-Mann-
prijs voor
Siegfried Lenz
Vakmanschap
Sprookjes
Baantjes
Schuld
Ironie
[pONPERDAG 13 SEPTEMB
Jazzkwaliteit Roos
ISuske en Wiske: De Li
Gevoelloos
SSUB35"iW"f
pPpie Happie en de die
Vier eerder verschenen de
tective-romans van Mickey
Spillane zijn door uitgeverij
Luitingh uitgebracht in een
goedkope reeks. Het zijn
'Een graf vol gaten' (Days of
the guns), 'De dolgedraaide
detective' (The Twisted
Thing), 'Liever laat dan
dood' (The Death Dealers)
en 'Surprise voor een syndi
caat' (The Deep). De Spilla-
nes kosten .6,90 per stuk
iera Hollander is 'Lucinda
op Xanthos' veschenen, het
tweede deel in de Lucinda-
trilogie. Vorig jaar ver
scheen van haar hand 'Lu
cinda, een jong meisje ont
waakt'. De romans worden
door uitgeverij Luitingh ge
presenteerd als 'vrolijk en
ondeugend'.
Broeckx: Jezus; zijn verhaal her
schreven. (Uitgeverij Patmos -
ƒ28,50).
'Jezus; zijn verhaal herschre
ven' belooft de titel van het
boek van de Norbertijnerpater
P. M. Broeckx, proost van het
Norbertinessenklooster Sint-
Catharinadal in Oosterhout.
De lezer komt echter bedrogen
uit. Er wordt niets herschre
ven, het is louter herhaling,
letterlijk navertellen.
1 Het boek komt over als een
gesloten circel uit een grijs
verleden. Zoals dit boek het
verhaal van Jezus herschrijft,
staat het buiten het leven en
de werkelijkheid van de twin
tigste eeuw. De grote vragen
van onze tijd worden volstrekt
genegeerd; sterker, het lijkt
een gretige terugkeer naar
zoetelijke vroomheid als ver
dovingsmiddel voor de gesecu
lariseerde dagelijkse werke
lijkheid.
J.B.
LUEBECK (DPA) - De West-
duitse schrijver Siegfried
Lenz krijgt de met 15.000 mark
begiftigde Thomas-Mann-
Prijs van 1984. Dit heeft de ju
ry donderdag na beraad in
Liibeck bekendgemaakt.
Het werk van Lenz ademt
volgens de verantwoording de
geest van de humaniteit en het
is hem als een der weinige
schrijvers van onze tijd gelukt
in een vertellende weergave
van de Duitse realiteit een
brede lezerskring te bereiken.
De Thomas-Mann-Preis is
in 1975 naar aanleiding van de
100e geboortedag van de
schrijver door zijn geboorte
stad Lübeck ingesteld.
'Ik ben maar
een tekenaar'
Door Hans Kuitert
'Eigenlijk moeten we eens praten over uw
werk, meneer Wijn?'
'Meent u. Nou ja, dat moet dan maar'.
Daarmee is Piet Wijn,
de 55-jarige tekenaar
die zaterdag in Breda
de Stripschapprijs 1984
krijgt, nog het best ge
typeerd. Wijn is een
man die, in tegenstel
ling tot veel zelfzuchti
ge coryfeeën in de strip
wereld, een bijna over
dreven bescheidenheid
aan de dag legt.
Praten met Wijn over zijn
werk verzandt in zijn con
statering, dat „u over mijn
werk geen inhoudelijke be
schouwingen moet ver
wachten. Over de technische
kant kan ik u alles vertellen.
Ik heb de meeste verhalen
niet geschreven, ik ben maar
de tekenaar."
Wijn is nu eenmaal zo ge
botteld, bescheiden, terugge
trokken, noest in anonimi
teit. Wie daar de kurk uit
trekt komt bedrogen uit. In
al zijn beminnelijkheid
heeft Wijn niet veel te zeg
gen over de enorme stapel
strips die hij sinds zijn 18e
jaar bijeengetekend heeft.
En juist dat maakt Wijn
zo sympathiek. Niet voor
zichzelf aan de weg timme
ren. Kwaliteit verkoopt
zichzelf, lijkt hij te willen
zeggen. De jury die jaarlijks
de prijs toekent heeft dat
kennelijk ook begrepen. Vo
rig jaar al tipten wij Wijn
als prijswinnaar, maar het
werd zijn veel bekender col
lega Peter van Straaten, die
op zijn beurt vooraf gegaan
was door Martin Toonder,
Martin Lodewijk, Jaap Veg-
ter, Jan Kruis, Jean Dulieu
en Hans Kresse.
Zijn voornaamste uitge
vers, Nico Noordermeer (De
Lijn) en Hans Matla (Panda)
hebben vaak tevergeefs ge
probeerd Wijn naar voren te
schuiven. Dat zijn naam uit
eindelijk toch tot een steeds
breder publiek doordrong is
zeker ook de verdienste van
dat tweetal, want pas de
laatste jaren bestaat er een
redelijke hoeveelheid al
bums van Wijns hand.
De in Den Haag wonende
en in Hilversum geboren te
kenaar is niet in een stijl te
vangen. Hij tekent met groot
vakmanschap alles wat van
hem verlangd wordt. Van
WËSWEZEN^
VPW M'N LRMD Rpl
EN \AM& WIPT, PM.'
PERé Ié M'N \i0i-
tSENDE <3CHOT
EPPK!
i =-
Fragment uit Piet Wijns strip 'Douwe Dabbert'.
worden en helemaal in de
stijl van de geestelijk vader
van heer Bommel werden
dat tekststrips. Strips dus
waar proza geïllustreerd
wordt. De bekendste dag
bladstrip die Wijn zelf be
dacht is 'Aram van de eilan
den', een serie die hij maak
te tussen 1951 en 1960 en die
veertig verhalen beslaat.
Panda brengt deze verhalen
overigens in albumvorm.
De figuren die in de loop der jaren uit de pen van Piet Wijn gevloeid zijn.
karikatuur tot realisme.
Van inkleurbare strips tot
bijna grafisch werk in dag
bladstrips. Van illustraties
bij Toonders lijvige tekst
blokken tot sprankelende
ballonstrips.
De stille werker heeft, als
zovelen in de Nederlandse
stripwereld, het vak geleerd
bij Martin Toonder. Op 18-
jarige leeftijd stapte Wijn
binnen bij de Toonder-stu
dio's, waar hij al snel in het
produktieproces werd inge
schakeld. Dat was in 1948.
Een jaar later al werd Wijn
freelancer, maar hij zou
Toonder nooit ontrouw wor
den.
De begaafde tekentechni
cus Piet Wijn had bij Toon
der geleerd hoe dagblad
strips gemaakt moesten
Uit deze serie wordt het
best duidelijk welke wereld
Wijn het meest aanspreekt,
omdat immers zijn werk
voor Toonder daarvoor geen
maatstaf is. 'Aram' is een
ridderverhaal dat zich af
speelt op de grenzen van het
magische. Avontuur en
sprookje worden gecombi
neerd. Het is deze wereld
van helden, tovenaars, ko
bolds en princessen - gete
kend in een scherpe lijn en
met prachtige decors in
zwart wit - die bij Wijn zal
terugkeren.
Tussen het 'Aram'-bedrijf
door legde Wijn nog andere
strips op de plank, verhalen
die doorgaans door anderen
werden geschreven en door
Wijn in de daarvoor meest
toepasselijke stijl of tech
niek werden uitgebeeld.
Strips als 'Frank de vliegen
de Hollander', 'Dick Durfal'
en stripversies van 'Alleen
op de wereld' en 'De
scheepsjongens van Bonte
koe'.
In 1960 keert Wijn terug
bij Toonder om hoofduit
voerder te worden van reek
sen als 'Tom Poes', 'Koning
Hollewijn', 'Kappie' en 'Pan
da'. De laatste strip tekent
Wijn nog steeds en het is een
publiek geheim dat hij de
Tom Poes-verhalen van
Toonder schetst. Toonder
heeft altijd veel waardering
Van onze kunstredactie
„Ja, er is iets ver
schrikkelijks mis
met mensen en hun
gevoelens in het hele
verhaal", bevestigt
Marj a Brouwers.
Haar debuut-roman 'Ha-
vinck' gaat het emotionele
leven van een aantal men
sen en milieus onbarmhartig
scherp te lijf. Opvallend zijn
de talrijke positieve reacties,
direct na het verschijnen
van dit boek.
Havinck, een Amsterdam
se advocaat 'met een oninge
vulde gelaatsuitdrukking' is
geworteld in een rooms mi
lieu te Breda. Hij heeft juist
zijn vrouw Lydia, stam
mend uit een calvinistisch
gezin te Leiden, begraven,
nadat ze zelfmoord pleegde.
Hij zwerft op en neer tussen
zijn maatschap en een wat
artistiekerig milieu; tussen
14-jarige dochter Eva en
vriendin Maud. Onbewogen
en onaangetast, zoals de bei
de laatste woorden van dit
boek luiden. De roman is in
trigerend genoeg om er met
haar over te praten en er
achter te komen wie de
schrijfster is.
Ze beheerst haar stof en
stijl zó perfect (voor een be
ginneling een beetje onthut
send), dat je je afvraagt of
zij allang schrijft, peinst
Aad Nuis in zijn recensie.
Marja: „Schrijven is een
soort gewoonte. Ik schrijf
altijd dagboeken, die ik na
vier/vijf jaar weer ver
brand. Soort bijhouden van
mezelf; kijken hoe ik uit
kwam bij het punt waar ik
nu sta. Mijn levenservarin
gen zijn zo versnipperd! Op
deze manier hervind ik me.
Ik schrijf daarin feiten op.
Nee, ik noteer niets over me
zelf. Daar bemoei ik me niet
mee", klinkt het even ont
hutsend. „Ben moeilijk in
staat mezelf te zien en heb
ook niet de behoefte van me
zelf een constructie te ma
ken".
Marja Brouwers werd in
1948 geboren in Bergen op
Zoom. Van haar vijfde tot
tiende jaar woonde ze in
Breda. „Dichtbij de Poolse-
weg en in de Zandberglaan
ging ik naar school en de
kerk; iedere morgen met een
hoedje op. Viel vaak flauw
in de kerk en zat dan buiten
op de stoep. Ik kan niet te
gen de combinatie van mas
sa en wierook. Geen prettige
herinneringen. Maar in die
leeftijdsperiode werken ze
diep door, zodat ze nu in dit
boek ook nog meespelen".
Verder zat ze twee jaar op
een nonnenkostschool in
Oirschot, woonde in Best,
Eindhoven, Venlo-Bleric en
veel andere plaatsen. Dat
had te maken met het func
tioneren van haar vader.
„En moeder sleepte telkens
onze cultuur - een piano en
een boekenkastje - met zich
mee". Het was een moeilijke
tijd. „Ik val net vóór die pe
riode, waarin die uitkerin
gen-kermis losbarstte. Er
moest geld verdiend worden.
Daarom had ik allerlei
baanljes; onder meer op een
advocaten-kantoor. Dat
slaat nogal wat energieën in
je los, die mogelijk anders
blijven sluimeren. Ik kreeg
het idee, dat je 's avonds kon
studeren. Haalde MO-En-
gels A en B en stond tien
jaar voor de klas; in Leid-
schendam, Amsterdam en
Bussum".
Ze trouwde met een Ame
rikaan uit Chicago (die Ne
derland met open ogen ziet
tuinen in dezelfde rasdicri-
minatoire gedragspatronen
als zijn oorspronkelijke
landgenoten). „Na mijn
tweede kind ben ik uit het
onderwijs gestapt". Haar
kinderen zijn 2 en 6 jaar.
Thuis wordt veelal Engels
gesproken. Jaap Goedege-
buure spreekt van een 'zeer
behoorlijke stijl' en 'uitste
kende dialogen'. Marja: „Ik
hoop/geloof, dat ik door die
twee-taal-situatie me erg
bewust ben van mijn eigen
taal!".
De roman is geschreven
vanuit Havinck; een 'hij';
waarom? Reactie: „De vraag
is algemener: waarom
kruipt de schrijver in de
huid van een ander en niet
zozeer waarom een vrouwe
lijke auteur schrijft vanuit
een man? Het is een vraag
naar de aard van het voor
stellingsvermogen. Ik doe
dat om te laten zien dat ik
niet de een of de ander gelijk
wil geven. De hele gang van
zaken is gezien vanuit Ha
vinck met de hoop, dat de le
zer het zijne gaat denken",
aldus Maija.
„De op de spits gedreven
tegenstelling van het protes
tants (Lydia) en het rooms
(Havinck) milieu had ik no
dig, al hebben ze niets te
maken met enige schuld bij
de hoofdpersonen. De over
tuiging van het eigen gelijk
en absoluut niet kunnen
openstaan voor de visie van
anderen (die als moreel min
derwaardig worden beke
ken) in die kringen is een
groot struikelblok tussen de
ene mens en de ander. Met
dat milieu hebben de blok
kades te maken tussen men
sen in dit verhaal, maar het
gaat dieper: de beperkte
mens! In het hele verhaal is
niet één écht gevoel aanwe
zig. Er klopt iets niet.
De mensen hebben de
mond vol over gevoelens, dat
wel, maar het zijn allemaal
mentale voorstellingen er
van. Dat is mogelijk ook de
reden waarom het verhaal
vanuit het perspectief van
Havinck wordt verteld. Een
vorm van zelfbescherming.
Dat geldt eigenlijk voor
iedereen: 't onvermogen met
gevoel bij anderen te komen,
maar ook om gevoelssigna-
len van anderen op te van
gen, zodat het voor de hand
ligt, dat iemand die wel via
het gevoel reageert, voort
durend wordt gekwetst. In
feite een intense manier van
verdragen. Een vicieuze cir
kel. Ik stel de schuldvraag
niet, want ik zou er geen
antwoord op weten", betoogt
Marja.
Is het mogelijk een reac
tionair boek, met snerende
opmerkingen op bijvoor
beeld open huwelijk, vrou
wenemancipatie en gevoels
bewegingen, die de zeventi
ger jaren karakteriseerden?
Marja Brouwers: „Best mo
gelijk. Lydia wordt ten dele
getekend door die wereld. Ik
denk dat in die periode ge
voelsmatige problemen heel
rationeel benaderd werden.
Het begrip 'sensitivity-trai
ning' bijvoorbeeld vind ik al
bespottelijk; gevoel is toch
niet iets om te trainen. Ge
voel heb je of niet; punt uit!
Je kunt hoogstens zelf-ob-
servatie trainen.
Citaat: „Ze had er geen
bezwaar tegen dat hij er
vriendinnetjes op na hield,
al was Maud dan misschien
weer niet het soort meisje
dat haar daarbij voor ogen
stond en had ze hem in de
afgelopen maanden wel een
paar keer, omzichtig, erop
gewezen dat het tijd werd
om die brutale, slechtgema-
nierde rooie schreeuwlelijk
maar weer eens af te schaf
fen en te vervangen door een
nieuw exemplaar, in de gru
welijk openhartige gesprek
ken zoals ze die was gaan
voeren sedert haar omzwaai
naar een bevrijd leven...."
Ironie en sarcasme? Mar
ja Brouwers: „Puur sarcas
me/cynisme vind je in één
van de bijfiguren, advocaat
Bork" ('Mensen die zichzelf
als het ware definiëren in
termen van emoties die ze
bij andere weten los te we
ken, en dan vooral het be
perkte arsenaal van emoties,
waarover zo'n volstrekt lege
persoonlijkheid zelf vaak zo
ruimschoots beschikt: jaloe
zie en geniepige schuldge
voelens'). „Sarcasme is ont
kenning; ironie geeft ruim
te; sarcasme is een karak
tertrek en ironie een tech
niek (hoe vertel ik een ver
haal?) en die gebruik ik
wel", zegt Marja.
Weer een roman over het
Amsterdams provincialis
me; het burgelij k realisme
van een advocaten-maat
schap en kunstenaars die
modem doen met perfor
mances, brengen wij in.
„Nee", zo reageert de
schrijfster, „dat soort jour
nalistieke werkelijkheid
vind ik niet interessant. Hoe
realistisch is realisme? Met
Amsterdam kun je wel een
Marja Brouwers: „Amsterdam een vreemde stad"
gehad voor zijn 'belangrijk-I
ste medewerker', maar WijnJ
zelf zal nooit willen toege
ven hoeveel hij onder
vlag van Neêrlands enige!
erkende literaire stripmaker
heeft gemaakt. Dat hij de]
man van 'Panda' is, daarj
kan de over zijn Toonder-1
avonturen zwijgzame Wijn!
niet omheen.
Maar Wijn heeft nog meert,
stijlen in huis, want tussen!
1973 en 1977 maakt hij ook,
een aantal strips voor het!
meisjesblad 'Tina'. Strips dief
duidelijk uitsteken bovenI
het gemiddelde niveau van!
dit honingzoete Oberon-J
blad. Spannende verhalen
als 'Jennifer Scott' en 'Glo-I
ria van Goes' maakten dui-][
delijk dat het fenomeen!
meisjesstrip volmaakte on-f
zin is. Ook voor jongens zijn!
het lezenswaardige en got
getekende strips, overigens!
eveneens geschreven door|
anderen.
In 1975 komt hij ook bin-!
nen bij het 'vrolijke week-!
blad Donald Duck', waar hij J
op tekst van de huidige]
hoofdredacteur Thom Roepl
de strip 'Douwe Dabbert'!
publiceert, die zijn feeërieke!
avonturen beleeft temidden!
van Disney's eendenge-J
kwaak.
Als de jury die jaarlijk
de stripschapsprijzen toe-]
kent constateert dat Wijn
vele verdiensten heeft voor]
de Nederlandse strip en dat]
hij hoort tot de groten van
de stripwereld, dan heeft dit]
zevental deskundigen gelijk
Wijn is zeker een vakb
kwaam kunstenaar, maan]
hij steekt met kop en schou-j
der uit boven de anderen
omdat hij zich daarop niet]
laat voorstaan. En juist dat'
maakt hem tot een grote inj
de stripwereld. In die zin|
ook zou hij de prijs die hem
toekomt al jaren geleden
hebben moeten krijgen.
VOOR wie het niet wist:
'Oosterhout kan swingen'.
Onder dit motto althans or
ganiseert de stichting Jazz
club 't Kerkepadje in Oos
terhout haar negende Jazz-
weekend ter inleiding van
het seizoen-
Het programma is als
volgt:
Vrijdag 14 september in
de
Dixi
tie
Brec
dere
Blac
stijl
Hot!
Za
de ja
Max
een
Roosendaal kan niet be
paald bogen op een roem
rucht jazzverleden. Er ge
beurde in het verleden wel
het nodige op dit gebied in 't
Koetshuys, maar sinds dit is
afgebrand sijpelt de jazz
maar mondjesmaat door in
het Roosendaalse.
Sinds een jaar of zeven
kent Roosendaal één avond
in het jaar waarop de jazz
muziek de boventoon voert.
Komende zaterdag gaat dat
weer gebeuren met 13 jazz
orkesten. De pretentie is
nooit geweest een jazzweek-
end te organiseren, vandaar
dat de organisatoren deze
avond de naam 'Martfees-
ten' meegaven.
Dit jaar echter heeft de
organisatie duidelijk ge
werkt naar een verbetering
van het jazzniveau over de
gehele linie. Zo zien we
naast de bekende Roosen
daalse jazz-musicus Jack
van Poll met de Amerikaan
se zangeres Dee Daniels o.a.
musici als Erik Bakker met
net trio Johan Clement, het
kwartet Joop Hendriks, de
Marquistown Jazz Band,
Jaap Dekker, Bill Bounders
Big 1
tet.
naar
de ui
ge za
nissei
De
tijn
word)
te orj
grote
budgi
Roost
de Ju
probl
vanw
Marti
uit ee
en da
te et
enige
van h
Kame
Marti
een
Sticht
op Zo
opvan
den),
sitief
15.0
Het
de zat
volgt u
Ambac
jff - li firn!
i
sfeer creëren. Verder ben ik
niet met performances,
maar wel met beeldend
theater bezig geweest. Met
beelden kun je vorm-geven
aan een bepaald gevoel. Bij
de laatste scène in het boek,
met de Argumentijnse kun
stenaar Rafaël, die met be
hulp van een fotoalbum van
Havinck de Citta Dolente
met schaduwbeelden ge
maakt heeft, hoeft dan ook
geen woord bij! Mensen als
schaduwen op drie niveaus
in deze roman. Hij heeft met
schaduwen gewerkt in
plaats van met mensen. T„
Wat
je verder ziet zijn de scha
duwen van je eigen voor
stellingsvermogen. De wer
kelijkheid bevindt zich ach
ter je rug, waar je niets kunt
zien. Schaduwen (Havinck
met zijn reflectie in het wa
ter) sluiten het verhaal af
met een klap!"
„Ja", zegt Marja, „die zelf
moord is niet zo subtiel. Er is
bovendien weinig tragiek
aan. Waarom is het niet tra
gisch? Dat is de vervelende
vraag. Er is iets mis met de
emoties in dit boek. Daarom
is het begin, als Lydia zelf
moord gepleegd heeft, ook
heel gevoelloos. Of ik de taal
daarbij als beeldmateriaal
gebruik, ben ik me niet be
wust. Wel besef ik dat het
verderop heel labyrintachtig
wordt; dat zwervend door de
stad de zinnen langer wor
den."
Nee, het invoeren van
twee Surinamers in het ver
haal heeft geen andere be
doeling dan Havincks doch
ter te laten zeggen, dat ze
een heel bijzonder vriendje
heeft én dat er nauwelijks
een beter voorbeeld te vin
den is om het langs elkaar
heen schieten op alle fronten
van mensen ten aanzien van
elkaar is dan tussen rechter
lijke macht - reclassering en
de zogeheten misdadige Su
rinamer. „Met een Amster
damse jongen had je meer
woorden en minder beelden
nodig gehad", zegt Marja.
- FOTO JEROEN EGBERS
Het slot van de roma'
verwijst in een beeld naa
Dante: de schaduwen
schimmen uit zijn hel, uk
zijn Divina Comedia. Brou-]
wers: „Latent heeft daarbij
meegespeeld dat ik eens n
een Franse schrijver (w
het Camus?) gelezen na"
over Amsterdam als een 1
le vreemde stad, mat
grachtengordels, die la
denken aan Dantes Hei .f
Dat beeld heeft vanaf
eerste pagina, met Lydia J
brandende fakkel na de zeU
moord-autocrash, Mar]
Brouwers gestuurd.
„Ik denk, dat de wereld a
zich aan mij voordoet in w»
men van verhalen en tn -
ma's", zegt zij. Daarom,
schreef zij deze roman, op
januari 1985 levert zijl i
volgende roman - 'Wa*'"ginr
wikkelder en gelaagder -
bij de Bezige Bi], die J
waarschijnlijk garen
spint, nadat de Arbeiders
pers in Havinck niets zagJ
Hemd.ót htlithondcnm lis
Df HAAST VlAS UEL£~\
.'MAL NIET MOWS ÖCUÉEST'