2,49
0,69
4,48
4,48
4,48
Plantensocioloog ziet planten
en dieren als mede-wezens
LITOUWSE PATER HOOPT OP BEZOEK PAUS
T47
EXTRA
IPassie
OOSTERSE FILOSOFEN VEROORDELEN WESTERSE BESCHAVING WAARIN DE MENS GEEN EENHEID IS MET DE NATUUR
Er zijn mensen in Litouwen die be-
I Weren dat de vriendelijke en hoffelijke
'emaitis niet alleen maar een eerbied-
waaridge man is, maar dat hij in het
I Eeheim door de paus ook benoemd is
I Els kardinaal van Litouwen. Dat zou de
I -Pmerkelijke vrijheid die hij heeft wat
I teizen naar het buitenland betreft
boeten verklaren. Sinds 1963 heeft
I Pastoor Zemaitis in totaal zo'n 30 rei-
Izen gemaakt. Ook het gemak waarmee
1PÈJ paus na paus bezoekt, zijn persoon-
Ujke vriendschap met paus Paulus en
Pat feit dat hij diens bisschop mocht
'ergezellen tijdens een lang bezoek aan
to VS moeten deze bewering bevesti
gen.
nONDERDAG 6 SEPTEMBER 1984
ack
nl, sterk
WH
Van een
onzer verslaggevers
ItoEN hij zestien was
l(in 1932) werd Victor
[Westhoff lid van de
Nederlandse Bond'
lioor Natuurstudie.
De op het gymnasium
|wat wereldvreemde jon
den met zijn biologie-
I knobbel, was daar een
■kei, die respect afdwong.
Want al tien j aar eerder was
Ijjn moeder begonnen hem
|iiefde voor planten bij te bren-
Igeii. Toen hij tien jaar oud was
I jende hij van de meeste soor-
en ook de latijnse namen. In
IjieNJN ontmoette hij ook zijn
l atere echtgenote, die weldra
|„et plezier ook op de eigen
spaarcentjes inteerde toen
|l,aar man wetenschappelijk
lassistent was aan de Universi-
|s:t van Utrecht tegen een
[jaarsalaris van 700.- en die
■nog altijd zijn passies deelt.
I jl meer dan vijftig jaar is de
liociologie van het plantenle-
Ittn zijn hobby, zijn werk en
Injn passie.
Daar ligt een filosofie onder.
Ito Westhoff's zijn Boeddhist
Iinzien planten en dieren als
e-wezens, over wie zich
|het mededogen evenzeer uit-
litrekt als over mensen. Aan
Ijst christendom is deze le-
Itenshouding vreemd. Sint
Ifranciscus was een uitzonde-
Iring; zijn franciscanen leefden
IJan ook nog wel eens bijna op
■voet van oorlog met de cister-
Inencers of benedictijnen, die
Ije schop ter hand namen om
I je aarde aan de mens onder-
I danig te maken. Voor Guido
Ifezelle sprak de blomme een
maar wie kent hem bui
len het Nederlands taalge
bied? Of ziet een filosoof in
liem Het christendom is door
lie eeuwen heen hard geweest
Ivoor de natuur. Alleen de
Ir.ens was geschapen naar
■Gods beeld en gelijkenis en
lad de volmacht gekregen
lieren en planten naar belie-
Iven te exploiteren. In het Oude
■Testament wordt aan de mens
lick de heerschappij over de
laatuur gegeven, maar dat be
itelde geen onbeperkte uit-
Itóting; planten en dieren wa
lm er terwille van God, niet
an de mens. Maar als reactie
p het heidendom dat bomen
anbad, onder invloed van
lAristoteles en de Stoïcijnen en
later van Descartes is toch de
asis gelegd voor een christe
lijke filosofie en technische re-
Ivolutie, die de mens een onbe-
Iperkte heerschappij gaf over
lie natuur. Ook om die te ver-
liietigen. Terwijl het india-
I ten-opperhoofd Seattle al in
11156 zijn opperste verbazing
lette over de wijze waarop zijn
■blanke broeders de natuur
I vermelden veroordeelden ook
lie oosterse filosofen de wes-
lierse beschaving waarin de
Imens geen eenheid was met de
liatuur.
Natuurbescherming
|li ons land heeft de Natuur-
Ibcscherming al in 1954 zijn
Irijftigjarig bestaan gevierd en
|t' zijn al sinds tachtig jaar
Westhoff toont vol trots
de bereklauw.
Het vingerhoedskruid is uitgebloeid, maar
vlak ernaast verheft de koningskaars soms
zijn prachtige geelgebloemde armen naar
de zon. De enorme bereklauw heeft zijn
zaden al uitgestrooid, maar de grote wilde
kaardebol is nog nauwelijks volwassen. Ze
zijn weer terug - onze grote vaderlandse
wilde planten. Niet alleen in de particuliere
'wilde tuinen', maar ook langs de
spoordijken en in de wegbermen. De natuur
herstelt zich, zo constateert de wat argeloze
natuurminnaar tijdens traptochten vrij
gemakkelijk.
Deze schijn bedriegt echter, zo vertelt prof.
dr. Victor Westhoff, die al een
mensenleeftijd onze plantensamenleving
bestudeert. Dankzij de acties van prof dr. P.
Zonderwijk, die leert dat een zo gering
mogelijk onderhoud grote economische én
ecologische voordelen biedt, komen er in de
bermen weer allerlei wilde planten terug.
Maar elders neemt onze plantenrijkdom
nog altijd af. Tientallen soorten zijn
verdwenen en veel andere planten worden
met ondergang bedreigd. Hij publiceerde er
opzienbarende cijfers over in Natuur en
Milieu en vindt dat alleen een andere
levenshouding tegenover de natuur onze
plantenrijkdom redden kan. Waarbij hij
weinig verwacht van deze regering.
Een interview met een bewogen mens.
terreinen aangekocht om er
'natuurreservaten' van te ma
ken.
Non-interventie was vroe
ger het uitgangspunt van het
beheer daarvan. „Bij de na
tuurbescherming leefde erg
lang het idee dat de natuur
iets is waar je af moet blijven.
De mens werd buitengesloten,
terwijl die toch al eeuwenlang
het landschap zodanig had
veranderd dat een grote ver
scheidenheid aan planten kon
ontstaan". Westhoff leverde
een belangrijk aandeel in het
omturnen van het uitgangs
punt. „Doel moet zijn het in
standhouden van alle soorten
en daardoor van de levensge
meenschappen waarin die hun
plaats vinden. Diversiteit is de
basiswaarde van de natuur en
vaak is juist menselijk ingrij
pen geboden om plantensoor
ten (en diersoorten) van de on
dergang te redden". En het is
juist op deze weg waarop de
oosterse filosoof en de chris
ten-rentmeester elkaar weer
gemakkelijk ontmoeten.
In 1943 ging Westhoff naar
de de afdeling Landschaps
verzorging van de ANWB
(„een van de weinige nog fat
soenlijke organisaties in die
dagen") en nadat hij in 1947
promoveerde op een proef
schrift over de flora en vege
tatie van de Waddeneilanden
werd hij wetenschappelijk
ambtenaar in Wageningen.
Daar doceerde hij plantenso-
ciologie en leidde hij tal van
leerlingen op, die nu belang
rijke posities bekleden.In 1957
werd hij hoofd van de afdeling
Plantkunde van het RIVON
(Rijksinstituut voor veldbiolo-
gisch onderzoek in de natuur
en de voorloper van het Rijks
instituut voor Natuurbeheer);
een functie waarin hij al zijn
invloed aanwendde om plan-
tensociologie en natuurbe
scherming op één spoor te
brengen. „Maar ik miste er
mijn studenten uit mijn Wa-
geningse tijd, zodat ik blij was
met de mij in 1967 aangeboden
funktie als hoogleraar in de
plantkunde aan de Universi
teit van Nijmegen. Daar heeft
hij, totdat hij in 1983 met eme
ritaat ging, 250 doctorandi en
13 promivendi opgeleid. Ook
daarna is de bij zijn studenten
erg populaire hoogleraar in
zijn woning in Groesbeek nog
jonge mensen blijven opleiden.
Want er wordt pas per 1 ja
nuari 1985 in zijn opvolging
voorzien.
Stroom van publica
ties
Ai in 1939 verscheen zijn eer
ste boek en sindsdien heeft een
bijna onophoudelijke stroom
van publicaties over planten
hem tot ver over onze grenzen
bekend gemaakt.
Maar de fraaie driedelige
serie 'Wilde Planten' die hem
in eigen land een zeer brede
populariteit bezorgde kwam
eigenlijk bij toeval tot stand in
1970. „Rein Westra had een
enorme serie mooie platen van
wilde planten en wilde daar
eigenlijk wel wat mee. Maar
er was geen uitgever die er
wat in zag. Totdat Natuurmo
numenten er achter wilde
gaan staan in het kader van
het jaar N70 en het enorme ri
sico wilde lopen er 20.000 ex
emplaren van te drukken. In
middels zijn er al 150.000 van
uitgegeven. Het verschijnen
van het boek luidde ook een
hausse in; allerlei uitgevers
zagen er nu ineens heil in
meer of minder geslaagde boe
ken over planten op de markt
te brengen".
„In 1981, toen het 100.000 ex
emplaar was verkocht, hebben
we er een feestje van ge
maakt". De kleine beweeglij
ke, zorgvuldig formulerende
man, die in zijn enthousiaste
verhalen vaak zichzelf van
zijpaden moet terugroepen,
staat dan ineens weer op om
enkele minuten met grote pas
sen zwijgend heen en weer te
ijsberen tussen zijn boeken
wanden. En een cassette te to
nen met een luxe uitgave, met
goud op snee, van de populaire
serie.
Lichtpunten
Hij is diep verontrust om de
schade die de mens aanricht in
de natuur, maar ziet ook licht-
nunten.
Die wegbermen bijvoor
beeld waarop sterke wilde
planten overleven. „Dat is
vooral het werk van Zonder
wijk. Het was mode ze kort te
scheren. Vanuit het Hollandse
netheidssyndroom moest men
het vieze onkruid kwijt, dat
voor de automobilist het ge
zicht belemmerde. Daarenbo
ven kwam de man van de che
mische industrie, die boer
Jansen al precies had verteld
hoe hij dat bocht kon kwijtra
ken ook bij de gemeenten aan
de deur. Zo kon het geperfec
tioneerd worden en maaide
men desnoods de bermen tien
keer per jstar om de boel netjes
te houden. Totdat Zonderwijk
duidelijk kon maken dat men
die bermen veel beter kon la
ten groeien om ze hoogstens
eens per jaar te maaien. Voor
al dat het zoveel goedkoper
kon, heeft geholpen". Maar sa
men met de botanicus Eddy
Weeda verrichtte hij een on
derzoek (waarvan de resulta
ten werden gepubliceerd in
Natuur en Milieu) dat tot pes
simisme stemt. Van de 1468
plantensoorten die in het be
gin van deze eeuw in ons land
voorkwamen, zijn er thans 70
geheel verdwenen en zijn er
150 uiterst zeldzaam gewor
den. Het zorgvuldig onderzoek
leerde dat er in totaal 440
plantensoorten met ondergang
worden bedreigd.
Oorzaak ervan is volgens
beiden het bezeten streven
naar vooruitgang en produk-
tieverhoging tot elke prijs ook
als dat tegenwoordig zinloos
blijkt te zijn. Tot aan het eind
van de vorige eeuw zorgde de
mens voor een steeds toene
mende verscheidenheid en
stabiliteit in de natuur, maar
de moderne agrarische tech
niek heeft bijna uitsluitend
ongunstige nevenwerkingen
in de biosfeer. „Wanneer onze
boeren beweren dat zij het zijn
die het land gemaakt hebben
en dat zij het nu dus ook het
beste kunnen beheren, is der
halve het uitgangspunt wel
juist, maar de conclusie, he
laas, niet".
„We leven op een uitgedroogde
mesthoop. Rond 1900 was een
voedselrijk plantenmilieu nog
schaars."
„De uiterwaarden, waarop
de rivier jaarlijks slib depo
neert, zijn voedselrijk maar
daarop heeft zich nimmer een
grote plantenrijkdom ontwik
keld. Verreweg de meeste wil
de pjanten gedijen het best in
een relatief voedselarm mi
lieu. De bonte wei van Thijsse
was dan ook schraal. Zoals de
hei, de duinen en het veen. Nu,
tachtig jaar later, is het voed-
selarme milieu sterk in de
minderheid. De landbouwpoli
tiek heeft de boeren opgejaagd
om steeds meer mest te bren
gen op hun graslanden, die
daarenboven steeds dieper
werden ontwaterd. Daardoor
zijn erg veel plantensoorten
verdwenen of sterk achteruit
gegaan. Ik verwijt dat de boe
ren niet, maar de politiek".
„De natuur houdt niet zo
van stikstof en fosfaat. Op zich
heb ik niets tegen kunstmest;
het is een veel schonere mest
dan de gier van de biobedrij-
ven. Maar er er is veel en veel
meer mest op de akkers ge
gooid dan ooit nodig is ge
weest. Er zit vaak koper in de
gier en dat is een rechtstreeks
vergif, waardoor de wormen
die noodzakelijk zijn, worden
gedood. We moeten dus naar
een heel andere landbouwpo
litiek".
Naast overbemesting en
ontwatering is ook de 'zure re
gen', die zonder enig onder
scheid ook neerdaalt op ber
men en natuurgebieden, een
factor die planten uitroeit. „Op
een hectare grond komt vaak
evenveel stikstof uit de lucht
als er door bemesting opge
bracht wordt. Stikstof die zich
omzet in amonniak en de hele
zaak vergiftigt. Ook daaraan
kan alleen de politiek wat
doen, maar helaas hebben we
van de huidige regering, die
het bedrijfsleven ruimer baan
wil geven, in dit opzicht niets
te verwachten. Want natuur
lijk moet het lood snel uit de
benzine, moeten we de rook
van de centrales gaan ontzwa
velen en brengt ook het be
drijfsleven nog veel te veel
vervuiling in de atmosfeer".
piiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimimimiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiJiiiiiiiiiijiiiiiiiJiiiijmjjiMjjiiiijiiiiiijjiiiiiMiMi^
In de voetsporen van St. Casimir
Door Martin Walker
WILNIUS - Tot nog toe is
1984 een prima jaar geweest
voor de priester Jonas Ze-
maitis. Hij heeft dit jaar zijn
tachtigste verjaardag en
zijn vijftigjarig priesterfeest
wogen vieren.
Er ontbreekt nog maar een
ding dat het jaar tot een absoluut
succes zou maken - pater Zemai-
lis zou graag zien dat de paus
ten bezoek zou brengen aan Li
touwen, het kleine katholieke
jundje, dat sinds het Rode Leger
in 1944 de Duitser verjoeg, deel
j uitmaakt van de Sovjet Unie.
Kennelijk heeft pastoior Zemaitis'
geestelijke Litouwen ook invloed op
beslissingen van de Sovjet-autoritei
ten. Ongeveer 30 jaar geleden besloten
de Sovjet-autoriteiten de Rumsiskis-
vallei in Litouwen onder water te zet
ten. Dit was noodzakelijk in verband
met een grootscheeps irrigatieproject
vn het plaatselijke collectieve land
bouwbedrijf. In de vallei stond echter
een houten kerkje uit de 17e eeuw,
waarin zich de trots van Litouwen, de
ikoon van de Maagd Trakai, bevond.
De valleibewoners kregen toestem
ming het kerkje plank voor plank af te
breken en op een veilige en hoger gele
gen plaats weer op te bouwen. Kosten
van deze operatie: 500.000 roebel.
Respect
De autorirteiten in Litouwen zijn zich
heel goed bewust van de belangrijke
plaats die het geloof in hun gebied
heeft.
Toen een priester verhinderd werd
een stervende in het ziekenhuis de
laatste sacramenten toe te dienen,
kwam de verantwoordelijke zieken
huisdirecteur wegens het schenden van
de religieuze rechten van een Sovjet
burger in de gevangenis terecht. En een
arbeider van een collectief landbouw
bedrijf die klokken uit een kerktoren
verwijderd had omdat ze volgens hem
'geluidsvervuiling' veroorzaakten,
werd ook op het matje geroepen. De
klokken moesten weer op hun oor
spronkelijke plaats teruggehangen
worden - de kosten hiervoor kwamen
voor rekening van het bedrijf waar de
man werkte.
De autoriteiten zijn echter niet altijd
zo goedgezind. Twee katholieke pries
ters zijn in Litouwen gevangen geno
men op beschuldiging van anti-Sovjet
avctiviteiten. Een van hen had op eigen
houtje religieuze optochten georgani
seerd waarbij er kerstkadooljes wer
den uitgedeeld op de begraafplaats.
Beide priesters waren oud-leerlingen
van het katholieke seminarie in Kau
nas, de vroegere hoofdstad van Litou
wen, waar ze van pastoor Zemaitis les
hadden gehad.
„Ze waren nogal opvliegend van ka
rakter, misschien ook een beetje onge
duldig. Misschien konden ze zich moei
lijk aanpassen", verklaarde pastoor
Zemaitis, terwijl hij over de water
vlakte staarde waaronder zijn vroege
re dorp ligt. „De kerk leeft en past zich
aan. Toen ik op het seminarie les gaf
mochten we maar vijf nieuwe priesters
per jaar aannemen. Vorig jaar waren
dat er acht, dit jaar zijn er 21 nieuwe
priesters. Ik kan goed opschieten met
de plaatselijke autoriteiten. Ze komen
niet aan de kerk maar respecteren de
mensen die dat wel doen. We hebben
begrip voor elkaar."
„Mijn voorganger hier zei dat de
kerk Stalin om twee redenen dankbaar
moest zijn. Ten eerste omdat we de ad
ministratie van de bezittingen van de
kerk uit handen hebben moeten geven,
Ten tweede omdat we niet langer ver
plicht zijn de soutane te dragen." De
pastoor glimlachte. „Het is mij niet toe
gestaan mijn ambtsgewaad te dragen
wanneer ik op bezoek ga bij mijn paro
chianen. Alleen in de kerk mag ik er
als priester uitzien. Maar elke zondag
zit de kerk vol. Het geloof is sterk in
Litouwen."
Museum
Op weekdagen komen om elf uur 'och
tends zo'n driehonderd mensen uit alle
leeftijdsgroepen naar de kerk van de
Gouden Poorten in Wilnius.
Negen van de veertig kerken die de
stad telt, zijn nog in gebruik en hebben
het'druk met het aantal gelovigen dat
de hele dag door de kerken binnen
loopt.
In het hartje van de stad staat het
museum van het Atheïsme, dat geves
tigd is in wat ooit de kathedraal van St.
Casimir was. Op de plaats waar het al
taar vroeger stond, bevindt zich nu een
modern gebrandschilderd glazen ge
denkteken dat gewijd is aan een ande
re Casimir, een atheïst en vrijdenker,
die in 1689 ter dood gebracht werd om
dat hij verklaarde dat God uitgevon
den was door de mens, en niet anders
om.
De tentoonstelling in het museum
geeft de bezoeker een accuraat histo
risch overzicht van godsdiensten door
de eeuwen heen. Er wordt gewezen op
het feit dat religie schitterende kunst
werken heeft opgeleverd, maar ook
worden de zwepen en harige hemden
vertoond van de extreem boetvaardi-
gen en wordt er aandacht besteed aan
de kwalijke praktijken van de Inquisi
tie en aan de welhaast eindeloze lijst
van gruweldaden die de mens uit naam
van God gepleegd heeft.
Aandacht wordt ook besteed aan de
rol die de kerk heeft gespeeld in het Li
touwen onder Hitier en tijdens de eer
ste jaren onder Sovjet-heerschappij.
Bij een voorraad wapens valt te lezen
dat deze buitgemaakt zijn op 'extre
mistische volks-vijandige aanhangers
van het katholieke geloof."
Aan de verering van St. Casimir, de
beschermheilige van Litouwen, wordt
ook de nodige aandacht besteed. Hier
over wordt vermeld, dat 'de Rooms-
Katholieke kerk de cultus rond St. Cas
imir heeft gebruikt om haar positie te
verstevigen'. St. Casimir werd tot be
schermheilige van de jeugd uitgeroe
pen. Geestelijke politieke vluchtelin
gen en locale extremisten gebruikten
deze verering met behulp van het Vati-
caan voor hun ideologische strijd tegen
het Sovjet-Litouwen en voor anti-Sov
jet propaganda.
Aanpassen
Pastoor Zemaitis hoopte dat de paus
juist dit jaar Litouwen zou bezoeken,
omdat in mei de vijfhonderdste ver
jaardag van St. Casimir gevierd werd.
De paus had de priester laten weten
dat hij plannen had gemaakt om te ko
men. Maar het mocht helaas niet zo
zijn.
Het bezoek dat de paus aan Polen
bracht, ligt het Kremlin nog vers in het
geheugen en het vooruitzicht van een
paus die Sovjet-grondgebied betreedt,
moet wel heel alarmerend hebben ge
werkt. Een eventuele echo van Solida
riteit in Litouwen zou des te verontrus
tender zijn omdat deze Sovjet-repu
bliek de reputatie heeft de beste con
sumptie-artikelen van de USSR te le
veren. Het gaat de fabrieken voor de
wind, de arbeiders zijn goed geschoold
en zich bewust van hun kwaliteiten.
Over het algemeen houden de inwo
ners van Litouwen zich echter ver van
Polen en Solidariteit en misschien is de
voorzichtige inschikkelijkheid van
pastoor Zemaitis wel typerend voor de
Litouwers. Misschien hebben ze al te
veel meegemaakt om zich nog ergens
over op te winden. Zemaitis zelf werd
geboren in de tijd dat de ene helft van
zijn land geregeerd werd door de Tsaar
en de andere helft deel uitmaakte van
het Duitse keizerrijk. Na 1918 liepen er
voortdurend Poolse en Bolsjewistische
legers Litouwen in en uit. Tussen de
twee wereldoorlogen in was Litouwen
nog even onafhankelijk. De Russen
kwamen terug in 1940, daarna de Nazi's
in 1941, het Rode Leger weer in 1944.
Elke invasie bracht een strengere ver
volging met zich mee. Iemand van zijn
leeftijd en ervaring heeft wel uit pure
noodzaak moeten leren zich aan te pas
sen.
„Maar als de paus inderdaad bij het
feest van St. Casimir aanwezig was
gweest, of zelfs als hij nu nog komt,
wat zou het dan een grootse belevenis
zijn om de paus welkom te heten in ka
tholiek Litouwen", aldus de priester.
En terwijl hij staarde naar
zijn miskelk, die de paus voor
hem gezegend had, vulden zijn
ogen zich met tranen.