fiSSl
OPMEF
IH
Gael
Vo
ZATERDAG 1 SEPTEMBER 1984
ZATERDAG 1 SEPTEMBER
W,
I Dankbaar
K£
#b*
1
Pont Audemer
Keukenwagen
Tankhinderlaag
•,Ik denk dat we via
Boon mensen binnen
kunst kan toch mooi z,
zwaar te zijn; ande
literair stempel". Dat
achter de Louis Paul
een initiatief dat in b
krijgt. Een program
lezingen. Morgen, zor
opent de auteur Wille
het L.P. Boongenoots
het Tongerlo
olgende week gaat h
weer van start. Is het
terugkeer naar die soml
Of is het de enige ml
maatschappij alsnot
Op deze pagina
een volwassene in de s
cijfers die duiden o
belangstelling, staan in
kader.
(Vervolg van Gids 1)
Maar zelfs toen nog werd Montgome-
ry meer in beslag genomen door zijn
"snelle doorstoot naar Berlijn'. Het is
E een blijvend raadsel hoe zoveel stra-
tegen van naam op een kluitje (op één
na, een tevergeefs pleitende Britse
admiraal) zo langdurig weigerden in
1 te zien dat de haven van Antwerpen
en dus ook de Scheldemonding de
hoogste prioriteit moesten hebben.
Wat Montgomery werkelijk wilde
was het volgende:
- de 12de Amerikaanse Legergroep en
E de (in Zuid-Frankrijk gelande) 6de
Amerikaans-Franse Legergroep bei-
de op de plaats rust. Dat waren dus
alle Amerikaanse strijdkrachten in
het westen m.u.v. het Am. 1ste Leger
dat Monty's rechterflank dekte!
- alle prioriteit voor de 21ste Leger-
I groep (Montgomery zelf dus) wat be-
treft benzine en overige bevoorra-
ding;
- opmars van het 2de Britse Leger
naar Berlijn, of in elk geval diep
Duitsland in, o.m. via de brug bij
E Arnhem (Market Garden) terwijl het
Canadese 1ste Leger de nog resteren-
de Kanaalhavens moest veroveren, de
Westerschelde openen en vervolgens
E op moest trekken langs de as Breda-
E Utrecht-Amsterdam om de Duitsers
uit hun V-wapenstellingen te j agen.
Eisenhower ging daar niet op in, al
kreeg Montgomery uiteindelijk zijn
luchtlandingsoperatie tegen Arnhem.
E Achteraf kan gemakkelijk worden
E vastgesteld dat de geallieerden -
E Eisenhower net zo goed als Montgo-
1 mery - door de roes van de overwin-
I ning in Frankrijk en België, begon-
nen waren de Duitsers te onderschat-
ten. Hitler had het strategisch belang
van Antwerpen wél tijdig onderkend
en was bezig een verdediging te orga-
E niseren in Brabant. En dan was er
E vooral nog dat ingesloten 15de Leger
aan de Belgische kust en in Zeeuwsch
Vlaanderen. Al snel zou blijken dat
de Tommy's hun hoop op een thuis-
j vaart voor Kerstmis 1944 maar moes-
ten laten varen.
Op de dag waarop de Britten Ant-
werpen innamen - 4 september 1944 -
verliet de Koninklijke Nederlandse
Brigade 'Prinses Irene' het operatie-
gebied van het 1ste Canadese Leger
om zich naar een verzamelgebied bij
E Airaines te begeven waar zij zich on-
der commando moest plaatsen van
het 2de Britse Leger. Daar aangeko-
men kreeg de brigade orders zich met
spoed te voegen bij het XXXste Le-
gerkorps, welks gepantserde spits, de
j Guards Armoured Division bezig was
een bruggehoofd te vestigen over het
Albertkanaal bij Beringen. Nu kreeg
de Irenebrigade haar deel van de
snelle opmars, die meer op een race
zou lijken.
Het was gewoonte geworden om
I onderdelen van het land dat op het
I punt stond bevrijd te worden naar
voren te schuiven. Zo hadden de
Fransen Parijs mogen bevrijden, had
een Belgische brigade als een van de
j eerste geallieerde onderdelen België
kunnen binnentrekken en was nu de
Irenebrigade aan de beurt.
De brigade was op 7 en 8 augustus
j in Normandië aangekomen, gedeelte
lijk in de Mulberry-haven bij Arro-
manches. Een ander deel landde
rechtstreeks op de kust bij Courseuil-
les. Iets landinwaarts ligt, tegen Dou-
vres aan, het eeuwenoude bede
vaartsoord La Délivrande. In mei/ju
ni 1940 had hier een Nederlands deta
chement bijna twee weken gebivak
keerd zodat de landing voor veel bri
gadeleden een weerzien met La Déli
vrande betekende. Dat was het ook
voor Bert Lippens, al was hij in 1940
geen militair geweest. Toch was hij,
als zovelen, in de door geruchten op
gestuwde maalstroom van terugtocht
en vlucht terechtgekomen en steeds
verder naar het zuiden afgezakt.
Soms in gezelschap, soms alleen. Zon
der geld, maar met 'n fiets. Hij maak
te het afschuwelijke bombardement
van Abbeville mee („je weet niet wat
je meemaakt wanneer je voor het
eerst van je leven, liggend op de
grond, een meter omhoog wordt ge
gooid"), leefde van wat hem werd ge
geven en was verbijsterd door de cha
os en ellende die hem voortdurend
omringden. In La Délivrande, bij de
Nederlandse militairen die daar wer
den opgevangen, vond hij wat rust en
voedsel. Uit dankbaarheid ging hij
naar de kleine kathedraal om een
kaarsje op te steken bij het zwart van
ouderdom geworden beeld van Onze
Lieve Vrouw van La Délivrande.
In augustus 1944 stak Bert Lippens
er opnieuw een kaars op en hij deed
het een derde keer, bijna veertig jaar
later, in juli 1984. Stil, in gedachten
verzonken, had hij daar gestaan en ik
had willen weten wat hij dacht. Maar
juist op die momenten, zo was al ge
bleken tijdens onze driedaagse 'pel
grimage' naar de slagvelden van Nor
mandië, zweeg de overigens zeer
spraakzame Lippens. Dat was ook het
geval geweest op het Britse ereveld te
Bayeux. Later had hij er alleen maar
dit over kwijt gewild: „Ik vind het
buitengewoon interessant al die pun
ten weer eens te zien, maar eerlijk ge
zegd doet het me niet veel. Alleen de
kerkhoven..daar zijn de emoties me
telkens de baas. Afschuwelijk als je al
die leeftijden leest en beseft hoeveel
tijd er sindsdien is verstreken. Wat
die jongens hebben gemist
Toen we uit de kathedraal van La
Délivrande kwamen, waar ik uit soli
dariteit een kaarsje naast het zijne
had gezet, zei hij: „Ik heb nog altijd
volop reden om dankbaar te zijn. In
veel opzichten ben ik ook dankbaar
dat ik het allemaal heb mogen mee
maken en vooral natuurlijk dat ik het
heb overleefd."
De brigade was bestemd om front
posities over te nemen van de Britse
6de Luchtlandings Divisie die daar al
t» "t
- -
V-,
'4
W'
y. f t- 4
v S
i
f §P
«"Iff#
,W\^ÊméÊÊÊk
B-echelon III ofwel de Motortransportteam van de Ilde Gevechtsgroep in de buurt van Son (1944). Helemaal
rechts staat kapitein De Groof ('een echte Zuidbevelander'), over zijn schouder kijkend: Gerrit Poldervaart uit
Geertruidenberg. Bert Lippens (toen uit Bergen op Zoom, nu Breda) is de vierde van rechts in het geknield zit
tende rijtje. De nummers één en twee op links van dezelfde rij zijn resp. de Bredanaars Swets en Steijger. De lig
gende man zonder muts is Janus Snoeren uit Terneuzen. Lippens: „Het was een prachtgroep. We stónden voor
mekaar."
Drie kaarsjes voor
Notre Dame
de La Délivrande
Bertrand (Bert) Lippens in Enge
land in 1944.
zat sinds de nacht van 5 op 6 juni en
hard aan rust toe was. Het hart van
dit gebied was de op zo spectaculaire
wijze, vanuit de lucht veroverde 'Pe-
gasus-bridge' over het Orne-kanaal
bij Bénouville. Op 12 augustus nam
de brigade haar stellingen langs de
Orne bij Bréville zo stilletjes moge
lijk in om niet de aandacht van de
nog geen 500 meter verderop liggende
Duitsers te trekken. De Nederlanders
zaten er nog maar enkele uren toen ze
hun eerste artillerie-bombardement
over zich heen kregen waarbij ook de
eerste gewonden vielen. Toen begre
pen ze ook waarom hun voorgangers
deze sector 'hell fire corner' hadden
genoemd. In deze stellingen sneuvel-
Veertig jaar later. Bert Lippens op de Britse begraafplaats te Bayeux,
Normandië: „Opzulke plekken raak ik nu nóg geëmotioneerd."
Come, welks naam op het vaandel
van de brigade staat, kunnen we niet
vinden. De muggenplagen, de voed
selvergiftiging, de zwermen wespen
die op het niet geplukte fruit afkwa
men, de stank van kadavers en het
stof van de oorlog. Dót alles herinne
ren de meesten zich nog het leven-
digst.
Vooral het stof. We volgen de
marsroute van de brigade 26 augus
tus 1944. De opdracht was: oprukken
naar de rivier de Risle. De brigade
vormde de spits van de colonne. De
om 6.15 uur uit Pont l'Evêque begon
nen opmars verliep onverwacht sn&.
Zonder slag of stoot werd Beuzeville
ingenomen, net als Pont l'Evêque, een
plaats met ook na veertig jaar nog
herkenbare punten.
Bert Lippens kijkt er een beetje
verbaasd naar. „Het ziet er allemaal
zo schoon en glanzend uit zegt hij.
Toen was alles stoffig. Het stof van de
oorlog. Ik heb eigenlijk nooit beseft
hoeveel stof de oorlog letterlijk doet
opwaaien. Alles zag grijs; huizen,
straten, bomen, voertuigen en wijzelf
waarschijnlijk ook. Grijs van stof en
vuil."
Vlak vóór Pont Audemer bereikte
de brigade, vroeger dan gepland, de
Risle. Men stond er open en bloot in
het volle zicht van de beboste heuvel
rug die oprijst achter Pont Audemer.
De Duitsers waren echter volkomen
verrast en gaven slechts sporadisch
vuur af, hetgeen nog wel leidde tot
voornamelijk materiële verliezen. De
commandant van de 5de Parachutis
tenbrigade, onder wiens bevel de Ire
nebrigade opereerde, besloot de ver
rassing uit de buiten en gaf de Irene-
den de eerste brigadisten. Op 17
augustus trok de brigade naar voren,
het terrein tussen de rivieren Orne en
Dives zuiverend. „Het was de eerste
verplaatsing van de héle brigade in
de goede richting."
Veertig jaar later rijd ik met Bert
Lippens door dit gebied tussen Ome
en Dives. Het is een groen en toch wat
somber landschap. Of komt dat laat
ste misschien door de stemming van
de man naast mij? Bert Lippens
zwijgt bijna de hele tijd. Het land
schap biedt na veertig jaar geen her
kenningspunten. Het kasteel van St.
brigade opdracht direct Pont Aude
mer in te nemen. Om 9 uur was die
order uitgevoerd en de brigade liet
zich de lekkernijen, aangereikt door
de dankbare bevolking goed smaken.
Ook de naam Pont Audemer staat
op het vaandel. Het is de eerste stad
die door de brigade, als colonnespits,
werd bevrijd. We lopen wat te wan
delen door de hoofdstraat van het
stadje dat zich, vanwege de vele ver
takkingen van de Risle, het 'Venetië
van Normandië' noemt als Lippens
stokstijf blijft staan. „Verdorie", zegt
hij, „ik geloof dat dét daar de plek is
waar ik met m'n keukenwagen heb
gestaan. Nee, ik weet het wel zeker.
Ik zie het ook aan dat vakwerkhuis
daarboven." Hij wijst op een voorerf
dat eerder vierhónderd dan veertig
jaar onveranderd lijkt te zijn geble
ven. Alleen aan de straatkant is het
open. Verder is het omringd door zeer
oude muren, onder andere de bol en
scheef staande zijgevel van een-
drie-sterren-restaurant. Op de
helling erboven staat een oud vak
werkhuis. Bert Lippens stapt het erf
op en kijkt nog eens goed. „Zonder
twijfel", zegt hij, „dit is de plek."
Nu staan er auto's geparkeerd. Als
we ons omdraaien ligt de brede
hoofdstraat van Pont Audemer in
zijn volle lengte voor ons, met links
de markante, hooggeschouderde kerk
van Saint Ouen en wéér valt het Lip
pens op: „Het is allemaal zo licht en
helder, toen zat het hier dik onder het
stof."
Op 2 september stak de brigade de
Seine over om te worden ingedeeld
bij het 1ste Canadese leger dat langs
de kust noordwaarts moest. Maar op
de andere flank van de 21ste Leger
groep verliep de opmars nu zo snel
dat de spitsen van het 2de Britse Le
ger de Nederlandse grens al naderden
(29 augustus begin van de opmars bij
de Seine; 30 aug. Beauvais; 31 aug.
Amiens en de bruggen over de Som-
me; 1 september Arras; 2 sept. Belgi
sche grens; 3 september Brussel; 4
september Antwerpen). Daarom
werd de Irenebrigade, zoals gemeld,
op 4 september overgeheveld naar het
2de Britse Leger, in het bijzonder het
XXXste Legerkorps waar de Neder
landers onder bevel van de Guards
Armoured Division werden geplaatst.
De Guards waren toen echter Brussel
en Leuven al voorbij zodat de Irene
brigade er de sokken in moest zetten.
De brigade begon nu aan de snelste
opmars van haar bestaan. Op 5 sep
tember raasde de brigade langs
Amiens, Doullens, Arras, Douai,
Doornik en Halle naar St. Pieters
Leeuw bij Brussel. Daar was haar
maar weinig rust gegund. De volgen
de dag ging het verder door Brussel
en Leuven naar Diest. In Leuven on
derging de brigade de massale huldi
ging van de bevolking. De tanks van
de Guards waren namelijk zo snel
door de stad geraasd dat de Leuvena
ren hun uitingen van vreugde hadden
moeten beperken tot het feliciteren
van elkaar. Nu greeg de Irenebrigade
de volle laag. Met dikke kelen van
ontroering namen de mannen het uit
zinnige huldebetoon, in ontvangst,
maar ook zij moesten voort. Achter de
Guards aan die bij Beringen een
bruggehoofd aan het Albertkanaal
gingen veroveren.
Er zou de brigade zwaar werk
wachten in dat bruggehoofd, van
waaruit zij op 20 september met het
XXXste Korps zou opmarcheren naar
de Nederlandse grens enArnhem.
Maar voorlopig was men nog niet in
Beringen. Kort na de vreugdeuitbar
sting van de Leuvenaars liep de bri
gade, vlakbij Diest, in een Duitse
tankhinderlaag, over het hoofd ge
zien door de oprukkende Guards. In
de bijna twee uur durende slag die
hieruit volgde en die uiteindelijk de
brigade de overwinning bracht, sneu
velden drie mannen, werden er zes
tien gewond en verloor de brigade ze
ven voertuigen, (wordt vervolgd).
Door Bert van Velzen
Het blad "New York' kom je
hier maar heel zelden tegen en
toen ik over een exemplaar
van 5 maart 1984 struikelde
heb ik dat liefderijk geadop
teerd. Er staat een mooie
vrouw met groene ogen op de
voorkant. Uit een adresplak-
kertje blijkt dat de heer Ga-
nesh Prasad op het blad is ge
abonneerd en wel voor de tijd
van driejaar. Hij werkt voor
een researchbedrijf van Exxon
te Florham Park in de staat
New Jersey.
Hij heeft het blad netjes gele
zen. Er zitten geen ezelsoren
aan en er is geen spoor van
hamburgervet te ontdekken.
De vrouw met de groene ogen,
flossig haar en een halfpruil is
een godin van de lentemode.
Op papier lijkt het iemand die
doorgaans stabiele mannen
naar ontreddering en ruïne
kan voeren. Bovendien staat er
in het blad een verhaal van
Gael Greene, ook een vrouw
met groene ogen, die ik bar
lang geleden, in het verkie
zingsjaar van John Kennedy,
in New York tegenkwam. Ze
werkte toen voor de New York
Post, een rommelige krant
waarin vaak erg goede verha
len stonden.
Gael Greene was toen al een
ster. Ik ben blij dat ze nog
leeft. Ze is met Regent Air,
toppunt van vliegende luxe,
op en neer naar Los Angeles
gevlogen. Gepocheerde kreeft
en truffels. Champagne. Gael
had vroeger al een heel bijzon
dere smaak. Nil, na bijna vijf.
entwintig jaar, lees ik waarom
ik toen de barrières om haar
hart niet kon slechten. Want
zo begint ze haar verhaal:
„Mijn hele leven heeft het ge
voel me achtervolgd dat ik in
een vroeger bestaan koningin
van Engeland ben geweest.
Vandaar dat ik me, als kind
van doorsnee ouders uit door
snee Michigan, zo volledig
thuis voel in schandalige luxe
en decadentie.Jawel, dat is de
oude Gael -zeis geen haar
veranderd. Daar vloog ze dan,
met Taitinger in gracieuze
fluiten. Kaviaar. Tedere kap
sters in sierlijk smoking. Er
was een fluwelen boudoir aan
boord met een tweepersoons
bed. Leuk. En de vergulde
vlucht was eigenlijk niet eens
zo gek duur.
Een retour New York-Los An
geles kost 10.600 gulden en als
je de vliegende fluwelen
slaapkamer wilt betrekken
kost dat 14.250 gulden voor een
enkele reis voor twee perso
nen. Gael zou Gael niet zijn
als ze niet in een speciale aan
bieding een retourtje voor de
halve prijs had voeten te be
machtigen. De conventionele
eerste klas vergt een fortuin
minder, maar Regent haaltje
met een valium lopende uitge
rekte zweef auto van huis en
brengt je ook weer thuis. Er
vliegt een meisje mee datje
nagels verzorgt en er vliegt er
een mee die brieven voor je
schrijft. In een bespiegelde
badkamer kun je op een toilet
'x.
gekeken van koningin Eliza
beth, die volgens bekenden in
Engelse hofkringen op een
dikke bril zit die bekleed is
met geiteleer.
Gael heeft gevlogen als een
vorstin. Zij vond, aan het be
gin van een maaltijd voor tsa
ren, potentaten en oliemagna
ten, een geparfumeerde roos in
haar servet. Wat zou het leuk
zijn als die roos van mij zou
zijn geweest. Hoewel, met een
vrouw die in een vroeger be
staan koningin van Engeland
is geweest moet je erg oppas
sen. Aan het eind van haar
gouden vlucht-verhaal zegt
Gael dat ze, misschien, de vol
gende keer het ontbijt in bed
zal laten serveren in het vlie
gende boudoir van fluweel.
Zolang iemand anders maar
betaalt. Gael is nog steeds de
oude. Maar een ontbijt van
14.250 gulden, nee, daar trap ik
niet in.
t
Van onze kunstrei
Waarom nu juist i
daal die uitgebreide]
voor deze schilder,
auteur van historis
romans èn Vlaams I
bijter? Nee, het hee|
maken met de herd
die men onlangs - v
zijn dood - al meent
ten opzetten. Kun je
Theo Claessens is al hc|
geïnteresseerd in literati
hij een jaar of zes geledel
werd van Int Heyderadey|
ting, die in de regio de in
actuele beeldende kunst v|
interpreteerde hij die d,oel
'Wfej3g?7Mët name de rela
"deIkuffit éftliteïatuur ^ïeel
'odg'ribat hij nu met pla
Door Anton Theun
Zo'n lokaal als van
vale kleuren op d
klaslokaal na klasli
zelfde. Veel posters
se herkomst, met to
thema's weliswaaj
toch.
De schoolbanken zijn n
laag of de stoelen nog ste
Een martelende zit, waa
kunt slapen.
Het schrijf oppervlak is
meten. Degenen, die de" e
te boek stellen in die n
ringbanden, zie je na enl
avonden al driftig pennei
ten van ouderwets formaa
Zelfs als je een kleine vi
jaar niet in de schoolbank
zeten, denk je het nog pri
ten: de traditionele orde
ideaal. Een eerste lichte te
wordt geformuleerd in
was het in mijn tijd ook"
Zo was het in mijn tij
realiseer je je al na een di
avonderwijs voor volwi
doe per week drie uur Sp
Havo/Atheneumafdeling
Bredase Baronie van Bre
In het volwassenenonder
alleen hypergemotiveerd
die hoge punten (willen) I
sen die duidelijk vooruit
men, veel mensen die op I
werkstek tot de conclusie
men dat ze meer kunnen c
al hebben de meesten ma;
voorstelling over wat ze
nieuwe studie gaan doen.
Je komt geen duffe na
ellendelingen, gemenerik
schoppers of spijbelaars
avondschool is geen gevai
derwijs geen dwang en er
verzet als reactie daartegf
niet meer ziet zitten, blijft
De docente maakt er ge
van, dat dat ook maar het
je is. Val maar op je smcn
die het je kwalijk neemt.