\n
De grote man
«sa. aehter de
£end. Louis Paul
Boon-expositie
Steeds meer
volwassenen
gaan's avonds
weer naar school
Drie van de
Benelux
weer dichter
bij elkaar
het einde van de
race naar de Rijn
zijn
ien
:r. 7
De dag waarop Nederland dacht bevrijd te zijn
Opmars naar het noorden
Alle radio en
tv-programma's
van
-
kerheid en rent
er weten,
U krijgt dan ee
tuurd.
ïlijk advies kunt
Dostkantoren, oi
5918011.
uw makelaar d
u alle inlichtin-
ink
Optimisme
Op hol
d.
bi d
fSfËRPAG 1 SEPTEMBER 1984
i ÊÊÊM
W1
VVCUIVCIIUi
GROOT BRITTANIË
15e LEGER,
zeebrugge
NEDERLAND
duinkerken
calais
antwerpen\a» bef
alberTkanaal
^*6/9
beringen
ROERGEBIED
namen
maas
SM AMIENS
SePZ.
HAVBE^7/» RQUE6l
I ie CAN. LEGER i
i 'caen prfrar
CHtKAM 2e LEGER (BR.)
DEMPSEY
»(ea>
aanvallen van 12e legergroep (v.s.)
aanvallen van 21e legergroep (br.)
i front op 26 september 1944
^0 frorttop17 september
IIIBHBRoute Prinses Irene brigade
DUITSLAND
luxef
7-*'*
/potheek met rentebedenktijd
egel aan: Hypotheekbedrijf
77, 1009 DX AMSTERDAM
fissc...»-
Een bewaakte colonne voertuigen trekt door België in de richting van het front.
fWP|
Minder dan tien dagen voor de bevrijding nog werd geroofd vee rich
ting Duitsland gedreven. (Oosterhout, 19 oktober)
Door Wim Koek
Na de zware, moeizame en
wat de Duitsers betreft zeer
taaie strijd in Normandië
ging het opeens onverwacht
snel. Er kon geen sprake zijn
van halthouden aan de Seine,
zoals het geallieerde plan had
gewild. De vluchtende vijand
moest worden achtervolgd.
Dat is een axioma van de oorlog
voering. Voorkomen dat hij nieuwe
verdedigingslinies opbouwt. Al op 19
augustus viel het besluit dat niet de
Seine, maar de 400 km verderop lig
gende Rijn het eerste doel van de op
mars zou zijn. Toen was alleen de
volledig verwoeste haven van Cher
bourg in geallieerde handen.
Het oorspronkelijke krijgsplan
was, in vergelijking met de werke
lijkheid, nogal aan de voorzichtige
kant. Negentig dagen na D-Day wilde
men aan de Seine staan. Daar zou een
maand halt worden gehouden om
nieuwe voorraaddepöts en vliegvel
den aan te leggen. Daarna zou men
over een breed front optrekken naar
de grenzen van Duitsland die op de
330ste dag na D-Day (2 mei 1945!) be
reikt moesten zijn.
In plaats van aan de Seine stond
men 90 dagen na D-Day aan de
Noord-Belgische kanalen (Dempsey's
2de Leger) en was de haven van Ant
werpen - vooral ook dankzij het ver
zet - ongeschonden in geallieerde
handen gevallen (4 september). Pat-
ton's 3de Leger naderde de Elzas en
Hodges' 1ste Leger (US) bedreigde
Aken. Helemaal op de linkerflank
vorderde Crerar's 1de Leger (Can.)
wat langzamer omdat het de soms
hardnekkig verdedigde Kanaalha
vens moest vrijmaken en daarbij het
weliswaar geschonden maar, zoals
blijken zou, zeker nog te duchten
Duitse 15de Leger (Von Zangen) voor
zich had. Dit leger dat opdracht had
zich door België naar de Duitse grens
te verplaatsen, was door de snelle op
mars van de Britten min of meer op
gesloten en stond nog aan de Belgi
sche kust.
Zo was de situatie op de avond van
4 september (de grensbewoners ten
zuiden van Breda hoorden in de verte
de artillerie bulderen) toen Gerbran-
dy in een radiorede sprak van „de
geallieerde legers (die) de Nederland
se grens hadden overschreden."
Daags daarvoor had niemand minder
dan Eisenhower al gesproken over
„het uur der bevrijding" dat voor Ne
derland „nu zeer nabij was" en de ko
ningin had zich via Radio Oranje met
een „belangrijke bekendmaking" (de
benoeming van Prins Bernhard tot
opperbevelhebber van de Nederland
se Binnenlandse Strijdkrachten. WK)
tot de Nederlanders gewend met on
der meer deze woorden: „Gij weet dat
de bevrijding voor de deur staat
In Londen heerste groot optimisme
in Nederlandse kring. Er was ook re
den voor. Daar was op de eerste
plaats de geallieerde 'Blitzkrieg' in
het westen^ Roemenië, Finland, Bul
garije en Hongarije lieten de Duitsers
in de steek. In Slowakije brak een op
stand uit. Het Rode Leger stond in
Polen waar het de Weichsel al was
overgestoken. In Roemenië had het de
olievelden van Ploësti bezet. De aan
slag van 20 juli op Hitier wees erop
dat het ook in Duitsland zelf gistte.
Iemand in Londen, belangrijk genoeg
Begin juni wijdden we bijna een hele zaterdagbijlage aan D-Day, de geallieer
de landing in Normandië op 6 juni 1944 en de daarop volgende gevechten tot
en met de grote uitbraak van eind juli, de vernietiging van de Duitse legers bij
Falaise en het bereiken van de Seine. Hier pikken we de draad weer op.
Omdat we ons concentreren op de bevrijding van Zuidwest-Nederland, zul
len we de Amerikanen geleidelijk uit het oog verliezen. Wij bevonden ons in
het gebied van Montgomery's 21ste Legergroep, bestaande uit het Britse 2de
Leger (Dempsey) en het Canadese lste Leger (Crerar). De Canadezen hadden de
opdracht de Kanaalhavens te veroveren en de Scheldemonding te openen ter
wijl de Britten meer landinwaarts richting Roergebied trokken.
De Koninklijke Nederlandse Brigade 'Prinses Irene' voegde zich op 4 sep
tember bij het XXXste Korps, dat later in de maand uit het bruggehoofd bij
Beringen zou breken om op te rukken door de corridor (Market Garden).
De hier besproken fase van de veldtocht werd gekenmerkt door een hard
nekkig verschil van inzicht tassen Montgomery (tot 1 september opperbevel
hebber van de expeditie legers) en Eisenhower (die toen - volgens plan - dat be
vel overnam). In het kort kwam hun meningsverschil hier op neer: Montgo
mery wilde met een snelle, krachtige stoot tot diep in het hart van Duitsland,
de vijand op de knieën dwingen. Daartoe had hij zichzelf uitverkoren en daar
voor zou zijn 21ste Legergroep prioriteit bij de bevoorrading moeten krijgen
ten koste van de Amerikaanse Legergroepen.
Eisenhower daarentegen streefde naar een breed front, met bruggehoofden
over de Rijn om zo een stevige basis voor een slotoffensief te verkrijgen. Bo
vendien werd in dit plan meer rekening gehouden met de steeds nijpender
wordende bevoorradingscrisis waartoe de snelle opmars had geleid.
Het belangrijkste gevolg van het meningsverschil is wel geweest dat men
Antwerpen te lang heeft laten zitten' en daarmee het Duitse 15de Leger de
kans gaf te ontsnappen over de Westerschelde naar de Zeeuwse eilanden, ivaar
het de rechter Schelde-oever met hand en tand zou verdedigen, de toegang tot
Antwerpen afdoende blokkerend.
De chaotische terugtocht van de Duitsers. (Oosterhout, 3 september)
om later als een officiële Nederlandse
regeringsbron te worden beschouwd
door de media, dacht dat de geallieer
den onderhand wel in Breda zouden
zijn. Tegen middernacht meldde het
Nederlandse Nieuws van de BBC dat
de geallieerden Breda hadden be
reikt. Toen het weer licht werd was
het 5 september. Dolle Dinsdag.
De mare ging door het hele land.
De bevrijding is daar! Onmiddellijk
kwam de geruchtenstroom op gang.
Overal waren parachutisten geland,
tot zelfs bij Zwolle. In Rotterdam
dachten ze dat de geallieerden in
Dordrecht waren. In Dordrecht
meenden ze dat Breda bevrijd was.
De Bredanaars die wat dit betreft be
ter wisten, dachten dat de Engelsen in
Zundert of Roosendaal stonden. Op
het Rijs wij kse Plein verzamelden
zich honderden Haagse burgers om
op de geallieerden uit Rotterdam te
wachten. Een deel van Middelburg
liep uit om naar de Engelse tanks te
gaan kijken. In Axel werd de jacht op
'landverraders' en 'moffenmeiden'
geopend. In tal van dorpen en steden
werd gevlagd. Mensen liepen met
oranje strikken en kokardes op en
overal werden de terugtrekkende
Duitsers smalend uitgelachen.
Chaos greep snel om zich heen,
vooral in het zuiden en oosten. In het
zuiden was het al dagen lang een
bende op de wegen. Ongeregelde
troepen trokken langs in een lange
haveloze stroom van overbeladen
motorvoertuigen, door paarden ge
trokken karren, bakfietsen en zelfs
kinderwagens. Alles wat wielen had
en binnen het blikveld van de vluch
tende Duitsers kwam werd in beslag
genomen. Dit waren de restanten van
de in Normandië vernietigde legers
met wat ze onderweg aan bezettings
troepen en achterhoedes hadden op
gepikt in een gigantisch zwaan-
kleef-aan.
Op Dolle dinsdag sloeg de anders zo
gedisciplineerde Wehrmacht volko
men op hol. Soldaten drongen boerde
rijen binnen om, dreigend met vuur
wapens, voedsel en dikwijls ook an
dere zaken - vooral paarden en wa
gens - op te eisen. Burgers werden op
straat beroofd door dronken soldaten.
De Kriegsmarine trok weg uit Vlis-
singen en Bergen op Zoom. Tal van
Duitse instanties verlieten hun kan
toren en overal konden mensen gade
slaan hoe NSB-ers in paniek hun ha
ve en goed bijeen pakten en oost
waarts afreisden. Hier en daar in het
zuiden gingen zelfs afdelingen van de
SD en de Ordnungspolizei er vandoor.
De Nederlandse Arbeidsdienst
stroomde plotseling leeg. Het specta
culairst was de wijze waarop de Luft
waffe afscheid nam van Noord-Bra
bant. Dag en nacht beefde de aarde
van de zware ontploffingen. Brand
stofvoorraden, munitiedepóts, han
gars, V-l-opstellingen, luchtdoelar
tillerie waarvoor geen transport meer
kon worden gevonden; alles ging de
lucht in. De ontploffingen op de vlieg
basis Gilze-Rijen waren tot in het
concentratiekamp Vught te horen,
waar het gedreun de hoop op spoedi
ge bevrijding deed opvlammen, on
danks de massa-executies die de SS
daar uitvoerde. Feldkommandantur
674 in Zuid-Nederland sprak van
„een gevaarlijk om zich heen grijpen
de psychose om zaken op te blazen."
Ook de Nederlanders lieten zich
niet onbetuigd. Zoals in Axel werd er
ook elders op 'landverraders' en zelfs
op Duitse soldaten gejaagd. Van
heinde en ver trokken burgers naar
wat er was overgebleven van de Flie-
gerhorst Gilze-Rijen. Een Gilzenaar
noteerde in zijn dagboek: „Wat men
jarenlang van de Duitsers heeft ge
zien en afgekeurd, doen velen nu zelf,
de bekoring blijkt te sterk te zijn! Met
allerlei voertuigen, van kinderwagen
tot vrachtauto, wordt de buit ver
sjouwd Maar de Duitsers komen
terug en met geknal van machinepi
stolen worden plunderaars verdre
ven. Een omroeper wordt de straten
ingestuurd met de boodschap: Twee
inwoners der gemeente zullen wor
den doodgeschoten indien niet alle
gestolen goederen vóór twaalf uur
zijn ingeleverd."
Tegen het einde van de middag van
5 september was overal in het land de
euforie voorbij. In de steden versche
nen Duitse patrouilles om de opwin-
iding te bedaren en de orde te herstel
len. In de avond klonk voor de grens
bewoners ten zuiden van Breda het
kanonvuur nog even ver weg als de
dag tevoren en al gauw ging een
nieuwe mare van mond tot mond: „Ze
zitten vast aan het Albertkanaal." Dit
gerucht bevatte niets dan de bittere
waarheid.
Aan de Race naar de Rijn was een
eind gekomen. Patton's 3de Leger
stond al vanaf de lste september stil
wegens gebrek aan benzine. Elders
overkwam een heel Amerikaans le
gerkorps hetzelfde. Aan het Albert
kanaal vormden en ontruimden de
Britten bruggehoofden, maar ze had
den niet meer de kracht voor een echt
offensief. Negentig procent van de
geallieerde voorraden lag in Nor
mandië, waar de meegebrachte Mul-
berry-haven van Arromanches nog
steeds het belangrijkste aanvoerpunt
was. Cherbourg was nog maar zeer
beperkt beschikbaar. Er waren te
weinig transportmiddelen om over
zulke lange afstanden de oprukkende
legers voldoende te bevoorraden. De
ze transportcrisis was de prijs die be
taald moest worden voor de snelle op
mars.
De ongeschonden havens van Ant
werpen moesten nodig ter beschik-
.king van de 'geallieerden komen.
(Vervolg op Gids 2)