Met een onverschrokken Toyota de Rocky Mountains ovei Tweer gg Oi WOENSDAG 8 AUGUSTUS 1984 M Zilvermijn H Fata morgana's g Ondraaglijk §y NZE CORRESPONDENT in de VS maakte onlangs een vakantiereis door hetwilde westen' van Amerika. Omdat het bloed van de journalist ook 'in zijn eigen tijd' kruipt waar het niet kan gaan, maakte hij toch maar wat aantekeningen. Die hebben geresulteerd in het reisverslag dat hier staat afgedrukt. Paradijs Zion WOENSDAG 8 AUGU Zolang er toe risten zijn, zijn er cowboys in Het Wilde Westen' (Foto links (Foto onder) onder)Een I De Grand Ca- 'doorkijkje' in I nyon, gezien Bryce Canyon. vanaf grote Las Vegas Tijuana Lake Tahoe Tranen Wyoming Na 1945 Suske en Wiske: 4ppie Happie in E Door Mare de Koninck Drie uur lang hebben we over de Grote Vlakte gevlogen. Wat een on voorstelbaar uitgestrekt bouwland. Veel percelen - vooral in Kansas - zijn circelvormig, zodat de sproeibuis om een vast middelpunt kan draaien. De reusachtige akkers liggen als langspeelplaten verspreid over de vloer van Amerika. Dan ineens, als het vliegtuig de landing in- I zet, zien we de Rocky Mountains een abrupt einde maken aan de vlakte. Daar, tegen de rand van de pan, opkijkend naar de besneeuw de bergtoppen, ligt de stad Denver te bakken in de zon. Denver, hoofdstad van de Ameri kaanse deelstaat Colorado, wordt het begin- en eindpunt van onze reis. We gaan het Wilde Westen 'doen', zoals Amerikaanse toeristen i Europa 'doen'. In vliegende vaart. De huurauto is een kleine Toyota, die onverschrokken in j westelijke richting de stad uitsnort. Rocky Mountains, here we come! Ook in deze laag-bij-de-grondse positie blijkt het rotsmassief zich met een scherpe j hoek uit het platte land omhoog te vouwen. I Waar je letterlijk de eerste 'rocky' kunt aan- wijzen veert de weg omhoog en zijn we midden in het woeste gebergte. Langs wat een voor- malige route van goud- en zilverzoekers is ge- weest, liggen de eerste waarachtige ranches in schrale valleien, waar heuse cowboys met gro- I te hoeden op de kuddes in en uit houten hek- werken voeren. De weg wordt alsmaar eenzamer, smaller en bochtiger en leidt tot steeds dichter bij de sneeuw. De nog sporadische huizen zijn van ruwe boomstammen. In een donker ravijn ligt luguber een verlaten zilvermijn. Dan is het weer dalen geblazen, naar het in een smoor- heet dal verzonken dorp Silverton. Hier in de hoofdstraten zijn meer revolverduels uitge- vochten en boeven opgehangen dan thans de vriendelijke souvenir winkeltjes kunnen doen vergeten. „Als j e van echte Country-and-Western mu- ziek houdt, ga dan in Durango naar de Chuc- kwagon", zegt een autochtoon. Op dus naar Durango, deels langs de schilderachtige spoor- lijn waarover een van Amerika's meest bezon- gen 'choo-choo's' de mijnwerkers naar de zil- veraders placht te brengen. Door spookachtige tunnels, langs stijle afgronden en over brug- gen waarvan het hout als lucifers tussen de rotsen klemt. In 'the Chuchwagon' leren we wat een I schouwburg in het Wilde Westen is. Het is een open vlakte voor een boerenstal. De opengesla- gen deuren flankeren het toneel waarop vijf middelbare cowboys de inmiddels verschenen sterren van de hemel spelen en zingen. De man met de banjo en natuurlijk vooral de virtuoos op de fiedel worden de helden van de avond. 900 Amerikanen - merendeels puur bewoners - en twee overrompelde Nederlanders zijn er op afgekomen. In de pauze wordt er gegeten. Als brave kinderen schuiven de grote Amerikaan- se lijven onder breed gerande hoeden of iele E honkbalpetjes langs de ketels met stoofvlees, j bruine bonen en limonade. Zoals zo vaak in het Westen is er geen bier, laat staan iets nog ge vaarlijkere. „Heeft u last van mijn sigaret?", vraagt onze buurman, een ruwe bink. De volgende dag brengt ons het eerste 'na tionaal park', Mesa Verde. Het betekent 'groe ne tafel' en verwijst naar de beboste plateau's die zich hoog in de hemel bovenop de rood ge blakerde rotsen als koele vruchtbare vlakten uitstrekken. In de kale bergwanden bevinden zich eeuwenoude ruïnes van indianen. Met een schok ontdek je na lang turen naar de over kant van de door erosie gevormde sleuven (ca nyons) tussen de plateau's, de sporen van ver gane menselijke bewoning. Minuscule raampjes in de muren waarmee spelonken werden dichtgemaakt. Bovenop de Mesa verklaart het machtig uit zicht over Colorado het heilig ontzag dat de in diaan had voor de natuur. Diep in het onmete- lij ke dal ontwaart ons arendsoog een stofwolk je. De schrik slaat ons om het hart. Daar ko men de blanken! Na de nacht glijden we zuidwaarts de ber gen uit, New Mexico binnen. Ineens zijn we in een ander Amerika. In de woestijn. Aan de rand ervan leven straatarme mensen in woon wagens en caravans. Dan komt de echte, de meedogenloze verlatenheid, de wurgende grenzeloosheid. De fel rode Toyota glijdt nietig over de eindeloos repeterende glooiingen, waarvan de grijze huid is bezaaid met dorre baardstoppels. Het asfaltlint is zo verlaten dat wij de eni gen lijken die de doorsteek wagen naar het volgende stadje dat de kaart aangeeft en waar we voor de zekerheid maar vast willen tanken. Het stadje blijkt niet meer dan een gesloten 'handelspost' en een al even dichte benzine pomp. Nou ja, de tank is nog bijna half vol. Verder gaat de tocht, langs indianenreserva ten (drie caravans op een gloeiende vlakte) en echte (of onechte?) fata morgana's van groene oases op onbereikbare horizons. Als de hitte ondraaglijk is geworden en de eenzame cowboys overal om ons heen van dorst liggen te creperen in het zand, blijkt - in middels in Arizona - het gehucht Cajenta in clusief een buitensporige Holiday Inn, geen luchtspiegeling. De auto mag drinken en wij komen op verhaal in het koele zwembad. We zijn vlakbij Monument Valley, waarin god zelf zijn meest bizarre rotssculptures in een roestbruine vallei ten toon heeft gesteld. Bij ondergane zon zijn ze op hun mooist. Ze hebben namen als 'de duim', 'de olifant', 'de drie zusters'. Het zijn dikke torens en soms scherpe obelisken die op tot pyramide's afge sleten bergen balanceren en hun donkere schaduwen kilometers ver door het vlammen de dal gooien. Een oude Navajo-vrouw had ons voor een dollar het kaartje verkocht en ons het rulle pad gewezen waarop we, voor een ware zandverstuiving uit, met bonzende harten langs de dreigende gevaartes scheuren. Van de nieuwe dag wordt de stad Page, op de grens met Utah, het doel. We trekken door de 'painted dessert'. De eeuwige erosie heeft er de rotsbodem in allerlei gebleekte tinten grijs, rood, bruin en geel geschilderd. Vanaf een hoge bergpas dient zich in de diepte bij verrassing Lake Powell aan, dat als een grillige inkvlek het onafzienbare land be klad. Het is het stuwmeer voor de dam in de Colorado Rivier, welke zich een paar kilome ters verder naar het zuiden door de Grand Ca nyon zal gaan wringen. Het onnatuurlijke meer klotst zachtjes tegen de bergwanden, die nooit lijken te wennen aan hun oeverfunctie. Maar het is goed zwemmen in Lake Powell, na opnieuw zo'n Sahara-dag. Dan komt de rit naar de Grand Canyon. Al weer gaat het door de woestijn, waar hier en daar wat indianen wonen in barakken, onder een paar onbegrijpelijk groene bomen. Aan de rand van de leegte verheft zich de buitenkant van de Canyon. Langs raadselachtige rotsen - op dunne pootjes zwevende steenklompen - klimmen we door de ombarmhartige droogte naar het plateau, dat eens te meer een rijk bos landschap met malse alpenweiden blijkt. Wat is alles groot in dit land! Ook hier, in een van de beroemdste natuurlandschappen ter we reld, komen we bijna geen andere mensen te gen. „Plaats genoeg!", wordt ons stopwoord. „Plaats geueueunoeg!" En dan is daar het vergezicht. Op twee kilo meter afstand verrijst uit de onpeilbare diepte de overkant, de zuidrand, van de canyon. Er hangt een perfecte stilte in het ravijn, op de bodem waarvan de Colorado moet kolken. Maar de rivier houdt zich onzichtbaar en on hoorbaar. De adembenemende bergwand voor ons, is door horizontale lijnen en verticale vou wen in ontelbare pasteltinten geschakeerd. En achter het eerste plateau verheft zich, onmeet baar verder Amerika in, een tweede en een derde. De voortgaande herhaling van het uit zicht lijkt een truc met een telelens. We maken een spannende wandeling door de vochtige jungle langs de diepte. Er leven hier leeuwen en grote wilde katten. Maar wij schrikken alleen maar van een hert en een eekhoorn. Het hotel klampt zich vast aan de rand van de afgrond. Als het daglicht zich terugtrekt uit de canyon zitten tientallen gasten tijdloos naar het dovende spektakel te staren. De volgende dag zal ons naar een Ameri kaans paradijs op aarde voeren: Het dichtbij in Utah gelegen nationaal park Zion. Na een rit door de woestijn biedt Zion een sierlijke en tree tussen witte versteende duinen, waarover de natuur een modern lijnenpatroon heeft ge trokken. Zion is een door formidabele rotsen omarmde oase, waarin een verrukkelijk mi croklimaat de kurkdroge steppen buiten haar muren doet vergeten. Er klateren kwikzilveren beekjes van lief tallige hellingen. Een weldadige bries wiegt de urgende woestijnei en bizarre rotssculptures. - FOTO'S ARCHIEF DE STEM hoogte wilde bloemen tussen het sappige gras op en neer. Een pad naar omhoog, langs hangende tuinen en natuurlijke douches, biedt droom achtige terugblikken op de vallei, waarin een lange slinger van bereden paarden juist de Virgin-River doorwaadt. Halverwege de klim- tocht ontdekken we met een kreet van verruk king een klein meer. Niemand daar beneden zou kunnen vermoeden dat de stijle wand van Zion nog zo'n royaal zwembad in petto heeft. Het is intussen de negende reisdag als we Bryce-Canyon doen, nog steeds in Utah. Het is het beroemde landschap waarin miljoenen ja ren van natuurlijke uitslijting een uitgestrekt woud hebben geschapen van roodstenen to tempalen. Ze zijn soms zo dun en bros dat een kind ze zou kunnen omduwen. Maar alleen de wind en de regen kunnen erbij en zullen er volgens geologen geen miljoen jaar meer voor nodig hebben om de meeste rotsnaalden te doen omtuimelen. 's Avonds is er aan de rand van Bryce een rodeo. Met een wijdse laagvlakte als achter grond laten de cowboys zich van wild rond springende paarden en stieren af schudden. In de pauze hobbelt een Datsun-vrachtwagentje de piste binnen. Vanaf de laadbak zingt een jongen met een gitaar zijn western-ballades. De volgende dag rijden we naar Las Vegas in Nevada. Alweer gaat het urenlang door een helse woestijn. Wie had kunnen denken dat Amerika voor zo'n groot gedeelte uit woestijn bestaat! Van verre al wenkt de stad, die ligt te trillen op de gloeiende zandplaat. Eenmaal daar is het kermisgeweld van de hotels en de casino's ont hutsend. De hal van ons hotel is een regelrech te schok, Het is een overdekt plein, waar min stens 2000 mensen in onafzienbare rijen aan fruitautomaten en videogames zitten te trek ken en de rest aan niervormige, groene speel tafels zit. Zo blijkt het in heel de gokstad Las Vegas te zijn. Nergens ontloopt men de massale overga ve aan het domme kansspel. Van overal in Amerika zijn ze naar dit Walhalla gekomen. De meesten zijn middelbare en oudere vrou wen. Ze hebben vale gezichten met bleek be poederde wangen en dunne felrood geverfde lippen. Ze verrichten drie handelingen: mun ten instoppen, aan stalen arm trekken, aan si garet zuigen. Al lacht het geluk haar rinkelend toe. De speelster lacht nooit terug. Zelfs voor liefhebbers van decadentie is Las Vegas teveel van het goede. Weg hier dus, en op naar de westkust, naar Californië. Ook zuid-Californië blijkt, op de zeereep na, bijna helemaal woestijn. Maar San Diego is een frisse verademing. In de gloed van de dalende zon, toegewuifd door de palmen op het strand, ontvangen we het doopsel van de Stille Oceaan. We besluiten 'in Mexico te willen zijn ge weest' en rijden per bus een paar kilometer zuidwaarts naar Tijuana, dat dankzij de na bijheid van de VS de rijkste stad van Mexico is, maar zich arm en volbloed Latijns-Ameri kaans aan ons voordoet. Op de terugweg naar San Diego duurt het oponthoud aan de grens uren. De VS-douane controleert streng op Me xicanen die illegaal naar het rijke noorden willen. De Californische kust brengt ons dan de on- metelijke agglomeratie die Los Angeles heeft en onder een stinkende deken van geelkleurige luchtverontreiniging naar adem snakt. We vliegen door Hollywoodse studio's en slingeren ons over de fameuze Sunset Boulevard langs de paleizen van de filmsterren in Beverly Hills. Noordwaarts gaat het de volgende dagen naar San Francisco, de gezellige 'Europese' stad met de romantische huizen en de grootste Chinatown buiten China. In de binnenstad verrijzen tal van nieuwe wolkenkrabbers. Hoe durven ze, terwijl zo goed als vast staat dat de moordende aardbeving van 1906 zich binnen kort zal herhalen! Onze nacht is onrustig. Maar de enige bevingen komen van de kabel trammetjes die langs ons hotel waggelen. Het gaat ons op deze reis echter niet om de menselijke beschaving aan de Amerikaanse Stille Oceaan kust, maar om de kennismaking met het 'wildwestelijke' continent. Met een omtrekkende beweging door het Redwood Fo rest, waar 's werelds grootste bomen groeien en de oudste van vóór Christus zijn, gaat het daarom over de Golden Gate Bridge terug het hete binnenland in. Even nog krijgen we de koelte van de Sierra Nevada, de groene berg rug waarin Lake Tahoe een blauwe knal vormt die een kunstschilder nooit naar waar heid zou durven overnemen. We zijn door noordelijk Nevada op weg naar Salt Lake City. De woestijn begint enorme wit uitgsSagen I plekken te vertonen: opgedroogde zoumeren I De oevers van Great Salt Lake zijn uigestor-1 ven. Het verschrikkelijke zout maakt et wa-1 ter en zijn kusten voor mensen ondraapijk. Maar de Mormomenstad Salt Lakiity is I een aangenaam oord, vol religieuze gtouwer. I die behalve devotie vooral rijkdom uitralen. I Rond Temple Square verheffen zich er mo-1 derne kathedralen voor de 'heiligen delaatst I dagen'. Spoedig verwacht men de wed'komst I des heren. In een kolossaal wit complebevin- den zich de stambomen van alle mesen op aarde. De tijd ontbreekt ons om het teontro- leren- We trekken verder naar het noordi door I Idaho. Verrassend snel wordt het hd nu I groener en koeler. Prompt ook wasse malse regenbuien onze dappere Toyota schooi Idaho is het land waar de beste Amerikaans aard-1 appelen vandaan komen. Ons doel is het vermaarde Yellwstone I Park, in het noorden van de deelstaa Wyo-1 ming. We zijn de grens van het natuugebied I nog niet lang gepasseerd of de eerste ;eisers I dienen zich aan. Zomaar ineens stijgenemid- den van de dennebossen op tal van patsen dichte rookwolken op. Van nabij lijken e vul- kanische warmwaterbronnen op etrende I wonden in de aardkorst. Ze stinken nas zwa-1 vel en menig toerist knijpt kckhalzend c neus dicht. Er zijn ook geisers op de bodem van Ir gro-1 te Lake Yellowstone. Hengelaars die eervis in het meer vangen, kunnen het beest an de I haak laten zitten, in de uitlaat van de eiser hangen en vers gekookt oppeuzelen. We gaan naar de 'Old Faithfull' (de 'uwe I Trouwe'), de geiser die elk half uur gedunde I enkele seconden een tientallen meters ïoge I fontein produceert. Op veilige afstand isond I het fenomeen een soort tribune gebouwi die elk half uur volstroomt met nieuwe beng- stellenden voor dit eeuwige succesnurner I van moeder natuur. Gefascineerd staan lui zenden mensen te kijken naar het dampide geborrel op de plek waar de uitbarsting:ich moet voordoen. „Here it comes!", roept ierrnd. En ja hoor, met een luid gesis spuit het wter de hoogte in. „Waaw!", gaat het door de menigte. Meen gaat de fontein weer liggen. „That was t"l, roept een Parkranger en het publiek dromte- 1 ruig naar het parkeerterrein. Yellowstae- park, waarvan de oppervhkte een kwart an Nederland bedraagt, bezorgt ons in zijn mest afgelegen streken nog persoonlijke ontmoeti- gen met buffels, rendierer, pelikanen en en bruine beer. Het einde van onze reis komt nu snel nadt- j bij. We trekken in zuid-oostelijke richtig door het Grand Teton-gebergte, waar het «1- aangeroerde Jenny Lake oas op een klautr- tocht langs de oevers het gejoel geeft de eerte mensen op aarde te zij n. Oostelijk Wyoming is de perfecte verwezei-1 lijking van de meest overdreven clichévoo-1 stelling die iemand van het vilde westen ka hebben. In het lieflijke heuvëland staan pooi-1 ten, gevormd door drie boonstammen, waar aan de tekst 'RANCH' hanjt en waarondff I karresporen de weg wijzen raar de afgelege" boerderij. De autowegen zijn van een mgstaanjagendr verlatenheid. Af en toe passeett ons een klein' I vrachtwagen, diagonaal over de achterrui van de kabine heeft boer steevist zijn jachtge weer gehangen, duidelijk zichtlaar voor ieder een die iets kwaads in de zin »u hebben, We komen door het oude stadje Jakson, waar de trottoirs nog altijd van hout ei overdekt zijn en waar de paarden nog altijd roor de saloor staan te wachten, de teugels losjis om de balu strade geknoopt. En verderop vlgen er heuse spookdorpen, waarin de prest lijk uitgebroken j omdat de huizen langgeleden lijn verlaten toen al het goud uit het bodemzaitl van de na bije kreek was gezeefd. Via de stad Cheyenne, aan de rid waarvan Amerika zijn intercontinentale linute-man j atoomraketten op Rusland gericht leeft staan rijden we weer Colorado binnen. Oize laatste klim is naar de besneeuwde topper van het 'Rocky Mountains National Park', 300 me''r hoog. Dazn begint de afdaling naar iet eind punt van onze reis. Tientallen kilomiters aa» een stuk is het zakken geblazen. HotseM! zien we tussen twee bergwanden door le Grote Vlakte zich weer naar het oosten uitsrekked En daar ligt Denver, nog altijd te trilhn in hitte van het laagland. Op- de autoradii spe®1 een symphonie-orkest een stormachtig apo theose van Ludwig von Beethoven. Ineeis rol len er tranen over onze wangen. Het s vol bracht. We did it! Amerika wat ben jern001' Vaarwel, ons prachtige Wilde Westen. pe Nieuwe Brabantse Kunst Stichting (NBKS) heeft momenteel twee opvallende beeldende kunstmanifestaties lo pen: een over kunst uit een recent verleden en een over actuele ontwik kelingen. Twee inspire rende initiatieven! Schilderkunst in Noord Brabant na 1945. Noordbra bants Museum Den Boscl Open: di-zo van 10 (za en z 13)-17 uur. Tot 30 september Wanneer wordt het moge lijk een periode goed te over zien en tot historie te verkla ren? Hoewel we in een tij van versnelde afschrijvinge leven is het een precair zaak de (i.e. schilderkuns' (historie van een nog levenc en werkende kunstenaarsge neratie op zijn waarde 1 schatten en min of meer va: te leggen. Als daad is dit in: tiatief prima. Serieus aange pakt blijft het goed contrc leerbaar en kan nog gemak kelijk uitgediept worden Het is te hopren dat deze lof waardige aanzet door d( goed haalbare methode var studie-opdrachten voórtganf vindt. Het moet voor menif student in de kunsthistorie toch interessanter zijn zich in dit onderwerp te verdie pen dan te onderzoeken me welke kwasten Rembrand De Nachtwacht schilderde' •De eerste generatie na 19451 werd namelijk als studieop dracht - op verdienstelijke manier - verwerkt doo: Sjraar van Heugten en Ro bert Schillemans in samen werking met Bernadette Nieuwenhuis. Het publiek krijgt nu de resultaten daar van aangeboden via deze ex positie en een nog belangrij ker catalogus. Hoewel de auteurs, min ol meer terecht, beweren da vóór de oorlog in het - doo: de r.-k. kerk en Brabanti: Nostra - conservatieve Bra bant weinig grote kunste naars woonden, moet ook de ze periode nog in kaart ge bracht worden. En 'groot' o niet de beeldende kunst heei een rol gespeeld. Juist in di Brabantse r.-k. kerk. Het zelfde geldt namelijk ook no voor de vijftiger jaren waar om deze expositie draait: 75° van de belangrijkste kunst werken in die tijd werder gerealiseerd in kerkelijke (er wat andere openbare) geboui wen. Via Troost en Dijker wordt dat wel enigszins ge duid op deze tentoonstelling maar dit wezenlijke aspec dient zeker nog verder uitge werkt te worden. Je kun' zelfs zeggen dat het totak geboden beeld nu scheef is. Een ander bezwaar is, da schilderkunst weliswaar eer belangrijk, mogelijk het be langrijkste deel, van het ar tistieke gebeuren was in dif periode, maar dat het voor de historie onmogelijk is beeldende kunst l.s. (inclu sief de architectuur) niet de studie te betrekken, beperktheid van inzetbare krachten en expositieruim ten is - principieel - geen ex cuus voor een bepjerking var de De>

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 18