Auteurs uit Zuid-Amerika voeren 'intellectueel gevecht op rioolniveau' Prachtige novelle van Pankows over gevoelsleven Zeeslepers 1 Zilver van de zee Visserijschepen HET POLITIEKE EN LITERAIRE ENGAGEMENT VAN MARIO BENEDETTI VRIJDAG 3 AUGUSTUS 1984 Gevaarlijk Suske en Wiske: 4pp ie Happie in door Anton Theunissen Een kleine, gezette man uit Uruguay, Mario Be- nedetti (64), is al maan den in een felle en fon kelende pennestrijd ver wikkeld met de befaam de Peruaanse schrijver Mario Vargas Llosa. Het is niet bij een beschaafd debat gebleven tussen de twee Latijns-Ameri kaanse auteurs, getuige het verwijt van Vargas Llosa, dat 'mijn goede vriend Benedetti een in tellectueel gevecht op rioolniveau' voert. Het is een allerminst ver heffende, eerder een tragi sche vertoning. Er wordt door beiden met zoveel mod der gesmeten dat de scheids lijnen van twee kampen zichtbaar worden. Noch de intellectuelen noch de volke ren van Latijns-Amerika zijn daarmee gediend. Ver deeldheid is immers koren op de molen van autoritaire be stuurders. De politiek drijft namelijk een wig tussen de Latijns- Amerikaanse intellectuelen. De grote kwesties zijn Cuba en Nicaragua. Het komt er grof gezegd op neer dat auteurs als Garcia Marquez en Benedetti de Cubaanse en Sandinistische revoluties nog steeds een warm hart toedra gen, ook al zitten mensen om hun dissidente opvattingen gevangen en is in Nicaragua de perscensuur ingesteld. Voor auteurs als Carlos Fuentes en Vargas Llosa maakt het echter geen we zenlijk verschil of de men senrechten door een rechts regime (Chili, Uruguay) of door een links regiem (Cuba, Nicaragua) worden geschon den. Vargas Llosa beschouwt Benedetti duidelijk als een gevaarlijke en naïeve fellow traveller van het communis me. Benedetti vindt dat on danks alle kritiek die je op Cuba kunt hebben, de revo lutie volgens het Cubaanse Mario Benedetti model de beste is, of de minst slechte oplossing voor La- tijns-Amerika, de oplossing die, als je alle plussen en minnen bij elkaar optelt, de voorkeur verdient boven de politieke systemen en regi mes die daar zijn. „Maar wij laten ons niet meeslepen door de obsessies of blinde gehoor zaamheid die Vargas Llosa ons toeschrijft", aldus Bene detti. Een bittere Benedetti: „Wij hebben ons er al lang geleden bij neergelegd dat hij (Vargas Llosa) niet meer aan onze kant staat in de loop graaf, maar juist in de loop graaf van daarginds aan de overkant. Maar wij kunnen ons er niet bij neerleggen, dat hij wegens een politiek ge schil en achter het schild van zijn literaire roem vervalt in oneerlijke tactieken". Vargas Llosa probeert Be nedetti weer te paaien, maar hij onderstreept: „Het is een enorme paradox dat perso nen die met hun gedichten of boeken bewijzen gedurfd en vrij in hun denkbeelden te zijn, in staat om met tradities te breken, heilige huisjes om te trappen, en een grondige vernieuwing toe te passen op vormen, mythes en taalge bruik, daarentegen van een verbijsterende inschikkelijk heid aan de dag leggen op het ideologische vlak en daarbij voorzichtig, volgzaam en zonder tegensputteren de meest twijfelachtige dogma's overnemen en met hun pres tige ondersteunen of soms zelfs zonder aarzelen pure propagangakreten herha len". Een polemiek van dik hout, moet men constateren. Het is overigens jammer, dat de pennestrijd wat eng is afge bakend alsof er in Latijns- Amerika maar twee opties zouden bestaan: óf de ge welddadige revolutie die de linkse dictatuur vestigt óf de repressieve militaire regi mes. Dat is uiteraard onzin en er zijn voorbeelden genoeg om die onzin te weerspreken. Als de volken van Latijns- Amerika zouden mogen kiezen, zouden zij veel ge matigde oplossingen aandra gen (zoals in Argentinië en Venezuela), hetgeen Vargas Llosa eerst zeer recentelijk heeft toegegeven. Interessanter dan de pole miek tussen de twee auteurs zijn hun boeken. Vargas Llo sa behoeft in deze kolommen geen introductie, wel Mario Benedetti, die eerst sinds kort in het Nederlands toe gankelijk is. Eerst kwam 'Het uitstel' uit, enkele weken ge leden 'Met en zonder heim wee'. 'Het uitstel', in 1959 ge schreven kort na Benedetti's gedwongen vertrek uit zijn vaderland, is een ontroeren de liefdesgeschiedenis uit Uruguay. Een ploselinge ver liefdheid verandert het we reldbeeld van een vijftigjari ge boekhouder wiens lot vastligt in sleur. Het verhaal is gegoten in de vorm van een dagboek, dat gedurende een half jaar is bijgehouden door Martin Santomé, de boekhouder. De ze vereenzaamde burgerman begint zijn dagboek op het ogenblik dat hij besloten heeft zes maanden later met vervroegd pensioen te gaan; hij vertrouwt voor het eerst van zijn leven niet alleen de cijfers van anderen maar nu ook zij eigen gedachten en gevoelens aan het papier toe. Hij ziet enorm tegen zijn zee van vrije tijd op. Hij heeft weliswaar altijd de overtui ging gehad tot iets anders en beters dan boekhouder in staat te zijn, maar heeft uit luiheid en gebrek aan durf die andere mogelijkheden nooit beproefd en conclu deert eerlijk, dat het daar voor nu te laat is. Midden in deze crisisperio de wordt hij verliefd (hij is twintig jaar weduwnaar) op een nieuwe, 25 jaar jongere, vrouwelijke collega. Aan de verhouding die tussen hen ontstaat is de roman groten deels gewijd. In wat de boek houder hierover in zijn dag boek optekent wordt een be langrijke plaats ingenomen door diens twijfels. Kan de relatie ooit een vaste verbin tenis worden vanwege het enorme leeftijdsverschil? Na enige maanden al maakt het noodlot (zeer dramatisch) een eind aan de romance en be gint voor de boekhouder op nieuw de uitzichtloze grauw heid. Een mooi boek, in een wel eens te plechtige stijl ge schreven. Het onlangs in Nederland uitgekomen 'Met en zonder heimwee' stamt uit 1977. Be nedetti heeft de 'smart der ballingschap' (hij woonde in Argentinië, Peru en sinds 1980 in Spanje) al jaren ge proefd, maar elke dag is er het verlangen naar zijn va derland, getuige deze regels: 'groen en gewond land/land dat ik niet hen/lkeven en Mario Vargas Llosa dood/wat heb ik je nodig'.... Dat heimwee treft men overvloedig aan in 'Met en zonder heimwee'. In dertien korte verhalen zijn Benedet ti's figuren ontheemd: zij verlangen terug naar hun land en een toestand van vrijheid, niet met een berus tende nostalgie, maar met een actief, hoopvol heimwee. Met een bescheiden heroïek treden zij de mensonwaardi ge toestanden tegemoet, niet alleen uit politieke overwe gingen, maar ook met een soort van natuurlijke van zelfsprekendheid of, zoals de man in het verhaal 'Bedankt,, trouwe buik' zegt: „Er zijn geen grote of minder grote risico's. Dat is alles. En ik ben niet van plan de gevaren te ontlopen". Het eigenlijke thema van de stille, imposante verhalen is (Benedetti kan misschien helaas niet anders meer) de politieke situatie van onder drukking en verzet, marte lingen en verhoren, kortom de dagelijkse gebeurtenissen in veel landen van Latijns- Amerika. - FOTO'S MEULENHOFF Er is Benedetti verweten' dat hij zijn engagement té weinig filtert voor zijn lite- raire werk, maar op dit ogen blik wil hij alleen maar pro- testeren, aanklagen en getui- gen. Hij wil de onmenselijke situatie weergeven die in La tijns-Amerika heerst. Hij wil' die veranderen, met zijn pen, die in Latijns-Amerika im mer een zeer effectief wapen is geweest: in de gaucho-lite- ratuur (Argentinië), in de conversatie-literatuur (Var gas Llosa, Benedetti) tot de werkplaatsenliteratuur van Nicaragua. Het engagement van Bene detti hoeft overigens nie-( mand af te schrikken. Zijn boeken en verhalen zijn van een dusdanige superieure klasse datje ook zijn engage ment kunt ondergaan als li teraire schoonheid. 'Het Uitstel' en 'Met en zon der heimwee'. Auteur: Mario Benedetti. Uitgave: Meulen- hoff, Amsterdam. Prijzen respectievelijk: 29,50 en 27,50. «i r«y oio r iiiiiiiiiiuiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiinuiiiiiiiiiiiiiuiiiiniiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiininifiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiniiiiuiiiiiiiiinuiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiMiiniiiiiiiiiiiiiiiii Von onze kunstredactie Marian Pankowski: Rudolf (uitg. In de Knipscheer - 32,50) „Ik, inwoner van Absurdië, veroordeeld tot het dragen van het kostuum van de burger uit de Republiek van Gelof, Hoop en Liefde". Zo karakteriseert de verteller in deze novelle zichzelf. Als Pools schrijver ontmoet hij in Brussel een Duitser, die leeft vanuit een gedateerde euforie aan homo fiele genoegens. Een prachtig geschreven boek, dat even merkwaardig als goed is; of om met de ik-figuur te spre ken: 'een lyrisch spinneweb'. Pankowski (64) maakte eind zeventiger jaren hier naam met 'Mantuga komt' en 'Beu- kenootje en andere verhalen', hoewel deze boeken al in 1959 en 1962 verschenen waren. Hij is al ruim dertig jaar lector en later hoogleraar in de Slavi sche filologie aan de Universi- té Libre te Brussel. Geboren in het Poolse Sanok studeerde hij in Krakau, maar de oorlog volgde en hij werd gevangen genomen als officier. Ont vluchtte, werkte op een fa briek, kwam vanuit het verzet in vier concentratiekampen (o.a. Auschwitz en Bergen- Belsen) terecht. Bevrijd emi greert hij naar België, waar hij zijn studie in de Slavische filologie voltooide. Voor Ne derland werd hij als schrijver ontdekt door het tijdschrift Soma, in het begin van de ze ventigerjaren. Als kenner van die andere Poolse schrijver Gombrowicz schrijft hij in 1976 in De Revi sor over de landgenoot. Het begin van deze bijdrge lijkt op een zelfportret: „Bij iedere schrijver vindt het werk zijn oorsprong in de schaduwzone waar de emoties ontstaan, op geroepen door het dagelijkse leven; die emoties worden uit gedrukt met behulp van een artistieke taal"... Het boek 'Rudolf' is een geschrift over emoties; het gevoelsleven van een rooms-katholiek burger lijke, gefrustreerde Pool die gen weg weet met de arrogan te Duitser, die heel 'frech' zijn gevoelens schijnbaar de vrije loop liet. En zelfs in Polen. „De opdringerige en overheersen de aanwezigheid van sex die om die oude vent hangt. En hij verantwoordt zich niet eens. Hij zit daar maar gewoon zijn meibloempjes te herkauwen. Geen koe, nee. Een herkau wende stier. Twee stieren. De ene boven op de andere. Wat 'Sterkste zeeslepers ter wereld'. Auteur G.J.de Boer. Uitge verij De Alk, Alkmaar. Prijs f 59,90. In het Zeeuwsvlaamse Sas van Gent staat een beeld van een man met een gekromde rug, een tros over de schouder. Het is het beeld van de Schepentrekker, gewijd aan de man die honderden jaren schepen door onze kanalen trok. Pas in de negentiende eeuw werd z'n taak overgenomen door schepen die speciaal voor de sleperij waren ingericht. De Engelsen begonnen ermee. In 1802 verscheen de eerste stoomsleper op het water: de Charlotte Dundas. Aanvanke lijk werden deze radarboten gebruikt om zeilschepen de ha vens binnen te brengen. Voorzien van meer trekvermogen waagden ze steeds meer het zeegat uit. Wie het eerst bij een arriverend zeilschip was kon geld verdienen. Uit die primitieve sleperij groeide de berging. De maritie me trekpaarden konden immers ook gebruikt worden om gestrande schepen vlot te trekken. De concurrentie groeide. In Nederland begon Fop Smit in 1843 met een sleepdienst. Later volgden Wijsmuller en Doeksen. Smit liet in 1933 een 4000 pk sterke, zeer geavanceerde sleepboot te water, de be roemde Zwarte Zee, overigens al de derde boot met die naam. Het schip legde de basis voor Hollands Glorie, het verhaal van de Nederlanders slepers en bergers die zelfs de moeilijkste klussen tot een goed einde brengen. Met de komst van de supertankers kwamen de superzees lepers en met de offshore kwamen de van sleepboten afge leide bevoorradingsschepen. Smit bleef in die ontwikkeling toonaangevend. Het in mei verschenen boek 'Sterkste zeeslepers ter we reld' vertelt de geschiedenis van 180 jaar sleepvaart. Het is gelukkig meer dan alleen een fraai geïllustreerde opsom ming voor sleepboot-lovers. De auteur G.J. de Boer belicht ook de achtergronden van bepaalde ontwikkelingen, waar door het boek meer biedt dan een verzameling pasfoto's van overigens zeer fraaie en stoere schepen. PdS Marian Pankowski. - FOTO KNIPSCHEER denkt hij wel!"... Het is méér: Wat denk ik wel? De gefrus treerde Pool is jaloers. „Omdat zijn seniele gelukzaligheid me irriteerde, zijn dierlijke, ge zonde vrolijkheid, die hele we reld van hem, waavan de top pen zijn begroeid met bosjes schaamhaar"... Adellijk (wat heet) en solda tenleven vloeien hier samen in een orgiastisch beleven. „Broederschap volgens tarief" oftewel „Een romantische tor telduif met een spaarpot in zijn reet"... Wat is het verschil tussen Vietnam en Wood stock? „Wat kan een lichaam doen als dan de een, dan de ander het beveelt zich aan een bajonet te rijgen?" De Pool krijgt het gevoel van een 'schitterende onbeschaamd heid'. En besluit: „Niemand van ons maakt zich belache lijk met flauwekul als: ver liefd- verloofd- getrouwd- be donderd. Geen geklets, maar zwoegende lijven"... De schizofrenie tussen geest en materie, via het christen dom geërfd van een Grieks- arsitotelische wijsheid wordt hier simpel verwoord met: „In mijn jeugd heeft men mij ge leerd - en ik probeer het te onthouden - dat mijn lichaam niet alleen onderdak verleent aan meneer Lui, maar ook aan mevrouw Verstand"... Pan kowski laat begrijpen hoe het zit met onze huidige paus, zijn Zwarte Maagd en de Baar moeder. SS en RK liggen dicht bijeen in dit boek. „Onze Lieve Heer zelf had niet zo'n mooie hemel, grommend van de dap pere Liberators kunnen scheppen", met andere woor den: Laat de pot de ketel niet verwijten dat hij zwart ziet! Het is een heel hard, cru en prachtig boek met apocalypti sche vergezichten. Dat blijkt samen te kunnen gaan! g 'Het zilver der zee', Logboek van de Nederlandse zeevis- serij. Auteur: Arie van der Veer e.a. Uitgeverij Elsevier. Prijs f 39.90. De visserij lag aan de basis van onze Gouden Eeuw. Ne il derlanders wisten hoe ze haring, het volksvoedsel van destijds, het best konden bewaren. Daar had Willem Beu- kelszn uit Biervliet voor gezorgd. De visserij was in de g zeventiende eeuw 'een principale goudmij ne'. Later in de g achttiende en negentiende eeuw volgde het verval. De zeevisserij gaf belangrijke impulsen aan de koopvaardij en de marine. Velen leerden het zeemansvak aan boord van de haringbuizen uit Katwijk, Scheveningen en Vlaardingen. De geschiedenis van de Nederlandse zeevisserij wordt gedetailleerd doorgelicht in de nieuwe Elsevier-uitgave g 'Het zilver van de zee'. Het boek beschrijft de 'visserij- g economie' en het daarmee samenhangende leven in de vissersdorpen. Daaruit blijk dat de angst voor overbevissing van de Noordzee niet van de laatste jaren is, evenmin als trou wens de daarmee samenhangende visserij-conflicten. Zo overmeesterden de Engelsen rond 1700 een Hollandse ha ringbuis, onthoofdden de bemanning en stopten de hoof den in een harington en stuurden die naar Holland als waarschuwing om voortaan niet meer in Engels water te vissen. Dat is nog wat anders dan schoten voor de boeg, waarop de Belgen, de Zeeuwse vissers soms tracteren. 'Diep als de zee is de ellende der visser", zo schreef Herman Heijermans in zijn toneelstuk 'Op hoop van ze gen'. Met het verval kwam de sociale ellende in de vis sersgezinnen. Vissen was een onzeker bestaan. Men was overgeleverd aan de luimen van de reders. Pas rond e laatste eeuwwisseling kwam er een hang naar positie verbetering. Maar zelfs predikanten fulmineerden van de kansel tegen de eisen voor loonsverbetering. Eerst na de Tweede Wereld oorlog volgde een nieuwe welvaart en daarmee ook de schaalvergroting. Inventief, maar gedwongen door allerlei regelingen vonden de re ders nieuwe visgronden en nieuwe markten. De Neder- landese visserij groeide uit tot een moderne bedrijfstak. 'Het zilver der zee' verhaalt op uitstekende wijze over de achtergronden. Het eveneens fraai geïllustreerde boek heeft een handicap: Het concentreert zich sterk op ha vens als IJmuiden, Scheveningen en Vlaardingen. Een typische 'haringgerichtheid' die wel in meer visserij-pu blicaties is terug te vinden.eAlsof er in de rest van Neder land geen zeevissers wonen. Maar wellicht is de drukbe volkte Hollandse kuststrook voor uitgever Elsevier de beste visgrond. PdS Palingvissers drogen hun netten in Lelystad. Visserijschepen. Auteür Jan Schokker/fotografie Willem den Heijer. Uitgeverij De Alk, Alkmaar. Prijs f 25,- Nederland beschikt over een van de meest moderne vis sersvloten van West-Euro pa. Wekelijks gaan er nieu we schepen te water. De nieuwste Scheveningse vrie- strawlers zijn meer dan 100 meter lang. Het zijn comple te drijvende visf abrieken geworden. Nederlandse vissers heb ben de laatste jaren voor honderden miljoenen in hun bedrijfsmateriaal geïnves teerd. Het resultaat van de financieële inspanningen is te bezichtigen van Breskens tot Delfzijl en alle vissersha ven daartussen. Wie geinteresseerd is in de visserij en zich de reis wil besparen kan terecht in de eerste editie van het boekje 'Vissersschepen' van Jan Schokker. Het is een geïllus treerde, zorgvuldig samen gestelde catalogus van alles wat er in Nederland op pro fessionele wijze vis vangt. Van de vaartuigen voor de - FOTO ARCHIEF DE STEM palingvisserij op het IJssel- meer tot de robuuste kotters r van Arnemuiden en Goede reede. Het boekje is een aar dige gids, mede omdat ook de Belgische vloot er in op" genomen is. Wie de bouwja ren van de schepen van Oos- tende en Zeebrugge verge- lijkt met die van Vlaardin- gen of Katwijk hoeft geef roest meer te zien om de kwaliteit van de Nederland se vloot te onderkennen. PdS IIIIIIIHI"1"1" VRIJDAG 3 AUGUS Door Marjan Mes National Lampoon's Anim House' van John Landis sl U i978 in als een bom; een st (jentenklueht met fragment ósche grappen, ontleend a het Amerikaanse koldertij schrift National Lampoon, pjeuwste aflevering is daa aan ook ontleend. 'Nation Lampoon's Vacation' ve scheen eerst als verhaal in magazine en werd nu verfilm jaor Harold Ramis. Een dee aardige film voor het gehe gezin. maar watervlug grappen hoeft men niet te ve wachten. De vakantie van familie Griswold verloopt film nogal tam, al gebeuren wilde dingen. Telkens als je een go ap verwacht - en er worde jjéel wat leuke aanzetten g «even - word je min of mee op een anti-climax getrac teerd. Vader Clark Griswol (de komiek Chevy Chas Leeft besloten om met vrou (Beverly d'Angelo) en tw kinderen een vakantietoch dwars door Amerika naar he recreatie-oord Walley Worl temaken. Na veel omzwervin gen komen ze daar ook aa~ MHiiimiiMMiiiMimmmiiummmiiim Door Marjan Mes „Ik wilde dat de mensen bete om zich heen keken en het ko mische van hun omgevin zouden ontdekken", zei Jac ques Tati in een intervie naar aanleiding van zijn (laat ste) film 'Playtime'. Als mo derne opvolger van Keaton e Chaplin had hij dit simpele uitgangspunt ook reeds voo zijn vorige vier grote films ge bruikt: 'Jour de fête', 'Les va cances de monsieur Hulot 'Mon Oncle' en 'Traffic'. In 'Playtime' echter kwa het 't meest zuiver tot zij recht, al zullen velen 'Mon sieur Hulot' subtieler vinden Tati's alter-ego Hulot, de lan slungelige en wat wereld vreemde Fransman met zij hoedje, regenjas, pijp, te kor broek en vreemd loopje, wa in de laatste film sterk naar d achtergrond gedrongen. D film kent eigenlijk geen perso nages meer, maar een aantal terugkerende figuren onder wie af en toe Hulot en verde tientallen inwoners van Pa rijs. Ze duiken op en verdwij nen weer om op de meest on verwachte plaatsen terug t~ keren, waarbij de camera al tijd in totalen observeert. J moet je ogen goed de kost ge ven om de vele gelijktijdig plaatsvindende gebeurtenis sen te kunnen waarnemen; he meest aantrekkelijke van alle Tati-films. Dat zijn er in twintig jaar dus slechts vijf geweest. Ze ontstonden pas na de Tweede Wereldoorlog, telkens na ja renlange voorbereidingen. Jacques Tati, die in 1982 over leed, werd in 1908 in Frankrijk geboren uit Russisch-Hol- lands-Italiaans-Franse ouders. Zijn grootvader was de Russische ambassadeur in Parijs van de tsaar, zijn vader restaurateur van oude kunst enlijstemaker.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 14