J
5/ OLYMPISCHE SPELEN LOS
Judo/ Surfen/ Schieten/
099
Bric
Japanse
stage
broodnodig
voor Wil
Wilhelm
999
Stephan van
den Berg
bang voor
vermoeid
heid
999
999
Swinkels
schiet
tot hij
goud heelt
999
999
<NDINSDAG 24 JULI 1984
Bouwman
|ens zakt
ge bank,
verklaart
fidaag. Ik
I gewerkt.
uto in en
Dat doe
Jijf dagen
ld spelen
lefenwed-
lijk zwaar
Imper dat
I weekend
ppannen,
i ben ik
af."
[stand uit
is geen
Hen inter-
begrip
Helt zoals
„Wan-
anier zou
bij de
aken. En
turen. Al-
dat het
Ik heb
J met mijn
lel soepel
de Spe-
Inkomend
pan die
bckyer te
Jmoet ge-
betaalde
voor de
ële hono-
sprake.
bijstaat
Inbetaald
1 voor Ne-
hogen uit-
perkwaar-
JSouwman.
Ëeelte van
fmaar de
i voor on-
Ik moet
l maand-
tir niet zo
(blijft toch
nan een
len tussen
let Neder-
Jatste twee
f Europese
[ier waar-
en het
na dat in
hf gewerkt.
in de se-
tesproken.
pt voor de
verkkring
vol te
les Krrnze
In het ook
eb er alle
ivoor een
éij -en de
X
OP de Nederlandse ju-
domatten is het aan
tal redelijke zwaarge
wichten op de vingers
van één hand te tellen. Bij wed
strijden komen zij al niet eens
alleen bij elkaar, laat staan bij
de clubtrainingen, waar eenza
me reuzen slechts met wat on
dermaatse judoka's kunnen
iongleren. Wie in zo weinig mo
gelijk ronden kampioen wil
worden, lijkt dus het beste voor
die kolossale gewichtsklasse te
kunnen kiezen. Ten minste, na
tionaal gezien. De pad naar in
ternationaal succes ken wel
meer menselijke struikelblok
ken van formaat en dat geeft de
prestaties van Willy Wilhelm
wig gewicht.
De Brabander bracht Den Bosch
en omgeving in vervoering door en
kele jaren geleden thuis te komen
■net Europees zilver, vorig jaar met
mondiaal zilver en dit jaar met - toe
gegeven, iets minder - een bronzen
medaille van het Europese front.
Ruim voldoende echter om met de la-
lor toegevoegde Ben Spijkers uit Nij
megen en Rob Henneveld uit Maas
sluis naar de Olympische Spelen te
mogen afreizen.
Dat Wil Wilhelm nog steeds niet
eoht tot de verbeelding spreekt van
d't op de Noordzee veroverde stukje
Platteland, kent een aantal oorzaken.
Re 25-jarige beroepsmilitair is de
succesvolste judoka na Anton Gee-
sink en Wim Ruska, die Olympische
en wereldtitels behaalden. Geesink
Pad het voordeel de allereerste te
Pjn die de hegemonie van de Japan-
Pers doorbrak en dat notabene deed
het land van de Rijzende Zon zelf.
'ijn opvolger Ruska was eingelijk
"og succesvoller en sterker - hij gooit
Pu nog steeds moeiteloos elk kern-
Ploeglid - maar verkocht zich in de
Publiciteit minder dan de ambitieuze
Geesink.
Wilhelms gevoel voor publiciteit is
9oed Hij zoekt persmuskieten liever
°P om mee te dollen dan om deze
"et een venijnige mep van zich af te
slaan. Maar zijn prijzenkast is nog
'"at onderbezet. En zilver dat hij in
[Moskou veroverde door alleen van
'umashita, de allerbeste judoka ter
wereld, te verliezen, blijft natuurlijk
maar een tweede plaats, die boven
dien door sommige kniesoren licht
besmet werd verklaard op grond van
een 'wat al te gunstige loting'.
De klasse der zwaargewichten
mag dan minder concurrentie ken
nen en minder flitsende technieken te
zien geven dat de lichtere groepen,
de zwaarste winnaar wordt nog altijd
als de allerbeste judoka beschouwd.
De kansen voor Wilhelm om in Los
Angeles een Olympische medaille te
behalen in de meest aansprekende
categorie zijn aanwezig. Bij sport
school Ooms in Tilburg is de Bos
schenaar aardig onder de pannen,
maar ook daar ontbreken natuurlijk
voldoende zware jongens om mee te
sparren. En dus toog de 25-jarige mi
litair van mei tot en met juni naar Ja
pan, waar alles kan. Een betere voor
bereiding leek niet mogelijk. Toch
keerde Wil Wilhelm mentaal geknakt
terug. „Ik heb geestelijk echt een op
doffer gehad", vertelt hij. „Ik miste
mijn vrouw en ons dochtertje enorm.
Overdag had ik er door de zware
training geen tijd voor om daaraan te
denken, maar 's nachts des te meer,
omdat we apart sliepen. In Los Ange
les is dat anders. Dan ben je wel met
een hele Nederlandse equipe.
Eenzaamheid en heimwee knaag
den aan hem, maar hebben hem in
elk geval een ervaring rijker ge
maakt, hebben hem geleerd zich
daartegen te verzetten. Ook tegen de
Oosterse trucjes en klimaatomstan
digheden. „Die Japanners trekken
constant je vingers los. Ook heb ik
een lichte enkelblessure opgelopen.
Verder had ik veel last van het tijds
verschil en van de hoge temperatuur
daar. In de grote steden hangt een
smog die erger is dat die in Los An
geles.
Hij vervolgt: „In Japan brengen ze
zo driehonderd man van mijn ge
wicht op de mat. Kijk, dan kun je opti
maal trainen. Het is ook niet meer zo
als vroeger. Toen gooiden ze jou, nu
gooi jij iedereen. Yamashita ver
klaarde er voor de Japanse televisie
dat door het ontbreken van de Oost
bloklanden hij in de Fransman Parisi
en mij zijn zwaarste tegenstanders
zag.
Zwaargewichten kunnen het zich
veroorloven hele periodes minder of
helemaal niet te trainen. Als ze niks
doen worden ze vanzelf zwaarder en
een tonnetje krijg je nu eenmaal niet
gemakkelijk omver. Wil Wilhelm kan
erg lui zijn, verschijnt soms tijden niet
op de training, maar hij noemt dat
"af en toe rust nemen na een kam
pioenschap".
Die rustperiode wacht hem nu
weer na de Zomerspelen. In septem
ber hoeft hij pas terug naar zijn oude
legeronderdeel, dat ver van zijn fami
lie en sportschool afligt. „Tot dan
mag ik in Vught blijven, zodat ik vol
op kan trainen. Ik hoop in Los Ange
les de staatsecretaris van Defensie
tegen het ijf te lopen, zodat ik eens
over mijn toekomst kan praten." Wil
Wilhelm zou best uit dienst willen of
in elk geval naar een Brabantse le
gerplaats worden overgeplaatst
Maar wat hij ook gaat doen, zijn
sport zal judo blijven. „In Japan heb
ben ze gevraagd of ik worstelaar wil
de worden. Maar dat zie ik niet zo zit
ten", besluit hij
EEN leven als een
sprookje. Dat lijkt van
toepassing op Stephan
van de Berg. Samen
met zijn twee broers runt hij
met veel financieel succes een
surf-shop in Hoom. Met grote
regelmaat stapt hij in vliegtui
gen die hem naar exotische
oorden brengen. Bijna overal
waar hij aan de start verschijnt,
zeker wanneer het er echt op
aankomt, pakt dit surf-feno-
meen de eerste prijs.
Op tal van bijeenkomsten is hij een
graag geziene naar de ogen geke
ken gast. Sponsors staan te dringen
om zaken te doen. Olympisch goud
lijkt een fluitje van een cent en een
toekomst als prof is verzekerd omdat
al eerder is bewezen dat hij bij het
zogenaamde branding-surfen even
eens tot grote prestaties in staat is. Zo
op het eerste gezicht kan het dus niet
kapot. Mede daarom verwekt het gro
te verbazing wanneer hij tijdens de
laatste race meetellend voor het
Europees kampioenschap in Carnac
ineens de pijp aan Maarten geeft en
binnendoor 'naar huis' vaart. Van de
Berg heeft er genoeg van en is met
een tweede plaats tevreden. Achter
de Fransman Quiberoth die meteen
maar een sigaret opsteekt en in flink
tempo een haastig aangereikte fles
sterke drank leegdrinkt Stephan van
de Berg vindt het allemaal wel best.
„Te weinig wind", gromt hij als ver
klaring Heowel hij niet graag ver
liest, is hij - hoe vreemd het ook klinkt
- diep in zijn hart een beetje blij met
zijn nederlaag. De verwachting van
de massa dat hij in Los Angeles zo
maar even het windglider-goud zal
pakken, is een loden last voor hem.
Een nederlaag kan de gedachten
doen postvatten dat hij toch kwets
baar is. En dat is mooi meegenomen.
Korle tijd later in Hyeres kan hij het
echter toch niet laten. De pas 22-jari-
ge Noordhollander verovert de eerste
prijs en dat is des te opmerkelijker,
omdat hij in deze omgeving nooit pot
ten heeft kunnen breken. Hij heeft het
eigenlijk ook niet zo op de Fransen
begrepen. Te vaak heeft hij meege
maakt dat het nationalisme victorie
kraait op momenten dat eerlijk zaken
moet worden gedaan. De internatio
nale concurrentie weet inmiddels niet
meer wat ze aan Van de Berg heeft.
De verwarring is compleet. De veel
voudige kampioen, zijn mooiste we
reldtitel heeft hij dit seizoen op de
Bermuda's behaald door na een wer
kelijk zenuwslopende achtervolging
zijn grote rivaal Klaus Maran op de
laatste meters te verslaan, grijnst
maar eens. Hij laat zich de kop niet
gekmaken. „Ik leef met de dag." Een
enkelblessure verontrust hem dan
ook niet. „Twee jaar geleden heb ik
mijn enkel ook al eens verzwikt. Nu
weer. Ik moet nu een poosje rusten,
maar het zal de voorbereiding op de
Spelen niet in gevaar brengen.
Het zijn zelfverzekerde woorden,
maar ook Stephan van de Berg twij
felt soms. Hij kent zijn grote rivalen
van haver tot gort. Weet dat er een
vijftal is dat eveneens over een zoge
naamde winnaarsmentaliteit be
schikt Toch blijft hij in zijn mogelijk
heden geloven. Hij heeft namelijk
ontdekt beter te kunnen afzien. „Ik
kan goed tegen pijn lijden. Juist on
der slechte omstandigheden lever ik
de beste prestaties. Het zal wel iets
met mijn karakter te maken hebben
Ik heb ontdekt wanneer het moeilijk
is dat ik agressiever word en wat har
der kan varen dan een ander. Vooral
in de kruisrakken hebben de handen
het zwaar te verduren.
Klagen heeft echter geen zin. Ste
phan van de Berg begrijpt dat volle
dig. Hij weet dat er in Los Angeles
veel van hem wordt verwacht. „De
Olympische Spelen is eigenlijk een
opgefokt moment. Joch is het interes
sant om op zo'n toernooi een presta
tie neer te zetten." De omstandighe
den waaronder dat moet gebeuren
lijken voor hem niet slecht te zijn. Als
bewijs daarvan kan worden aange
voerd, dat hij de zogenaamde pre-
olympics al heeft gewonnen. „Die
olympische wedstrijd moet worden
gewonnen op konditie. Er mag geen
enkele fout worden gemaakt. Er is
steeds honderd procent snelheid no
dig. Taktisch is er in Los Angeles wei
nig te doen. Elke dag waait de wind
uit dezelfde hoek en met dezelfde
kracht."
De kampioen op de windglider
weet precies waarover hij het heeft.
Hij kent zijn zwakke en sterke punten.
Als het aan hem ligt heeft hij bijvoor
beeld niets te maken met de pers. In
de praktijk is dat evenwel onmogelijk,
dus past Van de Berg zich aardig
aan. Toch heeft hij zijn voorzorgs
maatregelen al genomen. „Na de
wedstrijd wil ik best met de verslag
gevers praten, maar ik moet verder
niet worden lastiggevallen. Mijn con
centratie mag niet worden verstoord.
Ik wil op dezelfde manier als altijd
naar de olympische race toeleven.
De normale dingen doen. Zelf 's mor
gens mijn ontbijtje klaarmaken en
gewoon lekker bezig zijn." Zijn op
stelling heeft ook te maken met het
feit dat in de zeilwereld nog wel eens
de nodige protesten worden inge
diend. Alle daarbij betrokken partij
en moeten tijdens de behandeling
een toelichting geven. Het spreekt
voor zich dat een goed verweer aan
de groene tafel van groot belang kan
zijn op het eindresultaat. Samen met
coach Henri van der Aat bespreekt
hij de te volgen taktiek. En dan blijkt
dikwijls wderom een van zijn grote
kwaliteiten. Stephan van de Berg
blijkt enorm lakoniek te reageren. De
spanning van die momenten is hem
amper aan te zien.
Wellicht is dat eveneens een ge
volg van de aanwezigheid van Simon
Paagman, die als zijn manager op
treedt. Samen brengen zij nieuwe up-
to-date surfpakken op de markt. De
ervaring van Van de Berg speelt
uiteraard een grote rol bij de ver
vaardiging van het materiaal, terwijl
Paagman de juiste wegen bewandelt
om er zorg voor te dragen dat de zo
genaamde Red Sunpakken over de
hele wereld worden verkocht. Boven
dien waakt Paagman er voor dat de
Olympische status van Van de Berg
niet in gevaar komt. De verplichtin
gen die er voor Van de Berg aan de
ze activiteiten vastzitten, deren hem
niet. „Ik heb altijd beseft dat de top
bereiken zonder sponsor onmogelijk
is. Een sponsor en het op de markt
brengen van de pakken maken publi
citeit noodzakelijk. Dus daaraan
werk ik mee. Het is mijn werk. Net zo
als het feit dat ik hard moet trainen
en urenlang op het water bezig ben.
Zelfs nog als mijn vingers van mijn
handen dreigen af te vallen. Als het
waait, ga ik het water op. Een ver
slaggever moet dan maar wachten of
hij moet me in de avonduren komen
opzoeken. Tijdverlies kan ik me niet
permitteren. Maar eerlijk gezegd heb
ik inderdaad een mooi leven. Die rei
zen zijn prachtig. Ook al omdat ik
een echt natuurmens ben. Na de
Spelen wil ik prof-surfer worden. Wil
ik trouwens ook blijven opvallen. Wil
ik bijvoorbeeld een oversteek over
het Kanaal maken. Mijn enige echte
probleem is nu dat ik soms wedstrijd
moe ben. Ik mag daarom nu niet aan
te veel races deelnemen. Ik moet fel
blijven. Ik ben echter toch knap druk.
Schuur mijn board zelf, tuig zelf het
zeil op. Ik breng het gemakkelijk op.
Ik besef voor mezelf bezig te zijn. Dat
geeft een prettig gevoel, al ben ik af
en toe wel een beetje bang voor die
grote belangstelling die er voor me
bestaat.
IN Los Angeles staat tijdens
de Olympische Spelen iets
ongewoons te gebeuren. In
misdaadstad nummer één
wordt dan enige dagen lang
niet alleen in het openbaar op
mensen geschoten, maar ook
op reglementaire doelen in
speciaal daarvoor ingerichte
schietcentra. Of leden van het
plaatselijk misdaadsyndicaat
hoge ogen zullen gooien, valt te
betwijfelen.
In Los Angeles zijn illegale schiet
partijen de praktijk; in Nederland is
het associëren van een geweer met
geweld volgens Eric Swinkels een
misplaatste trend. „Dertig procent
van de mensen denkt bovendien dat
ik op echte duiven schiet. De andere
zeventig procent is pas wijzer gewor
den nadat ik in Montreal een zilveren
medaille won.
Dus toch enige winst voor een
sport die in Nederland nauwelijks
aandacht krijgt. Behalve dan om de
vier jaar, tijdens weer een gedeva
lueerd Olympisch toernooi. Wie er
echter ook wegblijft, Eric Swinkels, de
ambassadeur van het kleiduiven-
schieten, kan het niet deren. „Het is
de kick om aan de Spelen mee te
doen. In onze sport komt verdomd
De schoteltjes hebben elk slechts één
schot te vrezen, dat meestal een fata
le uitwerking heeft.
Eric Swinkels schiet min of meer
zijn dagelijks brood bijeen tussen de
kleiduiven, al heeft hij voor zijn sport
nog nooit een cent gezien. Als be
heerder van een wapenhandel in het
Brabantse Best houdt hij door zijn be
kendheid de omzet op hoog peil.
Commerciële Spelen spreken hem
dus aan. „Ik beschouw mezelf als se-
mi-prof door mijn werk. Mijn werk is
mijn sport, al zijn die twee moeilijk te
combineren. Maar ik denk dat als ik
zou stoppen met schieten, mijn omzet
met vijftig procent omlaag zou gaan.
Internationaal maakt niet zoveel uit,
maar het schieten in Nederland wel.
Dat is een van de redenen om aan de
gang te blijven, maar het belangrijk
ste is, dat ik het nog steeds leuk
vind."
De psychische belasting, is nu gro
ter voor Swinkels: in Montreal under
dog, nu een favoriet. Maar de Ko
ninklijke Nederlandse Schutters As
sociatie heeft daar, inventief als zij
tegenwoordig is, iets op gevonden:
autogene training of wel mentale
training. Bij sportpsycholoog Peter
Blitz, die een aantal jaren geleden
schaatsers van valangst probeerde
af te helpen, wordt een cursus ge
volgd. „Het is allemaal nogal myste
rieus. Voor de een is het onzin, maar
ik heb er voordeel bij. Het is in feite
een manier om je faalangst te over
winnen.
weinig publiek kijken. Daarom is het
hele gebeuren rond die Spelen voor
ons geweldig. De opening, het leven
in zo'n Olympisch dorp. Bovendien
krijgen we bij de Spelen veel publici
teit, die er bij een Ek of WK niet is.
Terwijl het bij die toernooien veel
moeilijker is om hoog te eindigen. Op
de Olympische Spelen mogen maar
twee schutters per land deelnemen,
op andere evenementen meer.
Samen met John Pierik reist Eric
Swinkels af naar Los Angeles, om
daar te pogen tweehonderd scho
teltjes van klei aan barrels te knallen.
Op eentje minder keek Swinkels niet,
in 1976, hetgeen hem toen een gou
den medaille kostte „Maar met een
of twee missers moet er nu ook weer
een medaille inzitten.Voor de weini
ge insiders: het tweetal komt uit op
het onderdeel skeet. Verklaring voor
het overgrote deel van de Neder
landse bevolking: geschoten wordt
met patronen gevuld met 32 gram ha
gel op schoteltjes van klei met een
diameter van elf centimeter. De klei
duiven worden op commando van de
schutter vanuit twee hoogten (hoge
en lage huis) in de lucht geworpen.
Vanuit acht posities worden elk 25
duiven afgevuurd met een snelheid
van zo'n honderd kilometer per uur.
Op zes posten kiezen twee duiven te
gelijkertijd het luchtruim (doublet).
De Bestse wapenhandelaar heeft
goede hoop op een medaille, al
houdt hij voor ogen dat toeval een
grote rol speelt. „Je kan verkouden
worden, of ongunstig loten, waardoor
je met veel wind schiet.Maar mocht
de missie in Los Angeles mislukken,
dan volgen nog meer kansen. Welis
waar is Eric Swinkels reeds 35, van
stoppen is voorlopig geen sprake.
Grijnzend: „Ik schiet net zolang door
tot ik goud heb." Om vervolgens te
wijzen op de huidige Europese kam
pioen trap (het andere kleiduifonder
deel, waarop Swinkels ooit begon),
die reeds de leeftijd van 48 heeft be
reikt. Bang voor trillende vingers,
naarmate het aantal levensjaren toe
neemt, is hij niet. „Daar heb nu voor
elke wedstrijd al last van. Dan kan ik
nog geen sigaret opsteken." Peter
Blitz kan dus baanbrekend werk ver
richten.