De unieke manuscripten van Spanje-kenner prof. dr. Ifosters Vandaag Nike, morgen Kappa: de merkenrage in sportkleding VAET ff, In deze Gids- Weekend: Alle radio en tv-programma's van het weekend op de achterpagina ESTEN PER BOOT DOOR 'PRENTBRIEFKAARTENLAND' as| zaterdag 21 jul11984 ice en NZ-DEALER >0-20400 0-2255 oe vierde Nederland vroeger vakantie? Vandaag het vierde deel in een serie van acht. Het is 1930. Sommige rijkaards zakken al voor tien dagen af naar de Rivièra. Voor de kleine burgerman is het hoogste ideaal een reisje langs de Rijn. De volgende 'Vergeelde Vakantie' (1940) staat volgende week zaterdag in deze krant. Wachtlijsten c: •Tg» fl H'WHIIIIi» i Kamphuisens Vacantieschip Rival in zomeruitrusting op de Rijn. 's Winters werd de Rival weer een gewoon vrachtschip. Reisje langs de Rijn attractie sinds 1930 Sj „Ja, zo'n reisje langs de Rijn, Rijn, Rijn." Wie heeft die oude tophit nooit gegalmd? Geen wonder, het Rijnreisje is in 1984 nog net zo'n toeristi sche topper als het in 1930 al was. In 1930 vooral is het Rijnreisje de verzinnebeel ding van het schamele weekje vakantie-over-de-grens. Die jaren '30 is een tijd waarin Ne derlanders aarzelend wat massaler toerisme gaan bedrijven. Buitenland se tripjes verliepen voor die tijd nog hoogst individueel. NRV/Holiday heet in die dagen nog gewoon Nederlandsche Reis Vereeni- ging: opgericht in 1906. Het zijn in de beginjaren niet de doorsnee-loonsla ven die met de NRV op vakantie gaan: advocaten, artsen en vooral on derwijzers, die hebben vakantie en wat spaargeld. Via de Vereeniging worden hele spoorwagons afgehuurd, zitplaatsen en hotels gereserveerd, uitstapjes georganiseerd. Alles netjes tevoren geregeld. Bladeren in oude Postiljons (het NRV-orgaan voor Reizen en Trek ken) uit die tijd laat de steeds grotere groepen van de 'generales' zien. Keu rig in het pak stekende reisgezel schappen met vadermoorders en hooggesloten japonnen op een Zwit serse alpenwei. Zwitserland is een topper, net als de Italiaanse Meren, de Rivièra. De reisjes duren 4, 6, 7, hoog uit 10 dagen want meer vakantie heb je niet...als je al vakantierechten hebt. Een reis naar Lugano, Milaan, Ve netië, Merano en de Dolomieten van 14 dagen is in 1930 al heel wat. Die kost, per 3e klasse spoor, 208. De happy few kan ook naar Noord-Afri- ka, 22 dagen voor een kleine 500. Maar veel bereikbaarder zijn reizen naar het Gardameer (11 dagen, 200), 6 dagen Valkenburg voor 39, een Scandinavië-reis per motorschip vanaf 127. In die dagen kost een lunch in een Nederlands hotel-pen sion nog 1,50, een diner 3 en een heel weekeinde volpension 12,50. Absolute toppers zijn de Duitsland reizen, de reisjes naar de Rijn voorop. Per trein of bus naar bijvoorbeeld Keulen, Rüdesheim of Königswinter, daar dagtochtjes op een vrolijk Rijn bootje. In 4 of 6 dagen uit en thuis, voor 42,50 tot 73. Het Rijnreisje is geen voorrecht meer voor 'lieden van stand en geld', maar ook bereikbaar voor de kleine burgerman en werk lieden. Het reisje naar de Rijn. Zwijmelen bij de Lorelei. Marnix Gij sen schrijft, in „Telemachus in het dorp", over zo'n trip van een Hollandse knaap met zijn oom langs 'de boorden van de Rijn', favoriet in menige familie. De reis met een magische klank. „Jon gens kennen van prentbriefkaarten elke Fels, elke Stein, elke Pfalz." Gij- sen beschrijft de wijnbergen, walgt van het publiek, dat druipend-vette Wurst eet, vindt Duitsland vanaf de Rijn „een echt prentkaartenland". Hij klaagt over „het rapalje dat men in de treinen en in hotels als dienstpersoneel ontmoet". Gretig ra kelen reizigers en schoolmeesters de legendes op. Die van de Drachenfels aan de Rijn bijvoorbeeld. De draak, verslagen door de kuise jonkvrouw, die het verslindend monster een kruisbeeld in zijn onreine, vurige adem houdt. De kranten van 1930 verslaan in kleine eenkolommertjes de opkomst van het nazisme in dat Duitsland: ve nijnige, grootscheepse vechtpartijen op vergaderingen van de brallende bruinhemden. IJje Wijkstra, die om zijn lief bij zich te kunnen houden vier veldwachters in Grootegast neerknalt, draait voor 20 jaar de Leeuwarder strafgevangenis in. Een herenhuis met 8 kamers kost je tussen de 10- en 15.000, een dienstbo de voor dag en nacht 30 per maand. Een glas bier of een borrel drie stui vers, verse eieren 5 cent (twee duiten dus), een 2-persoons houten ledikant bij V&D 5,30. Het is de tijd van de grote werkloosheid en de werkver schaffing. Philips ontslaat 2.000 man, bijna 10% van de arbeiders. Een Ford Tudor-sedan kost nog geen 2.000. Rijnwijn heb je al voor 1,10 de fles. Rijnreizen in die tijd zijn nog spoor- of busreizen naar en langs ho tels en pensionnetjes, doorspekt met dagtochtjes op het water op witte Duitse raderboten. Pas veel later ver schijnen op het Rijnwater schepen, die hele groepen mensen een week huisvesten en rondvaren. Dan wor den het écht Reisjes langs de Rijn, Rijn, Rijn. Wie de opbloei van die Rijnreizen- De Rival van Kamphuisen in haar allereerste zomergedaante: zonnedek met daaronder in het vrachtruim de slaapruimte voor de dames, midden boven het dagverblijf, links onder het mannenslaapruim. In die tijd, vertelt zoon-van-toen Kamphuisen (inmiddels zelf senior) had je in Duitsland alleen nog dagjes- bootjes. „De schepen van de KD-linie op de Rijn met cabines en slaapmoge lijkheid kreeg je ook pas in het mid den van de jaren '50. De Rijnvakan- ties, varend op schepen, zijn pas toen echt begonnen." Na een paar jaar komt er een andere houten zomer-op- bouw op de Rival. Er komen echte hutten bij. Het eten voor die 60 gasten wordt gewoon in het kombuis van de schip persvrouw bereid. „Geen 4-gangen- menu, maar wel een soepje vooraf en een puddinkje na. We hebben eens, met veel kunst- en vliegwerk, halve haantjes kunnen serveren met patat. Hadden we een soort enorme warm- houdpan voor geconstrueerd, want zoveel kippen tegelijk op een klein fornuis, dat gaat natuurlijk niet. Nou was kip in die tijd nog een feest. We kregen een staande ovatie van de gasten. En nu op onze schepen? Dan hoor je: gadverdamme, kip. Of de biefstuk is te rauw. Of juist-te door bakken. De mensen zijn nu zo onte vreden en verwend geworden. „In die begintijd ging alles veel sportiever. Na het eten, bijvoorbeeld, kwamen er altijd een paar in de keu ken: kunnen we even helpen met de afwas? Boontjes afhalen, aardappels schillen, iedereen vond het prachtig om te helpen. Dat hóefde helemaal niet, ze boden het zelf aan. Stel, dat nu op een van onze Rijnschepen de schilmachine kapot gaat en we de passagiers vroegen, even te helpen met piepers schillen. Ze zouden een hartverlamming krijgen. Ze betalen nu voor hun Rijnreisje 100 per dag, dan willen ze voor 100 opeten ook. Een enkele bonbon bij de koffie is niet goed, het moet een schéóltje zijn. Nooit tevreden." In het begin van de jaren '60 wordt de Rival verlengd, mooi wit geverfd en komen er meer hutten onderdeks. Nog steeds varen de Kamphuisens 's winters vracht, nog steeds is de hele zomer-opbouw demontabel*-Pas in '62 komt er een definitieve stalen op bouw. Er komt cv in, de seizoenen worden langer. Er wordt nu ook ge varen vanuit aanlegplaatsen in Arn hem en Nijmegen. Interieur van het slaapruim met simpele stapelbedden, zacht wiegend op de deining van de Rijn. per-schip vanaf het prille begin heeft meegemaakt is de aan de rand van Oosterbeek - natuurlijk met uitzicht op de Rijn - wonende H.Kamphuisen. Hij is zelf van 1930, maar zijn verhaal begint pas in de jaren '50. De familie Kamphuisen zat altijd al op de Rijn, maar dan in de vracht vaart. In het begin van de jaren '50 volgt vader Kamphuisen een lumi neus idee op van een vriend/collega- Rij nschipper. De zomer is in die da gen voor de vrachtvaart komkom mertijd. Dus schrobben de Kamphui sens in mei de ruimen goed schoon, geven her en der een lik verf, halen een deel van de luiken weg, zetten rij en stapelbedden in het gelid, monte ren wat wastafels en spiegels. Aan dek komt een simpele houten opbouw met regendichte overkapping en ra men, daarin klaptafeltjes en klap- stoelen. En ziedaar: voor de zomer maanden heet het vrachtschip Rival ineens 'Kamphuisens Vacantieschip'. „Het was een soort kamperen, heel primitief." Maar pa Kamphuisen en diens Friese vriend/collega Veenstra, die zo slim op de opkomende popula riteit van de Rijnreisjes inspeelden, bleken een gouden idee gehad te heb ben. De schippers kunnen het hele jaar doorvaren met betalende lading: in de wintermaanden met vracht en van half mei tot half september met Nederlandse toeristen. Die reizen per bus naar Keulen en stappen daar aan boord van het Vacantieschip Rival. Met eten en al kost de exclusieve Rijnreis van een week 75. Een prille groepsreis naar Zwitserland, de 'generale' naar Sankt Mo- ritz. De heren wandelstokken, petten, strohoeden, pak met das, de da mes kuis ingepakt van kin tot en met kuit. Let wel: het is hoogzomer! Instappen op een nederige halte in internationale rijtuigen. De heren dragen plusfours, oneerbiedig 'drollenvangers' genoemd. De kartonnen reiskoffers, trots beplakt met etiketten van hotels, bestempelen je tot wereldburger. (zie foto rechts Het zijn gouden jaren. Het Reisje^ langs de Rijn krijgt een nieuwe, enorm hoge populariteit. De Rival zit van begin tot eind seizoen vol, er zijn wachtlijsten. Pas toen ook durven meer Nederlandse rederijtjes de Rijnreisjes aan, met zeer wisselend succes. Kapitein Kamphuisen laat zijn eer ste eigen schip nieuw bouwen als een jongere broer kapitein op de Rival wordt. Dat is, in 1966, de Filia Rheni, dochter van de Rijn. Daarna volgen steeds nieuwere, grotere Filia's, Re- xen en Regina's Rheni. En nu heeft Kamphuisen drie moderne Rijnsche pen in de vaart, kanjers van 90 meter lang en meer dan 10 meter breed. Met wel 93 hutten, elk met badkamer, met airconditioning etcetera. Tegenwoordig vervoeren zijn sche pen nog maar weinig Nederlanders, maar juist veel Engelsen en Zwitsers. Voor de Amerikanen is het Rijnreisje een steeds populairder trip. De Kamphuisens hebben het er nu goed van. Maar verlangen nog wel eens terug naar de beginjaren. Met die primitieve stapelbedden in het ruim. Het ploeteren in dat hete kleine scheepskombuis. En dol-enthousiaste, tevreden Rijnreizigers, die zich nog echt bij de schipper te gast voelden en simpelweg genoten van hun Reisje langs de Rijn, Rijn, Rijn.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 19