Wonen in een Bossche bol >rf TOON VAN KAAM VAN HET PROMOTION TEAM VAN MILL HILL UIT ROOSENDAAL: Directeur Woningraad: 'Gemorrel in de marge' W2 ZATERDAG 30 JUN11984 W3 Mei 1968. Barricaden in Parijs: de studenten zijn in opstand gekomen. Na Parijs volgen vele universiteitssteden in Europa. In Nederland de Maagdenhuisbezetting in Amsterdam. Mei 1968 is echter niet alleen revolte, maar ook de geboorte van het engagement. Dit, tesamen met het Tweede Vaticaanse Concilie, heeft in de katholieke kerk het fenomeen van de lekemissionaris voortgebracht. Intussen is mei 1968 al lang weer geschiedenis. Gaat de lekemissonaris dezelfde weg?. Ig Motor Relaties Gevaar Geestdrift Bij een Bossche bol kun je aan allerlei dingen denken en op de eerste plaats aan iets lekkers. Maar als je tot voor kort gezegd had datje in een Bossche bol kunt wonen, hadden ze je voor gek verklaard. Maar dat wonen gaan ze nu echt doen in Den Bosch, in de Bollenstraat gaan ze wonen op een steeltje. H Helikopter lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Veel mensen Aan de haak Gezegd Ervaring rt van Velzen olor is opgestegen naar adijs en de Spanjaar- len zich beroofd in het npark. Er komen nog jnische massa's sport op uisie. Het is wat mij he lemaal begonnen met San Remo, de val van as en het grote uurwerk ancesco Moser. Ik heb orjaarsklassiekers van i afgezien en nu ben ik Age van geweest hoe de kroon van het Europese l kon worden veiligge- oor Michel Platini, de van de republiek. Ik het druk, want Wimble- n de Tour de France zijn begonnen en straks bar- e Olympische Spelen los Wereldkampioenschap- uielrennen. De rest zien el. Echte sportliefhebbers a aan het begin van de tvolledig zijn doorgeze- Oai is pijnlijk en alleen te voorkomen als men taanplaats voor de televi- enst in te nemen, lekt er toel veel van op. •tney hail die rode kaart n zak moeten houden, en Larsen is een hoog- tter. Zou het van het trai- comen dat zoveel grote jailers een neanderthales- laatsuitdrukking dragen et spelen der volksliede- n dan met een uitsmijter- em het veld indraven? Ik nner me de zwieper van empi, winnaar door inti- ïtie in, meen ik, hoei. We ien Anderson aan zijn hten zien slopen, niet maar die andere, die raliër. Zijn voornaam t me straks wel te binnen, s in ieder geval geen rge. Wat zal dat een stram- jaas worden als hij wat ir is. In een zware berg- pe verstookt hij ruim 7000 caloriën. Daar zou ik, ge- mijn lengte, breedte en te ruim een week mee ten doen. Op Wimbledon in we, boos of met vreug- 'ohn H. McEnroe beluiste- Mensen die blij zijn met onorthodoxe verbale ge- i neigen politiek naar s, voelen zich lekker in de van het anti-establish- it. Gezagsgetrouwen daar- egen vinden het maar niks McEnroe toezichthouders Ie spelregels 'big fat turd' ■mt (grote vette drolS of nchfrog fag' (Franse kik- flikker). Volgens een end van de familie, geci- rd in The Sunday Times, ft John „een psychiatrisch pte-onderzoek nodig, ge- zijn drastisch persoon- heidsprobleem.Ach, land die met honderd kilo ter per uur op de fiets uit de wige sneeuw en de Edel- iss komt neerdalen ligt ook helemaal in het lood, ik ik. Op de Olympische elen van Dos Angeles zullen Carl Lewis, aangesterkt or krachtige kerries van p, specialiteit van zijn zuster rol, de baan zien kussen zo de paus dat doet op inter- tionale luchthavens. Lewis rrdt een nieuwe Jesse oens. Een superster als Greta .rbo. Leerzaam, die sport, ter zullen we er veel plezier n beleven. e schrijven 2004. Ach- kleinkinderen in een kring i me heen. De muilen half ien, de oren gespitst. „Toen dden we een kanon van een elrenner, Kamiel Zatopek. de bergen ging-ie lopen, n haastige ram maakt broze kjes, riep hij dan altijd. Hij vam niet uit de kleine vee- elt, maar uit het leger. We idden een coureur die zo oud as dat we hem 'de Vier Jaar tijden' noemden. Lambiek nstra, een prachtige sprin- r; Briek Bras, wat een rom er en Pallieperke Post, och, at heeft die jongen moeten "zien. Bij de Spelen van '84 idden we ook nog een kam- oen bij het poolstokhoog- ringen. Een hele lange vent. krtcell Luns heette die. Maar L tegenwoordig hebben de tertsen geen fut meer." Lekemissionaris nog steeds niet volledig geaccepteerd Door Jan Bouwmans OM nu te beweren dat de le- kemissionaris is ingeburgerd =i in de Nederlandse katholieke M kerkprovincie, zou te veel ge il zegd zijn. Daarvoor is hun aantal sinds de opkomst van IP dit missionaire fenomeen in de jaren zeventig te beperkt gebleven. Het is ook maar de |H vraag of het de tijd nog zal krijgen om tot wasdom te ko- men. „Het heeft zich onvoldoende door kunnen zetten. Het idee zelf heeft niet aan werfkracht ingeboet, wel het draagvlak waarop het destijds geënt is: de ordes/congregaties van missie- =E paters, -broeders en -zusters. De meest urgente vraag op dit moment is dan ook of het draagvlak in de nabije toekomst voldoende zal zijn. Ook houdt ons de vraag voortdurend bezig of we ons als lekemissionarissen zou- den moeten verzelfstandigen, los dus van orde/congregatie." Bedachtzaam trekt de 34-jarige Toon van Kaam uit Roosendaal aan zijn pijp. Plaats van gesprek is het ËEE Witte Huis op het terrein van het Missionair College van Mill Hill in Roosendaal. Toon van Kaam en zijn vrouw Fanny zijn lekemissionarissen van het eerste uur. Beiden maken nu op contractbasis deel uit van het Mis- sionair Promotion Team van de Mill Hill-congregatie. Zij houden zich on- der meer bezig met de uitzending van lekemissonarissen naar voornamelijk =5 Afrika. Lekemissionaris of ontwikkelings- werker is geen lood om oud ijzer, hoe- wel lekemissionarissen heel vaak ontwikkelingswerk als hoofdtaak hebben. De lekemissonaris is eigen- lijk het resultaat van dezelfde intuïtie als de pastorale werk(st)er. Ook hier is het Tweede Vaticaanse Concilie de motor geweest: de kerk is het Volk Gods waarin en waarvoor ook de leek verantwoordelijk is. De toenemende rol van de leek in de kerk werd door de Nederlandse tak van de interna tionale, specifiek missionaire congre gatie Mill Hill opgepakt voor de mis sie. In 1970 werd de lekemissionaris binnen Mill Hill officieel geïntrodu ceerd. Heel frappant is dit voorbeeld van Mill Hill tot op de dag van vandaag door geen enkele andere orde of con gregatie nagevolgd. Dit simpele feit alleen al duidt erop dat het fenomeen lekemissionaris niet hartgrondig ge accepteerd is. In de missie werken was altijd voorbehouden geweest aan mensen die zich voor het leven wilden binden aan een missiecongregatie of - orde. Die verbintenis werd gedragen door de drie geloften van gehoor zaamheid, armoede en celibaat. De le kemissionaris wilde nu juist geen re ligieus in deze traditionele zin wor den en al helemaal geen pater. Mill Hill kent als congregatie echter niet de geloften van armoede en gehoor zaamheid. Dat is zeker een van de be langrijkste reden waarom Mill Hill de lekemissionaris gemakkelijker heeft kunnen accepteren en andere ordes/congregaties juist niet. In 1972 is Toon van Kaam een van de twee eerste lekemissionarissen die door Mill Hill wordt uitgezonden naar Engels Kameroen. Als geboren en getogen Roosendaler had hij rela ties met het Missionair College en na zijn opleiding tot leraar natuur- en scheikunde rolde hij erin. Sindsdien zijn via Mill Hill in totaal 51 lekemis sionarissen uitgezonden, waarvan 38 Nederlanders. Op dit moment heeft Mill Hill nog 27 lekemissionarissen onder contract, waarvan 16 Neder landers. Geen exhorbitante cijfers, maar ook niet niks. Het gemiddelde ligt op vier tot vijf per jaar en dat is meer dan het aantal priesterwijdin gen, ook bij Mill Hill. Bovendien is de belangstelling elk jaar niet zo gering. Toon van Kaam zegt dat er gemid- Toon van Kaam. deld 150 mensen per jaar contact op nemen voor informatie. Het aantal dat feitelijk in opleiding gaat, wisselt nogal,maar schommelt jaarlijks rond de tien. De kandidaten moeten twee contracten sluiten, beide met een looptijd van drie jaar. Die contracten kunnen worden verlengd. Het ene contract wordt gesloten met de con gregatie van Mill Hill waardoor de status wordt verworven van „asso ciate" van Mill Hill en recht geeft van congregatiewege op kost, inwoning, zakgeld, reis en reisverzekering en een voorbereidingscursus van een half jaar in Roosendaal en Londen. Het tweede contract moet worden ge sloten met de plaatselijke bisschop in welk bisdom de lekemissionaris komt te werken. Niet alleen hier was de lekemissio naris in het begin een vreemde eend in de missionaire bijt, ook in de mis sielanden natuurlijk. Zeker voor de gevestigde missionarissen ter plaatse. Toon van Kaam: „Er waren er die er heel open voor stonden, er waren er die de kat uit de boom keken en er waren er die falikant tegen lekemis- sionarisen waren. Voor de plaatselij ke bevolking was het geen enkel punt. Die maakte geen verschil tus sen de religieuze broeder en de leke missionaris. Ik werd dan ook broeder genoemd. Ik vertrok in 1972 met het idee: ik ga in Kameroen les geven én ik ga meedraaien in de plaatselijke kerk. Hoe dat laatste zou moeten, dat zag ik wel ter plaatse. Maar juist dat meedraaien in de plaatselijke kerk gemeenschap is er niet geheel uitge komen. Ik gaf les op het St.Josephcol- lege in Buea, dat een internaat was. Het was afgesloten van de buitenwe reld en op alle onderdelen zelfvoor zienend. Contacten leggen met men sen buiten het college ging niet zo vlot, maar via zulke contacten heb ik in Buea wel voeling gekregen met de kerk daar. En ik deed de ervaring op - FOTO DE STEM/BEN STEFFEN dat ik te maken had met een geves tigde kerk, die veel tijd besteedde aan het instandhouden van parochies, scholen, ziekenhuizen. Het was ook wel triomfalistisch." Er waren er die daar een onbe haaglijk gevoel over hadden. „Er klopt iets niet met de oriëntatie van de kerk hier, hoorde je zeggen. Met name laat de kerk het afweten wat betreft de groeiende steden en ook wel bepaalde bevolkingsgroepen. Het gevaar is ook altijd dat de kerk zich met zijn scholen en ziekenhuizen richt op de middenklasse. Juist in die tijd begon de bevrijdingstheologie vanuit Latijns Amerika door te drup pelen. Denk aan Medellin 1968. De kerk als de partijganger van de ar men. Maar hoe vertaal je dat in de praktijk? Daar kwamen we toen on voldoende uit", herinnert Toon van Kaam zich. De plaats en functie van de leke missionaris heeft zich in de praktijk inmiddels duidelijker ontwikkeld. Toon van Kaam omschrijft het zo: „De lekemissionaris werkt op het ter rein van kerkopbouw in de brede zin van het woord." De behoefte van de plaatselijke kerkgemeenschap kan dan zowel op specifiek kerkelijk ter rein liggen als katechese als op sa menlevingsopbouw c.q. ontwikke lingswerk. Het verschil met uitgezon den worden via bijvoorbeeld de Stichting Nederlandse Vrijwilligers (SNV) is het kerkelijke kader waar binnen geopereerd wordt. Eisen die aan kandidaten worden gesteld, zijn een afgeronde vakopleiding en een christelijke motivatie. Momenteel is er volgens Van Kaam veel vraag naar leraren voor middelbaar onderwijs en onderhoudstechniek Van alle lekemissionarissen die uitgezonden zijn, heeft de helft zijn of haar contract een of meerdere keren verlengd. De oorspronkelijke geest drift is niet getaand binnen het insti tuut Mill Hill, maar heeft wel enige institutionele schrammen opgelopen. Dat kwam onder meer doordat vanuit Rome druk werd uitgeoefend om de lekemissionaris een juridische plaats te geven in de statuten van de congre gatie. Dat heeft op het kapittel van 1982 zijn beslag gekregen met als ge volg toch weer, dat Mill Hill nu twee soorten leden kent met hier en daar verschillende rechten en plichten. De vergelijking met de pastorale werk- (st)er dringt zich weer op. Vandaar de vraag of de lekemissio naris als missionair fenomeen niet beter een eigen weg zou kunnen zoe ken, los van bestaande instituten als Mill Hill. Toon van Kaam constateert dat dit al gebeurd is bij Mary Knoll in de VS en de Betlehemfathers in Zwit serland. Maar er zijn ook problemen van andere aard. „Hoe gek het ook klinkt, maar we hebben moeite om voldoende geschikte projecten te vin den", zegt Toon van Kaam. „Vraag en aanbod kunnen niet steeds op elkaar worden afgestemd. We hadden een aanvraag voor een monteur op beslist MTS-niveau en we hadden een kan didaat van LTS-niveau." Van die dingen dus. De introductie van de lekemissio naris is zeker niet gedaan om via een omweggetje mensen naar de congre gatie te lokken. Het werd geaccep teerd als een nieuwe loot aan de mis sionaire stam. Maar of die loot zal uitbloeien? Toon van Kaam: „We kunnen niet zeggen dat de lekemis sionaris al op zijn pootjes terecht is gekomen. Ik zie ook nog geen blauw druk voor de toekomst. Veertien jaar is natuurlijk ook nog maar een korte tijd. Ik zie wel een nieuwe missionai re beweging op gang komen. De toe komst van deze nieuwe missionaire beweging ligt, denk ik, toch in de kleinere initiatieven." Door Frits Stommels De bolwoning, zoals deze vo rige week op grote schaal van binnen en van buiten aan den volke is getoond, bestaat uit twee op elkaar geplakte scha len, een onderschil en een bo- venschil om een vakterm te gebruiken. Met wat beton- wandjes en gefundeerd op drie heipalen geeft de bol een vloeroppervlak van 55 vier kante meter. Van deze bollen komen er vijftig op het Bossche bollenveld. Maar nu beeldhouwer Dries Kreykamp - ont werper van de bolwoning - de smaak eenmaal te pakken heeft kunnen we in de toekomst nog veel bolvormings erwachten. Tenminste als het aan hem ligt. De tekeningen voor nieuwe projecten liggen klaar en hij zegt daarbij te denken aan invalidewo ningen, bejaardenwoningen en va kantiewoningen. Liftjes kunnen in dien nodig het trappenwerk vervan gen. Voor Kreykamp kan het eigenlijk niet snel genoeg gaan nu zijn bollen- droom een begin van werkelijkheid heeft gekregen. Hij ziet toekomstige bolwoningen al in zijn totaliteit voor- gefabriceerd worden in de fabrieks hal. De verplaatsing kan wat hem be- treft gebeuren met helikopters waar onder zo'n woning hangt. Zo kunnen ze op elke gewenste plek snel en effi ciënt worden gedropt. Dit is niet zo maar een gedachten- spinsel van hem. Hij zegt het integen deel zo in ernst dat de gedachten van uw verslaggever zich in zijn lijn gaan bewegen. Een stap verder en we zet ten de helikopter op zijn stuitje en we hebben een prima molenwoning, oer- Hollandser kan het niet. Nu al is het zo dat de woning in een paar stukken wordt gegoten in de op het bouwterrein aanwezige bedrijfs hal. Enkele flinke mallen zijn daar van belang voor het bouwproces. Maar de plaatsing zelf gebeurt nog in verschillende fasen. Eerst het steeltje, dan de onderschil en tenslotte de bo- venschil. De grootste binnenbreedte is vijf meter veertig en deze bevindt zich op lashoogte van onder- en bo- venschil. In zijn totaliteit lijkt de bol een kleine ruimte die met enkele volwassenen al snel aardig gevuld is. Toch kunnen er veel meer mensen in dan er zo op het eerste gezicht wordt gedacht. Neem vorige zaterdag, kijkdag in de Bossche wijk Maaspoort, waar een begin is gemaakt met de aanplanting van het bollenveld. De toeloop is dus danig dat je op een gegeven moment met 59 volwassenen in de bol bent. Bewegen is er niet meer bij, maar Kreykamp kan later vol trots op te merken dat zijn bollen heel wat men sen tegelijkertijd over de vloer kun- Door Mathieu Kothuis Bolwoningen, kubuswoningen, plrarrl- de-woningen, kasbawoningen. Op huisvestingsgebled zijn zo langzamer hand alle woonvormen al uitgedacht en in de meeste gevallen ook gereali seerd. Op kleine schaal weliswaar, maar telkens opnieuw slagen de ont werpers en architecten erin een op drachtgever, gemeente of zelfs het rijk (zoals in Den Bosch) warm te krijgen om het nieuw uitgedachte ontwerp ook daadwerkelijk te bouwen. De belang stelling van het publiek is in alle geval len opnieuw overstelpend. Welke ex centriekeling wil niet in een bol of ku bus wonen?. Toch blijft dit soort experimenten maar 'gemorrel in de marge', zo meent directeur N. Van Veizen van de Natio nale Woningraad, de grootste koepel van woningbouwcorporaties In ons land. Van Veizen, tevens vice-voorzit- ter van de stuurgroep 'experimenten volkshuisvesting', een adviescollege voor de minister, is er vast van over tuigd dat dit soort expimenten nooit op grote schaal een wezenlijke bijdrage aan een oplossing van de woningnood zal geven. De stuurgroep reageert dan ook in de meeste gevallen nogal terug houdend in de advisering over dit soort ontwerpen. Volgens Van Veizen zijn in de volks huisvesting de onderhouds- en ener giekosten van doorslaggevend belang geworden. Bij de experimentele bouw zijn die onderhoudskosten een zwak ke schakel. Bovendien, zo zegt Van Veizen, zijn bij het veelal erg opti- misch gepresenteerde energie-voor deel van de experimentele woning bouw grote vraagtekens te stellen. tn de visie van de NWR en andere volkhuisvestingsdeskundigen is de trend vooral te vinden in het zoeken naar de goedkope woonvormen. En die vormen zijn op de allereerste plaats niet te vinden in de experimen tele bouw. Goedkoop bouwen (inclu sief het terugdringen van de hoge energielasten), èn vooral de dorps- en stadsvernieuwing; dat is de grote uit daging waarvoor de bouwend Neder land zich in de komende jaren gesteld ziet. Den Bosch bouwt verder aan de bolwoningen; dit jaar moeten er vijftig klaar zijn. nen hebben. Een bewonderaarster, die zich naar buiten heeft weten te werken, zegt de bollen enig te vinden, maar er een feestje bouwen ziet ze niet zo een-twee-drie zitten. Binnenkomend bevindt zich in het halletje de verwarmingsketel. Er is nog plaats voor een wasmachine en voor twee fietsen, maar die moeten wel aan haken worden opgehangen, anders nemen ze teveel ruimte in be slag. Het. halletje is dus tevens ber ging en dat vonden veel dames maar niets. Een stenen trap leidt naar de slaapkamer. Het bed is niet zonder opstapje te nemen en is als het ware de bovenkant van een lage kast of bergruimte. Bij de aanschaf van een matras moet eraan gedacht worden dat het kan ademen. Op gelijk niveau als het bed is er ruimte om 'bureauwerkzaamheden' te verrichten, maar de stoel moet er één zijn met een hoge zit, zoals kap pers ze hebben voor de allerkleinsten. Weer een trapje op is de douche en toiletruimte. En in het breedste ge deelte en een derde trapje op bevindt zich de woonkamer met een openkeu kentje. Door de vier grote ronde ra men met een doorsnee van één meter twintig valt veel licht naar binnen. Het uitzicht is er zeer fraai. Tijdens de rondgang door de woning vielen de volgende opmerkingen te beluisteren: Erg klein, een beetje hoge kast kun je niet kwijt De bergruimte is erg klein Ik heb teveel troep om in zoiets te kunnen gaan wonen Misschien wordt het een succes Je kunt nog niet behoorlijk slapen. Laat staan dat je het bed in kunt ko men Als mijn kinderen hier wonen kom ik graag eens op bezoek Ze hadden eigenlijk moeten meubi leren, dan had je een beter inzicht ge kregen Je hoeft niet te behangen Je moet wat fantasie hebben om het een beetje aan te kunnen kleden Je kunt geeneens een schilderij aan de muur hangen. Op weg dan maar naar de enige die ervaring heeft met de bolwoning. Hij heeft er anderhalf jaar in gewoond in Vlijmen en is nu weer de eerste be woner in Den Bosch, Dries Krey kamp. Hij zegt nooit gezegd te hebben dat de bollen er waren voor hele gezin nen. „Kijk", zegt hij, je moet ze zien als zogenaamde Van Dam-eenheden, woningen voor één of twee-persoons huishoudens. Je moet het als volgt zien: een jongere die het ouderlijk huis uit gaat is aangewezen op een kamer of een flatje. Met deze bolwo ning krijgt hij of zij de beschikking over een vrijstaande woning met een stuk tuin van ruim vijftig vierkante meter eromheen. Dat lijkt me een heel aardig alternatief". De kale huurprijs - want het zijn huurwoningen in de sociale sector - is vastgesteld op ƒ395. Aan stookgeld moet op 30 per maand worden gere kend. De gemeente Den Bosch is mo menteel met 'Den Haag' in onderhan deling om 80 van de huur af te krij gen. En het ziet ernaar uit dat dat wel zal lukken. Zonder die hulp is het echter niet mogelijk om de prijs te drukken. Dat zou pas kunnen bij de bouw van 300 bolwoningen. Vergis je niet, zo'n bol, ook al kijk je het er niet aan af, kost al vlug een kleine ton. Als er veel belangstelling is wil de gemeente Den Bosch straks verder met deze bollen, maar dan in de premie koopsector. Het veld met de vijftig bolwoningen moet in ieder ge val dit jaar nog klaar ziin. Intussen is er ook van elders be langstelling gekomen. Zo staan Rot terdam en Almere als het ware al in de startblokken om de bolwoningen te gaan bouwen. Ook Maastricht en Heerlen hebben interesse getoond.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 21