I'S I IS DE VLIEGENDE HOLLANDER EEN VLIEGENDE ZEEUW Toren voormalige Willibrorduskerk heeft hart van Jo Pieterse gestolen ;amer- ILANTEN BAKKER Automatische aanpassing zomer- en wintertijd vanuit Genève -weekse ïsthanen [-weekse Jghennen llNCENTRUM VANZEELAND Illlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll examens A54 981/1982 1981/1982 03/1977 05/1983 04/1979 10/1981 02/1983 01/1984 03/1978 02/1978 04/1983 01/1981 09/1979 12/1978 01/1979 06/1979 05/1983 07/1980 05/1979 04/79 pofweg 15, 0) - 12612 brstraat 25, p57)-1627 fuisbezorgd 1.01152-1663 [01151-380 [looie sortering Lido Gezellestraat 27 euzen, tel. 01150-17911 ■N° nAMDERPAG 21 JUN11984 T47 Het spookschip De Vliegende Hollander naar een ontwerp van P. Griep. llllllllllllllllll Een spookschip uit Terneuzen Door Wim Kuipers GOES/TERNEUZEN - Het verhaal van Wes- tenschouwens zee meermin mag dan tot de meest bekende sa gen van Nederland be horen, de geschiedenis van De Vliegende Hol lander is bekend tot in de uithoeken van de aarde. Talloze malen is dit beruchte spook schip opgedoken, maar vooral in de wereld van drukinkt en thea ter. In Terneuzen evenwel kan men het schip aan schouwen, zoals het in de verbeelding van de kunste naar P. Griep gestalte aan nam. In de afgesloten ooste lijke kanaalarm, tussen de Heren- en de Rosegracht, prijkt het als plaatstalen monument. Dit gedenkteken werd in 1972 onthuld, onder begelei ding o.a. van het „Lied van de Vliegende Hollander", gezongen door Marie-Cecile Moerdijk en geschreven door de bekende volkskun dige Tj.W.R. de Haan. Waarom Terneuzen Omdat deze Zeeuws- Vlaamse stad de thuishaven was van het schip en zijn vervloekte kapitein Willem van der Decken. Volgens de Terneuzenaars althans. In 1971 richtte een aantal van hen zelfs een stichting op, met als doel de instand houding en verbreiding van de „herinnering" aan De Vliegende Hollander onder de Terneuzense burgers. Het verhaal van de onfor tuinlijke Van der Decken en zijn schip zou teruggaan tot de 17e eeuw. Bij een reis naar Oost-Indië raakte het schip in de omgeving van Kaap de Goede Hoop (Zuid- Afrika) in stormen terecht, die negen weken aanhielden. Al die tijd probeerde de eigenzinnige kapitein hard nekkig de Kaap te ronden, maar tevergeefs. De volledig uitgeputte bemanning smeekte hem tenslotte de strijd op te geven en terug te koersen naar de Tafelbaai, om daar beter weer af te wachten. Maar de kapitein weigerde en sloeg in wilde drift de stuurman, woord voerder van de bemanning, overboord. Terwijl de onge lukkige in de golven verzonk moet Van der Decken geroe pen hebben: „God of de Dui vel, de kaap vaar ik om, al moest ik varen tot het laat ste oordeel En zo zou het zijn. Tot de jongste dag moet De Vlie gende Hollander over de ze ven zeeën zwalken, met een bemanning die zwijgend haar taken verricht en op geen enkele aanroep ant woord geeft, want allen zijn dood. Alleen de kapitein leeft; hij verdrijft volgens sommi gen de tijd door met de Dui vel te dobbelen om zijn ziel. Wee de zeelui die het Ter neuzense schip met volle zeilen langs zien stuiven. Slechts weinigen vertellen het na, want het zien van spookschepen is nu eenmaal een voorteken van ver schrikkelijk onheil. Saillant detail is overi gens dat De Vliegende Hol lander gewoonlijk tegen de wind in vaart, en zich ook van windstiltes niets aan trekt. Zoals het een spook schip betaamt. Een merkwaardige getui genis van een ontmoeting met De Vliegende Hollander dateert uit 1881 en is te vin den in een journaal van twee zoons van de Prins van Wales, de latere Edward VII, koning van Engeland. Het luidt als volgt: „Om vier uur in de morgen passeerde ons De Vliegende Hollander. Een vreemd, rood licht als van een spookschip in volle gloed. Temidden daarvan zagen wij de masten, rond houten en zeilen van een vaartuig op tweehonderd el len van ons verwijderd, zich scherp aftekenend tegen de lucht. Dertien personen wa ren getuige van dit schouw spel". Het aantal van der tien, vanouds het ongeluks getal, zal wel geen toeval ge weest zijn. Zwerf sage In een oud huis aan de Terneuzense Noordstraat spookte het vroeger danig. Het werd door officieren be woond, maar later als win kel ingericht. Men zei dat in de Gouden Eeuw in dit huis kapitein Van der Decken was geboren. Hoe het ook zij, De Vlie gende Hollander duikt pas in de literatuur op in 1821 (Blackwoods Edinburgh Magazine). Het verband met Terneuzen dateert van 1837 en stamt uit de roman „The Phantom Ship" van de des tijds bekende schrijver Mar- ryat. Nogmaals: waarom juist Terneuzen Omdat de schrijver en zijn dochter in de jaren dertig van de vorige eeuw een tijdje in Terneu zen hebben gewoond. De llll Vliegende Hollander is dus enkel een literair verdicht sel, dat door de volksmond van lieverlede tot „echte" sage werd gemaakt Dat hoeft niet helemaal j waar te zijn. Het verhaal j kan een - door Marryat op i Terneuzen toegespitste - j versie van een in kuststre- i ken alom opduikende i „zwerfsage" zijn. Of mis- i schien heeft Marryat een al bestaande overlevering van een Terneuzens spookschip gekoppeld aan het verhaal van De Vliegende Hollander, dat hij van anderen na schreef. De authentieke folklore kent immers vele spook schepen. Langs de noord oostelijke kusten van de Verenigde Staten zijn er al zo'n vijftien bekend. Ook Ierland, het Oostzeegebied en de Finse Golf kent ze; het Baltische fantoomschip heet „Carmilhan" en wat de Fin nen betreft: die zijn altijd al als een volkje van tovenaars beschouwd. Het wemelt op de wereld zeeën dus van bovennatuur lijke vaartuigen. Dat ze te genwoordig minder dan ooit worden waargenomen komt misschien doordat men nu de blik op het luchtruim ge richt houdt: ook daar zijn immers spookschepen, UFO'S genaamd. De Vliegende Hollander heeft het in elk geval nooit aan belangstelling ontbro ken. Auteurs als Heinrich Heine en Walter Scott hiel den zich ermee bezig, en Ri chard Wagner componeerde zijn opera Der Fliegende Hollander. Nederlandse schrijvers als Simon Vest dijk en Gerard Reve ver werkten het thema. Trou wens, ook kapitein Van der Decken hanteert nog de ve der. Want een enkele keer paait hij een passerend schip, om brieven mee te ge ven voor mensen die al eeu wen rusten in hun graf, (Bronnen: Kalff, De sage van den Vliegende Hollander. Sin- ninghe, Zeeuwsch Sagenboek. Meertens, zwerfsagen in Zee land. Art. Groep Zeeland, Zee gang. Funk Wagnall, Stan dard dictionary of Folklore.) Door Piet Kentin TERNEUZEN- Als 's avonds de duisternis over Terneuzen valt gaat de verlichting op de wijzerplaten van de toren van de voormalige W illibrorduskerk branden. Tegelijkertijd wordt er een verlichte kroon zichtbaar rond het kapelletje boven op de spits van de alleen-staande toren in het centrum van Terneuzen. De automatische af en aan schakeling gebeurt via een tijdklok die ingesteld is door de Terneuzenaar Jo Pieterse die al twaalf jaar zorgt voor de verlichting en het uurwerk van de toren. „Toen de kerk nog dienst deed als parochiekerk ging ik vaak met de koster mee naar boven om de klokken te luiden, het uurwerk op te winden en de boel te onderhouden", vertelt Jo. „Maar toen de werkzaamheden aan de nieuwe sluizen begonnen ging de grond rondom de kerk steeds meer verzakken waardoor de noodzaak van de parochie om een nieuwe kerk te bouwen steeds groter werd. Toen de Triniteitskerk gereed was Werd het kerkgedeelte van de oude kerk afgebroken riaar mocht de toren blijven staan". De toren is toen voor een symbolisch bedrag aan de gemeente Terneuzen verkocht en gedeeltelijk gerenoveerd. Er werden enkele nieuwe muren gemetseld, de haan Smg eraf om er weer opgepoetst en al weer op te komen en ook de wijzerplaten kregen een grondige opknapbeurt. Wel was het de bedoeling dat het uurwerk goed bleef functioneren en omdat Jo Pieterse bekend was met het binnenste van de toren werd afgesproken dat hij ervoor zou gaan zorgen. „Ik wilde dat graag blijven doen en omdat ik in het centrum woonde was het gemakkelijk om regelmatig de toren in te gaan om de klokken te laten luiden, de toren te onderhouden en om het uurwerk op te winden". Fascinerend Zowel de klokken als het daarbij behorende uurwerk zijn gemaakt door de klokkengieter Eij shouts uit het Brabantse Asten. Het uurwerk is een fascinerend stukje techniek uit 1930 dat er voor zorgde dat de inwoners van Terneuzen op regelmatige tijden via de slagen op de kleine en de grote klok, wisten hoe laat het was. „Het opwinden van het uurwerk was een zwaar karwei. Je moest dan vier gewichten van elk zo'n 75 kilo omhoog draaien met een slinger. Meestal ging ik twee keer per week naar de toren om die gewichten op te draaien. Want als je te lang wachtte dan moest je ze ten eerste van een veel lager punt opwinden en ten tweede bestond de kans dat als je wat te laat zou komen, het uurwerk stil viel. En het vegde erg veel werk om het weer in werking te krijgen. Ik moest dan alles weer opnieuw afstellen en het uurwerk door laten slaan omdat het van slag af was". In die periode luidden bij vele gelegenheden de twee klokken die in de toren hangen. Nu slaat de hamer enkel nog bij het hele, het halve en het kwart uur. Ook het Angelus klonk drie maal per dag boven de Terneuzense daken. Het bestond uit 45 slagen die voorafgegaan werden door enkele malen drie maal drie slagen op de kleine klok. Jo Pieterse: ik hoef nu niets meer aan het uurwerk te doen. Tot half 1981 heeft Jo het in 1930 gebouwde uurwerk in de toren gemiddeld zo'n tweemaal per week opgewonden. In al die jaren is er een korte periode geweest dat zijn werk door een ambtenaar van de gemeente werd waargenomen omdat hij door omstandigheden niet in staat was het zelf te doen. Maar in de loop van 1981 werd het oorspronkelijke uurwerk vervangen door een elektronisch uurwerk dat werd aangesloten op de bestaande wijzerplaten. „Ja, toen was het niet meer nodig dat ik de gewichten opdraaide. Ze zitten nog wel aan het uurwerk vast maar ik heb er wel voor gezorgd dat ze veilig vast liggen om ongelukken te voorkomen. Aan het uurwerk dat er nu inzit hoef ik niets te doen. Het stelt zichzelf - FOTO WIM KOOYMAN automatisch bij wanneer er bijvoorbeeld een niet al te lange stroomstoring is geweest. Ook het aanpassen van de zomer- en wintertijd gebeurt geheel automatisch. Het geheel wordt bestuurd vanuit een moederklok in het Zwitserse Genève", vertelt Jo. „Deze klok bestuurt via, via, nog veel meer uurwerken verspreid in heel Europa. Echt bijzonder is dat niet maar het is wel leuk om te vertellen dat de uurwerken van de gemeentetorens in Hoek, Zaamslag en deze toren gezamenlijk door de klok in Genève worden bestuurd". Verlichting Toen de toren is overgegaan naar de gemeente kwam Jo Pieters op het idee om er verlichting op aan te brengen. „De wijzerplaten waren wel verlicht maar verder was er niets te zien. Ik heb toen het plan voor voren gebracht om rondom de toren een verlichting aan te brengen in de vorm van een kroon. De desbetreffende ambtenaren vonden dat een goed idee en toen heb ik door gebruik te maken van speciaal voor feestverlichting veel gebruikte kabel, zogenaamde prikkabel meer dan 110 lampen van 15 watt aangebracht". Op een hoogte van ongeveer 50 meter moest Jo halsbrekende toeren uithalen om alles op z'n plaats te krijgen. Op die momenten heeft hij waarschijnlijk weinig gezien van het grandioze uitzicht dat het verblijf in het kapelletje boven in de toren biedt. In de periode dat de verlichting aan is, vanaf Koninginnedag tot en met de Terneuzense kermis, gaat Jo enkele malen naar boven om kapotte lampen te vervangen. „Na de kermis haal ik alle lampen eruit en vervang ze door lampen die nog wel heel zijn maar niet meer branden. Dat doe ik om de fittingen te beschermen tegen de weersinvloeden tijdens de herfst en de winter". Op het eind van het seizoen veegt Jo de toren goed schoon en zorgt ervoor dat eventuele kleine mankementen verholpen worden. Ook het uurwerp dat hij zo vaak heeft opgewonden en dat nu werkloos boven in de toren staat krijgt nog steeds de nodige aandacht. „Het heeft geen functie meer maar ik wil het wel graag in takt houden. Misschien komt het nog eens van pas, wie weet. En trouwens, waar hoort een uurwerk als dit eigenlijk thuis? In een toren toch, nou dan! LHNO GOES: Verzorgende richting: J. Bal Yerseke, R. Begthel Kortgene, H. Bunschoten, H. Ie Conté, I. van Eekelen Goes, C. van Een- ennaam 's Heer Arendskerke, S. Franse Heinkenszand, G. Geelhoed Goes, E. van Gilst Kloetinge, T. Kok Baarland, E. de Kort Goes, S. de Koster Co- lijnsplaat, A. Lous, M. Ma- chielse Goes, E. Remijn Ove- zande, P. Tazelaar Goes, P. Vermeule Kwadendamme, J. de Witte Goes, P. Schilperoort Brouwershaven, R. Burgs B. Camijn Goes, P. Dalebout Kortgene, M. Does, P. Geys Goes, A. Griminck Heinkens zand, K. Jasperse Yerseke, C. de Keyer, S. Korsuize Goes, S. Korsuize Kortgene, C. Moer land, Heinkenszand, A. Rhali, M. Rhali, A. Rinkhoud, L. Ver- beem, Goes, C. Voet 's Heeren- hoek, L. Weyma Goes. Textiele werkvormen: K. Oli vier Kloetinge, S. Vermaas Goes. Vrije afstudeerrichting: A. Braam Kapelle, J. v.d. Brink Goes, S. Filius 's Gravenpol der, P. Gijssel Wemeldinge, J. Goense Ovezande, D. Gorsse Goes, I. Hollestelle Kapelle, L. de Jonge Ovezande, S. Kake- beeke Kapelle, J. van Koeve- ringe Kapelle, J. Kole Wilhel- minadorp, J. Kramer Katten- dijke, A. Leydekker Lewe- dorp, M. van der Maas Waar de, E. Meijer Wilhelminadorp, I. van Overbeeke Wemeldinge, A. v.d. Post Goes, L. de Pree Wilhelminadorp, L. Rijk Oudelande, C. v.d. Velde Ka pelle, L, Wolffers Kapelle, P. Harinck 's Heer Arendskerke, D. van Bers Goes, A. Bos Hein kenszand, O. El Khatabi Goes, B. den Engelsman Goes, C. Goetheer Kapelle, P. van Has- sel Goes, C. v.d. Heide Kapelle, K. van Hese Goes, H. v.d. Hey-, den 's Gravenpolder, J. v.d. Linden Goes, A. Kokkelk om Borssele, J. v.d. Kreeke Kloe tinge, M. Ossewaarde Kapelle, P. van Schaik Goes, M. Ver heul Kwadendamme, A. de Vos Goes, J. de Vos Goes, P. Willekes Kapelle. IHNO: S. Bahadoer Goes, K. Ezzoubai Krabbendijke, K. Kooimans Goes, P. Lamers Yerseke, J. de Looff Goes, M. Palé Yerseke, A. Rens Nieu- werkerk, M. Sonke Goes, E. v.d. Velde 's Gravenpolder, G. Verdonk Wemeldinge. OOSTBURG - Technische school voor West-Zeeuwsch- Vlaanderen. Bouwtechniek: A/B-niveau: P. Datthijn, R. Pijcke, Oostburg; H. Galle, Eede; A. Risseeuw, Groede; J. Veldkamp, Aardenburg. B-ni- veau: M. Corthals, R. van Gae- len, Aardenburg; A. Fenijn, Nieuwvliet; E. Fijnaut, D. Lu- teyn, Oostburg; A. Manhave, L. van Oostenbrugge, Bres- kens; E. Scherbeijn, F. Steij- aert, J. de Vilder, Hoofdplaat; P. van 't Westeinde, Biervliet. B/C-niveau: P. de Putter, IJ- zendijke. C-niveau: M. Beg- heyn, T. de Wever, Schoondij- ke, F. van den Broecke, Bres- kens, B. de Coussemaeker, Aardenburg; M. Luteijn, Zuidzande; A. Vermeulen, Sluis. Mechanische techniek; A/B- niveau: P. Bruggeman, Aar denburg; J. Schaap, Groede. A/B/C-niveau: M. Jansen, Oostburg. B-niveau: M. Aer- sens, IJzendijke; A. de Clerck, J. Heyboer, Aardenburg; I. Faas, Groede; R, Goossen, Cadzand; E. Huigh, Schoondij- ke; A. Lannoo, Sluis; M. Rie- mens, Biervliet; N. Schelinxki, Breskens. B/C-niveau: M. van der Vlugt, Oostburg. C-ni- veau: S. Hinneman, Cadzand; R. de Krijger, E. Tournois, Biervliet; P. de Looze, P. van Opdorp, IJzendijke; A. Seen, Groede. Motorvoertuigentechniek: A/ B-niveau: P. Buijsse, M. van Dierendonck, IJzendijke; B. van Deursen, M. den Hollan der, Schoondijke, M. focke, Sluis; M. Haerens, Oostburg; J. den Hamer, Biervliet; A, Robijn, W. Smolders, A. Steij- aert, Breskens; C. van de Wege, Groede. B-niveau: F. den Arend, J. Cauwels, W. Dierikx, F. Fieret, M. Stokker- man, Oostburg; G. Bécude, M. Minderhoud, W. van Oosten- brugge, Breskens; R. de Cock, P. van Gaelen, R. van Hane- gem, F. Maenhout, P. de Vrie- ze, Aardenburg; P. Corthals, Waterlandkerkje; M, van Damme, Groede; P. van Land schoot, J. Scheele, E. de Smet, IJzendijke; J. Martlé, Cad zand: I. Rijnberg, Zuidzande; G. de Waele, Sluis. B/C-ni- veau: F. de Dobbeiaere, Bier vliet. C-niveau: J. ten Broeke, E. Dekker, B. Dijkgraaf, I. van de Walle, Schoondijke; C. de Bruyne, Aardenburg; F. Hou- dersteijn, Nieuwvliet; I. van Houte, Cadzand; J. Pleyte, Hoofdplaat; R. Reijngoud, Oostburg. MIDDELBURG - Aan de Christelijke Pedagogische Academie voor Zeeland, oplei dingsschool voor christelijk kleuteronderwijs te Middel burg, slaagden voor de Akte van Bekwaamheid als Hoofd leidster bij het kleuteronder wijs: E. de Baar te Ovezande, P. Baarends te Goes, T. Blok te 's-Gravenpolder, J. van Breda te Bruinisse, M. Hengst te Zoutelande, A. de Jonge te Ovezande, A. van Liere te Heinkenszand, K. Verstraten te Middelburg. Applicatie cursus diploma voor volledige bevoegdheid: J. Herrebout te Goes, P. de Voogd van der Straten-van 't Hof te Helle- voetsluis, B. van Houdt te Scherpenisse, C. Joziasse te Middelburg, L. Kodde te Mid delburg, A. Quant te Zierikzee, J. Wielemaker te Vlissingen.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 19