als or nten Het drama van N ieuw-Guinea Brakman als de geboren terugschouwer 2333D0I EDGAR CAIRO en de natie-vormende Surinaamse literatuur Notities van een bijstandsmoeder E v Engels woordenboek van Van Dale 'heavy' en 'up-to-date' Kind en kerkdienst )N' OP TV WOENSDAG 20 JUN11984 EXTRA POLITIEK EN MENSELIJK FALEN IN 'ONS LAATSTE OORLOGJE' IERSUM 2 NIEUW BOEK VAN 880 PAGINA'S miwimm at je slaan Re-evaluatie I Emancipatie \iy Allen. - FOTO ARCHIEF DE |d en kan men haar niti etalen. Enrico aarzelt conde. Zonder een noot leisand gehoord te het Jmt hij haar aan. gry I Reunion' geelt Ivan die oude glorie 4 fnieuw te schitteren. Zo ar voortreffelijke con- Is van Mort Sahl et pilson, en is de eigen verschijning van ene or Erwin Corey een voor oog en oor. E| Kingston Trio treedt Ins op, evenals de gi fie Liters. Oude mees aar ze hebben het nogi iDeze optredens worde: [roken door kleine ver van onder andere de Bill Cosby, die een on bare anekdote ten ge- engt. T47 iÓEKENBOEKENBOEJ W)£K£VBOEEEVB0EKE.NB< ÏNBOEKENSOSKSItBOl iofltffJVBOEKENBOEKEN. Tewone kerkdiensten roepen „oor kinderen spanningen op. Dat is een oude ervaring. Stil ritten en een uur lang de mond ■ouden blijkt ook te veel ge- gd. Het karakter en ni veau van de diensten perma nent aanpassen aan de jongste eden van de club is evenzeer jen onmogelijkheid. Het zoe- jen van tussenvormen is de ste decennia dan ook niet van de lucht geweest. Hoe zijn ,je ervaringen met de verschil lende oplossingen; waar liggen nog knelpunten? Maar vooral, als je ervan uit gaat dat kinde ren ten principale deel uitma- jen van de geloofsgemeen schap, hoe geef je aan die een- jeid in vieringen dan gestalte? Allemaal vragen die uitge breid aan bod komen in het boekje 'Kind en kerkdienst', uitgegeven door Uitgeverij Waanders in Zwolle. Dit boek werkje, waaraan uiteenlopen de auteurs meegewerkt heb ben, voorziet zeker in een be hoefte omdat over dit onder werp nog niet veel materiaal bestaat. 'Kind en kerkdienst', Uitgeve rij Waanders, Zwolle, 24,50 De verschijning van het hier besproken boek 'Ons laatste Oorlogje' - dat handelt over de manier waarop Nederland Nieuw-Guinea kwijtraakte - heeft meer voeten in de aar de gehad dan gebruikelijk is bij Nederlandse publikaties. Schrijver John Jansen van Galen stuitte in februari 1983 op een weigering van de rijksarchivaris om in publi- katie toe te stemmen. De wij ze waarop hij de notulen van de ministerraad uit de be treffende periode had ge bruikt werd niet verant woord geacht en in de twee de plaats gedoogden de be langen van nog levende be windslieden uit het kabinet De Quay niet dat hun per soonlijke opstelling in de kwestie onthuld werd. Tegemoetkoming aan het notulen-bezwaar bleek vol doende. Het tweede bezwaar bleek nauwelijks te bestaan. De betreffende bewindslie den hadden zelf kennelijk geen behoefte aan geheim houding, gezien de uitvoe righeid en openhartigheid waarmee zij de schrijver te woord hebben gestaan. De woede rond de pijnlijke 'souvereiniteitsoverdracht' is er nog, maar de schichtig heid is verdwenen. Er is ruimte ontstaan voor meer volledigheid bij het uitplui zen van een ongemakkelijk stukje vaderlandse geschie denis. Door Ivo Postma 'Ons laatste Oorlogje' is door de schrijver opgedragen aan „de Papoea's, die het kind van de rekening werden". Het is een boek over een dekolonisa tie, die geen dekolonisatie was, omdat de voormalige Neder landse kolonie Nieuw Guinea in de praktijk een kolonie van Indonesië is geworden. In het laatste hoofdstuk wordt gezegd, dat „de klan- destiene oppositie tegen de nieuwe overheersers hard wordt onderdrukt en dat er berichten circuleren dat enige tienduizenden Papoea's zijn geëxecuteerd". Dat laatste gegeven behoort niet tot de hardste feiten uit het vandaag verschijnende boek van Haagse Post-redac- teur John Jansen van Galen. Het benadrukt alleen het meest pijnlijke gevolg van de manier waarop Nieuw-Gui nea werd afgegeven, een ge volg dat nog lange tijd voel baar zal zijn. Van dat element is het boek niet ten onrechte doortrokken. Judaskus De „Judaskus", zoals de sou vereiniteitsoverdracht - via de Verenigde Naties - aan Indo nesië ergens wordt genoemd, krijgt des te meer die beteke nis naarmate de Papoea's door teur met de Jap en supporter van Hitier". Proeftuin het inwonersoverschot van Java en Sumatra verdrongen werden om geleidelijk „twee derangs burgers" te worden op hun eigen geboortegrond. De ondertitel van het boek luidt dan ook: 'Nieuw Guinea: De Pax Neerlandica, de diplo matieke kruistocht en de ver vlogen droom van een Papoea natie'. Sommige hoofdrolspelers uit de episode tussen 1949 en 1962 mogen de bittere voldoe ning smaken in bepaalde op zichten gelijk te hebben ge kregen; de Nederlandse on derhandelaar Van Royen bij voorbeeld, die tijdens de Ron de Tafel Conferentie in 1949 - over de onafhankelijkheid van Indonesië - tegen de Indone sische gesprekspartners Hatta en Roem zei: „Jullie zullen dat gebied ook als kolonie behan delen". Die rotvent En de Indonesië-specialist van de KVP, mr. T. de Graaf. Toen de Indonesische onderhande laar Mohammed Hatta tegen over hem klaagde dat Nieuw- Guinea buiten de souvereini teitsoverdracht zou worden gehouden, suste De Graaf: „Ach, dat krijgen jullie toch binnen een jaar". De man had gelijk, maar hij vermoedde kennelijk niet, dat het verzet tegen overdracht zo zou aan zwellen, dat het nog dertien jaar zou duren. In 'Ons laatste oorlogje' blikt de KVP-er openhartig terug. Alle morele en economi sche argumenten, die werden aangevoerd om het vasthou den van Nieuw-Guinea te be pleiten, waren schijnargu- menten, betoogt hij. „Over heersend was de weerzin. Die rotvent zal het niet krijgen". 'Die rotvent' was Soekarno. De schrijver commentarieert: „Zo kort na de bezetting kan Nederland het eenvoudig niet verkroppen dat heel ons Indië verspeeld wordt en dan nog wel aan die schreeuwlelijk van een Soekarno, die notabe- ne bekend staat als collabora- De ontwikkelingen na de sou vereiniteitsoverdracht van 1949 tot en met de dramatische laatste fase, toen 'onze jon gens' naar het slopende land werden gestuurd, zijn door Jansen van Galen gerecon strueerd aan de hand van tientallen gesprekken met po litici, militairen, bestuurs ambtenaren en Papoea's. Daarnaast heeft hij zich de moeite getroost in te gaan op het leven in Nieuw Guinea, op het nijvere en soms zelfs suc cesvolle pogen om de Baliem vallei en andere gebieden tot ontwikkeling te brengen, van Nieuwe-Guinea een soort proeftuin te maken voor ont wikkelingshulp, toen een zaak met grote toekomst. Hij be schrijft die activiteiten met met zoveel aandacht, dat ze een gewichtig onderdeel van het boek zijn geworden. Een onderdeel waar mis schien wel eens te weinig aan dacht aan wordt besteed. An derzijds citeert hij terecht een Britse journalist die aan een hoge Nederlandse ambtenaar de vraag stelt: „Maar waarom doen jullie dat allemaal pas sinds enkele jaren, en waarom is er de drie eeuwen daarvoor niets gedaan?" BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOE BOEKENBOEKEiVBOEKENBOEKENBOEKENBOEKflOEKE/YflOEKEJVBOEKENBOEKENBOEKENBOEKflOEKE.'VBOEKf ENBOEKENSÓS-XSTtBOEKEmO EKEN BOEKEIsENBOEKENSOg-KgUBOEKEmO EKEN BOEKENENBOEKEN&C, BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEBOEKENBOEKE 7.00 Nws. 7.11 De wekker-1 30, 8.00 en 8.30 Nws.). NOS l S-sportief. 9.24 Waterstand Nws. Teleac: 9.33 Spy in I 4). VARA: 10.03 Schoolrad Hoor haar! (10.30 Nwsll 11.33 Leef-tijd-genoe&l oorl.: 12.16 Gesprekken I iwen. NOS: 12.26 Meded tuinbouw. 12.30 Nws. VA-, I 36 Dingen v. d. dag. 13.001 10 Leef-tijd-genoeg (13.30 V ..00 De Schuurpapier van-1 rgaarde Blij dorp. NOSJ .33 't Gif en ik. NOS: 15.031 het ook. 15.30 Nws. 15.331 reldwijzer. 16.00 Wat eerir 1 Nws. NCRV: 16.33 Studifll Nws. 17.36 Hier en nul s.) P.P.: 18.20 Uitz. vandal ïm. Verb.: 18.30 Het voor-l de twijfel. NCRV: 19.001 de vijver. (19.00 NCRV I 19.15 Lied van de week-l ndom het Woord). 20.00 1 03 Leger des Heilskwar-1 3 De wereld zingt Gods lot I de tijd. 21.25 Onder de kop. I 1.40 Portretten. Feduco* I 00 Turkije vandaag: Ecod CRV: 22.30 Nws. 22.40 Ne* I en z'n buren. 23.00 Meneer I rertelt. Deel 8: China wordt] ns. 23.25 Muziek uit de 2 .55 Nws. eel uur nieuws. KRO: Het kan tussen 8.00-17.00, ^1 en reklame, onderbroken] voor aktual. van Echo. 1" I ?n begint na zeven, met Pjj I lewijn. 9.04 Formule 3.1J J| 'De Zwarte Roos'. 121J| ?n antwoord. 13.04 Seebutf| litzer. 14.04 And the t 15.04 Komt er nog 04 Weeshuis van de frtjl 8.04 De avondspits. KBJ I achtvoer. 21.02 Demo. 22.02-1 >cktempel. 7.00 Nws. 7.02 Het leve"* 7.10 Preludium. 8.00 N» itennws. 8.45 Musica Ssc'. i van Poulenc. 9.15 OndeT» ton. 10.00 Kamermui uit 10.30 Orkestpalet. KornK ret van Schubert. lieën en concerten Bach (19). 12.35 Promena® rws. 13.05 Holland Fest?' al. 13.10 Kerkconcert >ra, orgel. AVRO: 13.30 ïond, een progr. voor op®' ibers. 14.30 Edison NonjV lassiek. AVRO: 20.00 C»». jouwork., met solist en I lan het Concertgebouw' amilie Bach. AM-zender van HilverSjJ I 19.02 Nieuws voor buJ» I 19.02 Bulletin in het KI ns-Arabisch. 19.10 But":; ïerbers. 19.20 Bulletin in Willem Brakman. Van onze kunstredactie ILLEM BRAKMAN (62) iat niet stil. Zijn nieuwe ro man DE OORVEEG (uig. Que- tido, f 32,50) is daarvan het be- ijs. Schreef hij aanvankelijk lelijk verhalende psycholo- sche romans, zijn laatste itwikkelingen zijn uitge- ïond in deze roman, die alles reg heeft van een hallucine- ende happening met surrea- stische trekken. Weliswaar tap geconstrueerd en ge- threven vanuit een soort lite- lir delirium, voor de lezer een uiterst vermoeiende aan- (elegenheid. Het hele 'verhaal' draait om m bedrijfsarts, die in de tex- ielindustrie in Twente (Brak- lan is daar thuis in dezelfde ictie) zijn frustraties be leeft. De man heet Loog (ver leden tijd van 'liegen'). De ik- 'iguur en verteller over Loog leet Vliegen en is hoofd admi- listratie van de Verenigde .Uitvaarten op Algemene Ba sis. Vliegen: „Ik ben een gebo ren terugschouwer; nergens tomen mijn talenten zo tot tun recht als in het smeulende indschap dat is geweest ügenlijk ben ik de uitvaart ;lve.Alleen in mijn herin neringen woon ik.Vliegen 'jkt een afsplitsing van Loog. Brakman schreef een groot föntal scènes, die niet in een tonologisch-logisch ver end met elkaar staan; ze :huiven over elkaar heen; de relaties zijn a-sociatief of van uit het absurde opgebouwd. Als lezer moet je kunnen proeven' om de aandacht ge spannen te kunnen houden; of (einteresseerd zijn in het lite raire taalspel, dat hij ook be- snjft met een moedwillige luderwetserigheid. Kijkend laar een duif: „Ik spitste de [Oren en beluisterde tussen de suizende bochten en cirkels 1 Pompen en stompen van benauwenis, het hijgen 7an een ver uitgestoken hals, i et koprukkende zoeken om te ontsnappen. Overal gaapte de ruimte, oogbijtend wit en met KIer en daar een wolkveeg om ue eindloosheid ervan nog ieens duidelijk aan te ge- Ven..." Het 'verhaal' - dat lijnen ®St naar Breda/Mastbos/ tiaagdijk - krijgt op het eind rechtvaardiging als Loog zegt: „u moet weten, dat ik van kindsbeen af over een ge weldig talent beschikte om ge- F0T0 ARCHIEF DE STEM kwetst te worden.niet al leen mat mijn seismograaf de oneindige variatie en intensi teit der kwetsuren en de intie me vreugden waarmee ze werden toegebacht maar ook de meest geheime verrukkin gen waarmee ze werden on dergaan. Zo spiegelde de we reld zich in mijn ziel als een onderwereld en ik groeide tot de vorst ervan. Een donker en woedend universum draag ik in mij De Freudiaanse Brakman schreef vanuit dit gevoel De Oorveeg op. Een ondermaans rijk, want Dantesk, waarin Goed en Kwaad zijn wortels vindt in het christendom. De paus komt er zelfs aan te pas, voorafgegaan door twee jezuï tische figuren. Op bezoek in Nederland zegt de rooms pre laat tegen hem: „Onzalige en verschrikkeljke man, wie' heeft je het recht gegeven eigenmachtig vonnis te vellen en een hele gemeenschap te vuur en te zwaard te teiste ren?" Het einde van Loog is dan ook een soort inquisitie Wat eraan vooraf ging was een leven tussen droom en werkelijkheid. Niet voor niets begint dit totaalgebeuren in een museum. En Vliegen zegt: „Loog en ik vonden elkaar in een keur van gedeelde erger nissen. Eerder een soort rari teitenkabinet van mislukte le venspogingen; een 'museum des levens'. Als bedrijfsarts wordt hij daarbij vooral ge confronteerd met Kaloenke, zijn baas. Deze roept enkel haatgevoelens op. Tegenover hem kan hij zich enkel wre kend opstellen. De meester knechtverhouding levert zel den iets anders op. Zeker wan neer hiërarchische verhoudin gen en verplichtingen de ge dragscodes bepalen. Vanuit deze bepaaldheden loopt Loog ook vast op vrouwen. Het le ven wordt voor Loog ondraag lijk. Vernietiging ligt voor de hand. Zijn grootvader was in dertijd slager in Breda. Of Breda ook symbolisch is, werd ons niet duidelijk. Duidelijk werd mogelijk wel, dat het om een zeer 'dui dende' roman van Willem Brakman gaat. Voor wie ge voelig is voor deze indirecte taal een zeer spannend gebeu ren, voor de lezer die houdt van een direct verhaal een nogal vermoeiende gebeurte nis, waarbij Freud Brakman in de maling neemt. Van onze kunstredactie Eigenlijk is het een beetje maf, wanneer je meent een boek van 880 pagina's over jezelf te moeten schrijven, omdat je van mening bent anders ten onrechte gene geerd te worden„Ik ben bang, dat Cairo in oraal op zicht uniek is, al wil de tra giek van deze onderdrukte kuituur dat hij degene is die zoiets moet staan zeggen wegens gebrek aan Sranan kritici...". Dat schrijft Ed gar Cairo over zichzelf in zijn nieuwste boek over de taal (poëzie) en kuituur van de Surinaamse negers: Le- lu Lelu (uitg. In de Knip- scheer - 65). Een boek, dat inclusief de kritiek die erop te leveren is, zijn bestaans recht bewijst en verdient. Het ziet eruit als een stan daardwerk. Toch is het geen all-round werkstuk, omdat wetenschappelijke- en his torische gegevens nogal met selectief noemen en verzwij gen zijn verwerkt. Het gaat hier wel om een belangrijke deel-studie. De indruk be staat, dat wat hij zelf noemt 'de intraraciale discrimina tie in Suriname' hem ook parten heeft gespeeld. En dat kan niet bij een derge lijk pretentieus werkstuk, dat méér lijkt te willen zijn dan de verzamelde dicht werken van Cairo. Een tweede voorbemer king. Cairo is al zolang in Nederland werkzaam en leefzaam, dat zijn denken ook europees geïnfiltreerd is, ondanks Afrikaanse roots-gevoelens. Zijn be merkingen over de bakra- wereld (blanken) werken dan als een boemerang. Ook zijn bedenkingen over het cultureel-politieke leven van het hedendaagse Suri name gaan kontakt verlie zen en zijn vaak te weinig van binnenuit (de verzamel de volkeren in Suriname zelf) gedacht. Desondanks is dit boek met - of juist door - zijn con troverses spannend. De kans is groot dat Cairo deze op merkingen ziet als 'bakataki van de bakra' (of: kwaad sprekend gelul van een blanke). Dat versterkt alleen maar de genoemde indruk ken en op deze wijze komen we met elkaar niet verder. In dit boek heet het nog, dat 'Holland goedkope praatjes houdt over mengkultuur en zo op een nieuwe ronde schijnakseptatie uit is'. Ook heeft hij het over 'voortdu rend afgewezen worden door bakra's'. Vanuit een underdogpositie kwader trouw bij de ander handha ven blijft een te doorzichtige taktiek. Cairo spreekt over de 'na tievormende functie van de Surinaamse literatuur'. Dat is juist. Het land heeft een rijke puuriforme cultuur, maar die wordt niet als bouwsteen maar als foklo- ristische vlag gebruikt. De zogeheten Suriname-show waarmee afgelopen jaar on der leiding van Hans Capri- no en volksdichter Dobru in Cuba werd opgetreden, be wees dat nog eens. Schrij vers zijn van groot belang Edgar Cairo: „Helaas, ik ben de laatste der Mohika nen". - FOTOARCHIEF DE STEM bij de bewustwording van een volk. Daarom zitten er nog teveel Surinaamse schijvers/kunstenaars in Nederland, omdat indivi dualisme het hoogst geno teerd staat. Het stokpaard van Cairo is, zoals wellicht bekend, de orale (mondelinge) litera tuur. Hij geeft daarover op 175 pagina's interessante historische- en wetenschap pelijke informatie. Hij be handelt daarbij drie grote Sranan-dichters (Trefossa- Henny de Ziel, Johanna Schouten-Elshout en Mi chael Slory). Behalve zijn sneren naar 'het volksinsti tuut' Dobru, die onlangs overleed, schenkt hij met zeer persoonlijke voor- en afkeur aandacht aan enkele actuele poëten. Verder blijft het een klachtenboek (Onze powesie, onze pinarie), ge schreven vanuit frustraties van een koloniale historie. Wanneer zullen schrijvers uit de Derde Wereld en met name uit Suriname nu eens ophouden om het verleden als alibi of verontschuldi ging te gebruiken om onder echte verantwoordelijkheid uit te komen Met hetzelfde 'recht' kunnen Nederlanders blijven klagen over de Ro meinen, de Spanjaarden en dichterbij de Duitsers. Wel ke verantwoordelijkheid wordt genomen tegenover de mensen in het NU Het gros van de Nederlanders bestaat niet uit rassenha- ters. Door Nederlanders voortdurend op één grote hoop van een koloniaal ver leden te vegen wordt een soort recht opgebouwd om 'terug te halen' of te parasi teren De bakra NU krijgt nog voortdurend een histo rische schuld door zijn strot geduwd om het functioneren van eigen schrijversbestaan 'inhoud' te geven èn omdat dit in het eigen vaderland Suriname door landgenoten of politiek of financieel on mogelijk gemaakt wordt. „Helaas is deze Cairo zo ongeveer te beschouwen als 'de laatste der Mohikanen'. Maar dat slaat op het diepe Sranan als taal. Hij ziet in zijn eigen werk zo ongeveer de hele Nederlandse litera tuur vertegenwoordigd (t.g.v. zijn fraters-schoolop leiding), maar ontdekt steeds meer een Afrikaanse wereld daarin. Terecht merkt hij op dat dit een we zenlijke bijdrage kan leve ren aan de Nederlandse cul tuur. Maar dan zal er in Ne derland nog de nodige angst overwonnen moeten worden om een echte pluriforme sa menleving te willen zijn. Vervolgens bespreekt hij zijn eigen uitgaven, te be ginnen met Kra uit 1970. Daarna volgt zijn 'powesie- bijbel' - een bloemlezing van zijn voornaamste gedichten; vaak voorzien van instruc tieve kanttekeningen, die inzicht geven in de cultuur vormen waaruit deze ge dichten opgeweld zijn. Heel boeiend. Wat Cairo met de taal doet getuigt van een grote- en bewogen inventi viteit. Omdat de meeste Su- rinamers in Nederland dat niet moeten en er zich zelfs voor schamen, omdat ze te vens weg geëmigreerd zijn uit het levende taalgebeuren in eigen land, bestaat er de kans dat het aantal bakra's dat die beeldtaal bewondert groter is dan lot- en landge noten- Het zijn gedichten om hardop te lezen, omdat het (orale) klankgebeuren een grote rol speelt. In de be schrijvingen wordt ook nog al wat technische informatie gegeven over het hanteren van de methoden om dit te bereiken. Bovendien krijg je daarbij wat zich op de 'Suri naamse taal'. Boeiende rela ties met het voormalige Ne derlands; vaak geïmpor teerd door Brabantse mis sionarissen toen Suriname nog een 'missieland met zwartjes' was. Of vanuit het Vlaams. In Suriname had iemand een 'dj op', als hij so ciale steun kreeg. In Vlaan deren heet 'stempelen' nog steeds 'doppen'. Dit is geen anexeren van zijn dichttaal. Zoals je in Suriname bijna de hele wereld samenvindt - met alle problemen vandien - in de samenleving, zo vind je in Cairo's taal een hele wereld terug. NEGERHOUT. „Negerhout 't Hardste houtDét valt niet te hakken Het is oer oud en oerwoed-oud, beide gelijk en samen Het wor telt de historie in kleur en groene aardse dag. O, dat ik, zaad van 't negerdom en kind uit negernavelbuik opgroeien moge, hoog hoog tot de nok van 't zwarte bosDe wereld stormt en striemt en velt met aartsgetijden. En sla vernij was er, op los Maar daar waar 't zaad om- hoogschiet staat het woud geworteld als 'n stam De aanwas ringt zijn jaren" (uit: Oerkracht, 1978). BOEKENBOEKENBOEKE1VBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKEINBOEKENBO BOEKENBOEKENBOEKEXBOEKENBOEKENBOEKBOEKENBOEKENBOEKEyBOEKENBOEKENBOEKBOEKENBOE* ENBOEKEN&0g%;£'7tBOEKENBOEKENBOEKEI\ENBOEKEN&Cg1i:gJ%BOEKENBOEKEHBOEKEI\ENBOEKEN& BOEKEmOEKEHBOEKENBOEKEHBOEKENBOEBOEKENbOEKENBOEKENBOEKEHBOEKENBOtBOEKEmOEK BOEKENBOEKENBOEKEiVBOEKENBOEKENBOEI BOEKENBOEKENBOEKENBOE KENBOEKEN BOESOEK, ENBOEKENgOg-Kg-JtBOEKEmOE KEN BOEK ENBO BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENB BOEKi 'Onder aan de ladder' door M. Mus (Notities van een bijstands moeder). Uitgeverij Bert Bakker-f 19.50. Moeders die wel kinderen maar geen kostwinner heb ben, hoeven in Nederland niet te verhongeren. De alge mene bijstandswet van 1965 gebiedt burgemeester en wethouders om hen 'bij te staan'. Zo'n bijstandsmoeder is M. Mus die in Vrij Nederland elke week een hoekje krijgt om haar dagelijkse zorgen en gramschappen te vertellen aan lezers die nog genoeg geld hebben om zich het lezen van Vrij Nederland te kunnen permitteren. In haar cur siefjes laat M. Mus zonder omwegen en bikkelhard zien dat het bijstandsmes niet aan twee kanten snijdt. Het is wel geschikt voor het dagelijks brood, niet voor het door zagen van de poten van de maatschappelijke ladder. „Bijstandsmoeders staan onderaan de ladder die in een bodemloze put begint", aldus M. Mus die van mening is dat niet van corruptie gesproken kan worden als bij standsmoeders voor zwart geld de keuken van de over buurvrouw gaan dweilen. „Dat doen ze om nieuwe schoenen of een zwemabonnement voor de kinderen te kunnen kopen" weet de schrijfster die de ervaring heeft opgedaan dat vrouwen met een scherpe tong zelden aar dig gevonden worden. M. Mus gebruikt de Nederlandse taal om onomwonden en voor ieder verstaanbaar te zeggen wat ze bedoelt. Naast alle lijvige welzijnsrapporten is daar 'biterhard' behoefte aan. C.T. -""7*,.^ •vancsJLmm woordenboeken woordenboeken woordenboeken Frans- Duits- X^Hnatn Nederianftt Nvdetiaodb Nederlands A Door Dirk Vellenga Van Dale heeft na een Frans en een Duits woordenboek nu ook een Groot Woordenboek Engels-Nederlands op de markt gebracht. In deze ambi tieuze serie is het Engelse woordenboek het omvangrijk ste: 1591 bladzijden bevatten 90.000 trefwoorden, een be knopte grammatica en een lijst van spreekwoorden. On der leiding van prof.dr.W. Martin en dr.G.A.J. Tops is er door 50 mensen aan gewerkt. De opzet van Van Dales woordenboeken was volgens de samenstellers: „ze moesten groter, vollediger en daardoor betrouwbaarder worden dan het gebruikelijke aanbod aan een breder publiek." Het Groot Woordenboek Engels-Nederlands ziet er in derdaad indrukwekkend uit. Het systeem van tekens die gebruikt zijn om de woorden en hun achtergrond te verkla ren, vereist enige studie, maar het boek is ook zonder die stu die prima te hanteren. Ge makkelijk is in ieder geval dat combinaties van woorden met een geheel eigen betekenis ook een eigen plaats hebben ge kregen: 'fall guy' (zondebok) staat onder de 'f' en je hoeft niet eerst alle betekenissen van het woord 'guy' na te lo pen. Bij een spiksplinternieuw woordenboek is het altijd leuk na te gaan hoe actueel men heeft kunnen en willen zijn. De taal verandert snel en het Engels is nu eenmaal de taal waarin nieuwe trends en ul tramoderne ontwikkelingen hun neerslag vinden. Wat be treft de popmuziek laat Van Dale zich niet in ieder geval niet kennen. 'Rock 'n' roll' staat er ook (trouwens ook 'rock-a-billy' en zelfs 'punk rock'. 'Bummer' kreeg in de jaren zestig een nieuwe betekenis en het woordenboek van Van Da- Ie geeft 'm keurig: 'afknapper, slechte trip'. Ook 'speedball' is opgenomen: 'mengeling van cocaïne met heroïne of morfi ne. Het woord 'groovy' wordt nog steeds vertaald met 'hip, te gek, fanatastisch', hoewel de ware hippe vogel het woord al 15 jaar niet meer gebruikt. Het is net zoiets als 'mieters' bij ons. Wat heeft Van Dale met de computertaal gedaan? Nog niet zoveel. 'To hack' wordt vertaald met 'misbruiken', terwijl het echter ook al de be tekenis heeft gekregen van 'knoeien met de computer'. 'To gronk', het kapot gaan van een computer, is niet opgenomen. Misschien wordt het eens tijd voor een apart computer woordenboek. Voor het 'brede publiek', en daar horen we toch allemaal bij, is het Engelse woorden boek Van Dale een forse steun bij het vertaalwerk. Wie wil weten van 'nucleair arms race' betekent, vindt wat hij zoekt. Groot Woordenboek Engels- Nederlands, Van Dale Lexico grafie, 120 gulden (bij voorin tekening).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 17