als
or
nten
Het drama van
N ieuw-Guinea
Brakman als de
geboren
terugschouwer
2333D0I
EDGAR CAIRO en de
natie-vormende
Surinaamse literatuur
Notities van een
bijstandsmoeder
E
v
Engels woordenboek
van Van Dale
'heavy' en 'up-to-date'
Kind en
kerkdienst
)N' OP TV
WOENSDAG 20 JUN11984
EXTRA
POLITIEK EN MENSELIJK FALEN IN 'ONS LAATSTE OORLOGJE'
IERSUM 2
NIEUW BOEK VAN 880 PAGINA'S
miwimm
at je slaan
Re-evaluatie
I Emancipatie
\iy Allen.
- FOTO ARCHIEF DE
|d en kan men haar niti
etalen. Enrico aarzelt
conde. Zonder een noot
leisand gehoord te het
Jmt hij haar aan.
gry I Reunion' geelt
Ivan die oude glorie 4
fnieuw te schitteren. Zo
ar voortreffelijke con-
Is van Mort Sahl et
pilson, en is de eigen
verschijning van ene
or Erwin Corey een
voor oog en oor. E|
Kingston Trio treedt
Ins op, evenals de gi
fie Liters. Oude mees
aar ze hebben het nogi
iDeze optredens worde:
[roken door kleine ver
van onder andere de
Bill Cosby, die een on
bare anekdote ten ge-
engt.
T47
iÓEKENBOEKENBOEJ
W)£K£VBOEEEVB0EKE.NB<
ÏNBOEKENSOSKSItBOl
iofltffJVBOEKENBOEKEN.
Tewone kerkdiensten roepen
„oor kinderen spanningen op.
Dat is een oude ervaring. Stil
ritten en een uur lang de mond
■ouden blijkt ook te veel ge-
gd. Het karakter en ni
veau van de diensten perma
nent aanpassen aan de jongste
eden van de club is evenzeer
jen onmogelijkheid. Het zoe-
jen van tussenvormen is de
ste decennia dan ook niet
van de lucht geweest. Hoe zijn
,je ervaringen met de verschil
lende oplossingen; waar liggen
nog knelpunten? Maar vooral,
als je ervan uit gaat dat kinde
ren ten principale deel uitma-
jen van de geloofsgemeen
schap, hoe geef je aan die een-
jeid in vieringen dan gestalte?
Allemaal vragen die uitge
breid aan bod komen in het
boekje 'Kind en kerkdienst',
uitgegeven door Uitgeverij
Waanders in Zwolle. Dit boek
werkje, waaraan uiteenlopen
de auteurs meegewerkt heb
ben, voorziet zeker in een be
hoefte omdat over dit onder
werp nog niet veel materiaal
bestaat.
'Kind en kerkdienst', Uitgeve
rij Waanders, Zwolle, 24,50
De verschijning van het hier
besproken boek 'Ons laatste
Oorlogje' - dat handelt over
de manier waarop Nederland
Nieuw-Guinea kwijtraakte -
heeft meer voeten in de aar
de gehad dan gebruikelijk is
bij Nederlandse publikaties.
Schrijver John Jansen van
Galen stuitte in februari 1983
op een weigering van de
rijksarchivaris om in publi-
katie toe te stemmen. De wij
ze waarop hij de notulen van
de ministerraad uit de be
treffende periode had ge
bruikt werd niet verant
woord geacht en in de twee
de plaats gedoogden de be
langen van nog levende be
windslieden uit het kabinet
De Quay niet dat hun per
soonlijke opstelling in de
kwestie onthuld werd.
Tegemoetkoming aan het
notulen-bezwaar bleek vol
doende. Het tweede bezwaar
bleek nauwelijks te bestaan.
De betreffende bewindslie
den hadden zelf kennelijk
geen behoefte aan geheim
houding, gezien de uitvoe
righeid en openhartigheid
waarmee zij de schrijver te
woord hebben gestaan. De
woede rond de pijnlijke
'souvereiniteitsoverdracht' is
er nog, maar de schichtig
heid is verdwenen. Er is
ruimte ontstaan voor meer
volledigheid bij het uitplui
zen van een ongemakkelijk
stukje vaderlandse geschie
denis.
Door Ivo Postma
'Ons laatste Oorlogje' is door
de schrijver opgedragen aan
„de Papoea's, die het kind van
de rekening werden". Het is
een boek over een dekolonisa
tie, die geen dekolonisatie was,
omdat de voormalige Neder
landse kolonie Nieuw Guinea
in de praktijk een kolonie van
Indonesië is geworden.
In het laatste hoofdstuk
wordt gezegd, dat „de klan-
destiene oppositie tegen de
nieuwe overheersers hard
wordt onderdrukt en dat er
berichten circuleren dat enige
tienduizenden Papoea's zijn
geëxecuteerd".
Dat laatste gegeven behoort
niet tot de hardste feiten uit
het vandaag verschijnende
boek van Haagse Post-redac-
teur John Jansen van Galen.
Het benadrukt alleen het
meest pijnlijke gevolg van de
manier waarop Nieuw-Gui
nea werd afgegeven, een ge
volg dat nog lange tijd voel
baar zal zijn. Van dat element
is het boek niet ten onrechte
doortrokken.
Judaskus
De „Judaskus", zoals de sou
vereiniteitsoverdracht - via de
Verenigde Naties - aan Indo
nesië ergens wordt genoemd,
krijgt des te meer die beteke
nis naarmate de Papoea's door
teur met de Jap en supporter
van Hitier".
Proeftuin
het inwonersoverschot van
Java en Sumatra verdrongen
werden om geleidelijk „twee
derangs burgers" te worden op
hun eigen geboortegrond.
De ondertitel van het boek
luidt dan ook: 'Nieuw Guinea:
De Pax Neerlandica, de diplo
matieke kruistocht en de ver
vlogen droom van een Papoea
natie'.
Sommige hoofdrolspelers
uit de episode tussen 1949 en
1962 mogen de bittere voldoe
ning smaken in bepaalde op
zichten gelijk te hebben ge
kregen; de Nederlandse on
derhandelaar Van Royen bij
voorbeeld, die tijdens de Ron
de Tafel Conferentie in 1949 -
over de onafhankelijkheid van
Indonesië - tegen de Indone
sische gesprekspartners Hatta
en Roem zei: „Jullie zullen dat
gebied ook als kolonie behan
delen".
Die rotvent
En de Indonesië-specialist van
de KVP, mr. T. de Graaf. Toen
de Indonesische onderhande
laar Mohammed Hatta tegen
over hem klaagde dat Nieuw-
Guinea buiten de souvereini
teitsoverdracht zou worden
gehouden, suste De Graaf:
„Ach, dat krijgen jullie toch
binnen een jaar". De man had
gelijk, maar hij vermoedde
kennelijk niet, dat het verzet
tegen overdracht zo zou aan
zwellen, dat het nog dertien
jaar zou duren.
In 'Ons laatste oorlogje'
blikt de KVP-er openhartig
terug. Alle morele en economi
sche argumenten, die werden
aangevoerd om het vasthou
den van Nieuw-Guinea te be
pleiten, waren schijnargu-
menten, betoogt hij. „Over
heersend was de weerzin. Die
rotvent zal het niet krijgen".
'Die rotvent' was Soekarno.
De schrijver commentarieert:
„Zo kort na de bezetting kan
Nederland het eenvoudig niet
verkroppen dat heel ons Indië
verspeeld wordt en dan nog
wel aan die schreeuwlelijk
van een Soekarno, die notabe-
ne bekend staat als collabora-
De ontwikkelingen na de sou
vereiniteitsoverdracht van
1949 tot en met de dramatische
laatste fase, toen 'onze jon
gens' naar het slopende land
werden gestuurd, zijn door
Jansen van Galen gerecon
strueerd aan de hand van
tientallen gesprekken met po
litici, militairen, bestuurs
ambtenaren en Papoea's.
Daarnaast heeft hij zich de
moeite getroost in te gaan op
het leven in Nieuw Guinea, op
het nijvere en soms zelfs suc
cesvolle pogen om de Baliem
vallei en andere gebieden tot
ontwikkeling te brengen, van
Nieuwe-Guinea een soort
proeftuin te maken voor ont
wikkelingshulp, toen een zaak
met grote toekomst. Hij be
schrijft die activiteiten met
met zoveel aandacht, dat ze
een gewichtig onderdeel van
het boek zijn geworden.
Een onderdeel waar mis
schien wel eens te weinig aan
dacht aan wordt besteed. An
derzijds citeert hij terecht een
Britse journalist die aan een
hoge Nederlandse ambtenaar
de vraag stelt: „Maar waarom
doen jullie dat allemaal pas
sinds enkele jaren, en waarom
is er de drie eeuwen daarvoor
niets gedaan?"
BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOE
BOEKENBOEKEiVBOEKENBOEKENBOEKENBOEKflOEKE/YflOEKEJVBOEKENBOEKENBOEKENBOEKflOEKE.'VBOEKf
ENBOEKENSÓS-XSTtBOEKEmO EKEN BOEKEIsENBOEKENSOg-KgUBOEKEmO EKEN BOEKENENBOEKEN&C,
BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEBOEKENBOEKE
7.00 Nws. 7.11 De wekker-1
30, 8.00 en 8.30 Nws.). NOS l
S-sportief. 9.24 Waterstand
Nws. Teleac: 9.33 Spy in I
4). VARA: 10.03 Schoolrad
Hoor haar! (10.30 Nwsll
11.33 Leef-tijd-genoe&l
oorl.: 12.16 Gesprekken I
iwen. NOS: 12.26 Meded
tuinbouw. 12.30 Nws. VA-, I
36 Dingen v. d. dag. 13.001
10 Leef-tijd-genoeg (13.30 V
..00 De Schuurpapier van-1
rgaarde Blij dorp. NOSJ
.33 't Gif en ik. NOS: 15.031
het ook. 15.30 Nws. 15.331
reldwijzer. 16.00 Wat eerir
1 Nws. NCRV: 16.33 Studifll
Nws. 17.36 Hier en nul
s.) P.P.: 18.20 Uitz. vandal
ïm. Verb.: 18.30 Het voor-l
de twijfel. NCRV: 19.001
de vijver. (19.00 NCRV I
19.15 Lied van de week-l
ndom het Woord). 20.00 1
03 Leger des Heilskwar-1
3 De wereld zingt Gods lot I
de tijd. 21.25 Onder de kop. I
1.40 Portretten. Feduco* I
00 Turkije vandaag: Ecod
CRV: 22.30 Nws. 22.40 Ne* I
en z'n buren. 23.00 Meneer I
rertelt. Deel 8: China wordt]
ns. 23.25 Muziek uit de 2
.55 Nws.
eel uur nieuws. KRO: Het
kan tussen 8.00-17.00, ^1
en reklame, onderbroken]
voor aktual. van Echo. 1" I
?n begint na zeven, met Pjj I
lewijn. 9.04 Formule 3.1J J|
'De Zwarte Roos'. 121J|
?n antwoord. 13.04 Seebutf|
litzer. 14.04 And the t
15.04 Komt er nog
04 Weeshuis van de frtjl
8.04 De avondspits. KBJ I
achtvoer. 21.02 Demo. 22.02-1
>cktempel.
7.00 Nws. 7.02 Het leve"*
7.10 Preludium. 8.00 N»
itennws. 8.45 Musica Ssc'.
i van Poulenc. 9.15 OndeT»
ton. 10.00 Kamermui uit
10.30 Orkestpalet. KornK
ret van Schubert.
lieën en concerten
Bach (19). 12.35 Promena®
rws. 13.05 Holland Fest?'
al. 13.10 Kerkconcert
>ra, orgel. AVRO: 13.30
ïond, een progr. voor op®'
ibers. 14.30 Edison NonjV
lassiek. AVRO: 20.00 C»».
jouwork., met solist en I
lan het Concertgebouw'
amilie Bach.
AM-zender van HilverSjJ I
19.02 Nieuws voor buJ» I
19.02 Bulletin in het KI
ns-Arabisch. 19.10 But":;
ïerbers. 19.20 Bulletin in
Willem Brakman.
Van onze kunstredactie
ILLEM BRAKMAN (62)
iat niet stil. Zijn nieuwe ro
man DE OORVEEG (uig. Que-
tido, f 32,50) is daarvan het be-
ijs. Schreef hij aanvankelijk
lelijk verhalende psycholo-
sche romans, zijn laatste
itwikkelingen zijn uitge-
ïond in deze roman, die alles
reg heeft van een hallucine-
ende happening met surrea-
stische trekken. Weliswaar
tap geconstrueerd en ge-
threven vanuit een soort lite-
lir delirium, voor de lezer
een uiterst vermoeiende aan-
(elegenheid.
Het hele 'verhaal' draait om
m bedrijfsarts, die in de tex-
ielindustrie in Twente (Brak-
lan is daar thuis in dezelfde
ictie) zijn frustraties be
leeft. De man heet Loog (ver
leden tijd van 'liegen'). De ik-
'iguur en verteller over Loog
leet Vliegen en is hoofd admi-
listratie van de Verenigde
.Uitvaarten op Algemene Ba
sis. Vliegen: „Ik ben een gebo
ren terugschouwer; nergens
tomen mijn talenten zo tot
tun recht als in het smeulende
indschap dat is geweest
ügenlijk ben ik de uitvaart
;lve.Alleen in mijn herin
neringen woon ik.Vliegen
'jkt een afsplitsing van Loog.
Brakman schreef een groot
föntal scènes, die niet in een
tonologisch-logisch ver
end met elkaar staan; ze
:huiven over elkaar heen; de
relaties zijn a-sociatief of van
uit het absurde opgebouwd.
Als lezer moet je kunnen
proeven' om de aandacht ge
spannen te kunnen houden; of
(einteresseerd zijn in het lite
raire taalspel, dat hij ook be-
snjft met een moedwillige
luderwetserigheid. Kijkend
laar een duif: „Ik spitste de
[Oren en beluisterde tussen de
suizende bochten en cirkels
1 Pompen en stompen van
benauwenis, het hijgen
7an een ver uitgestoken hals,
i et koprukkende zoeken om te
ontsnappen. Overal gaapte de
ruimte, oogbijtend wit en met
KIer en daar een wolkveeg om
ue eindloosheid ervan nog
ieens duidelijk aan te ge-
Ven..."
Het 'verhaal' - dat lijnen
®St naar Breda/Mastbos/
tiaagdijk - krijgt op het eind
rechtvaardiging als Loog
zegt: „u moet weten, dat ik
van kindsbeen af over een ge
weldig talent beschikte om ge-
F0T0 ARCHIEF DE STEM
kwetst te worden.niet al
leen mat mijn seismograaf de
oneindige variatie en intensi
teit der kwetsuren en de intie
me vreugden waarmee ze
werden toegebacht maar ook
de meest geheime verrukkin
gen waarmee ze werden on
dergaan. Zo spiegelde de we
reld zich in mijn ziel als een
onderwereld en ik groeide tot
de vorst ervan. Een donker en
woedend universum draag ik
in mij
De Freudiaanse Brakman
schreef vanuit dit gevoel De
Oorveeg op. Een ondermaans
rijk, want Dantesk, waarin
Goed en Kwaad zijn wortels
vindt in het christendom. De
paus komt er zelfs aan te pas,
voorafgegaan door twee jezuï
tische figuren. Op bezoek in
Nederland zegt de rooms pre
laat tegen hem: „Onzalige en
verschrikkeljke man, wie'
heeft je het recht gegeven
eigenmachtig vonnis te vellen
en een hele gemeenschap te
vuur en te zwaard te teiste
ren?" Het einde van Loog is
dan ook een soort inquisitie
Wat eraan vooraf ging was
een leven tussen droom en
werkelijkheid. Niet voor niets
begint dit totaalgebeuren in
een museum. En Vliegen zegt:
„Loog en ik vonden elkaar in
een keur van gedeelde erger
nissen. Eerder een soort rari
teitenkabinet van mislukte le
venspogingen; een 'museum
des levens'. Als bedrijfsarts
wordt hij daarbij vooral ge
confronteerd met Kaloenke,
zijn baas. Deze roept enkel
haatgevoelens op. Tegenover
hem kan hij zich enkel wre
kend opstellen. De meester
knechtverhouding levert zel
den iets anders op. Zeker wan
neer hiërarchische verhoudin
gen en verplichtingen de ge
dragscodes bepalen. Vanuit
deze bepaaldheden loopt Loog
ook vast op vrouwen. Het le
ven wordt voor Loog ondraag
lijk. Vernietiging ligt voor de
hand. Zijn grootvader was in
dertijd slager in Breda. Of
Breda ook symbolisch is, werd
ons niet duidelijk.
Duidelijk werd mogelijk
wel, dat het om een zeer 'dui
dende' roman van Willem
Brakman gaat. Voor wie ge
voelig is voor deze indirecte
taal een zeer spannend gebeu
ren, voor de lezer die houdt
van een direct verhaal een
nogal vermoeiende gebeurte
nis, waarbij Freud Brakman
in de maling neemt.
Van onze kunstredactie
Eigenlijk is het een beetje
maf, wanneer je meent een
boek van 880 pagina's over
jezelf te moeten schrijven,
omdat je van mening bent
anders ten onrechte gene
geerd te worden„Ik ben
bang, dat Cairo in oraal op
zicht uniek is, al wil de tra
giek van deze onderdrukte
kuituur dat hij degene is die
zoiets moet staan zeggen
wegens gebrek aan Sranan
kritici...". Dat schrijft Ed
gar Cairo over zichzelf in
zijn nieuwste boek over de
taal (poëzie) en kuituur van
de Surinaamse negers: Le-
lu Lelu (uitg. In de Knip-
scheer - 65). Een boek, dat
inclusief de kritiek die erop
te leveren is, zijn bestaans
recht bewijst en verdient.
Het ziet eruit als een stan
daardwerk. Toch is het geen
all-round werkstuk, omdat
wetenschappelijke- en his
torische gegevens nogal met
selectief noemen en verzwij
gen zijn verwerkt. Het gaat
hier wel om een belangrijke
deel-studie. De indruk be
staat, dat wat hij zelf noemt
'de intraraciale discrimina
tie in Suriname' hem ook
parten heeft gespeeld. En
dat kan niet bij een derge
lijk pretentieus werkstuk,
dat méér lijkt te willen zijn
dan de verzamelde dicht
werken van Cairo.
Een tweede voorbemer
king. Cairo is al zolang in
Nederland werkzaam en
leefzaam, dat zijn denken
ook europees geïnfiltreerd
is, ondanks Afrikaanse
roots-gevoelens. Zijn be
merkingen over de bakra-
wereld (blanken) werken
dan als een boemerang. Ook
zijn bedenkingen over het
cultureel-politieke leven
van het hedendaagse Suri
name gaan kontakt verlie
zen en zijn vaak te weinig
van binnenuit (de verzamel
de volkeren in Suriname
zelf) gedacht.
Desondanks is dit boek
met - of juist door - zijn con
troverses spannend. De kans
is groot dat Cairo deze op
merkingen ziet als 'bakataki
van de bakra' (of: kwaad
sprekend gelul van een
blanke). Dat versterkt alleen
maar de genoemde indruk
ken en op deze wijze komen
we met elkaar niet verder.
In dit boek heet het nog, dat
'Holland goedkope praatjes
houdt over mengkultuur en
zo op een nieuwe ronde
schijnakseptatie uit is'. Ook
heeft hij het over 'voortdu
rend afgewezen worden
door bakra's'. Vanuit een
underdogpositie kwader
trouw bij de ander handha
ven blijft een te doorzichtige
taktiek.
Cairo spreekt over de 'na
tievormende functie van de
Surinaamse literatuur'. Dat
is juist. Het land heeft een
rijke puuriforme cultuur,
maar die wordt niet als
bouwsteen maar als foklo-
ristische vlag gebruikt. De
zogeheten Suriname-show
waarmee afgelopen jaar on
der leiding van Hans Capri-
no en volksdichter Dobru in
Cuba werd opgetreden, be
wees dat nog eens. Schrij
vers zijn van groot belang
Edgar Cairo: „Helaas, ik ben de laatste der Mohika
nen". - FOTOARCHIEF DE STEM
bij de bewustwording van
een volk. Daarom zitten er
nog teveel Surinaamse
schijvers/kunstenaars in
Nederland, omdat indivi
dualisme het hoogst geno
teerd staat.
Het stokpaard van Cairo
is, zoals wellicht bekend, de
orale (mondelinge) litera
tuur. Hij geeft daarover op
175 pagina's interessante
historische- en wetenschap
pelijke informatie. Hij be
handelt daarbij drie grote
Sranan-dichters (Trefossa-
Henny de Ziel, Johanna
Schouten-Elshout en Mi
chael Slory). Behalve zijn
sneren naar 'het volksinsti
tuut' Dobru, die onlangs
overleed, schenkt hij met
zeer persoonlijke voor- en
afkeur aandacht aan enkele
actuele poëten. Verder blijft
het een klachtenboek (Onze
powesie, onze pinarie), ge
schreven vanuit frustraties
van een koloniale historie.
Wanneer zullen schrijvers
uit de Derde Wereld en met
name uit Suriname nu eens
ophouden om het verleden
als alibi of verontschuldi
ging te gebruiken om onder
echte verantwoordelijkheid
uit te komen Met hetzelfde
'recht' kunnen Nederlanders
blijven klagen over de Ro
meinen, de Spanjaarden en
dichterbij de Duitsers. Wel
ke verantwoordelijkheid
wordt genomen tegenover
de mensen in het NU Het
gros van de Nederlanders
bestaat niet uit rassenha-
ters. Door Nederlanders
voortdurend op één grote
hoop van een koloniaal ver
leden te vegen wordt een
soort recht opgebouwd om
'terug te halen' of te parasi
teren De bakra NU krijgt
nog voortdurend een histo
rische schuld door zijn strot
geduwd om het functioneren
van eigen schrijversbestaan
'inhoud' te geven èn omdat
dit in het eigen vaderland
Suriname door landgenoten
of politiek of financieel on
mogelijk gemaakt wordt.
„Helaas is deze Cairo zo
ongeveer te beschouwen als
'de laatste der Mohikanen'.
Maar dat slaat op het diepe
Sranan als taal. Hij ziet in
zijn eigen werk zo ongeveer
de hele Nederlandse litera
tuur vertegenwoordigd
(t.g.v. zijn fraters-schoolop
leiding), maar ontdekt
steeds meer een Afrikaanse
wereld daarin. Terecht
merkt hij op dat dit een we
zenlijke bijdrage kan leve
ren aan de Nederlandse cul
tuur. Maar dan zal er in Ne
derland nog de nodige angst
overwonnen moeten worden
om een echte pluriforme sa
menleving te willen zijn.
Vervolgens bespreekt hij
zijn eigen uitgaven, te be
ginnen met Kra uit 1970.
Daarna volgt zijn 'powesie-
bijbel' - een bloemlezing van
zijn voornaamste gedichten;
vaak voorzien van instruc
tieve kanttekeningen, die
inzicht geven in de cultuur
vormen waaruit deze ge
dichten opgeweld zijn. Heel
boeiend. Wat Cairo met de
taal doet getuigt van een
grote- en bewogen inventi
viteit. Omdat de meeste Su-
rinamers in Nederland dat
niet moeten en er zich zelfs
voor schamen, omdat ze te
vens weg geëmigreerd zijn
uit het levende taalgebeuren
in eigen land, bestaat er de
kans dat het aantal bakra's
dat die beeldtaal bewondert
groter is dan lot- en landge
noten-
Het zijn gedichten om
hardop te lezen, omdat het
(orale) klankgebeuren een
grote rol speelt. In de be
schrijvingen wordt ook nog
al wat technische informatie
gegeven over het hanteren
van de methoden om dit te
bereiken. Bovendien krijg je
daarbij wat zich op de 'Suri
naamse taal'. Boeiende rela
ties met het voormalige Ne
derlands; vaak geïmpor
teerd door Brabantse mis
sionarissen toen Suriname
nog een 'missieland met
zwartjes' was. Of vanuit het
Vlaams. In Suriname had
iemand een 'dj op', als hij so
ciale steun kreeg. In Vlaan
deren heet 'stempelen' nog
steeds 'doppen'. Dit is geen
anexeren van zijn dichttaal.
Zoals je in Suriname bijna
de hele wereld samenvindt -
met alle problemen vandien
- in de samenleving, zo vind
je in Cairo's taal een hele
wereld terug.
NEGERHOUT.
„Negerhout
't Hardste houtDét valt
niet te hakken Het is oer
oud en oerwoed-oud, beide
gelijk en samen Het wor
telt de historie in kleur en
groene aardse dag. O, dat
ik, zaad van 't negerdom en
kind uit negernavelbuik
opgroeien moge, hoog
hoog tot de nok van 't
zwarte bosDe wereld
stormt en striemt en velt
met aartsgetijden. En sla
vernij was er, op los
Maar daar waar 't zaad om-
hoogschiet staat het woud
geworteld als 'n stam De
aanwas ringt zijn jaren"
(uit: Oerkracht, 1978).
BOEKENBOEKENBOEKE1VBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKEINBOEKENBO
BOEKENBOEKENBOEKEXBOEKENBOEKENBOEKBOEKENBOEKENBOEKEyBOEKENBOEKENBOEKBOEKENBOE*
ENBOEKEN&0g%;£'7tBOEKENBOEKENBOEKEI\ENBOEKEN&Cg1i:gJ%BOEKENBOEKEHBOEKEI\ENBOEKEN&
BOEKEmOEKEHBOEKENBOEKEHBOEKENBOEBOEKENbOEKENBOEKENBOEKEHBOEKENBOtBOEKEmOEK
BOEKENBOEKENBOEKEiVBOEKENBOEKENBOEI
BOEKENBOEKENBOEKENBOE KENBOEKEN BOESOEK,
ENBOEKENgOg-Kg-JtBOEKEmOE KEN BOEK ENBO
BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENB BOEKi
'Onder aan de ladder' door M. Mus (Notities van een bijstands
moeder). Uitgeverij Bert Bakker-f 19.50.
Moeders die wel kinderen maar geen kostwinner heb
ben, hoeven in Nederland niet te verhongeren. De alge
mene bijstandswet van 1965 gebiedt burgemeester en
wethouders om hen 'bij te staan'. Zo'n bijstandsmoeder is
M. Mus die in Vrij Nederland elke week een hoekje krijgt
om haar dagelijkse zorgen en gramschappen te vertellen
aan lezers die nog genoeg geld hebben om zich het lezen
van Vrij Nederland te kunnen permitteren. In haar cur
siefjes laat M. Mus zonder omwegen en bikkelhard zien
dat het bijstandsmes niet aan twee kanten snijdt. Het is
wel geschikt voor het dagelijks brood, niet voor het door
zagen van de poten van de maatschappelijke ladder.
„Bijstandsmoeders staan onderaan de ladder die in een
bodemloze put begint", aldus M. Mus die van mening is
dat niet van corruptie gesproken kan worden als bij
standsmoeders voor zwart geld de keuken van de over
buurvrouw gaan dweilen. „Dat doen ze om nieuwe
schoenen of een zwemabonnement voor de kinderen te
kunnen kopen" weet de schrijfster die de ervaring heeft
opgedaan dat vrouwen met een scherpe tong zelden aar
dig gevonden worden.
M. Mus gebruikt de Nederlandse taal om onomwonden
en voor ieder verstaanbaar te zeggen wat ze bedoelt.
Naast alle lijvige welzijnsrapporten is daar 'biterhard'
behoefte aan.
C.T.
-""7*,.^
•vancsJLmm
woordenboeken
woordenboeken
woordenboeken
Frans-
Duits-
X^Hnatn
Nederianftt
Nvdetiaodb
Nederlands
A
Door Dirk Vellenga
Van Dale heeft na een Frans
en een Duits woordenboek nu
ook een Groot Woordenboek
Engels-Nederlands op de
markt gebracht. In deze ambi
tieuze serie is het Engelse
woordenboek het omvangrijk
ste: 1591 bladzijden bevatten
90.000 trefwoorden, een be
knopte grammatica en een
lijst van spreekwoorden. On
der leiding van prof.dr.W.
Martin en dr.G.A.J. Tops is er
door 50 mensen aan gewerkt.
De opzet van Van Dales
woordenboeken was volgens
de samenstellers: „ze moesten
groter, vollediger en daardoor
betrouwbaarder worden dan
het gebruikelijke aanbod aan
een breder publiek."
Het Groot Woordenboek
Engels-Nederlands ziet er in
derdaad indrukwekkend uit.
Het systeem van tekens die
gebruikt zijn om de woorden
en hun achtergrond te verkla
ren, vereist enige studie, maar
het boek is ook zonder die stu
die prima te hanteren. Ge
makkelijk is in ieder geval dat
combinaties van woorden met
een geheel eigen betekenis ook
een eigen plaats hebben ge
kregen: 'fall guy' (zondebok)
staat onder de 'f' en je hoeft
niet eerst alle betekenissen
van het woord 'guy' na te lo
pen.
Bij een spiksplinternieuw
woordenboek is het altijd leuk
na te gaan hoe actueel men
heeft kunnen en willen zijn.
De taal verandert snel en het
Engels is nu eenmaal de taal
waarin nieuwe trends en ul
tramoderne ontwikkelingen
hun neerslag vinden. Wat be
treft de popmuziek laat Van
Dale zich niet in ieder geval
niet kennen. 'Rock 'n' roll'
staat er ook (trouwens ook
'rock-a-billy' en zelfs 'punk
rock'.
'Bummer' kreeg in de jaren
zestig een nieuwe betekenis en
het woordenboek van Van Da-
Ie geeft 'm keurig: 'afknapper,
slechte trip'. Ook 'speedball' is
opgenomen: 'mengeling van
cocaïne met heroïne of morfi
ne. Het woord 'groovy' wordt
nog steeds vertaald met 'hip,
te gek, fanatastisch', hoewel de
ware hippe vogel het woord al
15 jaar niet meer gebruikt. Het
is net zoiets als 'mieters' bij
ons.
Wat heeft Van Dale met de
computertaal gedaan? Nog
niet zoveel. 'To hack' wordt
vertaald met 'misbruiken',
terwijl het echter ook al de be
tekenis heeft gekregen van
'knoeien met de computer'. 'To
gronk', het kapot gaan van een
computer, is niet opgenomen.
Misschien wordt het eens tijd
voor een apart computer
woordenboek.
Voor het 'brede publiek', en
daar horen we toch allemaal
bij, is het Engelse woorden
boek Van Dale een forse steun
bij het vertaalwerk. Wie wil
weten van 'nucleair arms race'
betekent, vindt wat hij zoekt.
Groot Woordenboek Engels-
Nederlands, Van Dale Lexico
grafie, 120 gulden (bij voorin
tekening).