DE RIDDERSCHAP
VAN
NOORD-BRABANT
LEEFT,
ZIJ HET IN STILTE
ZATERDAG 16 JUN11984
In VIER PROVINCIES in Nederland
bestaat nog een ridderschap, een
koninklijke instelling van
eerbiedwaardige ouderdom, die ooit als
een politiek orgaan van de stand der
edelen in het leven is geroepen. Zo is het
al lang niet meer, maar de Ridderschap
van Noord - Brabant leeft voort en wil een
voorbeeld stellen.
E In stilte
H Kippehok
Oudere dame
Niet aan gedacht
Trouwen
Discretie
Verguizing
Slecht betaald
7ATERDAG 16 JUNI
Nog niet zo
alom de mei
dranken, inch
waren voor suil
te sterk het ever
van de patiënt v
mocht hij we
drinken, maar l
zijn er nu noi
gehoord hebber
rode beter is da
Waarschijnlijk
de tijd, dat wi
werd genoten er
gehalte aan sui
Er zijn inmü
gerezen rond de
dat voor suiker
aleishet
museum', geeft
prijs. Donderdag
de (her)openii
koningin Beatr
vlak voor het tc
grootste museum
gingen 15 jaar va
jaren van studer
84 miljoen guide
het verleden van
Nassa
Door Toon Kloet
GOIRLE - „Vroeger", zegt
i jonkheer mr.L.E.A.J. van
Meeuwen uit Vught, „vroeger
zei men: arbeid adelt. U weet
j wel, net als in de naam van
die vereniging 'Tesselschade -
Arbeid Adelt'. Maar tegen-
woordig kun je beter zeggen:
adel arbeidt. Al onze leden be
kleden functies in het maat
schappelijk leven. Ik zou er
niet een van ons weten die
thuis zit te rentenieren."
Jhr.mr.L.E.A.J. van Meeuwen zelf
dus ook niet. Hij is directeur van de
Textielfabriek H.van Puijenbroek bv
in Goirle en deswege ontvangt hij mij
in een eenvoudig spreekkamertje van
dat bedrij fdat met zij n hoge trappen,
hoge gangen en hoge deuren met
ouderwets koperen hang- en sluit
werk zelf iets heeft van de adel die
uitstraalt van industrieel archeolo
gisch bezit.
Gespreksonderwerp is de Ridder
schap van Noord - Brabant, waarvan
deze edelman uit Vught („ik vermoed
dat wij banden hebben met Meeuwen
in het Land van Heusden en Altena")
voorzitter van de commissie van be
stuur is. Hij is trouwens ook be
stuurslid van de op 18 april 1899 opge
richte Nederlandse Adelsvereniging.
„Maar", deelt hij ter onderscheiding
mee, „de Nederlandse Adelsvereni
ging is niet door de koning ingesteld.
En de Ridderschap van Noord - Bra
bant is dat wel."
Uit een kreukloze beige enveloppe,
die nog gefrankeerd is met een post
zegel van 2 ct en derhalve óók al de
leeftijd heeft, haalt jhr. Van Meeu
wen een papier dat in het kort de ge
schiedenis van de Ridderschap van
Noord - Brabant vermeldt. Ze is, zo
staat daar, op 18 april 1814 ingesteld
door Willem Frederik, Prins van
Oranje, de latere koning Willem I, die
zelf de edelen benoemde die er deel
van zouden uitmaken. De Ridder
schap met een politieke taak, want ze
moest een aantal leden uit haar mid
den aanwijzen die als vertegenwoor
digers van de stand van edelen naar
de provinciale staten werden afge
vaardigd. De kersverse provinciale
staten van Noord - Brabant, die in
datzelfde jaar op 19 en 20 september
voor het eerst vergaderden, telden 7
zetels voor de adel, 14 voor de grond
bezitters en 21 voor de steden. Jhr.
Van Meeuwen: „Op dit moment be
staan er, behalve in Noord - Brabant,
ook nog ridderschappen in Gelder
land, Utrecht en Overijssel. Voor mij
is het de vraag of destijds, gezien die
politieke taak, niet alle gewesten of
provincies ridderschappen gehad
hebben. Het lijkt wel voor de hand te
liggen, maar ik weet het niet."
Lang hebben de ridderschappen
I hun politieke taak niet uitgevoerd. De
grondwetswijziging van 1848 maakte
j een einde aan de standenvertegen
woordiging in de staten en daardoor
waren de ridderschappen na 1850
j geen kiescollege meer. Wel zetten ze,
j in enige provincies althans, in stilte
j hun bestaan voort als privaatrechte-
j lijke instelling, ontdaan van politieke
I macht.
I En dat doet de Ridderschap in Bra-
bant nu nog. In een zodanige stilte
zelfs dat maar heel weinig mensen
j van haar bestaan weten. Wat is de
Ridderschap van Noord - Brabant op
dit moment? Voorzitter Van Meeu-
wen: „In 1979, toen het nieuwe Bur-
gerlijk Wetboek is verschenen, heb
ben wij onze statuten aangepast. We
hebben ons toen bezonnen op ons be-
j staan. De ridderschap laten voortbe-
j staan als, zeg maar, een soort gezel-
ligheidsvereniging, een vrienden-
j kring, dat zagen wij niet als zinvol,
j Maar, vonden wijbij opheffing is óók
I niemand gebaat. Toen hebben we ons
j als doel gesteld (hij leest voor): het
j bevorderen van de sociale contacten
j van de Nederlandse adel, het geven
j van tegemoetkomingen aan afstam-
i melingen en weduwen van oud - le
den, het verstrekken van toelagen
aan kinderen van leden voor studies
aan Nederlandse universiteiten of
hogescholen en tenslotte het verlenen
j van financiële steun aan instellingen
j met een sociaal - charitatief of cultu-
reel doel."
Een mondvol, zo'n doelstelling.
Daarom is het goed de zaak even in
de juiste proporties te zetten. De Rid
derschap van Noord - Brabant telt
om en nabij de 30 leden. „Merkwaar
dig", aldus jhr. Van Meeuwen, „er ko
men erbij en er gaan eraf, maar het
schommelt altijd tussen de 30 en 35".
Dat is niet veel, want er komen zeker
meer mensen voor het lidmaatschap
in aanmerking. Voorwaarde is, dat
men, meerderjarig en van adel zijnde,
een onbezwaarde eigendom in Bra
bant bezit van tenminste 10.000 aan
vaste goederen.
„Een flink kippehok is dus eigen
lijk al goed", glimlacht jhr. Van
Meeuwen. „Maar het is dan ook al een
'Adel, daó
toch niet i
W2
JHR.MR. L.E.A.J. Van Meeuwen
- FOTO DE STEM/ JOHAN VAN GURP
heel oude voorwaarde, uit de tijd dat
10.000 nog een kapitaal was." Het
mag trouwens ook een bedrag zijn
dat 1.000 rente opbrengt uit het
grootboek NWS (Nederlands Werke
lijke Schuld) vrij op naam. Dat is een
staatslening met een heel lage rente.
„Dus", constateert de heer Van Meeu
wen, „om daar 1.000 rente uit te ont
vangen moet je er wel wat in kunnen
stoppen." Maar alles bij elkaar hoe
ven de financiën geen drempel voor
het lidmaatschap te zijn. Blijkbaar
heeft dus niet ieder lid van de adel er
behoefte aan. De voorzitter: „Van het
geslacht Van Voorst tot Voorst bij
voorbeeld, een grote familie, is nie
mand lid. Maar de Van Hövells tot
Westerflier weer wel. En zelf heb ik
twee zoons en die zijn ook allebei lid."
Er is ook een oud gezegde: adeldom
verplicht. Is dat nog zo? En waartoe
verplicht het dan?
Jhr. Van Meeuwen: JYoblesse obli
ge, adeldom verplicht, zeker. Wij pro
beren dat nog hoog in ons vaandel te
voeren. Bijvoorbeeld door het goede
voorbeeld te stellen. Op het gebied
van het bezoeken van zieken, zal ik
maar zeggen. En dus ook door mensen
te helpen die in financieel moeilijke
omstandigheden verkeren. En...
eh.door in de trein op te staan als
een oudere dame een plaats zoekt.
Kijk, als je dat doet weet niemand dat
je van adel bent, maar je geeft toch
een goed voorbeeld. Misschien, zo
denk je dan, dat jonge mensen daar
door op het idee komen dat het zo
hoort. Wij voelen ons geroepen om
van ons gedrag een voorbeeldwer
king uit te laten gaan, zonder dat we
ons daarbij op onze adel beroepen, 't
Is een mentaliteitskwestie. Dat is
het."
En dat allemaal in die diepe stilte
dus. Zijn er nou nooit eens gelegenhe
den waarbij de Ridderschap van
Noord - Brabant in het openbaar een
gezagvol woord kan spreken? Daar
bij denk ik bijvoorbeeld aan de tot
voor kort nog zo geruchtmakende
kwestie van de reorganisatie van het
binnenlands bestuur. Jhr. Van Meeu
wen haastig: „Nee, nee, wij hebben
immers geen enkele bestuurlijke be
voegdheid.
Maar die reorganisatieplannen wa
ren voor Brabant heel ingrijpend,
want ze bedreigden de provincie met
een opdeling in drie of vier stukken.
Dus ook het territorium van de Rid
derschap van Noord - Brabant. Dat
had tot allerlei complicaties kunnen
leiden. Jhr. Van Meeuwen, bedacht
zaam: „Nou.ik denk.ik denk dat
we dan gewoon op de oude voet zou
den zijn doorgegaan. Net of er niks
gebeurd was. Of hft oude, dus het
huidige Brabant nog zou hebben be
staan. Maar ik moet eerlijk zeggen,
dat het in onze kring nooit ter sprake
is gekomen. Niemand van ons is ooit
op het idee gekomen dat we daar eens
over moesten praten. U bent, eerlijk
gezegd, de eerste die daaraan denkt.
En achteraf moet ik zeggen dat het
toch niet zo vreemd zou zijn geweest.
Het zou wel interessante gespreksstof
hebben kunnen opleveren
Is de Nederlandse adel een inner
circle, een gesloten gemeenschap?
Trouwt adel met adel?
„Nou, kijkt u", zegt jhr. Van Meeu
wen, „de kring is niet zo groot, dus je
kent elkaar allemaal vrij aardig. Je
gaat vaak in vriendschap met elkaar
om. En wat gebeurt er dan? Dan gaan
de kinderen ook met elkaar om. Die
komen over en weer eens logeren, ook
onder hen ontstaan vriendschappen
en daar komen dan wel huwelijken
van. Adel met adel dus. Maar niet
omdét het adel is."
Net als de Ridderschap van Noord -
Brabant gaat de adel in deze tijd
veelal in stilte door het leven. En de
rest van Nederland moet daar zeker
geen overspannen gedachten over
hebben. „Als je van adel bent", stelt
jhr. Van Meeuwen vast, „blijven er
daardoor in Nederland geen deuren
voor je dicht. Zo is het niet. Maar het
is ook niet zo dat er juist deuren voor
je open gaan."
Het valt mij op, dat de Ridderschap
Noord - Brabant, naast haar steun
aan instellingen, net als de Neder
landse Adelsvereniging ook onder
steuning van leden van de Neder
landse adel in financiële moeilijkhe
den zo nadrukkelijk in haar doelstel
ling heeft staan. Is dat zo nodig? Is de
Nederlandse adel zo armlastig?
Een onderwerp dat met discretie
behandeld dient te worden. „Als u
spreekt over de steun die de Ridder
schap van Noord - Brabant aan in
stellingen verleent", zegt jhr. Van
Meeuwen, „dan moet ik zeggen, dat
wij dat liever niet aan de grote klok
hangen. Ik kan u geen namen van in
stellingen noemen. Daar zult u begrip
voor moeten opbrengen. En ook geen
bedragen. Trouwens, met de geringe
middelen die wij hebben en die door
de leden worden opgebracht moet u
het meer zien als sympathiebetuigin
gen aan die instellingen. O, nee, ze
kunnen er zeker niet van bestaan.
Het gaat er ons meer om, dat we niet
alleen gezellig onder elkaar zijn."
Maar gaat het dan om instellingen
waarmee de adel verbonden is, of
moet ik denken aan organisaties zoals
bijvoorbeeld De Zonnebloem? De
voorzitter: „Nee, nee, geen verbindin
gen met de adel. Als u De Zonne
bloem als voorbeeld noemt dan treft u
daarmee de juiste sfeer."
.Nog meer discretie uiteraard als
het om persoonlijke financiële onder
steuning gaat. Wel wil jhr. Van
Meeuwen kwijt, dat er tegenwoordig
buiten de adel meer mensen met ver
mogen rondlopen dan daarbinnen.
„En ik mag u wel verklappen", zegt
hij, „dat onze steun soms naar adelij-
ke families gaat die'het wat gênant
vinden om bij de bijstand te moeten
aankloppen. Of naar een weduwe die
zich plotseling geplaatst ziet voor het
wegvallen van het inkomen van haar
man. Studiebeurzen komen bijvoor
beeld bij families terecht die nét niet
voor een beurs van overheidswege in
aanmerking komen, maar die in feite
ook niet kunnen missen." Die mate
riële ondersteuningen, die telkens
voor 3 jaren worden gegeven, staan
steeds op de agenda van de doorgaans
jaarlijkse, soms ook tussentijdse ver
gaderingen van de Ridderschap.
In de doelstelling van de Neder
landse Adelsvereniging (contributie
10,- per jaar) is sprake van bevesti
ging en versterking van de plaats van
de adel in de maatschappij. Wat is
dat, die plaats van de adel?
„Ik zou het niet kunnen zeggen",
stelt jhr. Van Meeuwen na enig na
denken vast. „Vroeger had de adel het
odium van een kring van gegoede fa
milies. Maar zo is het beslist niet
meer. Adel op landgoederen, levend
van de pacht, dat is een verleden
beeld. Er zijn trouwens tegenwoordig
wel lieden die de adel verguizen. Dat
Tweede Kamerlid bijvoorbeeld, die
pater Van Ooijen, heeft eens een keer
erg tegen het werk van de Hoge Raad
van Adel gefulmineerd. Dat was ner
gens meer voor nodig en zo. Nou, voor
zover ik weet wordt er in ons land
geen nieuwe adel meer gecreëerd.
Maar het aantal neemt geloof ik nog
wel wat toe door geboorten. En men
sen die uit het buitenland komen en
kunnen aantonen dat ze van adelijke
afkomst zijn, die worden nog wel tot
de Nederlandse adelstand toegela
ten."
„En je hebt ook mensen van adelij
ke afkomst die zich daarvan liever
distanciëren, die ook hun adelijke ti
tels niet meer willen voeren. Die den
ken blijkbaar dat ze zich daardoor te
elitair opstellen. Maar heus, wij be
schouwen ons niet als een elite, al
voelen we ons door vriendschap en
gelijkgerichtheid wel tot elkaar aan
getrokken. Adel is iets wat je van je
voorouders hebt, daar hoef je je toch
niet voor te schamen. Maar een elite?
Nee, ik zou geen enkel prerogatief
weten van de Nederlandse adel op
maatschappelijk terrein. En daar sta
ik ook helemaal achter. Ik vind dat je
ergens geplaatst moet worden op
grond van je persoonlijke kwaliteiten
en niet anders."
Maar ook dat is tot voor kort toch
wel anders geweest? Veel adel bij
voorbeeld in de rechterlijke macht.
„Ha", zegt jhr. Van Meeuwen, „ha,
daar zegt u zoiets. Veel adel in de
rechterlijke macht. Daar hebt u gelijk
in, ja, dat was zo! Maar weet u hoe
dat kwam? Bij de rechterlijke macht
was de honorering toen bijzonder
slecht. En dus moest iemand inkomen
van zichzelf hebben om zo'n funktie
te kunnen vervullen. Nu is die hono
rering tegenwoordig veel beter. En
wat zie je? Veel meer niet - adelijke
mensen. Hetzelfde is het geval in de
buitenlandse diplomatieke dienst.
Ook daar begint het aantal functio
narissen van adel minder te worden.
En ik zou u in dat verband ook nog op
de hofhouding van het Koninklijk
Huis kunnen wijzen."
„Overigens, over prerogatieven ge
sproken, bij belangrijke gebeurtenis
sen van het Koninklijk Huis, een hu
welijk, een kroning en zo, worden nog
altijd vertegenwoordigers van de
Ridderschappen uitgenodigd, dat wel.
Wij voelen ons van origine dan ook
met het Koninklijk Huis verbonden.
Dat is... dat is... hoe moet ik dat
zeggen.
Een emotionele band?
„Ja, precies, dat woord zocht ik. Ja,
het is een emotionele band."
Door Bert van Velzen
De Brit David Yallop verdient
de Panorama-prijs voor ont-
hullingsjournalistiek in de ca.
tegoriën muf en maf. De man
die, na drie jaar wroeten in
zoete Romeinse taveernen en
ranzige prelatenkamers tot de
onheilige overtuiging is geko
men dat de voorganger van de
huidige paus door clericale
mafiosi en vrijmetselaarsban
kiers werd vermoord, zal nog
veel van zich doen horen. Ten
slotte is hij er al jaren geleden
achter gekomen dat de
schuchtere paus Paulus VI als
dubbelspion in dienst was ran
zowel de CIA als de KGB. Ik
heb dankzij een informant
wiens naam ik niet kan ont
hullen de hand kunnen leggen
op een mapje projecten van de
gedreven speurneus. Op het
omslag is een etiketje geplakt
waarop 'Yallops Wallops' staat
geschreven. Een 'Wallop' is
een pestklap, een enorme
dreun, een uitbarsting die
meetbaar is op de journalistie
ke Richter-schalen. De heer
Yallop, die op geheime plaat
sen levende witte muizen
voert aan uitgehongerde pi
ranha's, heeft ontdekt dat de
Franse duivelskunstenaar
Jean Cocteau de zoon is van de
beruchte vrouwenmoordenaar
Landru en een losgeslagen
non. Magere Jos, zo blijkt ver
der uit de aantekeningen van
Yallop, is gewurgd dooreen
vroegere hoge Navo-figuur.
Stalin voerde buitenlandse
staatslieden buiten model sa-
té's bereid uit de resten van te
rechtgestelde generaals en de
Titanic is bij helder weer en
kalme zee op een ijsberg gelo
pen dankzij een complot dat,
in opdracht van de tsaar aller
Russen, werd ontworpen door
de neef van Raspoetin.
De grote mysteries, dat heeft
Yallop donders goed begrepen,
liggen in zwaar vergrendelde
geheime dossiers, dood en be
graven onder de aarde of, on
der honderden of duizenden
vadems water op de kille, don
kere zeebodem. Het ophalen
van de waarheid vereist een
speciale graaf-en duiktech-
niek, die hier te lande vrij
aardig wordt beheerst door
opmerkelijke journalistieke
persoonlijkheden als bij voor
beeld Willem Oltmans. De
grote kracht van Yallop is de
onbekende informant. De
'Deep Throat' van Watergate-
speurders Bob Woodward en
Carl Berstein is in het Vati-
caan opgedoken om Yallop de
weg te wijzen naar de moorde
naarsbende van bankiers en
verdorven prelaten. Pogingen
om met assistentie van een ge-
tonsureerde en in monnikspij
gestoken kruising van een Ier
se terriër en een Duitse herder
voorname geheime dossiers te
lichten zijn helaas mislukt.
Het vertrek waarin deze pap-
perassen zijn opgeborgen is
bekend, maar de hond, 'Black-
frier' genoemd, werd daar uit
zijn pij gehaald door een grote
Deen, die getraind is door bis
schop Marcinkus, de Vati
caanse bankier van Ameri
kaanse afkomst.
David Yallop zal binnenkort
het Verenigd Koninkrijk op
zijn grondvesten doen trillen
met de onthulling dat de nim
mer gegrepen Jack the Ripper
een zoon van koningin Victo
ria is geweest die zich op de
chirurgie wilde toeleggen
maar, door protocol en tradi
tie, gedwongen werd buiten dl
snijkamers te blijven. Ook he!
feit dat Ronald Reagan op
achtjarige leeftijd een minia
tuur electrische stoel heeft
ontworpen om de kat van de
buren ter dood te brengen
mag, in deze met totale uit
roeiing en vernieling bedreig
de wereld, niet in de FBl-klui-
zen blijven schimmelen. Het
executiemeubeltje, een mees
terwerkje van meubelmakers
kunst en bedradingstechniek
is van historische betekenis.
Het kan de uitkomst van de
komende presidentsverkiezin
gen bepalen. Het vermoeden
bestaat dat het zich in de kluis
van het gezonken passagier
schip Andrea Doria bevindt
die binnenkort zal worden ge
opend. De kluis is kort gelede)
opgedoken en wordt, in een
grote tank, dooreen team
haaien bewaakt.
|l
w
Do
Dagelijks
hun arts
diëet moe
letje, ma
noodzaak
aan te kt
langdurig
de bloedd
zakken na
ties of je
Maar al t
mensen di
Je moet
houden aan
eet- en dril
kan aan uitg
bepaalde vo
langrijk stu
men worden
al eens verb
voorbeeld g
maar een v
krijgt voorg
wel vergeti
nogal veel vt
Door F
APELDOt
seum Het
laatste p
fantastiscl
siertuinen
nationaal
den. Een
schapen 01
chitect ir..
beek.
Onder de
overbodige b
Loo 'van Lod
helmina' k;
groots, 17de
daan gekome
En onder
chronologiscl
meubilair,
kunstvoorwe
len, die de C
generaties a
toegevoegd.
Tachtig pr
is afkomstig
ses Juliana,
bracht uit b
lende histori
culieren, rijk
gen van stich