DICK JONKERS, RIJKSINSTITUUT VOOR NATUURBEHEER. Gevraagd: ver puzzels en kw Beloning: boe fSL Zo kijkt de Een schoolkran ZATERDAG 2 JUN11984 ïuske en Wiske: Hei dinjmUw. rroateen hele ruimle vol vdn die ryJMnelïihelpen T^~-^z~~ want oe a spelers vrouwen -ver- Looroes, vriendin netjes of ander. soortloe aanwan& 'nnemen van Albanië nooit 'Holland WIE kan er goed strips teke- d nen, verhalen schrijven, n t puzzels verzinnen, een kwis d samenstellen of wat anders? m Die kan aan het werk. Want bc in de grote vakantie willen n we drie weken lang de Klei- ji ne Stem volzetten met aller- a lei dingen van jullie zelf. d Iedereen vanaf een jaar of 8, 9 kan meedoen. Voor de leukste inzendingen liggen klaar: 3 boekenbonnen van ƒ20.- li en een hele stapel pockets, I spannende en leuke boeken, j 1031 ©TIM EXTRA Ppie Happie leest M meer een ooievaar sland wilde ooievaars met jongen o wilde ooievaars zonder Jongen it gemengd paar projectooievaars In 1982 waren er nog maar 6 paartjes ooievaars over. Slechts één wild paar kreeg nakomelingen. De 6e klas deed ook een onderz< ren deden mee en aan hen were kijk je, hoelang, op welke avond Dit was de uitslag: 7 kinderen kinderen zitten 6 a 7 avonden meeste kinderen (15) kijken 1W avond wordt het langst gekekei de hand. De meesten gaan die ai elf naar bed (24 kinderen). De re bed. Wat gebeurt er als je naar een anders wil een ander programn den: 'We krijgen vaak ruzie' en 13 kinderen meer tv-toestellen i moet naar bed maar het prograr niet afgelopen. Wat dan? Dan j rend naar bed, maar er is één stilletjes zitten. wilde ooievaars met jongen 0 wilde ooievaars zonder jongen Het 'uitsterven' van ooievaars in beeld: in 1939, toen er nog nog niet gekweekt werd, werden nog nesten be woond. Door Norbert Bökkerink „Het inwonertal halveren, alle dijken door steken en een revolutie in de landbouw. Al leen dan bestaat er nog een kans op terug keer van een groot aantal broedende ooie vaars in ons land. Dus vergeet het maar". Dick Jonkers, als ornitholoog - vogelkenner - verbonden aan het Rijksinstituut voor Natuurbe heer in Leersum en gespecialiseerd in 'Vadertje Langbeen', blijkt een realist: Holland is geen ooie- vaarsland meer en zal dat ook nooit meer worden. „Opmerkelijk is, dat van de laatste ooievaars enkele exemplaren regelmatig op daken van crematoria over nachten en bij bejaardente huizen overwinteren. Een van de twee wilde paartjes die in 1982 nog in ons land broedden, deed dat in Graf horst", merkt hij 'cynisch op. Elk jaar opnieuw ontstaat er wel ergens de nodige op winding bij het verschijnen van een paartje ooievaars. Laatst nog in Raamsdonk, waar voor het eerst in der tien jaar een paartje wilde ooievaars aanstalten maak te er te nestelen op het dak van een schuur. Maar tot grote teleurstelling van de bewoners hield het koppel het na anderhalve week voor gezien. Uit ringonder- zoek bleek, dat het om twee wilde, 'Duitse' ooievaars ging, Dick Jonkers ver moedt, dat ze door oosten wind naar ons land zijn af gedreven. Van 500 naar 2 De cijfers spreken boek delen. Een van de bekendste vogelkenners van ons land, Jan P. Strijbos, telde in 1910 nog 500 bewoonde nesten. Sindsdien heeft men de aan tallen vrij nauwkeurig bij gehouden: vlak voor de oor log waren het er nog 312, in de periode 1955-1962 maxi maal 73,1963-1966 maximaal 46, 1967-1971 19 en 1972-1980 nog maar 11. Het voorlopige dieptepunt werd bereikt in 1982. Inclusief 1 paartje 'pro- jectooievaaTS' ën 2 'gemeng de' paren - een huwelijk tus sen een wild en een ge kweekt exemplaar, waar over straks meer - werden in maar vier nesten in totaal tien jongen grootgebracht. Er was dus nog maar één echt wild paar ooievaars over. Vorig telde men welis waar zes Vruchtbare1 paren - van verschillende samen stelling -, maar ze brachten in totaal slechts zeven jon gen groot Bijbel Het is niet alleen deze zeldzaamheid, die horden belangstellenden naar de nestelplaatsen van ooie vaars doet lokken. Want de meesten interesseert het verder geen fluit of honderd meter verderop een andere, even zeldzame vogelsoort broedt. Die belangstelling voor de ooievaar is er eigen lijk altijd al. De Egyptena- ren beschouwden deze vogel in de oudheid als een heilige dier, de Romeinen vonden 'm vooral smakelijk. Ook in de bijbel wordt de langpoot diverse keren genoemd: 'Zelfs de ooievaar aan de he mel kent haar vaste tijden' en 'Zelfs de dennen zijn, daar ze opgaan als pilaren, het stijl verblijf der kleppe rende ooievaar'. Pas een paar eeuwen later, toen de mens ook in ons land van de jacht overstapte op land bouw om in zijn levenson- veldmuizen, wormen, mei kevers, sprinkhanen en an dere insecten", zegt Jonkers, die daarmee tevens een van de hoofdoorzaken van de achteruitgang van het ooie vaarsbestand in ons land aangeeft. Door de achteruitgang van het milieu als gevolg van de intensieve landbouw, verstedelijking en indus trialisatie is het voedselaan bod voor ooievaars sterk af genomen. Dat geldt uiter aard ook voor veel andere, eveneens bedreigde soorten weidevogels. Jonkers geeft een klein lesje ecologie: „De grondwaterstand is ver laagd, bloemrijke en dus in- sektenrijke wei- en hooilan den zijn praktisch verdwe nen. Veldmuizenplagen ko men niet meer voor, meike vers en sprinkhanen zie je niet meer. Opportunist als hij is, pakt de ooievaar ook wel mollen, daar zijn er wat meer van. Dat is echter niet zonder gevaar: er zijn geval len bekend, dat door de scherpe klauwtjes van de mollen de slokdarm werd opengescheurd". Daarnaast zijn er zijn nog tal van andere factoren, die het ooievaarsbestand in ons land negatief hebben beïn vloed, maar waarop wij geen greep kunnen krijgen. Bijvoorbeeld de jacht in Zuideuropese landen en in de Afrikaanse overwinte- ringsgebieden, waar pijl en boog zijn ingeruild voor meer trefzekere wapens. Ook is er in de afgelopen ja ren melding gemaakt van militairen in Libanon en Afrikaanse landen, die uit verveling ooievaars als schietschijf gebruikten. DDT speelt eveneens een rol. Dit in ons land inmid dels verboden bestrijdings middel - ondermeer ge bruikt tegen sprinkhanen - wordt in Afrikaanse landen nog steeds toegepast om de tsétsevlieg en malatia te be strijden. „In Tanzania, Zam bia en Zimbabwe worden jaarlijks nog duizenden ton nen DDT gebruikt", aldus Jonkers. Ook electriciteitsleidingen eisen jaarlijks hun tol. In ons land gaat het vooral om de hoogspanningsleidingen, waartegen ooievaars zich soms te pletter vliegen. In veel andere landen, waar het elektriciteitsnet nog bo vengronds is, komen regel matig gevallen van elektro- kutie voor. „De palen wor den vaak als zitplaats ge bruikt. Eén straal uitwerp selen, weg ooievaar", zegt Dick Jonkers. Liesveld Is er dan helemaal geen hoop meer voor behoud van de ooievaar in ons land? Volgens de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels wel. In 1968 stichtte deze vereniging het ooievaarsdorp Het Liesveld bij Groot-Ammers. Men be gon een kweekprogramma met behulp van een aantal geïmporteerde 'tamme' ex emplaren. Over dat 'vermeerde- ringsbedrijf', zoals de vere niging het Liesveld ook zeil noemt, wordt al jaren een heftige discussie gevoerd tussen voor- en tegenstan ders van het project. Een aantal jaren geleden presen teerde een medewerker van het Rijksinstituut voor Na tuurbeheer de volgende stel ling bij zijn proefschrift: „De Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels heeft met haar ooievaar sproject een overbodige bij drage geleverd aan de ver zameling Nederlandse die rentuinen". Dat werd hem door de vereniging bepaald niet in dank afgenomen. De vereniging noemde de stel ling 'een losse flodder', om dat de promovendus zich on voldoende zou hebben ver diept in de doelstelling van het project. Hoe het ook zij, de stelling geeft in ieder ge val aardig het gevoelen van de 'tegenstanders' van het Liesveld weer. Zij zetten vraagtekens bij het feit, dat de gefokte ooievaars en hun nakomelingen - projectooie vaars genoemd - vaak een aan de mens aangepaste ge drag vertonen, veelal in het najaar niet meer wegtrek ken en - mede daardoor - ook veel sterker van ons af hankelijk zijn geworden, omdat ze bijgevoerd moeten worden. Dick Jonkers is eveneens die mening toege daan. „Het is de vraag of je als vereniging je geld en energie niet beter kunt be steden aan het bestrijden van de oorzaken die aan de achteruitgaan ten grondslag liggen. Maar van de andere kant: als je niets doet is het zeker uitgesloten dat de ooi evaar uit ons landschap ver dwijnt". Pas op langere termijn zal duidelijk worden wie er ge lijk krijgt. Dankzij Het Lies veld - zeker een bezoekje waard - konden er op diver se plaatsen in ons land de afgelopen jaren zogenaamde buitenstations worden be volkt met projectooievaars. Die stations zijn gesitueerd in gebieden die nog geschikt lijken als ooievaarsbiotoop Diverse, al dan niet vrijvlie- gende paartjes, hebben er al voor nakomelingen gezorgd. Inmiddels zijn er ook al hu welijke gesloten tussen wil de en project-ooievaars. Dick Jonkers voelt he meest voor een compromis' „Er zouden gebieden van en kele honderden hectaren ge schikt gemaakt en gehouden moeten worden voor de ves tiging van wilde ooievaars^ Het is de moeite van het pro beren waard zijn. HelpJe wilde ooievaar er niet mee> dan hebben in ieder gev andere levende organisme er iets aan. Baat het niet, h schaadt ook niet". Deze brief stuurde de 6e klas van Geachte redactie, We hebben een schoolkrant gen levisie'- We hebben ook een ot waarin we vroegen hoelang en 1 heken. Ook hebben we een modi waar allemaal televisiereclame! genoot Amin Gemei heeft een U van de schoolkrant. Zou ons ve kunnen komen? pe 6e klas van de Nutsschool B< Dat kon, alleen moesten we het verhaal is, zoals jullie zelf al sc je: als je het over een jaar of tie meer van al die vreemde kreten derhoud te voorzien, vestig de de ooievaar, een typische cultuurvolger, zich in deze contreien. Schatjesdrager Uit talrijke overleverin gen en gravures blijkt, dat de 'otvare' of 'odebaar' in de middeleeuwen in ons land een talrijke broedvogel was. „Sla het postcodeboek er maar eens op na. Talrijke straat- en plaatsnamen dui den de vroegere aanwezig heid van deze vogel aan", al dus Jonkers. Die algemeen heid weerhield de Haagse notabelen er in de vijftiende eeuw overigens niet van om een timmerman opdracht te geven ooievaarsnesten te maken voor op het dak van de loterijzaal. Ook elders trachtte men ooievaars op z'n dak te krijgen. Bijgelovig als men toen was, werd de ooievaar namelijk uiteenlo pende eigenschappen toege dacht. „De naam is in de loop der tijden tot ooievaar verbasterd en betekent oor spronkelijk geluksbrenger of schatjesdrager. Vandaar ook de relatie met babyleve rancier", aldus Jonkers, die talloze anecdotes met be trekking tot de ooievaar kent. Hoe de uiver, ijber, carre- barre of storch - om maar eens 'n paar bijnamen te noemen - met ons land ver eenzelvigd wordt, blijkt wel uit het volgende, waar ge beurde verhaaltje. „De pop van Nora Flannigan, een Parende ooievaars in het 'vermeerderingsbedrijf Het Liesveld. In dit ooievaarsdorp zijn de afgelopen jaren tientallen jongen gekweekt en daarna uitgezet op buitenstations, verspreid over het land - foto anp Amerikaans meisje, was ka pot. Ze wist niet beter dan dat babies door ooievaars werden geleverd en besloot daarom een brief te schrij ven aan 'Stork' - de Ameri kaanse benaming voor ooie vaar - in Holland. De PTT bezorgde de brief keurig bij het gelijknamige bedrijf, dat, heel attent, het meisje ook een pop heeft toege stuurd", vertelt Jonkers. „Een verhaal dat wel uit de fabelijeskrant is geplukt, heeft betrekking op de be scherming die ooievaars te gen blikseminslag zouden bieden. De bliksem zou bij voorkeur inslaan op plaat sen waar ondergrondse wa teraderen zich kruisen en daarom zouden ooievaars zich nooit op het dak van een huis vestigen dat op zo'n kruising is gebouwd. Er werden zelfs wichelroedelo pers ingeschakeld om de juiste bouwplaats aan te wijzen. Het aantal ooie vaarsnesten dat in de loop der tijden wel door de blik sem getroffen is echter le gio". Een ander volksverhaal wil, dat ooievaars alleen maar kikkers lusten. „Ook dat is onjuist. De ooievaar heeft juist behoefte aan veel variatie in het menu, vooral Spanning in Raamsdonk: na dertien jaar afwezigheid streek een paartje ooievaars neer op het nest. Takken en twijgen werden aangesleept, maar na anderhalve week lieten de ooievaars het voor gezien en vertrokken naar elders - foto johan van guhp

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 26