De frustraties uit de zestiger jaren in een dagboek
Misdaad en
mildheid in de
middeleeuwen
Het arrogante intellectualisme
van Kusters
'Wij twee jongens';
Bundel vol
homo literatuur
Kartini
Overleven
Vrienden
Ken je
de NJN
uit de zon
ZATERDAG 26 ME11984
W
Willekeurig
Hoe Vlaams
is Frankrijk?
In Memoriaal
§uske en Wiske: H
Ppie Happie leest
Een schrijver schrijft altijd zichzelf;
ook bij fictie. Er kan niets uit je ko
men wat er niet in zit. Het biografi
sche element kent weliswaar grada
ties en vormen. Het dagboek ligt wel
het dichtst bij zelfopenbaring; als je
het tenminste aan de publiciteit
bloot geeft. De Nederlandse litera
tuur kent geen echte dagboektradi-
tie. Wordt er dan eens zo'n geschrift
gedrukt, dan heeft het meestal veel
authenticiteit, omdat het niet ge
schreven is op publikatie.
Dat kun je ook zeggen van het
boek DANIËL ROBBERECHTS:
DAGBOEK '64-'65 (uitg. Manteau -
ƒ28,-). De jaartallen zijn in dit ver
band interessant. Robberechts
(Brussel 1937) is inmiddels een
schrijver van naam, voor zover je
dat van een Vlaming kunt zeggen in
het Nederland, dat nog steeds voor
het grootste deel tamelijk neerbui
gend naar Vlaanderen kijkt, als het
om literatuur gaat. Zijn boeken als
Tegen het personage, De labiele stil
te, De grote schaamlippen, Aanko
men in Avignon, Praag schrijven en
Onderwerpen, hebben hem een eigen
publiek bezorgd. Uit die boeken is
natuurlijk een beeld te vormen van
de mens/auteur Robberechts. Maar
het vertrekpunt voor deze produktie
ligt in het nu verschenen dagboek,
dat behalve een directere kijk op de
mens Robberechts ook een inblik
geeft in enkele maatschappelijke si
tuaties van de beginnende zestiger
jaren, waarin heel wat lezers zich
zelf ook enigszins zullen herkennen.
„Een schrijver is een dier, dat zijn
wonden likt", noteert hij. Na 20 jaar
zal hij in het voorwoord schrijven:
„Dit dagboek gaat hoofdzakelijk
over de dingen, die ik in mijn literai
re probeersels niet kwijtraakte". In
dit boek lees je dan met name over
zijn rooms-katholieke opvoeding die
hem parten speelt; over de daarmee
samenhangende seksuele moraal en
al of niet in verband daarmee zijn
eerste pogingen om tot literatuur te
komen.
„Dat bepaalde ouders in de 20e
eeuw hun kind van de wieg af tot het
priesterschap bestemmen, tot daar;
maar mijn ouders hebben het dan
toch wel erg drastisch doorgevoerd.
En met zulk een moeder zou ik aan
een normaal seksueel leven hebben
moeten geraken?... Ernst en ascese
berusten op conditionering tot mar
telaar i.p.v. op een overtuiging en in
zicht. Het verschil met de vroom
heid: dat het nu te laat is om me uit
de ernst los te weken, dat het plezier
niet meer bereikbaar is buiten de
verdorvenheid, en dan nog niet eens
door de daadwerkelijke beleving er
van, maar enkel door de morose ver
beelding"... Toch zit Daniël vast aan
de roomse kerk, die 'zemelt' over
paus Johannes 23, en maakt zich te
vens druk over het verbod van de je
zuïetenkrant de Vlaamse Linie. Het
is de conciliaire periode van de zesti
ger jaren, die zoveel ambivalente ge
voelens opriep.
Tegelijk zit hij met schuldgevoe
lens. Getrouwd met Cee. Een kind
komt. De andere vrouwen in zijn le
ven? Speciaal de relatie met Kene
bepaalt die periode. „Tussen seksue
le obsessie en katholiscisme: het ge
loof legt de mens een geweldige druk
op... Ben ik eigenlijk wel verdorven?
Hoezeer ben ik niet door de deugd
ingepalmd: de enige mens met wie ik
mijn verdorvenheid enigszins kan
botvieren (Kene) is me niet aantrek
kelijk genoeg".
In deze periode wordt hij wel 3x
bekroond met literaire prijzen, maar
uitgevers zien geen brood in zijn
werk. Het is overigens wel 'grappig'
te lezen hoe hij op de grote literators
in die dagen reageert. Geen goed
woord voor bijvoorbeeld Jonckheere
en Boon (als mens). De uitgever van
dit dagboek nu heet dan nog een
'krenggier' en bezorgt hem angst
voor afhankelijkheid van Jos Van-'
deloo. Het dagboek geeft ook enkele
literaire constructie-studies, die lite
rair geïnteresseerden in het werk
van Robberechts zullen interesseren.
Mulisch en Claus zijn in die periode
zijn favoriete auteurs, die hij benijdt.
„Manteau capitulatie" schrijft
hij dan. Dit bpek kwam bij deze uit
gever uit. Is hij nu gecapituleerd?
Ook schreef Robberechts toen al: „In
ieder geval ben ik tot het inzicht ge
komen dat zelfs wie het leven gron
dig wil beleven, in zichzelf plaats
moet ruimen voor het evenwicht -
dus het compromis - indien hij al
thans verdorvenheid en waanzin af
wijst"... Uitgever Manteau wijst tij
dens dit dagboek zijn debuut De la
biele stilte af. Het kwam wel uit bij
de Standaarduitgeverij. Jos Vande-
loo zit nu bij de Standaard en Robe-
rechts bij Manteau. Heeft het leven
dan toch méér met personen dan
principes te maken? Waarschijnlijk
méér frustraties! En daarvan is dit
dagboek ook een onderhoudend en
leerzaam voorbeeld.
- «p.
f «e
r
vv>
;V#y
Door Jan van de Ven
De overheid deelde in de
middeleeuwen meer straf
fen voor geweld uit dan nu.
Dr. D. Berents komt in zijn
boek Misdaad in de mid
deleeuwen tot die conclu
sie. In cijfers uitgedrukt:
geweldsmisdrijven maak
ten in 1300-1400 37 procent
van de misdrijven uit en
nu wordt in 16 procent van
de te berechten zaken over
geweld geoordeeld.
De cijfers geven geen
vergelijking van de crimi
naliteit toen en nu. Zo'n
vergelijking is ook niet te
maken. Wel heeft schrijver
geprobeerd aan de hand
van 5568 vonnissen, uitge
sproken in de stad Utrecht,
een idee te geven van wat
de middeleeuwse gemeen
schap strafbaar vond en
met welke straffen tegen
daders moest worden op
getreden.
Berents waarschuwt de
lezers vooraf. Zijn werk
zal niet geheel rechtshisto
risch zijn. Ook sociologisch
aspecten komen in zijn
boek voor. Eten opmerking
met een dubbele bodem,
want alles wat niet direct
de rechtshistorische we
tenschap aangaat zou in de
sociologie moeten passen.
De waarschuwing kan ook
bijvoorbaat een excuus
zijn voor een niet te strin
gente juridische aanpak.
Heel begrijpelijk, dat
iemand die voor een groot
publiek wil schrijven niet
te strikt vanuit een vakge
bied de stof presenteert.
Zeg dat dan.
De door Berents gehan
teerde stof laat zich trou
wens op meer dan een wij
ze lezen. Hij heeft het over
'dader op het kerkhof'. In
onze dagen hebben we het
over 'de dader ligt op het
kerkhof'. Wij bedoelen er
mee, de dader is onvind
baar. Vroeger betekende
het de dader is onpakbaar,
want hij maakte gebruik
van het asielrecht dat de
kerk hem verleende. Kerk
en kerkhof waren uitwijk
plaatsen voor wie uit de
handen van achtervolgers
wilde blijven.
Zo zijn er' nog enkele
overgewaaide uitdrukkin
gen, die in de loop der tij
den een betekeniswisseling
ondergingen. Een hand ge
ven zou in het verleden een
uiting zijn geweest van 'ik
ben ongewapend'. En wil
lekeurig had niet de bete
kenis van grillig, maar
voor voorvaderen was het
een belofte om iets niet
meer te doen. Wij kennen
de uitdrukking 'op een
schopstoel zitten', onzeker
zijn van een plaats. Vroe
ger was de schopstoel een
schavot, waarop men een
veroordeelde plaatste om
hem vervolgens ervan af te
trappen. De modder en de
viezigheid in.
Moord en brand
schreeuwen wil in onze tijd
zeggen, dat iemand een
flinke keel opzet. Maar in
de middeleeuwen bestond
het woord moortbrant voor
een daad, voor opzettelijke
brandstichting. Het vinden
van uitdrukkingen met een
heel andere betekenis dan
wij eraan geven geeft het
werk van Berents een on
verwachte dimensie, die
een ondergeschikte rol
hoort te spelen.
Het gaat erom een in
druk te krijgen van mis
drijven en het reageren
van de gemeenschap daar
op en welke normen de sa
menleving hanteerde om
misdrijven te bestraffen.
Opvallend voor de be
schreven periode is de
mildheid, waarmee de
overheid strafte. Gemar
teld om tot een bekentenis
te komen werd er niet of
nauwelijks. Pijnbank en
ander tuig stammen uit la
ter tijden. Vooral in steden
met een grote autonomie,
zoals Utrecht, voerde mild
heid de boventoon. In
plaats van bloedige straf
fen op te lopen kon de mis
dadiger vaak tot afkopen
overgaan.
In een staatje geeft Be
rents een overzicht van de
voorkomende straffen:
doodstraf werd in 8,8 pro
cent van de gevallen uitge
sproken, lijf- en erestraf-
fen in 0,8 procent van de
gevallen, vrijheidsstraffen
in 2,5 procent van de geval
len, verbanning en pelgri
mage in 39,5 procent, straf
fen aan rechten in 6,8 pro
cent en vermogensstraffen
in 41,6 procent van de ge
vallen.
Wie Misdaad in de mid
deleeuwen leest krijgt een
indruk van de toenmalige
gemeenschap. Zeker geen
oppervlakkige.
Misdaad in de middeleeu
wen, D. Berents, Walburg
Pers, prijs 35 gulden
BOEKENBOEKENBOE
BOEKENBOEKEmOEKESB
ENBOEKEN&OS-ZSftBO.
BOEm/BOEKENBOEKEfs
DE FRANSE NEDERLAN
DEN/ LES PAYS-BAS FRAN
CAIS (Jaarboek 1984 van de
stichting Ons Erfdeel-Rij -
voortshoef 165, Raamsdonks-
veerf58.-).
Alweer voor de negende
keer dat dit toch wel merk
waardige boekwerk weer ver
schijnt. Op 256 bladzijden
wordt via 11 studies en 3 vaste
rubrieken weer bekeken hoe
Vlaams Noord Frankrijk is.
Ook al lijkt de onderneming
op het eerste oog een prestige-
slag voor Vlamingen, als je de
negen delen nu nog eens door
bladert moet je zeggen: een
schat aan merkwaardig en
houtsnijdend materiaal bin
nen het kader van de Neder
landstalige cultuurgeschiede
nis. Met een soort van verde
lende rechtvaardigheid zijn de
bijdragen om en om in het Ne
derlands of Frans geschreven
met afsluitend respectievelij
ke Franse of Nederlandse
compendia.
Tussen Balzac en Vlaande
ren (met name La Tourraine/
Tours en Dowaai/ Douai blijkt
een affinitiet bestaan te heb
ben. Een nieuwe kijk op de
vereniging Pro Westlandia,
die cultureel proselitisme be
dreef in Frans-Vlaanderen.
De Schelde en de Leie hebben
via hun grensoverschrijdewnd
contact cultuur meegevoerd in'
hun stromen. Dowaai is een
belangrijk centrum van de
drukkunst geweest met zo'n 25
drukkerijen in de 16e en 17e
eeuw. Ook de boekhandel tier
de er welig. Boulogne-sur-
Mer/ Bonen blijkt in de 19e
eeuw een belangrijk toeris
tisch contact met Engeland ge
had te hebben. De laaste Rede
rijkerskamer - 'Verblijders in
het Kruis' - hadden een ty
pisch taalgebruik etc. Deze on
derwerpen en andere thema's
lichten een stukje cultuurge
schiedenis uit waarbij je niet
snel zult stilstaan. Ieder jaar
opnieuw is dit jaarboek een
merkwaardige verrassing.
De vraag lijkt gewettigd of het zinvol is om
een speciale bundel met literaire stukken
waarin de mannelijke homoseksualiteit aan
de orde is uit te geven. De noodzaak van
ghetto-vorming binnen de Uteratuur is mo
gelijk plausibel, zolang we het nog niet over
'mensen' kunnen hebben in de samenleving
c.q. literatuur, maar spreken over mannen,
vrouwen, homo's, hetero's, zwarten, blanken
etc. Deze Centrum-Partijachtige kortzichtig
heid speelt iedereen nog parten.
Ook de uitgever van een boek als Wij twee
jongens - mannelijke homoseksualiteit in de
twintigste-eeuwse literatuur -, samengesteld
door David Galloway en Christian Sabisch,
die beiden verbonden zijn aan de Ruhr-uni-
versiteit in het Duitse Bochum. Het boek
werd in de Nederlandse vertaling van de
Amerikaanse uitgave (Male homsexuality in
twentieth-century literature: an internatio
nal anthology - New York, Morrow, 1982) uit
gegeven door Elsevier/Manteau voor 42,50.
Het is een tamelijk angelsaksisch boek ge
worden met enkele Europese uitschieters be
halve Nederland. Weliswaar zijn Willem de
Mérode en Maarten 't Hart verdwaald in de
inleiding, in het nawoord maakt Ron Mooser
bekend dat het niet opnemen van werk van
enige Nederlandse auteur gebeurd is om
principiële redenen. Er was geen beginnen
aan, zo luidt dat principe. Als het aan hem
gelegen had waren aan bod gekomen: Jacob
Israël de Haan, Couperus, Boutens, De Méro
de, Lodeizen, Hanlo, Reve, Jaap Harten,
Komrij, Verheul, Canaponi en Van Hattum.
Ook gaat het niet om lesbische verhoudin
gen, omdat ze zelden door kerk of staat syste
matisch werden vervolgd; zo heet het. Het
boek begint met een 27 pagina's tellende in
leiding over de homoseksualiteit en litera
tuur. Te beginnen met de 'primeur' in 1895
van de Braziliaan Adolfo Caminha, die - zo
als beweerd - de eerste roman (Bon Crioulo)
publiceerde, waarin de homoseksuele liefde
positief werd benaderd (dat is te betwijfelen)
tot Norman Mailers' The Homosexual as a
Villain. Gesproken wordt dan over de actua
liteit als 'louter modeverschijnsel' waarbij in
een zogeheten liberale samenleving de homo
seksuelen genoemd worden 'onze hedendaag
se negers van de liefde'. Dat is de duivel uit
drijven met Beëlzebub! Deze inleiding brengt
literair-historisch goede stuf bijeen, maar
schiet cultureel/psychologisch aardig tekort
ten aanzien van het fenomeen homoseksuali
teit. Gezegd kan worden dat dit ook niet de
bedoeling was.
Vraag is of je dit verschijnsel zo kunt op
delen. In dit verband is met instemming te ci
teren: „Het is in één woord absurd om te ver
onderstellen dat intieme betrekkingen tussen
Maarten 't Hart: verdwaald in inleiding.
- FOTO GER DIJKSTRA
man en man (of vrouw en vrouw) alleen
maar gevat kunnen worden in seksuele be
woordingen. Het is de zoveelste vereenvoudi
ging door wat Christopher Istherwood de
'heteroseksuele dictatuur' noemt, maar jam
mer genoeg is dit idee zo ingeworteld dat het
ook het zelfbeeld van veel homoseksuelen
heeft bepaald." De gekozen stukken hebben
op de eerste plaats te maken met sferen, le
vensstijlen, met mensen, zodat de basis breed
is.
Daarbij komt dat er op deze manier een
bloemlezing uit de wereldliteratuur ontstaan
is, die je waarschijnlijk in haar samenstel
ling nergens aantreft. Zo tref je werk van on
der meer de volgende auteurs aan: Sherwood
Anderson (1876-1941) met D.H. Lawrence
(1885-1930) - uiteraard ook opgenomen -, 'be
rucht' als schrijver over erotiek en sex, maar
later mystiek georiënteerd; die andere Ame
rikaan Paul Bowles (1910), die naïviteit en
bedrog tegenover elkaar zet en de goeroe van
de beatgeneration William Bouroughs; de
Roemeen Matei Ion Caragiale (1885-1936); de
Zweed Otto Vilhelm Ekelund (1880-1949), die
zich tot heteroseksueel omvormde om als
schrijver te kunnen blijven functioneren; de
in de Spaanse Burgeroorlog als homoseksu
eel omgebrachte Federico Garcia Lorca
(1898-1936); Allen Ginsberg (1926), een van de
pioniers van de beatgeneration; de Pool
Gombrowicz (1904-1969); de Griek Kavafis en
de 'door Stalin veroordeelde Rus Koezmin
(1875-1936), die na zijn dood nooit meer werd
herdrukt en in Rusland nóg taboe is.
De jongste generatie (maar mager verte
genwoordigd in dit boek) krijgt naam met
Yves Navarre (1940 te Gascogne), die in 1970
debuteerde met een roman over een traves
tiet (Lady Black); Anna Rheinsberg (1956 te
Berlijn), die hier aanwezig is met 'Op Bezoek'
(1980) en de Deense voorvechter voor de rech
ten van homoseksuelen Christian Kampman
(1939).
Van onze kunstredactie
„Het ging niet goed met Ne
derland. Hoe vaster het in de
greep van het totalitaire
welzijn was geraakt, des te
onbarmhartiger deed het
schrikbewind van de leeg
hoofdigheid, het boerenbe
drog en de wansmaak zich
gelden." Citaat uit het nieu
we boek van Frans Kusters:
Het milde systeem (uitg. De
Bezige Bij, 24,40). Een ver
halenbundel, waarin Kus
ters het labyrint van mense
lijke relatiepatronen met de
systematiek van zijn eigen -
vaak veelgeprezen - taal
kundig systeem ironiseert.
Na zijn bundels „De Reis
naar Brabant', 'De land
schapsfotograaf' en 'Het
Chaplinconcours' met hun
fragmentarische karakters,
gaat het in 'Het milde sys
teem' om zeven verhalen, die
zich afzetten tegen de ado-
lescerende studententijd van
Kusters en een soort van
'Grünen-mentaliteit' ten
aanzien van actuele culture
le verschijnselen openbaren.
Vaak heel cryptisch en ge
maniëreerd wordt met name
het studentenmilieu aan de
Nijmeegse universiteit on
der handen genomen op een
manier waarop andere
schrijvers hun calvinistische
jeugdmilieu van zich af
schrijven. In feite zijn het
tamelijk reactionaire verha
len. Taaltechnisch knap ge
speeld, omdat de taal als
beeldend milieu-middel
goed wordt aangewend, dat
wel!
Een hoertje - tussen aan
halingstekens - uit het Be-
tuwse Deest mag de bundel
openen. Hoewel ook zo'n
bongerd-dorp zijn hoertjes
heeft, is het een man-hoe
reerder die het verhaal
schrijft. Met alle respect
voor de middelen is de me
thode niet anders dan de be
schreven inhoud: opge
bouwd weliswaar uit intelli
gent bedachte metaphoren.
„Vanaf nu gaan we de
schaamteloosheid exploite
ren, iets anders blijft ons
niet meer over. We staan
aan het begin van een nieuw
begin. Aan de weg gaan we
timmeren, ieder op zijn
eigen manier. Het is tijd, de
hoogste tijd van schaamte
loze actie", zegt Kusters heel
studentikoos in het verhaal
Het schaamtesyndicaat. In
een sociale-academiestijl
van de jaren zeventig wordt
afstand genomen van de be
zieling die deze jaren karak
teriseerde. Bij Kusters weet
je het niet of het heimwee of
rancune is als hij speelt met
die periode. „De een wordt
tegenwoordig verpleegd, de
ander leidt het bestaan van
eerzaam huisvader, op
Frans Kusters.
smaak gebracht met een
scheut cynisme en kilome
ters hardlopen door de bos
sen."
En als hij het in het ver
haal 'Aan het eind van een
doordeweekse ochtend' heeft
over 'eilandkunde', de leek
en commissiewerk, dan
wordt afstand genomen van
een soort universitair cleri-
calisme, dat in het verlengde
ligt van de reactie tegen het
kerkelijk clericalisme, tien
jaar eerder. Maar de arro
gantie is ook deze auteur
niet vreemd (de pot verwijt
de ketel) als hij in 'Schets
van een pleidooi voor de El-
vis-liga' zich afzet tegen 'de
beleggers in leugen en onbe
nul' bij de media. Hoewel die
arrogantie niet helemaal
verwerpelijk is, vraag je je
toch af of het eerlijk is om
bijvoorbeeld te schrijven:
„Begenadigde keel, die dat
- FOTO ARCHIEF DE STEM
festival wel tien keer achter
elkaar had kunnen winnen,
heeft tenminste nog serieuze
pogingen ondernomen, voor
ze zo hoognodig een advoca
tenpraktijk moest begin
nen..." Ingewijden weten
over wie het hier gaat (en
die inwijding hoeft niet eens
zo exclusief te zijn). In zo'n
verhaal wordt 'Privé' verin-
tellectualiseerd. Daar helpt
zelfs de sneer op de intellec
tualistische arrogantie in
het verhaal 'De nieuwe
buurman' niet aan.
De titel van het boek, on
dersteund met motto's uit
Kafka en Poe, wijst erop dat
we allen het slachtoffer zijn
van een of meerdere leefsys-
temen. Dat is een juist uit
gangspunt. Maar het gaat
niet aan om het ene systeem
tegen het andere uit te spe
len. Dat is goedkoop, hoe
duur de middelen ook zijn.
BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKEN
boekenboekenboekenboekenboekenboek
ENBOEKENBOgKSTtBOEKEmOE K EN BOEKER
boekenboexehboekenboekenboekenbqe
SITISOEMANDARI SOERO-
TO: KARTINI. (uitg. Wever
f29,50).
Aan boeken over Indonesië
de laatste jaren geen gebrek.
Meestal zijn het boeken ge
schreven door Nederlanders
vanuit een tempo-doeloe men
taliteit. Langzamerhand ko
men er ook wat geschriften
van de hand van Indonesiërs
zelf naar hier. Wederzijds
speelt de politiek daarbij nog
een rol. Over en weer gaan
geen al té kritische boeken
over de grenzen. Opvallend is
bovendien dat die echte Indo
nesische boeken vaak nog te
rugvallen op Nederlandse
bronnen en geschreven zijn
door 'kinderen van het volk',
die nog Nederlands werden
opgevoed.
Over Kartini is al eerder ge
publiceerd in Nederland; on
der meer door H. Bouman
(1954), Rob Nieuwenhuys (1948)
en vooral door Cora Vreede-de
Stuers, die dit boekje ook ver
taalde en voor Nederland be
werkte. Een belangrijk uit
gangspunt zijn haar gebun
delde brieven in 'Door duister
nis tot licht' die in 1911 werden
uitgegeven (en onlangs her
drukt) door mr. Abendanon,
directeur van het departement
van onderwijs in Batavia. Hij
had een grote invloed op het
leven van deze 'pionierster
van de Indonesische onafhan
kelijkheid en vrouwenemanci
patie', die leefde van 1879-1904.
In 1964 werd ze verheven tot
'Heldin van de Nationale On
af hankelij kheid'.
Het lijkt er een beetje op dat
Abendanon een beetje een ere
schuld afloste, want hij was
het die Kartini ervan afhield
naar Nederland te gaan om
zich wetenschappelijk op te
laden (iets terug te halen, zou
je mogen zeggen) in dienst van
de ontwikkeling van de Ja
vaanse vrouw. Soeroto noemt
dat één van haar beide grote
fouten. De andere was dat zij
zich op het eind van haar (kor
te) leven toch in een huwelijk
met een regent liet binden, die
haar bedonderde wat betreft
de polygamie waartegen ze
streed. Zelf het slachtoffer van
de adat (gewoonterecht) vocht
ze tegen datgene wat daarin
de vrouw als mens onderuit
haalde. In haar korte bestaan
heeft ze veel invloed gehad.
Door haar contacten per brief
in Nederland met feminisiti-
sche en politieke figuren vroeg
de regering in Nederland haar
zelfs advies. Ze had haar eigen
opvattingen over de opleiding
van de Javaanse vrouw, die na
haar dood geresulteerd heb
ben in Kartini-scholen.
Sitisoemandari Soeroto
schreef een boek van 471 pagi
na's over deze volksheld. Dat
was voor Nederland een beetje
te veel. Cora Vreede-de Stuers
heeft het teruggebracht tot 184
bladzijden. Het is een heel
leesbaar boek geworden en
een belangrijk document in de
Derde Wereldliteratuur.
PIERRE VAN VOLLENHO
VEN BEB HOFLAND: SA
MEN OVERLEVEN, (uitg. De
Geus f 19,50).
Met name Van Vollenhoven
maakte naam als zogeheten
arbeider-schrijver. Alsof een
schrijver geen arbeider is. Af
gezien van dit kastevormige
denken doet het niet terzake
wat iemand maatschappelijk
is, maar hoe hij als schrijver
vorm geeft aan een bepaald
levensbesef. Als twee guitige
heren staan Pierre en Beb op
de flap boven de tekst: 'Samen
overleven'. Maar dit is geen
handboek hoe je dat moet
doen. Wel wordt een beetje de
magogisch opgemerkt dat het
boek wordt aanbevolen aan
iedereen die belangstelling
heeft voor de mening van de
pratende meerderheid, die
vaak verstomd wordt door de
heersende minderheid.
Het aandeel van Beb bestaat
uit korte schetsen, die voor
valletjes uit het leven van de
maatschappelijke underdog
beschrijven. Een jongere die
niet serieus genomen wordt;
de achterdocht tegen een
kleurling, de vakbondsman of
de man op de bouw. Of om het
met zijn eigen woorden te zeg
gen: „Ik hoor bij het volk/ dat
ik liefheb en veracht/ dat in
telligent is en dom/ dat zacht
is en spijkerhard..." etc. Hof
land vertelt eenvoudig en
soms nogal eens clichématig.
Dat is overkomelijk. Erger is
dat zijn verhaaltjes een echte
spanningsboog missen, waar
door ze zo vlak blijven, dat ze
je niet echt weten te raken.
Van Vollenhoven heeft wat
meer kaas gegeten van wat
provocerende dramatiek. Hij
weet in te haken op de actuali
teit en zijn beleringen wat
verpakt op te dienen. Studen
ten die scripties schrijven over
oude wijken weten van niets,
de arbeider-schrijver weet er
alles van. Prins Claus is de
meest gekooide man van Ne
derland. Alleen eenvoudige
mensen begrijpen Turken
echt. Afgepeigerde en daar
door bezopen mannen ha],
het orgasme niet meer
'Lubbers is een vuile lubben'
Zijn schetsen liggen dicht u
'het leven', maar of ze
wustzijn tot overleven
deren kan betwijfeld wo
Daarvoor worden teveel
deuren ingetrapt.
eeni*
BERT JANSEN: VRIEHftn
(uitg. Bert Bakker—ƒ24,50)
Ook een schrijver is ma.
een mens. Hij moet afreken!
met zijn jeugd, met 0
ouders. Zo freudiaans zijn v
wel geïnfecteerd. Bert jans(
doet dat in deze verhalen!»
del, zoals al eerder in oni
meer Thuiskomst, Vlekken
de lakens en Verder naar h
Noorden. Het likken van i
wonden. Maar „we blijvenst
ken... Wat is het verschil tus
sen een avond café en dronk,
worden of een avond tv-kijk,
en om halftwaalf bij je vrou
in bed kruipen? We word,
ouder, gezapig, we denken au
ders te zijn, maar we zijn ht
niet. Langzamerhand, zond,
het te weten, zijn we op oni
ouders gaan lijken. Anyhoi
anywhere".
Deze defaitistische zin
uit het titelverhaal. Het gevo
van gefaald te hebben won
in de verhalen afgezet teg
laten we globaal zeggen,
zestiger jaren. Het is een 'h.
actuele trend van deze tachtt
ger jaren der Restauratie
die periode snerend te verra I Cpn h^D
den. De literatuur van ou ll r
dagen wordt voor een belang
rijk stuk bepaald door teleur
stelling. De teleurstelling ov,
ingetrapte idealen, omgezet i
'grappige' ontkrachtingen! I
twee vrienden knappen oj
kaar af wanneer een van
den heel burgerlijk kiest w
het huisje, boompje, beest
Hoe was het ook weer? En
het niet te goedkoop om je i
te zetten tegen de geitenwol
len-sokkencultuur?
Jansen projecteert in
verhalen veel op zijn vaderd
muziek maakt in een 1
en zijn moeder, die daar wai
hopig achteraan reisde. 'Va
loren in dromen', heet één
zijn verhalen. Een te gemai
kelijk excuus voor een verli
den dat meer geladen ra
door enthousiasme dan 1)
katerige gevoel van de tacht
ger jaren. Wie zich met
problematiek graag wil bezi]
houden moet deze verhall
zeker lezen.
Illustratie uit 'Moet je
kijken, zo is de natuur'
van M.A. IJsseling en K.
deKiefte.
pe NJN (Nederlandse
jeugdbond voor Natuurstu
die) bestaat al 64 jaar. Je
gunt lid worden als je tussen
de 12 en 23 jaar bent. Met
kinderen van je eigen leef
tijd ga je in het weekend op
stap om vogels en planten te
kijken en te fotograferen,
vleermuizen te volgen, enz.
bij de uitgeverij van de bond
kun je heel goedkoop bro
chures bestellen. Er zit van
alles bij: braakballen, wa
terkevers, maar ook brochu
res over tropische regen
wouden. De NJN doet nog
meer. Iedere zomer organi
seren ze natuurstudiekam
pen van 10 dagen. Zo'n kamp
kost 90, alleen de reis heen
en terug moet je zelf betalen.
Vaak wordt er in groepjes
naar toe gefietst. Er zijn
kampen op Terschelling, in
Oost-Zeeuwsch-Vlaande
ren, Winterswijk en in
Frankrijk: Cap Gris Nez en
in België in de Ardennen.
Opgave vóór 2 juni en ver
dere informatie bij Rienk
Geene, Groeneveen 459,
1103 GD Amsterdam. Het
adres van de NJN: 'Schaep
en Burgh', Noordereind 60,
1243 JJ 's Gravelande.
HENRI NOUWEN: MOEDl
- een In Memoriam - (uitg.l
Haan f 19,50).
Harrie Nouwen is pries#
van het bisdom Utrecht, ma;
heeft het grootste deel vanzi
bestaan collegegevend
Amerika doorgebracht. I
bij is hij er een gevierd geest
lijk schrijver geworden en
dit genre er na Billy Graha:
de meest gelezen auteur. Stel
geworteld in een tradition,
rooms-katholieke bijbelse tn
ditie waren tot voor kort
Nederland geen uitgevers
vinden voor zijn in het Eng,
geschreven boeken. Het
keerde wat. Dit boekje we:
na zijn 'Vreemdeling in I*
paradijs', uit het Engels vei
taald.
Het is een goed geschrev,
reflectie op het sterven vi
zijn eigen moeder. Daarb
vallen twee gegevens op. C
de eerste plaats zijn innerlijl
conflict om zijn moeder, die
zijn ogen altijd zeer voorte
dig en gelovig geleefd had,
zien verwikkeld in een dood
strijd. Hoe is dat met elkaar
rijmen? Met een wat calviw
tische opvatting over de g
weldige afstand tussen God
de mens probeert hij zieto
soelaas te bieden. Er zit nie
anders op dan tot een geM
overgave te komen en als
ware naast Christus op
kruis te gaan hangen.
Het tweede thema data»
springt is de moeder-,?:-
ter)zoon verhouding. Zijv
tegenwoordigde het vrou»
lijke aspect (soort Maria-
guur) in zijn leven en nu
seft hij ineens als man al
te staan. „Moeder is gesW;
en het was goed voor me
dat
cu uct v»ao 5VVM
heenging... De dood van m
der is de weg waarlangs
me wil bekeren, me vnj
maken door zijn Geest
Maria geeft hij haar
plaats in Gods voortga^
bin».
verlossingswerk'. Een typl^j
priester-man-reactie
der.-k. kerk. ,Nn4
Het valt wat tegen da'
wen, die toch ook inte"?
psychologie is bezig gu "J
geen werkelijke krit^
vragen durft te stellen,
alleen in geloof verklap
zoekt en andere uiteend
gen als te materialist®»
vaart. Hij is represents
een bepaalde te respecte
vensinstelling en vaniu'
kader kan dit boekje
bieden aan hen, die ee
bare door de dood zagen
gerukt. En tevreden t
kunnen worden met net
'mysterie'.
Komende woensdag is er een
zonsverduistering. De zon
zal dan voor '/s deel 'ver
donkeremaand' zijn doordat
de maan dan precies tussen
de aarde en de,zon schuift.
De verduistering begint te
gen 19.15 uur en is om 20.55
uur afgelopen. Om 20.00
uur zal de grootste hap eruit
zijn. Als je gaat kijken moet
je je ogen goed beschermen
met een lasbril of een paar
foto-negatieven op elkaar.
Pas in 1994 zal er weer een
zonsverduistering zijn. To
tale verduisteringen zijn
zeldzaam, de laatste in Ne
derland was in 1433. In 2135,
2142 en 2151 komen er ineens
drie tegelijk, nou ja... Op de
Volkssterrewacht in Hoeven
is er die woensdag heel wat
te doen. Als het niet te be
wolkt is, kun je door drie te
lescopen kijken, vanaf 18.30
uur is er een film over de
zon en het zonne-onderzoek
in Nederland en er zijn drie
diaseries. In het planeta
rium kun je in ieder geval de
schaduw op de zon zien,
weer of geen weer, dat geldt
ook voor de radiotelescoop
waarmee de verminderde
straling gemeten wordt.
Iedere bezoeker krijgt bo
vendien gratis een zonnefil-
terJe kunt altijd vragen
stellen aan de sterrewacht,
op werkdagen tussen 9 en 5
uur. Daarbuiten en in het
weekeinde krijg je de astro
nomische nieuwsdienst aan
de lijn en vaak zit daar het
antwoord op je vraag bij.
Volkssterrewacht Simon
Stevin, Bovenstraat 89, Hoe
ven, tel. 01659-2439.
dal mei homen omdol ie me! ie
lüjtpoi ioep m 15li
i-fi
gek
A/are
re&rt/i
van d
TT8.-ÓC
onde/-
norrèc
nökr,
Zn.Wnw