De frustraties uit de zestiger jaren in een dagboek Misdaad en mildheid in de middeleeuwen Het arrogante intellectualisme van Kusters 'Wij twee jongens'; Bundel vol homo literatuur Kartini Overleven Vrienden Ken je de NJN uit de zon ZATERDAG 26 ME11984 W Willekeurig Hoe Vlaams is Frankrijk? In Memoriaal §uske en Wiske: H Ppie Happie leest Een schrijver schrijft altijd zichzelf; ook bij fictie. Er kan niets uit je ko men wat er niet in zit. Het biografi sche element kent weliswaar grada ties en vormen. Het dagboek ligt wel het dichtst bij zelfopenbaring; als je het tenminste aan de publiciteit bloot geeft. De Nederlandse litera tuur kent geen echte dagboektradi- tie. Wordt er dan eens zo'n geschrift gedrukt, dan heeft het meestal veel authenticiteit, omdat het niet ge schreven is op publikatie. Dat kun je ook zeggen van het boek DANIËL ROBBERECHTS: DAGBOEK '64-'65 (uitg. Manteau - ƒ28,-). De jaartallen zijn in dit ver band interessant. Robberechts (Brussel 1937) is inmiddels een schrijver van naam, voor zover je dat van een Vlaming kunt zeggen in het Nederland, dat nog steeds voor het grootste deel tamelijk neerbui gend naar Vlaanderen kijkt, als het om literatuur gaat. Zijn boeken als Tegen het personage, De labiele stil te, De grote schaamlippen, Aanko men in Avignon, Praag schrijven en Onderwerpen, hebben hem een eigen publiek bezorgd. Uit die boeken is natuurlijk een beeld te vormen van de mens/auteur Robberechts. Maar het vertrekpunt voor deze produktie ligt in het nu verschenen dagboek, dat behalve een directere kijk op de mens Robberechts ook een inblik geeft in enkele maatschappelijke si tuaties van de beginnende zestiger jaren, waarin heel wat lezers zich zelf ook enigszins zullen herkennen. „Een schrijver is een dier, dat zijn wonden likt", noteert hij. Na 20 jaar zal hij in het voorwoord schrijven: „Dit dagboek gaat hoofdzakelijk over de dingen, die ik in mijn literai re probeersels niet kwijtraakte". In dit boek lees je dan met name over zijn rooms-katholieke opvoeding die hem parten speelt; over de daarmee samenhangende seksuele moraal en al of niet in verband daarmee zijn eerste pogingen om tot literatuur te komen. „Dat bepaalde ouders in de 20e eeuw hun kind van de wieg af tot het priesterschap bestemmen, tot daar; maar mijn ouders hebben het dan toch wel erg drastisch doorgevoerd. En met zulk een moeder zou ik aan een normaal seksueel leven hebben moeten geraken?... Ernst en ascese berusten op conditionering tot mar telaar i.p.v. op een overtuiging en in zicht. Het verschil met de vroom heid: dat het nu te laat is om me uit de ernst los te weken, dat het plezier niet meer bereikbaar is buiten de verdorvenheid, en dan nog niet eens door de daadwerkelijke beleving er van, maar enkel door de morose ver beelding"... Toch zit Daniël vast aan de roomse kerk, die 'zemelt' over paus Johannes 23, en maakt zich te vens druk over het verbod van de je zuïetenkrant de Vlaamse Linie. Het is de conciliaire periode van de zesti ger jaren, die zoveel ambivalente ge voelens opriep. Tegelijk zit hij met schuldgevoe lens. Getrouwd met Cee. Een kind komt. De andere vrouwen in zijn le ven? Speciaal de relatie met Kene bepaalt die periode. „Tussen seksue le obsessie en katholiscisme: het ge loof legt de mens een geweldige druk op... Ben ik eigenlijk wel verdorven? Hoezeer ben ik niet door de deugd ingepalmd: de enige mens met wie ik mijn verdorvenheid enigszins kan botvieren (Kene) is me niet aantrek kelijk genoeg". In deze periode wordt hij wel 3x bekroond met literaire prijzen, maar uitgevers zien geen brood in zijn werk. Het is overigens wel 'grappig' te lezen hoe hij op de grote literators in die dagen reageert. Geen goed woord voor bijvoorbeeld Jonckheere en Boon (als mens). De uitgever van dit dagboek nu heet dan nog een 'krenggier' en bezorgt hem angst voor afhankelijkheid van Jos Van-' deloo. Het dagboek geeft ook enkele literaire constructie-studies, die lite rair geïnteresseerden in het werk van Robberechts zullen interesseren. Mulisch en Claus zijn in die periode zijn favoriete auteurs, die hij benijdt. „Manteau capitulatie" schrijft hij dan. Dit bpek kwam bij deze uit gever uit. Is hij nu gecapituleerd? Ook schreef Robberechts toen al: „In ieder geval ben ik tot het inzicht ge komen dat zelfs wie het leven gron dig wil beleven, in zichzelf plaats moet ruimen voor het evenwicht - dus het compromis - indien hij al thans verdorvenheid en waanzin af wijst"... Uitgever Manteau wijst tij dens dit dagboek zijn debuut De la biele stilte af. Het kwam wel uit bij de Standaarduitgeverij. Jos Vande- loo zit nu bij de Standaard en Robe- rechts bij Manteau. Heeft het leven dan toch méér met personen dan principes te maken? Waarschijnlijk méér frustraties! En daarvan is dit dagboek ook een onderhoudend en leerzaam voorbeeld. - «p. f «e r vv> ;V#y Door Jan van de Ven De overheid deelde in de middeleeuwen meer straf fen voor geweld uit dan nu. Dr. D. Berents komt in zijn boek Misdaad in de mid deleeuwen tot die conclu sie. In cijfers uitgedrukt: geweldsmisdrijven maak ten in 1300-1400 37 procent van de misdrijven uit en nu wordt in 16 procent van de te berechten zaken over geweld geoordeeld. De cijfers geven geen vergelijking van de crimi naliteit toen en nu. Zo'n vergelijking is ook niet te maken. Wel heeft schrijver geprobeerd aan de hand van 5568 vonnissen, uitge sproken in de stad Utrecht, een idee te geven van wat de middeleeuwse gemeen schap strafbaar vond en met welke straffen tegen daders moest worden op getreden. Berents waarschuwt de lezers vooraf. Zijn werk zal niet geheel rechtshisto risch zijn. Ook sociologisch aspecten komen in zijn boek voor. Eten opmerking met een dubbele bodem, want alles wat niet direct de rechtshistorische we tenschap aangaat zou in de sociologie moeten passen. De waarschuwing kan ook bijvoorbaat een excuus zijn voor een niet te strin gente juridische aanpak. Heel begrijpelijk, dat iemand die voor een groot publiek wil schrijven niet te strikt vanuit een vakge bied de stof presenteert. Zeg dat dan. De door Berents gehan teerde stof laat zich trou wens op meer dan een wij ze lezen. Hij heeft het over 'dader op het kerkhof'. In onze dagen hebben we het over 'de dader ligt op het kerkhof'. Wij bedoelen er mee, de dader is onvind baar. Vroeger betekende het de dader is onpakbaar, want hij maakte gebruik van het asielrecht dat de kerk hem verleende. Kerk en kerkhof waren uitwijk plaatsen voor wie uit de handen van achtervolgers wilde blijven. Zo zijn er' nog enkele overgewaaide uitdrukkin gen, die in de loop der tij den een betekeniswisseling ondergingen. Een hand ge ven zou in het verleden een uiting zijn geweest van 'ik ben ongewapend'. En wil lekeurig had niet de bete kenis van grillig, maar voor voorvaderen was het een belofte om iets niet meer te doen. Wij kennen de uitdrukking 'op een schopstoel zitten', onzeker zijn van een plaats. Vroe ger was de schopstoel een schavot, waarop men een veroordeelde plaatste om hem vervolgens ervan af te trappen. De modder en de viezigheid in. Moord en brand schreeuwen wil in onze tijd zeggen, dat iemand een flinke keel opzet. Maar in de middeleeuwen bestond het woord moortbrant voor een daad, voor opzettelijke brandstichting. Het vinden van uitdrukkingen met een heel andere betekenis dan wij eraan geven geeft het werk van Berents een on verwachte dimensie, die een ondergeschikte rol hoort te spelen. Het gaat erom een in druk te krijgen van mis drijven en het reageren van de gemeenschap daar op en welke normen de sa menleving hanteerde om misdrijven te bestraffen. Opvallend voor de be schreven periode is de mildheid, waarmee de overheid strafte. Gemar teld om tot een bekentenis te komen werd er niet of nauwelijks. Pijnbank en ander tuig stammen uit la ter tijden. Vooral in steden met een grote autonomie, zoals Utrecht, voerde mild heid de boventoon. In plaats van bloedige straf fen op te lopen kon de mis dadiger vaak tot afkopen overgaan. In een staatje geeft Be rents een overzicht van de voorkomende straffen: doodstraf werd in 8,8 pro cent van de gevallen uitge sproken, lijf- en erestraf- fen in 0,8 procent van de gevallen, vrijheidsstraffen in 2,5 procent van de geval len, verbanning en pelgri mage in 39,5 procent, straf fen aan rechten in 6,8 pro cent en vermogensstraffen in 41,6 procent van de ge vallen. Wie Misdaad in de mid deleeuwen leest krijgt een indruk van de toenmalige gemeenschap. Zeker geen oppervlakkige. Misdaad in de middeleeu wen, D. Berents, Walburg Pers, prijs 35 gulden BOEKENBOEKENBOE BOEKENBOEKEmOEKESB ENBOEKEN&OS-ZSftBO. BOEm/BOEKENBOEKEfs DE FRANSE NEDERLAN DEN/ LES PAYS-BAS FRAN CAIS (Jaarboek 1984 van de stichting Ons Erfdeel-Rij - voortshoef 165, Raamsdonks- veerf58.-). Alweer voor de negende keer dat dit toch wel merk waardige boekwerk weer ver schijnt. Op 256 bladzijden wordt via 11 studies en 3 vaste rubrieken weer bekeken hoe Vlaams Noord Frankrijk is. Ook al lijkt de onderneming op het eerste oog een prestige- slag voor Vlamingen, als je de negen delen nu nog eens door bladert moet je zeggen: een schat aan merkwaardig en houtsnijdend materiaal bin nen het kader van de Neder landstalige cultuurgeschiede nis. Met een soort van verde lende rechtvaardigheid zijn de bijdragen om en om in het Ne derlands of Frans geschreven met afsluitend respectievelij ke Franse of Nederlandse compendia. Tussen Balzac en Vlaande ren (met name La Tourraine/ Tours en Dowaai/ Douai blijkt een affinitiet bestaan te heb ben. Een nieuwe kijk op de vereniging Pro Westlandia, die cultureel proselitisme be dreef in Frans-Vlaanderen. De Schelde en de Leie hebben via hun grensoverschrijdewnd contact cultuur meegevoerd in' hun stromen. Dowaai is een belangrijk centrum van de drukkunst geweest met zo'n 25 drukkerijen in de 16e en 17e eeuw. Ook de boekhandel tier de er welig. Boulogne-sur- Mer/ Bonen blijkt in de 19e eeuw een belangrijk toeris tisch contact met Engeland ge had te hebben. De laaste Rede rijkerskamer - 'Verblijders in het Kruis' - hadden een ty pisch taalgebruik etc. Deze on derwerpen en andere thema's lichten een stukje cultuurge schiedenis uit waarbij je niet snel zult stilstaan. Ieder jaar opnieuw is dit jaarboek een merkwaardige verrassing. De vraag lijkt gewettigd of het zinvol is om een speciale bundel met literaire stukken waarin de mannelijke homoseksualiteit aan de orde is uit te geven. De noodzaak van ghetto-vorming binnen de Uteratuur is mo gelijk plausibel, zolang we het nog niet over 'mensen' kunnen hebben in de samenleving c.q. literatuur, maar spreken over mannen, vrouwen, homo's, hetero's, zwarten, blanken etc. Deze Centrum-Partijachtige kortzichtig heid speelt iedereen nog parten. Ook de uitgever van een boek als Wij twee jongens - mannelijke homoseksualiteit in de twintigste-eeuwse literatuur -, samengesteld door David Galloway en Christian Sabisch, die beiden verbonden zijn aan de Ruhr-uni- versiteit in het Duitse Bochum. Het boek werd in de Nederlandse vertaling van de Amerikaanse uitgave (Male homsexuality in twentieth-century literature: an internatio nal anthology - New York, Morrow, 1982) uit gegeven door Elsevier/Manteau voor 42,50. Het is een tamelijk angelsaksisch boek ge worden met enkele Europese uitschieters be halve Nederland. Weliswaar zijn Willem de Mérode en Maarten 't Hart verdwaald in de inleiding, in het nawoord maakt Ron Mooser bekend dat het niet opnemen van werk van enige Nederlandse auteur gebeurd is om principiële redenen. Er was geen beginnen aan, zo luidt dat principe. Als het aan hem gelegen had waren aan bod gekomen: Jacob Israël de Haan, Couperus, Boutens, De Méro de, Lodeizen, Hanlo, Reve, Jaap Harten, Komrij, Verheul, Canaponi en Van Hattum. Ook gaat het niet om lesbische verhoudin gen, omdat ze zelden door kerk of staat syste matisch werden vervolgd; zo heet het. Het boek begint met een 27 pagina's tellende in leiding over de homoseksualiteit en litera tuur. Te beginnen met de 'primeur' in 1895 van de Braziliaan Adolfo Caminha, die - zo als beweerd - de eerste roman (Bon Crioulo) publiceerde, waarin de homoseksuele liefde positief werd benaderd (dat is te betwijfelen) tot Norman Mailers' The Homosexual as a Villain. Gesproken wordt dan over de actua liteit als 'louter modeverschijnsel' waarbij in een zogeheten liberale samenleving de homo seksuelen genoemd worden 'onze hedendaag se negers van de liefde'. Dat is de duivel uit drijven met Beëlzebub! Deze inleiding brengt literair-historisch goede stuf bijeen, maar schiet cultureel/psychologisch aardig tekort ten aanzien van het fenomeen homoseksuali teit. Gezegd kan worden dat dit ook niet de bedoeling was. Vraag is of je dit verschijnsel zo kunt op delen. In dit verband is met instemming te ci teren: „Het is in één woord absurd om te ver onderstellen dat intieme betrekkingen tussen Maarten 't Hart: verdwaald in inleiding. - FOTO GER DIJKSTRA man en man (of vrouw en vrouw) alleen maar gevat kunnen worden in seksuele be woordingen. Het is de zoveelste vereenvoudi ging door wat Christopher Istherwood de 'heteroseksuele dictatuur' noemt, maar jam mer genoeg is dit idee zo ingeworteld dat het ook het zelfbeeld van veel homoseksuelen heeft bepaald." De gekozen stukken hebben op de eerste plaats te maken met sferen, le vensstijlen, met mensen, zodat de basis breed is. Daarbij komt dat er op deze manier een bloemlezing uit de wereldliteratuur ontstaan is, die je waarschijnlijk in haar samenstel ling nergens aantreft. Zo tref je werk van on der meer de volgende auteurs aan: Sherwood Anderson (1876-1941) met D.H. Lawrence (1885-1930) - uiteraard ook opgenomen -, 'be rucht' als schrijver over erotiek en sex, maar later mystiek georiënteerd; die andere Ame rikaan Paul Bowles (1910), die naïviteit en bedrog tegenover elkaar zet en de goeroe van de beatgeneration William Bouroughs; de Roemeen Matei Ion Caragiale (1885-1936); de Zweed Otto Vilhelm Ekelund (1880-1949), die zich tot heteroseksueel omvormde om als schrijver te kunnen blijven functioneren; de in de Spaanse Burgeroorlog als homoseksu eel omgebrachte Federico Garcia Lorca (1898-1936); Allen Ginsberg (1926), een van de pioniers van de beatgeneration; de Pool Gombrowicz (1904-1969); de Griek Kavafis en de 'door Stalin veroordeelde Rus Koezmin (1875-1936), die na zijn dood nooit meer werd herdrukt en in Rusland nóg taboe is. De jongste generatie (maar mager verte genwoordigd in dit boek) krijgt naam met Yves Navarre (1940 te Gascogne), die in 1970 debuteerde met een roman over een traves tiet (Lady Black); Anna Rheinsberg (1956 te Berlijn), die hier aanwezig is met 'Op Bezoek' (1980) en de Deense voorvechter voor de rech ten van homoseksuelen Christian Kampman (1939). Van onze kunstredactie „Het ging niet goed met Ne derland. Hoe vaster het in de greep van het totalitaire welzijn was geraakt, des te onbarmhartiger deed het schrikbewind van de leeg hoofdigheid, het boerenbe drog en de wansmaak zich gelden." Citaat uit het nieu we boek van Frans Kusters: Het milde systeem (uitg. De Bezige Bij, 24,40). Een ver halenbundel, waarin Kus ters het labyrint van mense lijke relatiepatronen met de systematiek van zijn eigen - vaak veelgeprezen - taal kundig systeem ironiseert. Na zijn bundels „De Reis naar Brabant', 'De land schapsfotograaf' en 'Het Chaplinconcours' met hun fragmentarische karakters, gaat het in 'Het milde sys teem' om zeven verhalen, die zich afzetten tegen de ado- lescerende studententijd van Kusters en een soort van 'Grünen-mentaliteit' ten aanzien van actuele culture le verschijnselen openbaren. Vaak heel cryptisch en ge maniëreerd wordt met name het studentenmilieu aan de Nijmeegse universiteit on der handen genomen op een manier waarop andere schrijvers hun calvinistische jeugdmilieu van zich af schrijven. In feite zijn het tamelijk reactionaire verha len. Taaltechnisch knap ge speeld, omdat de taal als beeldend milieu-middel goed wordt aangewend, dat wel! Een hoertje - tussen aan halingstekens - uit het Be- tuwse Deest mag de bundel openen. Hoewel ook zo'n bongerd-dorp zijn hoertjes heeft, is het een man-hoe reerder die het verhaal schrijft. Met alle respect voor de middelen is de me thode niet anders dan de be schreven inhoud: opge bouwd weliswaar uit intelli gent bedachte metaphoren. „Vanaf nu gaan we de schaamteloosheid exploite ren, iets anders blijft ons niet meer over. We staan aan het begin van een nieuw begin. Aan de weg gaan we timmeren, ieder op zijn eigen manier. Het is tijd, de hoogste tijd van schaamte loze actie", zegt Kusters heel studentikoos in het verhaal Het schaamtesyndicaat. In een sociale-academiestijl van de jaren zeventig wordt afstand genomen van de be zieling die deze jaren karak teriseerde. Bij Kusters weet je het niet of het heimwee of rancune is als hij speelt met die periode. „De een wordt tegenwoordig verpleegd, de ander leidt het bestaan van eerzaam huisvader, op Frans Kusters. smaak gebracht met een scheut cynisme en kilome ters hardlopen door de bos sen." En als hij het in het ver haal 'Aan het eind van een doordeweekse ochtend' heeft over 'eilandkunde', de leek en commissiewerk, dan wordt afstand genomen van een soort universitair cleri- calisme, dat in het verlengde ligt van de reactie tegen het kerkelijk clericalisme, tien jaar eerder. Maar de arro gantie is ook deze auteur niet vreemd (de pot verwijt de ketel) als hij in 'Schets van een pleidooi voor de El- vis-liga' zich afzet tegen 'de beleggers in leugen en onbe nul' bij de media. Hoewel die arrogantie niet helemaal verwerpelijk is, vraag je je toch af of het eerlijk is om bijvoorbeeld te schrijven: „Begenadigde keel, die dat - FOTO ARCHIEF DE STEM festival wel tien keer achter elkaar had kunnen winnen, heeft tenminste nog serieuze pogingen ondernomen, voor ze zo hoognodig een advoca tenpraktijk moest begin nen..." Ingewijden weten over wie het hier gaat (en die inwijding hoeft niet eens zo exclusief te zijn). In zo'n verhaal wordt 'Privé' verin- tellectualiseerd. Daar helpt zelfs de sneer op de intellec tualistische arrogantie in het verhaal 'De nieuwe buurman' niet aan. De titel van het boek, on dersteund met motto's uit Kafka en Poe, wijst erop dat we allen het slachtoffer zijn van een of meerdere leefsys- temen. Dat is een juist uit gangspunt. Maar het gaat niet aan om het ene systeem tegen het andere uit te spe len. Dat is goedkoop, hoe duur de middelen ook zijn. BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKEN boekenboekenboekenboekenboekenboek ENBOEKENBOgKSTtBOEKEmOE K EN BOEKER boekenboexehboekenboekenboekenbqe SITISOEMANDARI SOERO- TO: KARTINI. (uitg. Wever f29,50). Aan boeken over Indonesië de laatste jaren geen gebrek. Meestal zijn het boeken ge schreven door Nederlanders vanuit een tempo-doeloe men taliteit. Langzamerhand ko men er ook wat geschriften van de hand van Indonesiërs zelf naar hier. Wederzijds speelt de politiek daarbij nog een rol. Over en weer gaan geen al té kritische boeken over de grenzen. Opvallend is bovendien dat die echte Indo nesische boeken vaak nog te rugvallen op Nederlandse bronnen en geschreven zijn door 'kinderen van het volk', die nog Nederlands werden opgevoed. Over Kartini is al eerder ge publiceerd in Nederland; on der meer door H. Bouman (1954), Rob Nieuwenhuys (1948) en vooral door Cora Vreede-de Stuers, die dit boekje ook ver taalde en voor Nederland be werkte. Een belangrijk uit gangspunt zijn haar gebun delde brieven in 'Door duister nis tot licht' die in 1911 werden uitgegeven (en onlangs her drukt) door mr. Abendanon, directeur van het departement van onderwijs in Batavia. Hij had een grote invloed op het leven van deze 'pionierster van de Indonesische onafhan kelijkheid en vrouwenemanci patie', die leefde van 1879-1904. In 1964 werd ze verheven tot 'Heldin van de Nationale On af hankelij kheid'. Het lijkt er een beetje op dat Abendanon een beetje een ere schuld afloste, want hij was het die Kartini ervan afhield naar Nederland te gaan om zich wetenschappelijk op te laden (iets terug te halen, zou je mogen zeggen) in dienst van de ontwikkeling van de Ja vaanse vrouw. Soeroto noemt dat één van haar beide grote fouten. De andere was dat zij zich op het eind van haar (kor te) leven toch in een huwelijk met een regent liet binden, die haar bedonderde wat betreft de polygamie waartegen ze streed. Zelf het slachtoffer van de adat (gewoonterecht) vocht ze tegen datgene wat daarin de vrouw als mens onderuit haalde. In haar korte bestaan heeft ze veel invloed gehad. Door haar contacten per brief in Nederland met feminisiti- sche en politieke figuren vroeg de regering in Nederland haar zelfs advies. Ze had haar eigen opvattingen over de opleiding van de Javaanse vrouw, die na haar dood geresulteerd heb ben in Kartini-scholen. Sitisoemandari Soeroto schreef een boek van 471 pagi na's over deze volksheld. Dat was voor Nederland een beetje te veel. Cora Vreede-de Stuers heeft het teruggebracht tot 184 bladzijden. Het is een heel leesbaar boek geworden en een belangrijk document in de Derde Wereldliteratuur. PIERRE VAN VOLLENHO VEN BEB HOFLAND: SA MEN OVERLEVEN, (uitg. De Geus f 19,50). Met name Van Vollenhoven maakte naam als zogeheten arbeider-schrijver. Alsof een schrijver geen arbeider is. Af gezien van dit kastevormige denken doet het niet terzake wat iemand maatschappelijk is, maar hoe hij als schrijver vorm geeft aan een bepaald levensbesef. Als twee guitige heren staan Pierre en Beb op de flap boven de tekst: 'Samen overleven'. Maar dit is geen handboek hoe je dat moet doen. Wel wordt een beetje de magogisch opgemerkt dat het boek wordt aanbevolen aan iedereen die belangstelling heeft voor de mening van de pratende meerderheid, die vaak verstomd wordt door de heersende minderheid. Het aandeel van Beb bestaat uit korte schetsen, die voor valletjes uit het leven van de maatschappelijke underdog beschrijven. Een jongere die niet serieus genomen wordt; de achterdocht tegen een kleurling, de vakbondsman of de man op de bouw. Of om het met zijn eigen woorden te zeg gen: „Ik hoor bij het volk/ dat ik liefheb en veracht/ dat in telligent is en dom/ dat zacht is en spijkerhard..." etc. Hof land vertelt eenvoudig en soms nogal eens clichématig. Dat is overkomelijk. Erger is dat zijn verhaaltjes een echte spanningsboog missen, waar door ze zo vlak blijven, dat ze je niet echt weten te raken. Van Vollenhoven heeft wat meer kaas gegeten van wat provocerende dramatiek. Hij weet in te haken op de actuali teit en zijn beleringen wat verpakt op te dienen. Studen ten die scripties schrijven over oude wijken weten van niets, de arbeider-schrijver weet er alles van. Prins Claus is de meest gekooide man van Ne derland. Alleen eenvoudige mensen begrijpen Turken echt. Afgepeigerde en daar door bezopen mannen ha], het orgasme niet meer 'Lubbers is een vuile lubben' Zijn schetsen liggen dicht u 'het leven', maar of ze wustzijn tot overleven deren kan betwijfeld wo Daarvoor worden teveel deuren ingetrapt. eeni* BERT JANSEN: VRIEHftn (uitg. Bert Bakker—ƒ24,50) Ook een schrijver is ma. een mens. Hij moet afreken! met zijn jeugd, met 0 ouders. Zo freudiaans zijn v wel geïnfecteerd. Bert jans( doet dat in deze verhalen!» del, zoals al eerder in oni meer Thuiskomst, Vlekken de lakens en Verder naar h Noorden. Het likken van i wonden. Maar „we blijvenst ken... Wat is het verschil tus sen een avond café en dronk, worden of een avond tv-kijk, en om halftwaalf bij je vrou in bed kruipen? We word, ouder, gezapig, we denken au ders te zijn, maar we zijn ht niet. Langzamerhand, zond, het te weten, zijn we op oni ouders gaan lijken. Anyhoi anywhere". Deze defaitistische zin uit het titelverhaal. Het gevo van gefaald te hebben won in de verhalen afgezet teg laten we globaal zeggen, zestiger jaren. Het is een 'h. actuele trend van deze tachtt ger jaren der Restauratie die periode snerend te verra I Cpn h^D den. De literatuur van ou ll r dagen wordt voor een belang rijk stuk bepaald door teleur stelling. De teleurstelling ov, ingetrapte idealen, omgezet i 'grappige' ontkrachtingen! I twee vrienden knappen oj kaar af wanneer een van den heel burgerlijk kiest w het huisje, boompje, beest Hoe was het ook weer? En het niet te goedkoop om je i te zetten tegen de geitenwol len-sokkencultuur? Jansen projecteert in verhalen veel op zijn vaderd muziek maakt in een 1 en zijn moeder, die daar wai hopig achteraan reisde. 'Va loren in dromen', heet één zijn verhalen. Een te gemai kelijk excuus voor een verli den dat meer geladen ra door enthousiasme dan 1) katerige gevoel van de tacht ger jaren. Wie zich met problematiek graag wil bezi] houden moet deze verhall zeker lezen. Illustratie uit 'Moet je kijken, zo is de natuur' van M.A. IJsseling en K. deKiefte. pe NJN (Nederlandse jeugdbond voor Natuurstu die) bestaat al 64 jaar. Je gunt lid worden als je tussen de 12 en 23 jaar bent. Met kinderen van je eigen leef tijd ga je in het weekend op stap om vogels en planten te kijken en te fotograferen, vleermuizen te volgen, enz. bij de uitgeverij van de bond kun je heel goedkoop bro chures bestellen. Er zit van alles bij: braakballen, wa terkevers, maar ook brochu res over tropische regen wouden. De NJN doet nog meer. Iedere zomer organi seren ze natuurstudiekam pen van 10 dagen. Zo'n kamp kost 90, alleen de reis heen en terug moet je zelf betalen. Vaak wordt er in groepjes naar toe gefietst. Er zijn kampen op Terschelling, in Oost-Zeeuwsch-Vlaande ren, Winterswijk en in Frankrijk: Cap Gris Nez en in België in de Ardennen. Opgave vóór 2 juni en ver dere informatie bij Rienk Geene, Groeneveen 459, 1103 GD Amsterdam. Het adres van de NJN: 'Schaep en Burgh', Noordereind 60, 1243 JJ 's Gravelande. HENRI NOUWEN: MOEDl - een In Memoriam - (uitg.l Haan f 19,50). Harrie Nouwen is pries# van het bisdom Utrecht, ma; heeft het grootste deel vanzi bestaan collegegevend Amerika doorgebracht. I bij is hij er een gevierd geest lijk schrijver geworden en dit genre er na Billy Graha: de meest gelezen auteur. Stel geworteld in een tradition, rooms-katholieke bijbelse tn ditie waren tot voor kort Nederland geen uitgevers vinden voor zijn in het Eng, geschreven boeken. Het keerde wat. Dit boekje we: na zijn 'Vreemdeling in I* paradijs', uit het Engels vei taald. Het is een goed geschrev, reflectie op het sterven vi zijn eigen moeder. Daarb vallen twee gegevens op. C de eerste plaats zijn innerlijl conflict om zijn moeder, die zijn ogen altijd zeer voorte dig en gelovig geleefd had, zien verwikkeld in een dood strijd. Hoe is dat met elkaar rijmen? Met een wat calviw tische opvatting over de g weldige afstand tussen God de mens probeert hij zieto soelaas te bieden. Er zit nie anders op dan tot een geM overgave te komen en als ware naast Christus op kruis te gaan hangen. Het tweede thema data» springt is de moeder-,?:- ter)zoon verhouding. Zijv tegenwoordigde het vrou» lijke aspect (soort Maria- guur) in zijn leven en nu seft hij ineens als man al te staan. „Moeder is gesW; en het was goed voor me dat cu uct v»ao 5VVM heenging... De dood van m der is de weg waarlangs me wil bekeren, me vnj maken door zijn Geest Maria geeft hij haar plaats in Gods voortga^ bin». verlossingswerk'. Een typl^j priester-man-reactie der.-k. kerk. ,Nn4 Het valt wat tegen da' wen, die toch ook inte"? psychologie is bezig gu "J geen werkelijke krit^ vragen durft te stellen, alleen in geloof verklap zoekt en andere uiteend gen als te materialist®» vaart. Hij is represents een bepaalde te respecte vensinstelling en vaniu' kader kan dit boekje bieden aan hen, die ee bare door de dood zagen gerukt. En tevreden t kunnen worden met net 'mysterie'. Komende woensdag is er een zonsverduistering. De zon zal dan voor '/s deel 'ver donkeremaand' zijn doordat de maan dan precies tussen de aarde en de,zon schuift. De verduistering begint te gen 19.15 uur en is om 20.55 uur afgelopen. Om 20.00 uur zal de grootste hap eruit zijn. Als je gaat kijken moet je je ogen goed beschermen met een lasbril of een paar foto-negatieven op elkaar. Pas in 1994 zal er weer een zonsverduistering zijn. To tale verduisteringen zijn zeldzaam, de laatste in Ne derland was in 1433. In 2135, 2142 en 2151 komen er ineens drie tegelijk, nou ja... Op de Volkssterrewacht in Hoeven is er die woensdag heel wat te doen. Als het niet te be wolkt is, kun je door drie te lescopen kijken, vanaf 18.30 uur is er een film over de zon en het zonne-onderzoek in Nederland en er zijn drie diaseries. In het planeta rium kun je in ieder geval de schaduw op de zon zien, weer of geen weer, dat geldt ook voor de radiotelescoop waarmee de verminderde straling gemeten wordt. Iedere bezoeker krijgt bo vendien gratis een zonnefil- terJe kunt altijd vragen stellen aan de sterrewacht, op werkdagen tussen 9 en 5 uur. Daarbuiten en in het weekeinde krijg je de astro nomische nieuwsdienst aan de lijn en vaak zit daar het antwoord op je vraag bij. Volkssterrewacht Simon Stevin, Bovenstraat 89, Hoe ven, tel. 01659-2439. dal mei homen omdol ie me! ie lüjtpoi ioep m 15li i-fi gek A/are re&rt/i van d TT8.-ÓC onde/- norrèc nökr, Zn.Wnw

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 30