In deze Gids- Weekend: Campina-directeur Oomens: 'Geluk komt bij iedereen een keer aan de deur' De 'incidentjes' van de 'B-side' van NAC Waarom Sacharov niet kan en wil zwijgen 'Tender'; toneel in de winkel en het zwembad D De laatste ademtocht van een stukje ouderwets reisplezier mm tv-programma's E hyperluxe Trans Europe Express 'Etoile du Nord' van Amsterdam naar Parijs rijdt volgende week zaterdag voor het laatst. De gravin onder de treinen is een oude dame geworden, voor wier charmes de snelle Nederlandse zakenman niet meer vallen wil. Die verkiest het vliegtuig of de auto. Zijn Belgische collega denkt daar anders over. Tussen Brussel en Parijs blijft alles bij het oude. Wat betekenen die drie magische letters precies aan reiscomfort? Wat moeten we voortaan missen tussen Amsterdam en Brussel? Een laatste retourtje met indrukken. I Achterkant train nMime o mm destmtm et prtncipefes gares d'arrêt Gerief Gare du Nord Stakingen TiTÉRDAG 26 ME11984 •u-J 1 f IW M %JI mm Roosendaal 10.30 uur. Door Peter Schouten SAMEN met fotograaf Johan van Gurp rijd ik ruimschoots op tijd - dat denken we - naar Roosendaal. Om half elf pre cies zullen we daar op de Trans Europ Express 'Etoile du Nord' van Amsterdam M naar Parijs stappen. Bij Etten-Leur houdt een file ons bijna twintig minuten lang vast. We beginnen hem stevig te knijpen. Hoe griezelig afhankelijk ben je ook bij gebruikmaking van het openbaar vervoer toch nog van het vrije ver- keer. Om tien voor half elf scheuren we in Roosendaal het stationsplein op. De eerste parkeerplaats ligt nog bijna =EE zevenhonderd meter ver weg. Hij- gend bereiken we enkele minuten voor half elf perron la. Voor twee re- tourtjes van samen 509 wil je de be- 1= nen nog wel onder je gat vandaan rennen. De luxueuze Pullman-rijtuigen van de TEE blijken uitermate ge- schikt om snel weer op adem te ko- S men. De glazen coupédeuren gaan on- S gevraagd en automatisch voor ons open. In de feauteuils zaken we diep weg. Eigenlijk iets te diep. Ondanks het zacht ruisen van de airconditio- ning kunnen we ons met gedempte S stem toch goed verstaanbaar maken. S Eventjes breekt het zonnetje hinder- S lijk door: een druk op de knop brengt de j aloezieën zoemend naar beneden. Officieel wordt de vermaarde TEE- S luxe pas op 3 juni begraven. Maar op het Nederlandse traject hebben de in- S flatie en het verval al toegeslagen. S Als we na acht minuten door het sta- tion van het Belgische Essen zoeven, S komt er steward langs met een kreu- S pel serveerwagentje vol ingeblikt fris en broodjes in cellofaan. De koffie is S niet te drinken en kost toch een rij ks- 3| daalder. Maar voor die prijs krijgen S we er wel een wafeltje bij. In stukjes g verbrokkeld. „Het lijken wel chips", lacht Johan. S Geen restauratierijtuig, geen bar. S „Die worden eerst in Brussel aange- Sg koppeld, meneer", legt de steward uit. We krijgen met andere woorden al 3 een voorschot op de dingen die na 3 juni gebeuren gaan. De NS-lokettiste S is trouwens toch wat slordig geweest. Als ik een sigaret wil opsteken, wijst S mijn reisgenoot naar de coupédeuren. S Een grote sigaret met een rood kruis g erdoor. Hoe kan dat nou? Op mijn re- 3j| serveringsbiljet staat dat ik mag ro- ken. De Belgische conducteur bestu- deert de tickets vertwijfeld: „Dit is nochthans rijtuig twee. Ajao, daddis =3 een missing. Maar ge kunt overal in de trein plaats nemen. Er is plaats ge- 5= noeg". Het zakenman-imago van de TEE blijkt aardig te kloppen. Een kleine lllllllllllllllllllll §133 85 431 t ?M2 1 7» 41 17*44 22 «Al.. PIHföBÊ BLEBS. 12 CBilL CiggSÖlï SIJUST 10NGUEAU A*IE«S S SUliXIlLES 8ERCHEK SEi-BAAS AiSTEiBAI 1 «AUBEUGE iüfiE MERV IERS AACHEN KÖIN TEE, adieu EIGENLIJK verandert er niet eens zo veel op 3 juni, wanneer na 25 jaar met een nieuwe dienstregeling een punt wordt gezet achter de TEE-verbinding Amsterdam-Parijs. Het zelfde materiaal blijft rijden. Alleen de letters TEE verdwijnen tussen Amsterdam en Brussel. Maar daarmee verdwijnt dan formeel ook de service, waaraan die drie fameuze letters de afgelopen decennia inhoud hebben gegeven. Op het Nederlandse traject was dat trouwens al een tijdje zo. Met ingang van zondag 3 juni rijdt van Amsterdam naar Parijs het zelfde materieel, dat dan echter de IC Etoile du Nord gaat heten. Deze internationale Intercity stopt wat vaker, maar zal er alles bij elkaar maar een tiental minuten langer over doen dan haar illustere TEE- voorgangster. In de nieuwe IC Etoile du Nord wordt - net als bij de TEE - tussen Brussel en Parijs weer het restauratierijtuig aangekoppeld. De zaken man kan dus naar believen lunchen en dineren aan boord. Wie het reizen in de eerste klas wenselijk vindt, moet wél gedogen dat zich in de trein ook tweede klasse-reizigers bevinden. Wie dat per se niet wil, kan in Brussel overstappen op de TEE. Dat kost maar een paar tientjes meer dan eerste klasse in de IC. Wie dat wil, kan in Parijs op het perron nog reserveren. Het Gare du Nord, een mierennest. - FOTO'S DE STEM JOHAN VAN GURP wandeling door "de verschillende rij tuigen voert ons langs matig bezette coupées, waarin een paar toeristen luidkeels laten weten dat ze Ameri kanen zijn. En waarin geeuwende mannen in gekrijtstreept driedelig met de diplomatenkoffer op schoot nog wat stukken doornemen. Wat buiten te zien is, vinden ze al lang niet interessant meer. Wij wel. Hoewel vanuit de trein in dicht bevolkt gebied van stadsschoon zelden iets te zien is. Treinen rijden meestal langs de achterkant. En dat is niet de mooiste kant. „Of juist wel", oppert Johan, die kennelijk met an dere ogen kijkt. Als het gifgroene dak van het Ant werpse Sportpaleis opdoemt, horen we 'pling, plong'. De machinist draait een bandje af van een dame met flu welen stem, die ons in vier talen wel kom heet aan boord. En of we zo da delijk in Berchem, mocht dat toeval lig onze reisbestemming zijn, toch vooral onze bagage niet willen verge ten. Kijk, dat is nou typisch. Hoe ver der we afzakken naar het zuiden, hoe meer allure en dienstverlening de TEE ons te bieden heeft. In Nederland bestond het verschil met de gewone trein enkel en alleen uit de niet gerin ge toeslag op de reissom. In Belgie gaan ze er waarachtig nog iets voor teruggeven ook. De juffrouw met de mooie stem kunnen we zelfs naar be lieven hard en zacht zetten. Na Schaarbeek komt Brussel- Noord. Dan Brussel-Midi. Daar blijft de trein een kwartiertje staan. We worden eerst naar voren geschokt, dan naar achter. We rijden een paar honderd meter terug. Kennelijk het rangeren om de Franse loc en het res tauratierijtuig aan te koppelen. Even later komt het personeel in smette loos wit alle rijtuigen langs. Of we willen dejeuneren? We knikken. „Al- lez-y", maant de gargon. Er blijken maar liefst vier lange eethuizen-op-wielen te zijn aange koppeld, die overigens maar amper plaats bieden aan de honderden hon- gerigen, die zich op het ononderbro ken traject tussen Brussel en Parijs te goed willen doen aan de geneugten die de TEE culinair te bieden heeft. De klandizie is in de twee Brusselse opstapplaatsen vertienvoudigd. Geen wonder, dat de Etoile du Nord hier ook na 3 j uni nog rij den blij ft. We schuiven nog juist op tijd aan. Voor een Amerikaans echtpaar ach ter ons is al geen plaats meer. „Net of we helemaal in een andere trein zit ten. Of we zijn overgestapt", vindt Johan. Ze hebben gelijk, al die Belgen en Fransen die dat ouderwetse reisgerief op prijs stellen. We krijgen een lunch voorgeschoteld, die er wezen mag: het voorgerecht een gebakken tongetje, het hoofdgerecht ham in Madeira- saus en geserveerd met verse spinazie en gestoofde courgettes, daarna een kaasplateau, fruit en gebak, koffie met een likgurtje na. De rekening is al net zo gekruid: 60 per persoon. We snappen nu waarom we alleen zakenmensen zien. En een paar welgestelde toeristen. Het budget van de gemiddelde reizi ger zou zo'n aanslag niet verdragen, 's Avonds zal bij terugkeer de rekening voor het diner nog gepeperder blij ken. De lunch leidt trouwens ook lekker af. Je hebt gewoon niet in de gaten hoe goed de reis opschiet. Als we even na tweeën voor het laatst ons servet gebruiken, schuiven al door de Parij - se voorsteden. Exact om 14.10 uur ar riveren we in het Gare du Nord. Een stad in de stad. Duizenden mensen zoeken in de grote stationshal hun weg, lopen kris kras door elkaar. Zonder orde of regels. Geer> gebaande paden. Van boven lijkt het Gare du Nord een multi-raciaal mierennest. De hele wereld komt er aan, vertrekt er ook weer. We kunnen tot tien over half zes de stad in. Even geld wisselen. Dat had den we gedroomd. De bediende achter het wisselloket vindt het helemaal niet nodig om zijn tempo te verhogen omdat er toevallig veertig mensen in de rij staan. Pas drie kwartier later duiken we de metro in. De volgende teleurstelling: we wil len van ons gelegenheidsbezoek ge bruik maken om even binnen te wip pen in het Centre Pompidou. Maar het Pompidoleum is op dinsdag geslo ten. Dan maar even naar de nieuwe Hallen. En ook nog even naar de lin ker oever. Op de Boulevard St. Michel komen we tot de ontdekking, dat er al snel een boel tijd sluipt in even rond slenteren. De ervaring en angst van vanmor gen tussen Etten-Leur en Roosendaal zit er nog in. We besluiten een veilige tijdsmarge in te bouwen en kiezen al om half vijf benedengronds de rich ting Porte de Clignancourt. Tien mi nuten later stappen we recht vanuit de metro zo de rumoerige vertrekhal van het Gare du Nord weer in. Veel te vroeg, maar de Etoile du Nord nume ro 85 staat opgepoetst klaar. En we mogen er ook in. In het restauratie-rijtuig - we wil len er op tijd bij zijn dit keer - zien we bekende gezichten terug. Het zelfde personeel van de heenreis. Wel alle maal een schoon gesteven jasje aan. Op de tafels een smetteloos nieuw kleedje. Het bestek glanst. Ook de gé rant heeft een goed geheugen voor gezichten. „U bent vlug! Vanmorgen zat u toch ook in de trein? Zeker grote zaken gedaan?" Precies om 17.41 uur zet de oude da me zich in beweging. Langzaam en statig. Een beetje kreunend en steu nend toch ook. Dat hoort zo bij haar status. Maar al snel blijkt ze toch ook flink tempo te kunnen maken. We In de trein, en toch geriefelijk eten van de kaart. passeren de ene na de andere dubbel dekker, mudvol met Parij zenaars die na een lange werkdag terugkeren naar de een of andere slaapstad in de Banlieu. We rijden amper door de eeuwen oude wouden ten noorden van Parijs de metropool uit, of we mogen al weer van de kaart kiezen. Die keuze is be perkt. Wat we vanmiddag bij de lunch kregen opgediend, staat er dit keer weer op. En voor elke gang maar één alternatief: als voorgerecht een reusachtige hoeveelheid gerookte zalm met verse toast, als hoofdge recht een contefilet, maar wéér geser veerd met spinazie en courgettes. Een slechte beurt van meneer TEE. De re kening is 's avond navenant. Tachtig gulden per persoon moeten we afre kenen. Dit keer blijft in Brussel-Midi het bar-rijtuig aangekoppeld. En terecht. Want de twintig reizigers, die na Brussel nog overgebleven zijn, maken er bijna allemaal gebruik van. Aan de toog blijken veel van die reizigers oude bekenden van elkaar te zijn. Al snel vormen zich groepjes, die de reis huiswaarts bekorten met een forse neut en genoeglijke kout. We raken in gesprek met een za kenman uit St. Job in 't Goor. „Ik ben lithograaf", legt hij uit. „Ik verkoop drukwerk en brochures aan grote fir ma's in Frankrijk en Nederland. Ik heb in Parijs vandaag drie klanten bezocht. Morgen ga ik weer naar Bre da. Naar Keurkoop. Misschien kent u het wel, dichtbij het kantoor van De Stem?" Dat kennen we dus. En als we uit leggen, waarom we De Stem zo goed kennen, reageert hij„Voorzekers een zéér groot coincident!" We wisselen nog wat meningen uit over het weer. En dan stapt hij al weer uit in Ber chem. „Tot ziens!" roept hij. Dat zou nog een groter coincident zijn. Is Antwerpen eenmaal voorbij, dan krijg je het gevoel al zo'n beetje thuis te zijn. En inderdaad, twintig minu ten later glijdt de trein Roosendaal binnen. Reizen is vermoeiend, vertel len onze benen in de tunnel van het tweede naar het eerste perron. We zien nog juist de avondzon in het glanzend profiel van de Etoile du Nord TEE-85 schitteren, als de trein richting Rotterdam wegrijdt. Adieu. De volgende dag melden de och tendbladen meerdaagse stakingen bij het personeel van de SNCF, de Franse Spoorwegen. We zijn met de schrik vrijgekomen. We hadden geen dag la ter moeten gaan.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 25