NIEUW ECONOMISCH OFFENSIEF VIA JAPANSE BEDRIJVEN .DEN litiek drugs LURIE'S MENING DONDERDAG 26 APRIL 1984 EXTRA T48 Door Pieter-Jan Dekkers JAPAN is een tweede economisch offensief begonnen tegen de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap. Bedolven Japanse ondernemers vooral in de jaren zestig de Amerikaanse en Westeuropese markten met goede, maar vooral goedkope pro- dukten, sinds enige tijd exporteert Japan ook complete bedrijven naar Amerika en de Ge meenschap. fort erover dat de bewaking vandi eilandjes ten koste van de NA VO verdediging van Konink rijk zelf gaat. Hulpprogramma Intussen zegt de regering dl lang verwaarloosde economii van de Falklands te willen sti muieren met een hulpprogaro ma van 130 miljoen gulden een fractie van wat de bewa king van de eilanden kos Maar sommige eilandbewo ners hebben daar niet zovee vertrouwen in. Zij vrezen da Londen de economische hul op de lange baan zal schuive om de eilanden alsnog aan Ap gentinië te geven. „Het is he? erg moeilijk om iets concreel van Londen te krijgen", aldu een eilandbewoner in de Sun day Times. De Britten hebben voor ee bedrag van bijna 900 miljoe gulden een nieuw vliegveld e 50 kilometer wegdek aange legd. Verder hebben ze niet zo veel gedaan om de economi van de Falklands vooruit helpen. Zelfhulp-projectei zoals de bouw van zalmboer derijen en visserij, bevindet zich nog in een papieren sta dium. En ook de wereldwol markt is niet meer wat zij ge weest is, hetgeen een klap be tekende voor de economie. Ooi toerisme zal geen belangrijk bron van inkomsten worder want behalve voor schapen ei pinguinliefhebbers is er op Falklands niets te beleven. niseerde misdaad onder hand elk normaal bestuur onmogelijk heeft gemaakt. Het gemeentebestuur van Palermo is inmiddels afge treden. In de Siciliaanse stad Al- camo heeft de Mafia nu tot twee keer toe de burgemees ter tot aftreden gedwongen, ze waren zogenaamd over spannen. De nieuwe burge meester is noodgedwongen een politieman. Het gemeen tebestuur van Brescia, een zeer moderne en rijke stad in Noord-Italië, is in grote moeilijkheden gekomen, wegens een drugsschandaal. Verdenking En het laatste voorval in dit verband is de spectacu laire bomaanslag die de ge organiseerde misdaad °P een politie-kazerne in Cas- erta heeft gevoerd. De mis daad wilde hiermee protes teren tegen de te grote ijver die de autoriteiten de laatste weken in de streek hebben gedemonstreerd in de strijd onder andere tegen drugshandel. De minister van justitie Martinazzoli twijfelt niet aan de waarde van de waar schuwingen van zijn officie- het ren van justitie over verband tussen drugs en po litiek. „Zij zijn met het on derzoek bezig, niet ik." Maar volgens hem is het beter geen waarschuwingen te uiten dan alleen maar vage en weinig concrete. „Pas °P voor de cultuur van de ver denking", zegt hij. Hij bül' ondanks alles optimistisch „De georganiseerde misdaao hebben we op het ogenblik niet onder controle. Dat waar. maar dat wil nog me zeggen dat we daar alsnog niet in zullen slagen". Dat lijkt zo op het eerste gezicht een meevaller voor die 'gastlanden'. Maar schijn bedriegt. Want de Japanse investeringen moge dan op korte termijn een positieve invloed hebben op de werk gelegenheid, op langere ter mijn tasten ze de werkgele genheid in Amerika en West-Europa aan. Dat is de conclusie van drs. G. Gerritse en drs. J.P. Vosse, die enige tijd verbon den zijn geweest aan het John F. Kennedy-instituut van de Katholieke Hoge school van Tilburg. Beiden hebben daar onder verant woordelijkheid van prof. dr. P. van Veen gewerkt aan een onderzoek over Japanse investeringen in het buiten land, waarover binnenkort een rapport verschijnt. ESB heeft daar onlangs al een voorschot op genomen. Concurreerden de Japan ners tot op heden Ameri kaanse en Westeuropese producten uit de markt met hun agressief exportbeleid, straks gebeurt dat door Ja panse bedrijven in Amerika en Europa zelf. Gevreesd moet worden dat daar op voorhand al de concurren tieslag met de Japanners wordt verloren. Want het huidige beleid van Amerika en de EG, gericht op het in dammen van de Japanse ex port, schiet het doel voorbij, als Japan de productie van die export-artikelen naar Amerika en West-Europa verplaatst. Robots Op korte termijn zal dat dus een positief effect heb ben op de werkgelegenheid in Amerika en West-Euro pa. Maar op langere termijn zal het daar een negatieve invloed op hebben. Het doel van die Japanse investerin gen is bepaald niet de werk gelegenheid hier bevorde ren, maar te voorkomen, dat Japan straks de slag om de Amerikaanse en Europese consument verliest. Het ligt in de verwach ting, dat de Japanners met hun ultra-moderne bedrij ven in Amerika en Europa, waarbij robotisering dure arbeidskosten moet druk ken, hun Amerikaanse en Westeuropese concurrenten ter plekke zullen 'afmaken'. In dat geval is het zelfs denkbaar dat Japan dan die ondernemingen uit Amerika en West-Europa zal terug trekken om beide gebieden weer vanuit Japan zelf te 'bestoken' met daar ge maakte producten. De economische crisis is natuurlijk ook aan Japan niet voorbijgegaan. Maar de Japanse economie steekt desondanks wel erg positief af bij die van Amerika en de Europese Gemeenschap. Zo bleef de binnenlandse pro ductie in de jaren '79, '80 en '81 fors stijgen, terwijl de economie in Amerika en de EG respectievelijk nauwe lijks groeide ofwel zelfs daalde. Het Japanse wonder blijkt nog meer uit de werk loosheidscijfers: in 1982 was ondanks de economische re cessie slechts 2,4 procent van de Japanse beroepsbevol king zonder werk. Op het zelfde moment bedroeg het werkloosheidspercentage in Amerika 9,4 en in de EG 9,1. Uitschieter Japanse ondernemingen nebben dankbaar gebruik Semaakt van achtereenvol gende recessies om hun po sities op de Amerikaanse en Westeuropese markten ver der te versterken door een actief vestigingsbeleid. Tot '889 is er nauwelijks sprake van belangrijke Japanse in vesteringen in Amerika en de EG. Maar vanaf dat jaar gaat det in sneltreinvaart: tot '971 stijgen die investerin gen jaarlijks met 30 procent, 'n '72 en "73 zelfs met 50 pro cent. Tot 1978 is dan sprake van enige stagnatie, maar daarna nemen de investe ren weer fors toe. Met }881 als absolute uitschieter, laen er voor maar liefst voor [dim 26 miljard gulden bui tenshuis is geinvesteerd. De noodzaak van Japan °m in het buitenland te in vesteren is vooral een gevolg Van het vrijwel ontbreken van grondstoffen in eigen and. Direct na de Tweede Wereldoorlog - Japan zat 'oen groei. De binnenlandse vraag was enorm. Maar om te voorkomen dat de noodzakelijke invoer om aan die vraag te voldoen de handelsbalans in de war zou schoppen, beperkte de regering de invoer tot het hoogstnoodzakelijke (grond stoffen dus) en werd de Ja panse uitvoer van kapitaal naar het buitenland aan banden gelegd. Na een snel herstel van de op het binnenland gerichte industrie, begint in 1969 de expansie naar het buiten land. Allereerst om via Ja panse deelnemingen in bui tenlandse bedrijven de aan voer van grondstoffen veilig te stellen, ten tweede om de inmiddels 'duur' geworden Japanse arbeider te vervan gen door nog goedkope ar beidskrachten in landen als Zuid-Korea, Indonesië, Bra zilië en Hongkong. Overi gens zijn het voornamelijk assemblage-werkzaamhe den, die in die goedkope lan den worden verricht. Geen na-ijver Het veroveren van meer afzetmarkten en het behoud daarvan noodzaakt Japan bedrijven in de dienstverle nende sector (vooral banken en handelshuizen) in Ameri ka en West-Europa te vesti gen, de twee gebieden waar de afzetmogelijkheden on beperkt lijken. In feite voltrekt zich dan langzaam maar zeker een geleidelijke overgang van exportbevorderende inves teringen naar exportver- vangende investeringen. Af zetbevordering is daarbij het sleutelwoord. Opvallend is dat deze ontwikkeling on geveer gelijk verloopt met de toenemende handelsbe lemmeringen, die de VS en West-Europa voor Japanse produkten opwerpen. 'TORA! TORA! TORA!' W-Europa dreigt voortuin van Japan te worden Japans industriebe leid zoals dat tot nu toe gevoerd is: Japanse pro dukten dumpen op de Amerikaanse en West europese markten. Overigens geldt ook hier dat deze investeringen voor al gericht zijn op handels bevordering. Echte produc tieve investeringen zijn in Engeland nauwelijks van de grond gekomen. Dat zal ove rigens wel te maken hebben gehad met de traditionele slechte reputatie van de Britse vakbonden: veel ar beidsonrust, zeker in de pe riode dat de Britse premier Thatcher er de wind nog niet zo onder had als mo menteel. Als tweede stap op weg naar het veroveren van de Westeuropese markt hebben de Japanners het Westduitse Düsseldorff gekozen als cen trum van waaruit het Ja panse bedrijfsleven West- Europa moet overstromen. Ook hier in eerste instantie slechts investeringen om de export vanuit Japan te be vorderen en het marktaan deel te vergroten. Vette premies Maar in West-Duitsland en België zijn nu al puur Ja panse productiebedrijven aan de slag. Ook Ierland mag zich in toenemende be langstelling verheugen. Dat komt vooral door de vette premies, die de Ierse over heid Japanse ondernemers voorhoudt. Frankrijk daarentegen voert een sterk afwijzende politiek. Wat overigens niet betekent, dat de Japanners daar schitteren door afwe zigheid. Er zijn enkele grote Japanse bedrijven rond Pa rijs. Nederland kwam tot 1980 in het Japanse spel nauwe lijks voor. Japanners laten Zover zal het in de Ja panse bedrijven in Amerika en West-Euro pa wel niet komen. Maar in veel bedrijven in Japan is het elke dag verplichte koek: het vaak geestdodende lo pende band-werk wordt onderbroken voor gym nastiek.- foto archief de stem Eveneens opvallend is het verschijnsel, dat het niet al leen om grote bedrijven gaat, die buiten Japan grote investeringen doen. Ook kleine ondernemingen doen daar aan mee. Omdat kleine bedrijven nu eenmaal te ge ring in omvang zijn om dat op eigen houtje te kunnen doen, werkt men nauw sa men met de reeds in Ameri ka en West-Europa geves tigde banken en handelshui zen. Onderlinge na-ijver is ver te zoeken. Bovendien stimuleert de Japanse regering het inves teren in het buitenland. Wat dat betreft is de houding van de Japanse overheid in am per 20 jaar jaar radicaal ge wijzigd. In plaats van het verbod tot kapitaalsuitvoer (in de jaren vijftig en zestig) stimuleert Tokio nu investe ringen in het buitenland. Was het in de eerste na oorlogse jaren de vrees, dat een handelstekort de beoog de economische groei ernstig zou belemmeren, eind van de jaren zestig wordt de Ja panse overheid juist bang, dat een overschot op de han delsbalans de economische groei zal doorkruisen. Een betalingsoverschot zorgt er immers voor dat de nationa le munt duurder woprdt. Daardoor zouden Japanse produkten duurder worden en zo de export kunnen aan tasten. Vandaar die omme zwaai. Overigens is de Japanse aandacht voor West-Europa nog lang niet zo groot als die voor Amerika. Daar zijn tussen 1979 en 1982 de directe Japanse investeringen meer dan verdubbeld. In West-Europa zijn de Japanners vanuit Groot- Brittannië de Europese af zetmarkt gaan penetreren. Belangrijkste argument om het Verenigd Koninkrijk als 'springplank' te kiezen is de grote afzetmarkt in Groot- Brittannië zelf. aan de grond - waren er grote mogelijkheden voor 11 snelle economische Is Westeuropa druk aan het automatiseren, de Japanse ondernemers zijn al een forse stap verder: robotisering. In veel Japanse bedrijven wordt het produktieproces al geheel automatisch op gang gehouden. - foto s archief de stem Nederland hebben gestoken: ruim 400 miljoen gulden. Japanse ondernemers hebben de specifieke voor delen van vestiging in Ne derland ontdekt: de 'harte lijke' relatie tussen werkge vers en vakbonden, waar door het ondernemerskli maat als 'aantrekkelijk' wordt gekwalificeerd, forse investeringspremies en - sinds kort - geen of een ge ringe loonkosten-stijging. Bovendien ligt Nederland zeer centraal ten opzichte van de grote afzetmarkten West-Duitsland en Frank rijk en bezit het een infra structuur, waar veel andere landen jaloers op kunnen zijn. Dreiging zich bij investeringsbeslis singen vooral leiden door het markt-argument. Hoe groter de afzetmarkt, hoe meer kans dat daar geïnves teerd wordt. Vanaf 1980 echter is een kentering in die Japanse po litiek waar te nemen, wat ook duidelijk blijkt uit het bedrag, dat Japanse bedrij ven bijvoorbeeld in 1981 in Er is echter één zaak, die groeiende Japanse investe ringen in Nederland kan te genhouden en dat is, hoe vreemd het ook klinkt, de nogal liberale Nederlandse handelspolitiek. Om dat Ne derland sterk afhankelijk is van het buitenland (onze ex port is in feite de spil waar het hele bedrijfsleven om draait) voeren Nederlandse regeringen al jaren een han delspolitiek, waarin het vrije verkeer van goederen centraal staat. Nederland is dus vanuit dat principe altijd een pro pagandist van nauwe econo mische samenwerking bin nen de Europese Gemeen schap geweest. Soms zelfs tot het absurde af en on danks het weinig solidaire gedrag van andere EG-lan- den (Groot-Brittannië en Ierland bijvoorbeeld). De Nederlandse overheid is ook niet van plan in de toekomst dat liberale handslsbeleid los te laten. Elke protectionistische aan slag op dat beleid wordt bin nen de EG vakkundig gepa reerd. Overigens niet altijd met succes, zoals de geschie denis leert. Steeds meer landen heb ben, omdat het slecht gaat met hun bedrijfsleven, steeds vaker de neiging tot protectie. Binnen de inter nationale handelsafspraken wordt dan geprobeerd het eigen bedrijfsleven te be voordelen. Die dreiging is een van de belangrijkste oorzaken voor de toenemende Japanse be langstelling om in Amerika en West-Europa te investe ren. Het optrekken van han delsmuren zou immers fu nest zijn voor het op export gerichte Japanse bedrijfsle- Ongeluk Het is dan ook niet opval lend, dat Japan met meest investeert in die landen, waar protectie de kop op steekt: vooral de Verenigde Staten en sommige EG-lan- den. Op die manier ontloopt het Japanse bedrijfsleven de extra lasten, die op de ex port vanuit Japan worden gelegd. Wat dat betreft hoeft Ja pan niet bang te zijn, dat 'Den Haag' ook in protectie vervalt. Op EG-niveau is Nederland wel voorstander van het meer regelen van de Japanse export naar de Westeuropese markten, maar verder wil 'Den Haag' beslist niet gaan. Waarmee voor de Japanners tevens de noodzaak wegvalt om han delsbarrières te ontlopen, door de productie van Ja panse goederen naar Neder land over te brengen. Dat kan straks wel eens een geluk bij een ongeluk blijken te zijn. Want uit het onderzoek van de Tilburgse Hogeschool blijkt, dat de di recte effecten van Japanse investeringen op de werkge legenheid zeer beperkt zijn. Wat echter belangrijker is, ook de indirecte effecten door extra werk voor Ame rikaanse en Westeuropese bedrijven ter plaatse, zijn nihil. Op den duur is zelfs sprake van een negatief ef fect door het wegconcurre ren van die autochtone be drijven. Kortzichtig Zolang Amerika en som mige EG-landen proberen hun eigenindustrie te be schermen zal Japan probe ren de afzet van eigen pro ducten hier te verzekeren via Japanse ondernemingen, in plaats van het tot voor kort gevoerde beleid, dat ge richt was op het ondersteu nen van de export. Deze ontwikkeling, die grote gevaren met zich mee kan brengen, wordt door kortzichtig sociaal-econo misch beleid van sommige landen zelfs met vette pre mies bevorderd. Uiteindelijk keert deze ontwikkeling zich tegen die landen zelf, zeker als men weet, dat de Japan se bedrijven er niet over peinzen hun hoogontwikkel de technologie aan Ameri kaanse en Europae bedrij ven over te dragen. Als West-Europa niet oppast wordt het straks het voor tuintje van Japan, met alle nadelige politieke gevolgen vandien.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 7