terneuzen
De ondergang van het
stoomschip Cornelis
my
JPLr
ANDRIES VAN DER KLOOSTER,
ANDRIES VAN DER KLOOSTER,
Bijlage De Stem van dinsdag m april 1984 pagina
laar
if
:t?
VERSCHUREN
10.00 uur
om 17.00 uur
BORATORIUM
Kliffen
<SndfTdbijde
DE VRIEND
7EN - 01150-12167
L in de pijp
Postbode
De brug
s**""
4 f if
s
*m* Maandagavond ontvingen wij
de treurige tijding, dat onze geliefde
Man en Vader,
die aan boord was bij het vergaan
van het s,s Cornelis in de Oostzee,
is overleden in den leeftijd van
31 jaren.
Allen, die hem gekend hebben,
zullen wel beseffen wat wij in
hem verliezen,
Wed. A. VAN OER KLOOSTER-
Vermeulen en Kinderen,
Ter Neuzen, 30 October 1922.
Berichten
Levensgevaar
*m* Maandagavond ontvingen wij
de treurige tijding, dat onze geliefde
loon, Broeder en Behuwd broeder,
die aan boord was bij het vergaan
vao het s s. Cornelis In de Oostzee,
overleden in den leeftijd van
31 jaren.
L. ZANDSTRA.
N. ZANDSTRA-
van der Klooster.
T. SNAP—van der Klooster.
G. SNAP.
N. VERMEULEN—
van der Klooster.
W. VERMEULEN.
C. VAN DER KLOOSTER.
L, VAN DER KLOOSTER
van Kerkvoort.
G. ZANDSTRA.
A. ZANDSTRA.
Ter Neuzen, 30 October 1922.
kt
N
IS
te
la
ve
Zwarte dag
'Muiterij'
Oregrund
LN5JL>/\U 1 At*KIL i,
rfirilTr---
v.- rirr■■■■■I.
-• Pfeb
ËL*^ ^V'-y
-1 iW rtt
wSiiAÊ
W0£
MH
■tmÉÈÈSjtiSiêr* E'^
«i- -r rn JX*
De laatste foto van de Cornells.
door Paul de Schipper
Het is zondag 15 oktober 1922. Op een rustige
Oostzee deint het Zweedse lichtschip Grundkallen
lui op de golven. De wachtsman aan boord kijkt op
gezette tijden uit over het water. Af en toe pas
seert er een schip, wit schuim wegslaand en een
snel vervagende rookpluim de lucht in drukkend.
De wachtsman peinst. Steeds minder barken, brik
ken en viermasters laten zich zien. Hij weet nog
dat die sierlijke schepen, zuchtend onder een dek
last hout voorbij ijlden, voortgestuwd door een
wolk van zeilen. Hij kijkt weer rond, ontdekt een
nieuwe pluim. Het lijkt een dag als alle andere.
de stem
naai-
brei- en
industrie-
machines
p. alle merken machines
ien-Tel. 97013
Tel. 1583
A
W
UZEN-01150-18184
Honderden kilometers
naar het zuiden zit ook
iemand te piekeren. Het is
reder Arie Lensen. Hij blikt
voor zich uit door het raam
I van z'n woning aan de Axel-
1 «straat. Buiten liggen de
herfstbladeren hoog opge-
I waaid. Lensen denkt aan z'n
schepen. Vier liggen er in de
haven. Alleen de Cornelis
vaart. Het schip vertrok gis-
teren uit Uleaborg in noord-
Zweden en kan vrijdag of
zaterdag in Terneuzen bin-
nenlopen. Hij ontsteekt het
licht en dommelt weg in zijn
rookstoel. De andere morgen
zal hij vroeg opstaan.
Op het lichschip leest de
wachtsman de naam van het
naderende schip. Cornelis
staat er op de boeg en op het
achterschip leest hij 'Corne-
lis. Terneuzen'. Het is een
Hollander. Plotseling blik
kert er vanaf de brug een
lamp. „Is dit Storbrottens
vuurschip?", ontcijfert hij
uit het morse-geknipper.
De man antwoordt: „Nee,
hier Grundkallen vuur
schip". Er komt geen ant
woord en de Zweed pakt nog
een keer de lamp om het sein
te herhalen. Even later ziet
hij hoe de Nederlandse sto
mer de koers verlegt, meer
zuidwestelijk. De wachts
man schrikt. Wat doet die
kapitein nou? Daar recht
voor de Cornelis, in de sche
me, maar net zichtbaar bo
ven de kim, liggen de verra-
deriijke kliffen van de
Alandseilanden.
J ^,e Zweed springt over-
P© T f OtO rukt de deur van de
eug open en haast zich naar
oe seinkanon van het licht-
s™ip. Snel achter elkaar
vuurt hij waarschuwings
kreten aL Het stoomschip
^ageert niet... Het silhouet
au de Cornelis schuift weg
m de vallende duisternis,
agestaard door een ver
wij telde Zweedse zeeman.
n kwartier later klinkt de
"dggerekte echo van een
stoomfluit over de golven
van de Oostzee. Op de brug
n prundkallen-vuurschip
3J™ d®n wachtsman een
Jwtekening in zijn logboek:
j iia monumentale witte
Ma a?n de Axelsestraat
vrnT fe maandagmorgen
I AriJj gordijnen open.
st*n, de Terneuzense
heeft een onrustige
'dht gehad. Hij zit al ach-
2jj Jn bureau, rommelt in
Pieren en zet hier en
kan 7h?n aantekening. HU
n gedachten er niet bij
•a._en; kijkt weer uit het
den ti aan ttet verle-
Rm gaat goed met de
fc ljLensen.De'L'inde
I ten»'?6etl takende verschij -
Het h a"fgS Europese kust.
hem meegezeten,
"f denkt aan de tijd dat
hij nog op het kantoor zat bij
meneer Ysselsteyn, de reder
uit de Nieuwstraat. Na de
eeuwwisseling ging het mis
met de rederij Ysselsteyn.
Commissarissen en aandeel
houders zegden hun ver
trouwen op in de directie en
stichtten een nieuwe NV.
Het was de grote kans voor
Arie Lensen. Hij werd direc
teur en zo werd de 'Y' op de
schoorsteenpijpen een 'L'.
Het is een leven van hard
werken geweest, maar het
resultaat is er naar. De aan
delen leveren 100 procent op.
En er staat een nieuw schip
op stapel, de shelterdecker
Ary Lensen'. Er zijn wel
problemen zoals het ophef
fen van de voorkeurtarieven
op de spoorlijn Terneuzen-
Mechelen. Die lijn is belang
rijk voor de afvoer van de
aangevoerde houtprodukten
uit Scandinavië. Veel van
die produkten gaan naar de
firma Comte-De Smet in
Willebroek, een belangrijke
klant voor Lensen.
Dat kan wel eens voorbij
zijn nu het spoorwegvervoer
duurder wordt. De rederij
verhuizen naar Londen of
Antwerpen en Terneuzen
het kind van de rekening?
Lensen denkt er nog maar
liever niet aan. Hij wordt
opgeschrikt door een ram
melende brievenbus: de
Terneuzense Courant. Hij
slaat de pagina's open, vindt
de rubriek „Waar zijn onze
schepen" en leest: Elisabeth
te Porthmouth, Helana te
Stockton on Tees, Magdale-
na te Willebroek, Terneuzen
te Terneuzen, Cornelis ver
trokken Uleaborg, bestemd
voor Terneuzen.
Weer klinken er voetstap
pen op het grintpad. Lensen
kijkt weer op. Het is de oude
postbode Cense. Hij heeft
een telegram in de hand. De
man is haastig en veegt met
een rode zakdoek het zweet
van z'n gezicht. Telegram
uit Londen. Lensen scheurt-
de envelop open en leest: ss
Cornelis aan de grond gelo
pen bij de Alandseilanden-
nader bericht volgt-Neptun
Bergingsmaatschappij -
Stockholm.
Lensen schrikt, fronst de
wenkbrauwen, de Cornelis
aan de grond, geen bericht
van de kapitein of de be
manning. Wat is er aan de
hand daar in de Oostzee.
Op de brug van de ss Cor
nelis staat kapitein Wiebe
Teensma met zijn rechter
hand op het glimmend ge
poetste kompas. Zijn gezicht
staat gespannen maar ver
der is hij uiterlijk rustig.
Eerste stuurman Willem
van Oppen kijkt naar de
boeg en op het voorschip
staat de jonge bootsman Ge
rard Schipper. De stoomma
chine stampt, de schroef
'V
Aii jy
Xë-
0. y
'ff
rAk »y
'j Ji jkf***
4SM
t
J if'.---'4P
ili§
MM
y
Andries van der
Klooster is een van de
opvarenden van de Cor
nells, die bij de ramp
om het leven zijn geko
men. Rechts de overlij
densadvertentie in de
Terneuzensche Courant.
Links de authentieke
monsterrol. Op de
twaalfde regel staat de
handtekening van ma
troos Van der Klooster,
die op de bovenste foto
geheel links tesamen
met enkele collega's
staat afgebeeld.
'Mm.
A
Jig
jfttl
V
Ss.. s
/'AYfi *£.****-■ -jf
Mïxr/A,-'.t*
C../4* -
slaat achteruit. Het schuim
wolkt in het water onder het
schip vandaan. De boeg ver
schuift niet.
Diep in het schip sjouwen
de kolentremmers bij de
gloeiende vuren. De Terneu
zense stoker Van Dixhoorn
weet even goed als z'n maat
Ali Hamed uit Bombay wat
er moet gebeuren. Samen
stonden ze beneden toen de
siddering door het schip
ging en de geklonken huid
over de harde rotsen
schuurde. Nu vechten ze,
maar met de draaiende
schroef verdwijnt hun ener
gie machteloos in de golven.
Er komt geen beweging in
de Cornelis. Op de brug ziet
Teensma met zorg dat het
harder gaat waaien, het
weer wordt snel slechter.
Die maandagmiddag is de
reddingsboot van Singoe
langszij geweest. Teensma
heeft de Zweden bedankt
voor de hulp maar in de
overtuiging dat het wel zou
lukken om los te komen
heeft hij de boot onverrich-
terzake teruggestuurd.
Twijfel maakt zich nu van
hem meester.
Kort na het zorgwekken
de telegram komt er op
nieuw een bericht binnen bij
reder Lensen in Terneuzen.
Kapitein Preuschoft van de
Duitse houtboot Elbing VIII
heeft via het vuurschip
Grundkallen laten weten
dat de ss Cornelis muurvast
op de rotsen zit bij de
Alandseilanden: „Toene
mende wind noord-noord
west- kunnen schip niet be
naderen- kapitein maakt
veel stoom- probeert zich
zelf los te wrikken".
Een derde telegram komt
er van de Lloyds agenten in
Stockholm. Het bergings
vaartuig 'Diana' is zondag
avond al bij de Cornelis
langszij geweest om de be
manning van boord te halen.
Niemand wilde echter het
schip verlaten.
Het Zweedse dagblad
Sörmland Nyheter seint die
maandagmiddag aan de
Rotterdamse Maasbode het
ooggetuigeverslag door van
de wachtsman van het licht
schip. Zijn relaas: „Het Ne
derlandse houtschip Corne
lis passeerde zondag 15 okto
ber. Het vroeg met lichtsei
nen: Is dit Storbrotten vuur
schip. Ik heb geantwoord:
Nee Grundkallen vuurschip.
Er kwam geen antwoord. Ik
heb het sein heel langzaam
herhaald...geen antwoord.
Misschien heeft hij het niet
begrepen of was het net af
lossen van de wacht. Moge
lijk zijn aan boord de twee
vuurschepen verwisseld
omdat het karakter is ver
anderd. Ik heb toen waar
schuwingsschoten afge
vuurd. Even later hoorde ik
de stoomfluit, toen zat het
schip al vast".
In Terneuzen verspreidt
het nieuws zich snel. Ieder
een heeft wel kennissen met
een familielid aan boord van
de Cornelis. Er zitten ten
slotte dertien Terneuzenaars
op het schip. Uitgever Van
de Sande van de Terneuzen
se Courant plakt de eerste
berichten op zijn gevel in de
Noordstraat. De bevolking
dromt samen en aan de ha
ven bespreken de bootwer
kers de laatste berichten.
Ze hebben de weekboot
'Liberty' van de rederij Litt
le Johnson gelost. Hun
voorman Janus heeft het
nieuws van de Cornelis net
op het kantoor gehoord. Hij
zit aan de grond bij 'Alzand'
of zoiets. Ze weten dat
Teensma een reddingsboot
heeft teruggestuurd en dat
de wind in de Oostzee aan
wakkert. Als hij maar niet
zo gek is dat hij tot het laat
ste moment wacht om de
reddingssloepen te gebrui
ken.
Die nacht gaat het Ter
neuzense stoomschip Corne
lis ten onder. Wat is er die
laatste uren op de donkere,
stormachtige Oostzee ge
beurd? Kapitein Teensma
en zijn stuurman Willem
van Oppen hebben de hele
dag geprobeerd het schip
vlot te krijgen. De Cornelis
heeft wel even bewogen,
*1^
z t
O
«2
d<
A
N
schurend en krakend op de
harde, scherpe rotsen.
Op de brug en in de ma
chinekamer is de spanning
tot het uiterste gestegen. De
wind wakkerde nog steeds
aan. Ali Hamed, de 22-jarige
stoker heeft het gezien toen
hij even aan dek was. Hij
kon het niet allemaal ver
staan wat er is besproken,
maar hij beseft dat er le
vensgevaar dreigt.
In de nacht van maandag
op dinsdag hanteert de Ter
neuzense marconist Barbé
zijn seinsleutel, het is 03.25
uur: „Wij hebben onze boten
verloren". Het is het laatste
levensteken van het onge
lukkige schip. Uit Zweedse
havens vertrekken onmid-
delijk de stoomsleepboten
Diana en Herakles. Door de
storm kunnen ze niet voluit
varen. In de vroege ochtend
bereiken de bergers de
Alandseilanden.
Op de aangegeven positie
zien ze masten en luchtko
kers boven water steken. De
sleepboten speuren de om
geving af naar sloepen en
drenkelingen. Tevergeefs.
Ze telegraferen naar de wal
dat de Cornelis vermoede
lijk met man en muis is ver
gaan en dat aangenomen
moet worden dat er 23 man
is verdronken. Dinsdagmid
dag vertrekken uit de
Zweedse kustplaatsen Sodra
en Grasö vissersschuiten. Ze
gaan wrakgoederen zoeken.
Het is een zwarte dag voor
Terneuzen. De droeve mare
verspreidt zich snel. Groep
jes mensen staan bedrukt
met elkaar te praten. Domi
nee Timmerman gaat con
doleance-bezoeken brengen.
Inspecteur C.Klaassen doet
zijn plicht namens de maat
schappij. De gemeenteraad
komt in spoedvergadering
bijeen. Diezelfde dag wordt
er een Comité van Actie op
gericht om de nood van de
nabestaanden te lenigen.
De ouders van de Terneu
zense stoker W. Walbrecht
wachten gelaten op een be
vestigend bericht van de re
derij Lensen. In plaats daar
van krijgen ze een telegram
uit Stockholm. Walbrecht is
na het passagieren te Ulea
borg te laat op de kade ver
schenen. De Cornelis was al
vertrokken. Het boemelen
redde zijn leven. Hofmeester
C.Wolfert, 17 jaar, is even
eens de dans ontsprongen.
Zijn naam is doorgeschrapt
op de monsterrol.
De agent van de rederij
Lensen in Stockholm meldt
's middags per telegram dat
er bij Oresund drie lijken
zijn aangespoeld. Ze zijn
geïdentificeerd als opvaren
den van de ss Cornelisde
tweede machinist A.Visser
uit Delfzijl, de matroos G.
van de Vrede en de mess-
roomboy J. Maas, beiden uit
Terneuzen. In de Zweedse
krant Aftenbladet van die
dinsdag staat een sensatie
verhaal over het lijk van
A.Visser. Bij de lijkschou
wing heeft de dokter drie
messteken in het hoofd aan
getroffen.
Wat heeft er zich aan
boord afgespeeld in die
stormnacht? Is er gevochten
in de laatste uren van de
Cornells? Precies zullen we
het nooit weten. De span
ning op de brug, de gedach
ten van de stokers in die
laatste uren ...het blijft gis
sen.
'Muiterij bij de ondergang
van een Hollandse koop
vaarder' luidt een kop. Het
blad fantaseert over de mo
gelijk dat de bemanning de
officieren heeft overvallen
na de weigering van kapi
tein Teensma om het schip
Een sober monument op
het kerkhof van het
Zweedse Oregrund herin
nert aan de ramp.
te verlaten. Wat er ook van
zij, het raadsel van de steek
wonden is nooit opgehel
derd.
Op 20 oktober betreden
duikers het wrak van de
Cornelis. De deklading is
weggeslagen. In het schip
vinden ze geen stoffelijke
overschotten. Daags na de
ramp spoelen er op de
Zweedse kust nog wel lijken
aan, niet alleen Terneuzena-
ren van de Cornelis, maar
ook bemanningsleden van
de Zweedse bark Karin die
In dezelfde nacht aan stuk
ken is geslagen op de Aland
seilanden, na eveneens twee
vuurschepen met elkaar te
hebben verwisseld.
Op vrijdag 20 oktober 1922
trekt een lange stoet door de
straten van het Zweedse
Oregrund. Bemanningsle
den van een twintigtal sche
pen lopen achter de baar
van zes slachtoffers van de
ss Cornelis. Op de kisten lig
gen kransen van: de rederij
Lensen, het gemeentebe
stuur van Oregrund, van
particulieren uit het stadje
en van de Nederlandse dele
gatie in Stockholm. In de
stoet loopt ook consul-gene
raal Immink. Op alle sche
pen in de haven wapperen
de vlaggen halfstok.
Enkele dagen na de be
grafenis wordt op het mas
sagraf een sobere gedenk
steen geplaatst.
De zondag na de ramp
houdt de Terneuzense domi
nee A.Timmerman een her
denkingsdienst in een
stampvolle Hervormde kerk
aan de Noordstraat. Hij leest
psalm 90 vers 9: „Want al
onze dagen gaan voorbij in
verbolgenheid, wij voleindi
gen onze jaren als een ge
dachte".
Epiloog
Anno 1984 bestaat de
roemruchte rederij Len
sen niet meer. Er is nau
welijks meer iets bekend
van de grootste ramp uit
de jongste geschiedenis
van Terneuzen: de onder
gang van het stoomschip
Cornelis. In het Zweedse
Oregrund getuigt alleen
een gedenksteen met zes
namen van de tragedie.
Navraag in Den Haag en
in Stockholm leverde
niets op.
De Cornelis is met haar
bemanning weggezonken
in de geschiedenis. In ar
chieven van het ministe
rie van Buitenlandse Za
ken bevindt zich alleen
nog het vergeelde verslag
van de begrafenis. Het is
gedateerd 2 november
1922 en getekend door mr.
Immink, consul-generaal
der Nederlanden voor
Zweden.
Een citaat: „Op de eer
ste kist van de machinist
lag de door mij meege
brachte Nederlandse vlag.
Onmiddelijk na de zesde
kist volgden de predikant
en ik Op elk der kisten
lagen kransen en denne-
groen. Een kerkelijk koor
zong enige liederen. Door
mij is aan het graf een
enkel woord van dank ge
bracht aan instanties en
aanwezigen voor de be
toonde grote en hartelijke
belangstelling. Op het
lint van de krans van het
gezantschap stoiui: Aan
de equipage van de
S.S. Cornelis, die zich bij
de vervulling van haren
plicht standvastig heeft
betoond".