ILLE
FIETSEN
TANDEMS
Fietscross
groeit als kool
3
Racefiets moet passen
als een rokkostuum
EEUW
fietskleding
is geen
yjtsloverij
FOTOVAK
VOORRAAD
PAGINA
H<
Meer dan 50 jaar
VAL:
jos bleijenbergh
arnold v.d. poel^
W NIEUW
en
IELERS-
9RIJF
GROEDE
TEL. 01171-1462
'A/DS
VERVOER
SINDS 1978
VEEL PLEZIER
"D STROOMLIJN -
DE PASVORM
AS
DINSDAG 3 APRIL 1984
service
kwaliteit
vertrouwen
GROEDE
1639
)are 6x6 camera
professionele vakfotografie
2-axel-01155-2093
t 3-hulst-01140-13033
aliteit en service
NIEUWSTRAAT3
pE SPECIALE uitmonstering van
j8 trimfietser is geen aanstellerij. In-
ugendeel, de speciaal voor de wie
lersport ontworpen truien, broeken,
schoenen, handschoenen en valhel
men zijn zeer doordacht en bescher
men de gezondheid. Zeker voor een
lochtje van enige lengte verdient het
aanbeveling om de outfit met zorg te
Hezen.
Allereerst die koddige, wollen ren
nersbroek. Die moet halflang zijn en
nauw sluiten om de bovenbenen, zo-
jat de huid beschermd tegen het
voortdurend schuren tegen het zadel,
ge zeemleer sluit aan op het blote
onderlijf en voorkomt het 'stukrijden'
van het zitvlak op (middel)lange af
standen. Overigens vereist de koers-
J aek-met-zeemleer een speciale be
handeling. Ze mag alleen in lauw wa
teren op de hand gewassen worden
en moet nat worden opgehangen,
maar beslist niet in de zon of bij de
verwarming. De zeemleer blijft zacht
en soepel dooe er talkpoeder of spe
ciaal broekenvet op te smeren.
De wollen wielertrui (die ook zonder
schreeuwerige en overbodige rekla-
me-opdruk te koop is) vormt een
hoofdstuk apart. Dit kledingstui moet
sneltranspiratievocht opnemen en
dit ook weer onmiddellijk, inde vorm
van damp, doorgeven aan de buiten
lucht. De kleding blijft daardoor
droog, terwijl sterke afkoeling en het
gevaar voor kouvatten vermeden
«orden.
De trui is extra lang omdat de rug
ook in gebogen houding volledig be
dekt moet zijn, en heeft van achteren
grote zakken om de hoogst noodza
kelijke bagage in te vervoeren. Onder
de wielertrui wordt een lang zwee-
Ihemd gedragen.
Koersbroek en trui hebben korte
mouwen, maar in de koudere maan
den kan natuurlijk ook een collant
(lange koersbroek) of trui met lange
mouw gedragen worden. Overigens
iljn er ook aparte, stevig gebreide
mouwstukken in handel, die aanslui
ten op een wielertrui met korte
mouw. Uiteraard moet zo'n apart
mouwstuk nauw sluiten, maar het
mag niet knellen!
Sinds kort is er ook aërodynamische
kleding op de markt, die als een
tweede huid om het lichaam sluit. Die
kleding zorgde in 1978, tijdens de
poloog van de Tour de France in
leiden, nogal opschudding omdat
Serrie Knetemann er 'oneerlijk' voor
al mee zou willen behalen. Toen
id de aërodynamica nog revolutio-
xlr, nu is deze kleding dus ook be-
schikbaar voor de recreant voor wie
lists te dol is, want voor één aerody-
lamische trui en broek moet in totaal
loch vlug 165 neergeteld worden.
Ook de vingerloze handschoenen
lan de trimfietser hebben hun nut.
kan de binnenzijde, bij de handpalm,
zijn ze verdikt met een vulling die
dient om de schokken van het stuur
op te vangen. Bovendien kunnen de
handschoenen lelijke schaafwonden
(oorkomen tijdens een valpartij. De
handschoenen'zijn vingerloos omdat
de bedieningsmechanismen van de
liets, zoals de versnelling, nauw luis
teren.
Dewielerschoen verbindt de energie
bron (de benen) met het aandrijfme-
ehanisme van de fiets. De schoen is
•ersterkt met een stalen plaat in de
»ol, waar een speciaal schoen-
plaatje (clête) opgeschroefd kan
«orden. In dat schoenplaatje zit een
Jleuf, waar de rand van het racepe
daal precies in past. Met schoen-
plaatje en aangetrokken toeclips is
da trimmer als aan één stuk gegoten
"jat zijn fiets. Daardoor wordt de li
chaamskracht optimaal overgebracht
op de pedalen, maar het grote nadeel
•an het schoenplaatje is natuurlijk
jat de fietser niet vlug met (een van)
da de benen op de grond kan staan,
'leen ervaren recreanten zouden
daarom gebruik moeten maken van
faclêtes, en dan alleen nog maar
builen de bebouwde kom.
"Owielerschoen zelf is echter geen
™e, want van lang fietsen met 'ge-
*°ite' trimschoenen krijg je slaap
celen. De harde binnenplaat in de
"leierschoen zorgt er voor dat de
"'achtendruk op de pedalen ver-
Preidt wordt over de hele bal van de
°at. Met de hakloze wielerschoen is
'0verigens moeilijk lopen. Er zijn
udanook 'fiets-loop-schoenen' in
«handel gebracht, waarmee naar
vergelijk is gezocht tussen de
l-en de fietsfunctie. Noch bij het
'"i noch bij het fietsen is deze
"tpromis-schoen echter ideaal.
valhelm wordt, in tegenstelling tot
b '?a"e wielrenpetje, te zelden ge-
d,Loor recreant-renners. Toch is
ea( ,5 voor relatief weinig geld (cir-
J te verkrijgen en dit accesoir
J veel narigheid (hersenletsel!)
ienl Trimmers moeten be
te dat va|partijen bij onervaren
'«anten maar al te vaak voorko-
vaker als in groepsverband ge-
'"Wordt. Het petje is alleen nood-
Ion?. tijdens warme dagen, als het
tau verhitte hoofd beschermd
('«orden tegen de felle zon.
lil* de regenkleding. Er zijn
Uil., waterafstotende regen-
die over de wielerkleding ge-
%h ^unnen worden. Die jasjes
(L «vendien gemakkelijk opvouw-
fe6n voorzien van de supersnelle
Hiha» 'uit'ng. Let er wel op dat de
[i,e "en van het'jasje (onder de ar-
Hai.Van ventilerende stof zijn ge-
*otdt nder die ventilatiebanen
'u mét regenjas net zo nat
'IETSCROSS heeft Neder
land razendsnel veroverd. Het
is in amper zes jaar tijds uige-
groeid tot een boeiende
jeugdsport, waarmee steeds
meer jongeren de uurtjes na
de schoolplicht vullen. Alleen
al in 1983 werden ruim
120.000 van deze speeldin
gen verkocht in ons land.
DOOR JOHN VAN OPPEN -
-□
Fietscross is ontstaan in het begin
van de zeventiger jaren in Californië,
waar jongeren onderlinge wedstrijd
jes begonnen te organiseren in zand
verstuivingen en op verlaten moto-
cross-circuits. Dit sloeg geweldig aan
en al snel ontwikkelde zich een in
dustrie die speciale fietsen ontwierp
voor het rijden op geaccidenteerd
terrein. Zo moet een degelijke cross-
fiets voorzien zijn van brede noppen
banden, een versterkt en omge
bouwd frame, aangepaste kettingwie-
len en schuimrubber beschermkap-
pen op stang, stuur en balhoofd.
De Amerikanen noemden de nieuwe
sport Bicycle Moto Cross (BMX), een
term die af en toe nog wel opduikt en
waar ook de afstamming uit de moto-
cross uit blijkt.
baantjes of in het vrije veld. De cross-
fiets is levensgevaarlijk op de open
bare weg en voor deelname aan het
'gewone' verkeer zonder meer onge
schikt. Wie zijn kind een crossfiets wil
geven, moet dit echt als een extra
zien.
„Voor dagelijks gebruik naar school
of naar vriendjes is een gewone fiets
nodig," zo waarschuwt Veilig Verkeer
Nederland. Deze organisatie wijst er
op dat de crossfiets geen verlichting,
geen bel, geen spatborden, geen re-
flektor en geen reflekterende pedalen
heeft, terwijl het 'speelding' boven
dien uitnodigt tot kunstenmakerij. En
op de openbare weg is dat levensge
vaarlijk!
In Nederland werden de speciale
crossfietsen in 1978 geïntroduceerd.
Enkele maanden later werd in Eind
hoven de eerste wedstrijd georgani
seerd, waar dertig jongeren aan deel
namen. Nu is de crossfiets niet meer
weg te denken uit Nederland.
Bij de KNWU staan nu meer dan
6.000 licentiehouders en bijna 150
fietscross-verenigingen geregi
streerd. Buiten dat officiële wedstrijd
verband houden zich nog eens vele
duizenden jongeren bezig met de
fietscross, want sedert 1978 zijn hier
naar schatting een half miljoen van
die speeldingen cadeau gegeven aan
kinderen.
De crossfiets is dus in een mum van
tijd uitgegroeid tot misschien wel het
populairste vervoermiddel van de
jeugd. Toch moet de crossfiets echt
gezien worden als een tweede fiets,
uitsluitend te gebruiken op cross-
Op afgesloten circuits of op het open
veld is de crossfiets echter een prima
brok speelgoed, waar het kind enorm
veel plezier aan kan beleven.
Maar zoals elke tak van sport, is ook
deze niet helemaal zonder gevaar.
Stuntende crossertjes komen nogal
eens hard ten val en de speciale kle
ding (helm met mondbeschermer,
knie- en elleboogbeschermers) is ze
ker geen luxe. Ook de stootkussens
op de crossfietsen zitten er niet voor
de grap. Ze beschermen geslachts
delen, kin en neus.
Zelfs met al die beschermkappen
blijft het opletten geblazen. Een val
partij kan vooral slepende gevolgen
hebben als het stuur in de buik slaat.
Maag en darmen kunnen zonder ern
stige gevolgen 'opschuiven' als de
punt van het stuur met een klap tegen
de buikwand slaat, maar andere or
ganen kunnen zo'n klap niet verdra
gen. Kinderartsen constateren regel
matig lelijke beschadigingen aan milt,
alvleesklier, lever en nieren, die het
gevolg zijn van valpartijen met de
fiets. Een speciale, brede buikriem
kan die gevaarlijke blessures voorko
men.
Wie niet bang is om af en toe in het
zand te bijten en zijn overtollige ener
gie kwijt wil in deze robuuste sport,
kan voor inlichtingen terecht bij de
KNWU in Woerden, telefoon 03480-
11544.
Daar kunnen ze het adres geven van
de vereniging die het dichtst bij u in
de buurt zit. Lid worden van een vere
niging is trouwens de enige manier
om een licentie te verkrijgen, om aan
één van de 225 'echte' wedstrijden te
kunnen meedoen die dit jaar verre
den worden.
Fietscross is onderverdeeld in leef
tijdsklassen. Zo kent men 6 jaar, 7
jaar, 8 kaar, oplopend tot 17 jaar en
ouder. Meisjes kunnen net zo goed
crossen. Bovendien zijn er klassen
waarin de mate van gevorderdheid
tot uitdrukking komt: de junioren, de
amateurs en experts,
t
lOE MINDER wolkjes in de
lucht, hoe meer trimmers op
de weg. Met het stijgen van
de temperatuur groeit ook de
wielerkoorts en tegen de len
te worden weer tienduizen
den racefietsen uit het win-
tervet gehaald.
beeldschermpje, waarop gegevens
als snelheid, afgelegde afstand, rijtijd
en gemiddelde snelheid oplichten.
Ook is de bovenhuis opgesierd met
een slank meterje (gewicht: 35 gram)
dat het stijgingspercentage van het
wegdek aangeeft, terwijl de kransjes
op het achterwiel en de ketting ver
guld zijn. Uitsloverij dus, voor men
sen die wel erg hard gebeten zijn
door de wielerbacil.
DOOR JOHN VAN OPPEN-
Hoeveel Nederlanders over een race
fiets beschikken is met geen moge
lijkheid te becijferen. Het moeten er
vele honderdduizenden zijn en dat
peloton groeit nog steeds. Alleen vo
rig jaar al werden liefst 300.000 fon
kelnieuwe racefietsen verkocht en de
markt lijkt nog altijd niet verzadigd,
want op dit moment zijn er in ons
land niet minder dan 200 verschil
lende merken en types derailleur-fiet-
sen in de handel. De goedkoopste
fiets kost kant-en-klaar bijna 450,
de duurste uitvoering komt de lief
hebber op zo'n 6.000 te staan.
Die allergoedkoopste fiets trapt ver
houdingsgewijs zwaar en weegt ook
nog altijd ruim zeventien kilogram.
In de duurste fiets zijn werkelijk alle
snufjes verwerkt waarmee een wie-
Iersnob anno 1984 ook maar pochen
kan. Die fiets weegt amper zeven kilo,
maar heeft aan het stuur toch maar
mooi een lichtgewicht computer met
Gewichtsbesparing, sierlijkheid en
exclusiviteit zijn echter niet de enige
prijsopdrijvers. Beneden de snobis-
me-klasse (die al begint rond de
2.500) wordt de prijs van een race
fiets vooral bepaald door de kwaliteit
van de materialen die erin verwerkt
zijn.
Met een juiste combinatie van hoog
waardige metaalsoorten en verfijnde
onderdelen wordt een betere stroom
lijn, minder wrijving en meer zit- on-
derhouds- en bedieningscomfort be
reikt. Dat veroorzaakt kwaliteits- en
prijsverschil.
Welke fiets is nu geschikt voor welke
trimmer? Welnu, allereerst de tip dat
racefietsen in de vakhandel ook twee
dehands en met garantie te koop zijn.
Ze zijn dan aanzienlijk goedkoper.
Voor de beginner die hoe dan ook
fonkelnieuw wil vlammen voldoet een
racefiets van ongeveer 900 ruim
schoots. Zo'n karretje weegt bijna 10
kilo. De beginner mag natuurlijk best
duurder kopen, maar de kans is klein
dat hij op een duurdere tweewieler
ook sneller is, zeker in zijn eerste
toerseizoen.
Hoe hoger de noten die de gevor
derde toerfietser op zijn zang krijgt,
hoe hoger ook de prijsklasse waarin
hij terecht komt. Voor ongeveer
1.500 heeft een trimfietser echter
een splinternieuwe machine waar hij
amper nog iets aan verbeteren kan.
De nóg duurdere uitvoeringen en
snufjes zijn er voor de wedstrijd-wiel
renners (voor wie éénhonderdste van
een seconde, of een banddikte, het
verschil tussen falen en winnen kan
betekenen) en de uitslovers.
Het allerbelangrijkste om op te-letten
bij de aankoop van een fiets, is de
kwaliteit en de pasvorm van het fra
me. Dit buizenstelsel vormt als het
ware het skelet van de fiets, waar alle
andere onderdelen aan opgehangen
zijn. Het frame moet precies uw maat
hebben, want met de fiets is hetzelfde
aan de hand als met een rokkostuum:
als het te groot of te klein is hebt u er
niets aan, al is het nog zo fraai en
duur betaald.
Elke zichzelf respecterende racefiets
handelaar heeft een pasframe in huis,
maar het kan natuurlijk geen kwaad
om zelf ook te weten waar het nu
eigenlijk om draait.
t De lengtemaat van het frame wordt
gemeten langs de zitbuis, gemeten
vanaf het topje van de zadellug (waar
de zadelpen in het frame verdwijnt)
tot het hart van de trapas.
De aldus verkregen framemaat moet
23 tot 25 cm kleiner zijn dan de lengte
van het been van de fietser, gemeten
vanaf de vloer tot aan het schaam-
been. Bij een beenlengte van 70 cm
hoort dus een frame dat minimaal 45
en maximaal 47 cm lang is.
Als het frame te klein is moet de za
delpen te ver uit het frame steken,
waardoor de fiets gaat 'zwiepen'. Een
te groot frame is stijf en onhandel
baar. Dat leidt al snel tot beenkramp
of uitputting.
Nadat de goede framemaat geko
zen is, moet gelet worden op de
stand van het zadel. Dat moet zó
hoog ingesteld worden, dat de fietser
met de wreef van zijn voet nog net
ónder de pedaal kan komen als die in
de laagste stand staat. Met andere
woorden: het been mag, als de pe
daal de allerlaagste stand bereikt
heeft, nog net niet helemaal gestrekt
zijn. Als het been helemaal gestrekt
moet worden, ontstaat verlies aan
trapkracht en worden ook nog eens
spier- en rugblessures opgeroepen.
Voor een juiste 'coup de pédale' is
ook de afstand tussen zadel en stuur
van belang. Die afstand moet over
eenstemmen met de lengte van de ar-
men van de fietser. Als de elleboog
tegen het puntje van het zadel gelegd
wordt, moet de top van de gestrekte
middelvinger nog net het stuur kun
nen raken. Als dat niet klopt, kan de
lengte van de voorbouw (dat is de
stang die het balhoofd met de stuur-
bocht verbindt) veranderd worden.
Zo'n voorbouw is in de vakhandel los
verkrijgbaar.
t Ook de breedte van het racestuur is
van belang. In de ideale situatie is het
stuur (onderaan gemeten, van het
ene naar het andere uiteinde) net zo
breed als de schouderbreedte van de
berijder. Als het stuur breder is vangt
de fietser onnodig veel wind. Als het
stuur te smal is zit te berijder bekneld,
waardoor hij zijn longen niet optimaal
kan vullen en sneller moe zal zijn.
t Tenslotte de verhouding zadel-
stuur. Het stuur kan, zeker voor een
beginnende trimmer, iets hoger staan
dan het zadel. Later - als de maag
gewend is geraakt aan de gebogen
houding - kan de stuurpen iets om
laag, zodat zadel en stuur op exact
dezelfde lijn komen te staan. Dan
heeft de wielrenner de ideale hori
zontale rughouding te pakken.
Als de racefiets op alle hierboven om-^
schreven punten goed past, wordt de /uj
door het trappen opgewekte energiek
zo efficient mogelijk benut. U raakt
daardoor minder snel uitgeput en
hebt meer voldoening van uw trips.