CLAES OVER CLAUS, DIE VAN OUD NIEUW MAAKT BOEKENWEEK D. «rant in de ONBEREIKBARE VROUWEN OOK THEMA IN BOEKENWEEKGESCHENK DAGBOEK WARREN SCHIZOFREEN pe krant als ZATERDAG 24 MAART 1984 ttant in de Klas P *5-oW ódvh r KW" UVWlA HUN Li Sp («plu 'DE MOT ZIT IN DE MYTHE' Ervaring Opmerkelijk Schadepost Succes Kritiek Plezier ïuske en ÏViske: Ih El ulmet wltnnood le J V^nheejl $3 %>ie Happie En L Inleven wet aö5 APPIE7334£",r 'E DOEM van het Orwell-jaar 1984 lijkt helemaal aan de schrijver Maarten 'tHart voorbij te gaanVoor hem ko men er in dit nog prille jaar bijna uitsluitend positieve berichten uit de boekenwe reld. Allereerst wordt het door hem geschreven boekenweekge schenk, de novelle 'De Orto laan 382OOO-voudig ver spreid wat ook voor hem een ongekend hoog aantal bete kent en waardoor hij een groot publiek bereikt Daarnaast zet hij de eerste en naar het zich aan laat zien, succesvolle schreden in het Angelsaksische taal gebied. Zijn roman 'De Aan sprekers' in vertaling 'Be arers of Bad Tidings is on danks negatieve Nederlandse reacties over de kwaliteit van het vertaalwerk, door de Britse critici goed ontvan gen. Maarten 't Hart levert overi gens zelf een flinke bijdrage aan de promotie van zijn werkzowel in Nederland als in Engeland. Tijdens de boe kenweek is hij enkele malen in reclamespotjes op de tele visie te zien, signeert hij zijn werk op een aantal plaatsen in het land en houdt hij een voordracht op het boekenbal Speciaal ter gelegenheid van de boekenweek overwon hij bo vendien zijn weerzin tegen interviews „Die houden me teveel van het enige echt be langrijke, het schrijven af") en stond hij enkele journalisten te woord. Eén daarvan was onze redacteur Adri Gorissen. DE OBSESSIE VAN MAARTEN 'T HART ook in Hongarije, waar een verhak. I bundel en 'Een vlucht regenvniCJ ■71111 111 timnQTron qm in DnlI zijn uitgegeven, en in Polen (U Door Adri Gorissen Vrouwen, vooral onbereikba re, obsederen Maarten 't Hart. Wie zijn werk kent, weet dat de onbereikbaarheid van vrouwen één van 't Harts hoofdthema's is. Ook de ter gelegenheid van de boeken week (21 tot en met 31 maart) uitgegeven novelle 'De Orto laan' behandelt dit thema. Zelf haalt 't Hart de filosoof Theodor Adorno aan om het thema te omschrijven. De no velle behandelt volgens de schrijver: „Het fenomeen van het bezet zijn; een geliefd mens weigert toenadering omdat er al een relatie bestaat die een nieuwe uitsluit". Hoofdpersoon in 'De Ortolaan' is de etnoloog Maarten, die onderzoek doet naar de gedragingen van dieren, on der meer stekelbaarsjes. Hij wordt SVTflbOli&k verliefd op de Belgische biologiestu- 1 dente Alma, die een tijdlang bij hem in huis woont en die hij later, als ze zijn collega is geworden, op diverse congressen ontmoet. Hoewel ze zich duidelijk tot elkaar aangetrokken voelen, komt er niets van een relatie. Van Maartens kant niet vanwege zijn grote verlegenheid, en van haar kant niet omdat zij al 'bezet' is. Zij is ge trouwd met Pascal, die haar alleen naar congressen laat gaan als Maar ten er ook is. Hij weet namelijk dat Maarten van Alma houdt en conclu deert daaruit, o ironie, dat hij haar zal beschermen en er voor zal zorgen dat geen andere man haar kan nade ren. Maarten 't Hart Stip ort öftoim Van onze kunstredactie HUGO CLAUS wordt door de klassieke oudheid afgestoten en gefascineerd. In zijn mees te romans, toneelstukken, ge dichten e.d. gebruikt hij gege vens uit de klassieke litera tuur en zet deze naar zijn hand. In een uitvoerige studie (359 pagina's) gaat PAUL CLAES, op een bijna uitput tende manier, na hoe en op welke wijze dat het geval is. In het boek 'De mot zit in de mythe' (uitg. De Bezige Bij - 49.50) toont hij aan hoe Hugo Claus met zijn 'aperte twee dehands kennis van de oud heid' niet alleen literatuur maakte, maar ook als knap manipulerend vulgarisator een groot publiek van dienst was en is. In het begin van zijn boek maakt Claes een fundamentele opmerking: „De Griekse cultuur is volgens Weis- gerber 'benevens de bijbel de voor naamste inspiratiebron' van onze auteu... Het zou wellicht juister zijn hier te spreken van de antieke en joods-christelijke traditie. Over beide referentiepolen van Claus' oeuvre ontbreekt tot nu toe een algemene stu die. In de hoop dat een ander onder zoeker zich over het tweede thema ontfermt, heb ik alvast het eerste aan gepakt". Deze mededeling bewijst het schi zofrene karakter van deze dubbele traditie nog voordat dit met teksten uit Claus wordt aangetoond. Hier wordt één zaak opgesplitst in twee thema's, die niet te scheiden zijn. Zelfs onderscheiden wijst op die fun damentele gespletenheid. Met andere woorden: de interesse van Claus voor de antieken is onlosmakelijk verbon den met zijn komen uit een christelij ke (lees: rooms-katholieke) traditie. Aan het eind van zijn boek komt Claes daar trouwens zelf min of meer op terug. Op deze manier blijft dit boek - hoe interessant vaak ook - toch teveel een inventarisatie van één aspect, ver pakt in tekstanalyse en -exegese. Dat kan voor een doctorale dissertatie houtsnijdend zijn - dit boek is een herziene versie van een proefschrift uit 1981 te Leuven - yoor een boek in de serie 'Leven en Letteren' ontbreekt op deze manier het Leven teveel. Van de meer dan zeventig werken die Claus op zijn naam heeft staan, Paul Claus (1943): hoe oud of nieuw is Hugo Claus? - foto de stem ft" PU Tfc. Hugo Claus. - foto archief de stem zijn er op zijn minst vijftig waarin motieven uit de oudheid een rol spe len. Claes merkt op dat het de Breda se Neerlandicus Theo Govaart was die de oedipale patronen in Claus' werk ontdekt heeft. Aanvankelijk werd door critici niet opgemerkt, dat hij allerlei spelleljes speelde met tek sten uit de oudheid. En als dit wel werd opgemerkt, dan werd er zelfs van plagiaat gesproken. Claus zelf zegt herhaaldelijk, dat hij geen op voeding heeft gehad in de klassieke humaniora en dus geen directe kennis heeft van Seneca en andere door hem gebruikte klassieke auteurs (hij heeft zelfs een voorkeur voor nauwelijks bekende oude auteurs). Daarom ge bruikt hij vertalingen en Claes bezit een wonderlijke speurzin om te ont dekken welke. Verder is Claus, zoals wellicht be kend, tamelijk beperkt Freudiaans gericht via het Oedipus-complex. „Thema van doodslag en bloedschen nis is de as waar het hele oeuvre om draait. Een obsessionele structuur", al dus Claes, die zich een boek over lite ratuur en niet over psychologische cultuurgeschiedenis als opdracht ge steld had. Wel merkte hij bijvoor beeld aan het slot van zijn boek op: „De verwantschap tussen de vrucht baarheidsgodsdiensten en het chris tendom, waarop Claus onder meer in 'Vrijdag' de aandacht vestigt, is op zichzelf gezien al een antwoord op de vraag waarom hij deze vergeten my then weer van de zolder gehaald heeft. In zekere zin is het christendom een voortleven van de mysteriegodsdien sten: Christus is een stervende en ver rijzende god, Maria is de gekerstende opvolgster van de Maagd en Moeder uit het Nabije Oosten, God de Vader heeft zijn zoon als plaatsvervanger ge stuurd. Zolang dergelijke familiebeel- den de verbeelding over het Heilige in onze cultuur vorm geven, zullen ook de oude mythen levend blijven. Ook de lezer die de oude mythe niet kent, heeft er onbewust deel aan". Maar het is niet dit aspect dat ver dere uitwerking krijgt. In drie hoofd stukken wordt, aan de hand van tal rijke uitgediepte voorbeelden uit Claus' werk aandacht besteed aan zijn allusiekunst (allusie toespe ling), zijn citatenkunst (waarbij hij het dogmatische citeren onderuit haalt) en zijn vertaal- en bewer kingskunst, waarbij vooral zijn be werkingen van klassieke toneelstuk ken als Thyestes en Phaedra aan de orde zijn. Dat is tamelijk gespeciali seerde stuf, die een grote interesse in literaire tekstanalyse en -exegese vraagt. Een van de paragrafen heeft als titel: 'Claus: Vertaler of verrader?' Naar de letter genomen blijft er zel den iets van de originele teksten, die Claus uit het verleden gebruikt, over eind. Hij gebruikt ze als bouwstenen en hakt en kapt erin naar believen. In feite wil hij van het verleden af - ver raden als je wilt -, maar komt niet verder dan het veranderen van con text en vormgeving, omdat het gege ven 'mens' harder dan graniet is. Dat Freud en Frazer, met zijn evolutie van het menselijke denken in The Golden Bough, zijn leidslieden waren spreekt daarbij. Claes spreekt van 'indringende, diepgaande manipula ties, die het oude nieuw maken'. Paul ClaesDe mot zit in de my the Hugo Claus en de Oudheid uitgDe Bezige Bij - serie Leven en Letteren-ƒ 49.50). Dit tragische liefdesverhaal is door 't Hart op zijn gebruikelijke manier ge schreven. Veel natuurbeschrijvingen, verwijzingen naar zijn calvinistische jeugd, verwijzingen naar boeken en schrijvers (zo wordt de liefde van Maarten voor Alma vergeleken met die van de Deense filosoof Kierke gaard voor Regina Olsen) en het ten toon spreiden van grote kennis over dieren, met name vogels. De liefde ontwikkelt zich door de seizoenen heen, natuurlijk beginnend in de lente en eindigend in de winter. In de lente gaan Maarten en Alma vergeefs op zoek naar een ortolaan, terwijl ze in de winter als hun liefde noodgedwongen sterft, een dode orto laan vinden. Een eerlijk gezegd wat zwakke vorm van symboliek. Terug naar het thema. „Het is al tijd zo dat aardige mensen en vooral aardige vrouwen bezet zijn. Tenmin ste die ervaring heb ik steeds", ver duidelijkt Maarten 't Hart. „Die erva ring heb ik in dit boek verwerkt. Het is naar mijn mening een ervaring die heel veel mensen hebben, maar die tot nog toe nauwelijks in de litera tuur behandeld wordt. In de Neder landse literatuur van dit moment zijn vrouwen altijd makkelijk bereikbaar, het gaat altijd maar over sex. In wer kelijkheid zijn vrouwen onbereik baar. Dat houdt me heel erg bezig. Het is daarom voor mij in mijn boe ken een onvermijdelijk thema. Ook in mijn plannen voor nieuwe boeken komt het weer voor". Aan 'De Ortolaan' heeft 't Hart drie jaar gewerkt. „Ik ben er in 1981 aan begonnen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat het najaar 1983 als ge woon boek bij de Arbeiderspers zou uitkomen. Vlak voordat ik het af had kwam de directeur van de CPNB (Collectieve Propaganda van het Ne derlandse Boek) bij directeur Sontrop van de Arbeiderspers om te vragen of deze het goed vond dat ik benaderd werd voor het schrijven van het boe kenweekgeschenk. Sontrop ging daarmee akkoord en ik voelde er ook wel wat voor. Omdat ik niet op korte termijn een nieuw verhaal kon schrijven, hebben we toen besloten dat 'De Ortolaan' boekenweekge schenk zou worden". Bijvoorbeeld het idee dat ik een gro ter lezerspubliek kan bereiken. Men sen die nog nooit iets van me hebben gelezen, lezen me waarschijnlijk nu ook", aldus de schrijver, die er wel even bij heeft stilgestaan dat het boe kenweekgeschenk de laatste jaren niet zo'n goede naam heeft. Denk maar eens aan het boekje met uit spraken van Wim Kan, dat vorig jaar werd uitgegeven, 't Hart is over dat bezwaar snel heen gestapt. „Ik hoop dat ik wat aan dat beeld kan veran deren", zegt hij. Het is overigens, dit even terzijde, stom toeval dat 1984 door vogelbe schermers is uitgeroepen tot het jaar van de ortolaan, een aan de vink ver want vogeltje met een gele oogring, roze snavel, gele keel, groene kop en bruin verenkleed, waarvan nog slechts enkele paren in de Achterhoek voorkomen. „Zoals gezegd ben ik er al in 1981 aan begonnen. De titel stond van het begin af aan vast. Het is toe val. Ik was stomverbaasd toen ik een briefte van de vogelbeschermers kreeg, waarin stond dat juist dit jaar het jaar van de ortolaan zou worden". Voor het schrijven van het boeken weekgeschenk krijgt de schrijver 50.000 gulden. Dat is een heel bedrag. Als 'De Ortolaan' gewoon zou zijn uitgegeven, dan had 't Hart dat be drag echter al bij een oplage van en kele tienduizenden exemplaren ver diend. „Het is voor mij en de uitgever, die er nauwelijks iets aan verdient, een schadepost. Maar er spelen in dit geval ook andere motieven een rol. Enkele weken geleden maakte 't Hart een reis door Engeland om de verkoop van zijn 'Bearers of Bad Ti dings' te stimuleren. Het boek, waar van 4.000 exemplaren zijn gedrukt, is door de Britse critici goed ontvangen. „Het opmerkelijke van de Engelse kritiek is, dat hij precies tegenover gesteld is aan de Nederlandse. De Britten vinden dat ik onsentimenteel schrijf, terwijl me in Nederland bij voorbeeld door Carel Peeters van Vrij Nederland steeds verweten wordt dat ik zo sentimenteel ben. Ook zeggen de Britten dat mijn boek zorgvuldig en precies geschreven is. Hier vindt men mijn werk slordig en snel geschreven. Dat de kritiek in Engeland heel an ders is, heeft me goed gedaan. Die po sitieve besprekingen willen overigens niet zeggen dat het boek daar goed verkocht wordt. Het is erg moeilijk om in Engeland binnen te komen. De enige Nederlandse schrijver die echt het Britse taalgebied is binnenge drongen is Jan de Hartog. Ik ver wacht er zelf niet veel van, hoewel op dit moment drie uitgeverijen in de slag zijn om de pocketrechten te ko pen". Een land waar het wel al goed gaat met 't Hart is Zweden. „Daar zijn 'De Aansprekers' en 'Een vlucht regen wulpen' in een oplage van 3.000 exem plaren, wat daar een heel normaal aantal is, uitgekomen. Van 'De Aan sprekers' zijn alle exemplaren ver kocht, die van 'Een vlucht regenwul- Den' bijna allemaal". Goed loopt het Hans Warren: Geheim Dagboek 1949-1951. (Uitg. Bert Bakker- 29,50) Het derde deel van een op zijn minst, merkwaardig geschrift van deze Zeeuwse auteur. Maar er is méér aan de hand. Wat heet 'dagboek'? Eerst enkele citaten uit dit zeer 'realisti sche' dagboek, die typerend zijn: 'Soms vraag ik me af, van welke ver veling de reflecties in een dagboek het bezinksel zijn... waarom ik zelden iets noteer als er wérkelijk wat ge beurt in mijn levenNu ik geen vrienden meer heb en er geen corres pondentie meer op nahoud, ben ik wel verplicht voor mezelf te schrijven wanmer ik het over de dagelijkse din gen des levens wil hebben.Die re gels zijn niet helemaal representatief, maar bevestigen wel, dat dit dagboek nogal een feitenboek is. Er is weinig sprake van echte persoonlijke reflec ties. Het gaat dan ook te ver het op één lijn te zetten met bijvoorbeeld de grote dagboekenschrijvers uit de Franse literatuur. Dat dit deel zich grotendeels in Frankrijk afspeelt heeft daarmee niets van doen. De tegen de dertig lopende dorps jongen uit Borssele stort zich daar in het Grote Leven. De aanzet van dit deel vertelt over een tot mislukking gedoemde verliefdheid op de Schotse Mabel, omdat hij zich steeds meer van zijn homoseksualiteit bewust wordt. Als velen schaart hij zich dan bij die typische groep mannen, die in Parijs op Arabische en andere cul tuur-avonturen uitgaan. Hele stuk ken zijn overigens niet meer dan reis verslagen. Interessant is dan bijvoor beeld wel het deel over zijn ontmoe ting met de schrijfster Isabelle Riviè- re, de zus van Alain Fournier en de ex-vrouw van de kunstenaar André Lhote. Aanecdotisch zijn ook zijn bezoe ken aan de familiekring van Jan Wolkers en zijn sollicitatie voor Zeeuws burgemeester in 1951 bij commissaris De Casembroot. „Was ik twee dingen geweest: orthodox gelo vig en half of heel getrouwd, dan had ik meer kansen gehad dan nu". Hij heeft zijn ambtenarenbestaan opge geven en zijn loopbaan als schrijver krijgt wat vaste grond onder de voe ten als 11 oktober 1951 zijn eerste lite raire bijdrage in de Provinciaalse Zeeuwse Courant verschijnt. De re dactie was toen niet enthousiast. Warren als opkomend schrijver met zinnen als 'Glorieus daalde het gou den licht over het rijke zomerland', maar ook met fraaie uitdrukkingen als 'berustende onderkinnen'. Het is aangename en soms al heel mooie taal om te lezen. SeraAnstadt: Al mijn vrienden zijn gek. (Uitg. BZZTöH- 24,50). Op een heel directe manier beschrijft Sera Anstadt haar ervaringen met haar zoon Baf, die vanaf zijn 15e jaar tekenen van schizofrenie begon te vertonen. Hij is nu 30 jaar. Het verhaal over conflictsituaties in de moeder-kindrelatie (wat kun/ moet je als ouder opbrengen?) en de bijna onmogelijke opgave om dit haye). En Raf heeft er wel een paalde overtuiging uit overgel vlucht regenwulpen'). De en Italiaanse vertaling is al E® terwijl er verder plannen bestas' voor een Duitse uitgave. De oorzaak van zijn successen volgens 't Hart voor een deel in 1 calvinistische sfeer in zijn boeken y krijg vaak brieven van mensen Ji half buiten het geloof staan. DiehJ kennen zich in mijn werk. Een anderèl reden zou kunnen zijn de gevoeh» heid die uit mijn boeken spreekt en j| identificatie met de hoofdfiguur. Ver der spreekt er monterheid en vrolijk I heid uit mijn werk. Niemand in LI derland heeft dat opgemerkt. In jv I geland zeiden ze me dat Nederlands» I boeken bijna altijd somber en zwaar I moedig zij n, maar het mij ne niet". Ondanks het feit, of juist doordat! hij een van de meestgelezen Neder- landse schrijvers is, is hij ook een va» de meestbekritiseerde auteurs van ons land. „Die twee dingen houden inderdaad verband met elkaar, d word in de kritiek buitengewoon bits en onvriendelijk behandeld, vooral door bladen als de Haagse Post en Vrij Nederland. Dat is puur een kwestie van jaloezie. De kritiek op mijn veelschrijverij bijvoorbeeld is onterecht. Daardoor zou ik haastigen slordig werken, terwijl ik juist veei tijd aan mijn boeken en artikelen be. steed. Aan 'De Ortolaan' heb ik drie jaar lang gewerkt en geschaafd. Van- daar dat ik zo blij ben met de Er opmerkingen", zegt 't Hart, die __ov lijks vele uren en vaak hele weekein den aan het schrijven besteedt. De laatste jaren is die produktie trouwens wat afgenomen. Zijn top lag in 1977 toen hij 130 artikelen schreef voor dag- en weekbladen en daarnaast twee boeken. Opvallend aan die artikelen, die onder meer ge-1 bundeld werden in 'De som van mis-1 verstanden', 'Ongewenste zeereis' en 'Het eeuwige moment', is de aanste kelijke manier van schrijven. Wie 't Harts artikelen over boeken of schrij vers leest, wil onmiddellijk zelf die boeken of de werken van die auteur gaan lezen. Volgens de schrijver is dat een bewust opgeroepen effect. „Ik wil bewerkstelligen dat andere mensen ook gaan lezen. In de kritie- ken wordt er te weinig op gewezen I hoeveel plezier je kunt hebben in le-1 zen. Je moet niet altijd ontzettend ge-1 wichtig doen over boeken, zoals door veel Nederlandse critici wordt. De meeste mensen lezen voor I hun plezier". Dat geldt zeker voor 't Hart. Hij leest één boek per dag en wordt chagrijnig als hij een dag niet kan lezen. Als schrijver beoefent hij vele genres. I Verhalen, romans, essays en novellen, hij heeft er zich allemaal aan waagd. Het schrijven van romans] heeft echter zijn voorkeur. „Dat is al-1 tijd het leukste, al kost het een zwarel investering aan energie en emoties Je werkt dan maanden aan een ro- man en hebt geen tijd voor andere I dingen. Je moet in het boek leven en I de buitenwereld buitensluiten, want I het minste of geringste leidt af. Mijn vrouw klaagt dan dat ik maanden onbereikbaar ben". Voor de naaste toekomst staat, g lukkig voor zijn vrouw, geen roman I op het programma. „Er komt eerst een verhalenbundel. Ik heb weer vol doende verhalen liggen om een bun-1 del te maken. Die komt volgend voor jaar uit. Volgend jaar komt er boven-1 dien een boek over Bach, ter gelegen-1 heid van het Bachjaar. Dit jaar komt I er nog een boek met herinneringen I Dat wordt uitgegeven in de serie 'Pri- vë-Domein' van de Arbeiderspers Het wordt deel 100 van die serie, I waaraan dit jaar speciaal aandacht 1 wordt besteed. Het worden overigens I geen memoires, daarvoor ben ik nog I te jong en kan er nog teveel gebeuren of zoals de titel zegt: 'Het roer kan nog zesmaal om'. „e afgelopen week hebben hee kennis gemaakt met de kr: teek. krant in de klas-week. D: kinderen wegwijs te maken in ie elke dag in je brievenbus kr I iok aan meegedaan: vorige wei „agina in De Stem die gemaak van een lagere school uit Bred: moet je nog maar even graven ie kast, want hij was de moeit: wat méér werk van die klassen er was nog genoeg over voor nó puzzels en rebussen en zo. Kijk pe Krant in de Klas-week ^,as een soort kanteleesles. I [n zo'n les heeft ook pers- vrijheid thuis. Persvrijheid lS het recht om over je ideeën en gevoelens te schrijven in kranten en tijd schriften zonder datje daar voor van te voren toestem ming moet vragen aan de regering. Dat is toch heel ge- woon, zeg je nu misschien. ja, in Nederland wel, maar inde meeste landen van Afrika, het Midden-Oosten, Azie en Zuid- en Midden- Amerika is dat niet zo. Daar Krijgen journalisten flinke geldboetes of worden ze 'elfs vervolgd en gevangen gezet als ze iets schrijven 1 Jat hun regering niet zo prettig vindt. In 1983 over- kwam dat heel veel journa listen in Turkije. In Joego slavië werd drie weken gele ien een hoofdredacteur ont slagen omdat hij in kritische artikelen de nieuwe presi- jent zou hebben 'beledigd'. In El Salvador zijn de af gelopen maand journalisten met de dood bedreigd als ze Je verzetsbewegingen ook R E BUb - n ziekteproces te leren hanteren; zowel voor de ouders, de patiënt als de des kundigen. Een heel menselijk dooi- ment, met zijn voor- en nadelen. Zij beschrijft een martelgang langs 'instanties' om hulp; de welwillend heid van sommigen en de onwelwil lendheid van anderen. Niet rancu neus, wel pijnlijk. Eigenlijk is het boek een getuigenis van onmacht te genover het verschijnsel schizofrenie (opsplitsing van de persoonlijkheid! In de zestiger en zeventiger jaren is daarmee nogal geëxperimenteerd Dc naam van de befaamde Engelse psy chiater R. Laing wordt in dit boe» ook genoemd. Zoon Raf komt in enke le alternatieve instituten, waarin nieuwe, maatschappijkritische me thodes worden gehanteerd. Zonae het verwachte succes. Uiteinden)" wordt 'baat' gevonden in een psychia trische inrichting, die er weer hele maal chemisch tegenaan gaat staa" Dat brengt geen echter verbetering genezing. Het aftakelingsproces gaat doot maar de verschijnselen worden we hanteerbaar gehouden. Sera AnsJr_ schrijft er vanuit haar standpunt ne der en eerlijk over. Maar de zogen ten alternatieve methodes word enkel vanuit de teleurstelling heel begrijpelijk is) beschreven niet vanuit een echte kennis van 8 ken. Er zijn in de zeventiger jaren enkele hoopvollere boeken °ve' t thema geschreven (bijv. Het dagw* van een schizofreen door M- Sec" Afgelopen donderdag hebbe kranten gespeeld. Berichten r plakken en er zijn leuke taais van jou bij was, dan merk je e Bdh[ijter MhomOe 7^7 fiijhiwdlentddt Ly I verwittigde my I muwhmtj lrJl( je hoe vdndl Mn elhe(ene) be houder I de laatste zin van het boek, die t de titel werd: 'Al mijn vriendenhl gekWat heet normaal?

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 26