CLAES OVER CLAUS, DIE
VAN OUD NIEUW MAAKT
BOEKENWEEK
D.
«rant in de
ONBEREIKBARE VROUWEN OOK THEMA IN BOEKENWEEKGESCHENK
DAGBOEK WARREN
SCHIZOFREEN
pe krant als
ZATERDAG 24 MAART 1984
ttant in de Klas
P *5-oW ódvh
r KW" UVWlA HUN Li
Sp («plu
'DE MOT ZIT IN DE MYTHE'
Ervaring
Opmerkelijk
Schadepost
Succes
Kritiek
Plezier
ïuske en ÏViske: Ih
El ulmet wltnnood le J
V^nheejl $3
%>ie Happie En L
Inleven wet aö5 APPIE7334£",r
'E DOEM van het Orwell-jaar
1984 lijkt helemaal aan de
schrijver Maarten 'tHart
voorbij te gaanVoor hem ko
men er in dit nog prille jaar
bijna uitsluitend positieve
berichten uit de boekenwe
reld.
Allereerst wordt het door hem
geschreven boekenweekge
schenk, de novelle 'De Orto
laan 382OOO-voudig ver
spreid wat ook voor hem een
ongekend hoog aantal bete
kent en waardoor hij een
groot publiek bereikt
Daarnaast zet hij de eerste
en naar het zich aan laat
zien, succesvolle schreden
in het Angelsaksische taal
gebied. Zijn roman 'De Aan
sprekers' in vertaling 'Be
arers of Bad Tidings is on
danks negatieve Nederlandse
reacties over de kwaliteit
van het vertaalwerk, door de
Britse critici goed ontvan
gen.
Maarten 't Hart levert overi
gens zelf een flinke bijdrage
aan de promotie van zijn
werkzowel in Nederland als
in Engeland. Tijdens de boe
kenweek is hij enkele malen
in reclamespotjes op de tele
visie te zien, signeert hij
zijn werk op een aantal
plaatsen in het land en houdt
hij een voordracht op het
boekenbal
Speciaal ter gelegenheid van
de boekenweek overwon hij bo
vendien zijn weerzin tegen
interviews „Die houden me
teveel van het enige echt be
langrijke, het schrijven
af") en stond hij enkele
journalisten te woord. Eén
daarvan was onze redacteur
Adri Gorissen.
DE OBSESSIE VAN
MAARTEN 'T HART
ook in Hongarije, waar een verhak. I
bundel en 'Een vlucht regenvniCJ
■71111 111 timnQTron qm in DnlI
zijn uitgegeven, en in Polen
(U
Door Adri Gorissen
Vrouwen, vooral onbereikba
re, obsederen Maarten 't Hart.
Wie zijn werk kent, weet dat
de onbereikbaarheid van
vrouwen één van 't Harts
hoofdthema's is. Ook de ter
gelegenheid van de boeken
week (21 tot en met 31 maart)
uitgegeven novelle 'De Orto
laan' behandelt dit thema.
Zelf haalt 't Hart de filosoof
Theodor Adorno aan om het
thema te omschrijven. De no
velle behandelt volgens de
schrijver: „Het fenomeen van
het bezet zijn; een geliefd
mens weigert toenadering
omdat er al een relatie bestaat
die een nieuwe uitsluit".
Hoofdpersoon in 'De Ortolaan' is de
etnoloog Maarten, die onderzoek doet
naar de gedragingen van dieren, on
der meer stekelbaarsjes. Hij wordt SVTflbOli&k
verliefd op de Belgische biologiestu- 1
dente Alma, die een tijdlang bij hem
in huis woont en die hij later, als ze
zijn collega is geworden, op diverse
congressen ontmoet. Hoewel ze zich
duidelijk tot elkaar aangetrokken
voelen, komt er niets van een relatie.
Van Maartens kant niet vanwege zijn
grote verlegenheid, en van haar kant
niet omdat zij al 'bezet' is. Zij is ge
trouwd met Pascal, die haar alleen
naar congressen laat gaan als Maar
ten er ook is. Hij weet namelijk dat
Maarten van Alma houdt en conclu
deert daaruit, o ironie, dat hij haar
zal beschermen en er voor zal zorgen
dat geen andere man haar kan nade
ren.
Maarten 't Hart
Stip ort öftoim
Van onze kunstredactie
HUGO CLAUS wordt door de
klassieke oudheid afgestoten
en gefascineerd. In zijn mees
te romans, toneelstukken, ge
dichten e.d. gebruikt hij gege
vens uit de klassieke litera
tuur en zet deze naar zijn
hand. In een uitvoerige studie
(359 pagina's) gaat PAUL
CLAES, op een bijna uitput
tende manier, na hoe en op
welke wijze dat het geval is.
In het boek 'De mot zit in de
mythe' (uitg. De Bezige Bij -
49.50) toont hij aan hoe Hugo
Claus met zijn 'aperte twee
dehands kennis van de oud
heid' niet alleen literatuur
maakte, maar ook als knap
manipulerend vulgarisator
een groot publiek van dienst
was en is.
In het begin van zijn boek maakt
Claes een fundamentele opmerking:
„De Griekse cultuur is volgens Weis-
gerber 'benevens de bijbel de voor
naamste inspiratiebron' van onze
auteu... Het zou wellicht juister zijn
hier te spreken van de antieke en
joods-christelijke traditie. Over beide
referentiepolen van Claus' oeuvre
ontbreekt tot nu toe een algemene stu
die. In de hoop dat een ander onder
zoeker zich over het tweede thema
ontfermt, heb ik alvast het eerste aan
gepakt".
Deze mededeling bewijst het schi
zofrene karakter van deze dubbele
traditie nog voordat dit met teksten
uit Claus wordt aangetoond. Hier
wordt één zaak opgesplitst in twee
thema's, die niet te scheiden zijn.
Zelfs onderscheiden wijst op die fun
damentele gespletenheid. Met andere
woorden: de interesse van Claus voor
de antieken is onlosmakelijk verbon
den met zijn komen uit een christelij
ke (lees: rooms-katholieke) traditie.
Aan het eind van zijn boek komt
Claes daar trouwens zelf min of meer
op terug.
Op deze manier blijft dit boek - hoe
interessant vaak ook - toch teveel een
inventarisatie van één aspect, ver
pakt in tekstanalyse en -exegese. Dat
kan voor een doctorale dissertatie
houtsnijdend zijn - dit boek is een
herziene versie van een proefschrift
uit 1981 te Leuven - yoor een boek in
de serie 'Leven en Letteren' ontbreekt
op deze manier het Leven teveel.
Van de meer dan zeventig werken
die Claus op zijn naam heeft staan,
Paul Claus (1943): hoe oud of
nieuw is Hugo Claus? - foto de stem
ft"
PU
Tfc.
Hugo Claus.
- foto archief de stem
zijn er op zijn minst vijftig waarin
motieven uit de oudheid een rol spe
len. Claes merkt op dat het de Breda
se Neerlandicus Theo Govaart was
die de oedipale patronen in Claus'
werk ontdekt heeft. Aanvankelijk
werd door critici niet opgemerkt, dat
hij allerlei spelleljes speelde met tek
sten uit de oudheid. En als dit wel
werd opgemerkt, dan werd er zelfs
van plagiaat gesproken. Claus zelf
zegt herhaaldelijk, dat hij geen op
voeding heeft gehad in de klassieke
humaniora en dus geen directe kennis
heeft van Seneca en andere door hem
gebruikte klassieke auteurs (hij heeft
zelfs een voorkeur voor nauwelijks
bekende oude auteurs). Daarom ge
bruikt hij vertalingen en Claes bezit
een wonderlijke speurzin om te ont
dekken welke.
Verder is Claus, zoals wellicht be
kend, tamelijk beperkt Freudiaans
gericht via het Oedipus-complex.
„Thema van doodslag en bloedschen
nis is de as waar het hele oeuvre om
draait. Een obsessionele structuur", al
dus Claes, die zich een boek over lite
ratuur en niet over psychologische
cultuurgeschiedenis als opdracht ge
steld had. Wel merkte hij bijvoor
beeld aan het slot van zijn boek op:
„De verwantschap tussen de vrucht
baarheidsgodsdiensten en het chris
tendom, waarop Claus onder meer in
'Vrijdag' de aandacht vestigt, is op
zichzelf gezien al een antwoord op de
vraag waarom hij deze vergeten my
then weer van de zolder gehaald heeft.
In zekere zin is het christendom een
voortleven van de mysteriegodsdien
sten: Christus is een stervende en ver
rijzende god, Maria is de gekerstende
opvolgster van de Maagd en Moeder
uit het Nabije Oosten, God de Vader
heeft zijn zoon als plaatsvervanger ge
stuurd. Zolang dergelijke familiebeel-
den de verbeelding over het Heilige in
onze cultuur vorm geven, zullen ook
de oude mythen levend blijven. Ook
de lezer die de oude mythe niet kent,
heeft er onbewust deel aan".
Maar het is niet dit aspect dat ver
dere uitwerking krijgt. In drie hoofd
stukken wordt, aan de hand van tal
rijke uitgediepte voorbeelden uit
Claus' werk aandacht besteed aan
zijn allusiekunst (allusie toespe
ling), zijn citatenkunst (waarbij hij
het dogmatische citeren onderuit
haalt) en zijn vertaal- en bewer
kingskunst, waarbij vooral zijn be
werkingen van klassieke toneelstuk
ken als Thyestes en Phaedra aan de
orde zijn. Dat is tamelijk gespeciali
seerde stuf, die een grote interesse in
literaire tekstanalyse en -exegese
vraagt.
Een van de paragrafen heeft als
titel: 'Claus: Vertaler of verrader?'
Naar de letter genomen blijft er zel
den iets van de originele teksten, die
Claus uit het verleden gebruikt, over
eind. Hij gebruikt ze als bouwstenen
en hakt en kapt erin naar believen. In
feite wil hij van het verleden af - ver
raden als je wilt -, maar komt niet
verder dan het veranderen van con
text en vormgeving, omdat het gege
ven 'mens' harder dan graniet is. Dat
Freud en Frazer, met zijn evolutie
van het menselijke denken in The
Golden Bough, zijn leidslieden waren
spreekt daarbij. Claes spreekt van
'indringende, diepgaande manipula
ties, die het oude nieuw maken'.
Paul ClaesDe mot zit in de my
the Hugo Claus en de Oudheid
uitgDe Bezige Bij - serie Leven
en Letteren-ƒ 49.50).
Dit tragische liefdesverhaal is door 't
Hart op zijn gebruikelijke manier ge
schreven. Veel natuurbeschrijvingen,
verwijzingen naar zijn calvinistische
jeugd, verwijzingen naar boeken en
schrijvers (zo wordt de liefde van
Maarten voor Alma vergeleken met
die van de Deense filosoof Kierke
gaard voor Regina Olsen) en het ten
toon spreiden van grote kennis over
dieren, met name vogels.
De liefde ontwikkelt zich door de
seizoenen heen, natuurlijk beginnend
in de lente en eindigend in de winter.
In de lente gaan Maarten en Alma
vergeefs op zoek naar een ortolaan,
terwijl ze in de winter als hun liefde
noodgedwongen sterft, een dode orto
laan vinden. Een eerlijk gezegd wat
zwakke vorm van symboliek.
Terug naar het thema. „Het is al
tijd zo dat aardige mensen en vooral
aardige vrouwen bezet zijn. Tenmin
ste die ervaring heb ik steeds", ver
duidelijkt Maarten 't Hart. „Die erva
ring heb ik in dit boek verwerkt. Het
is naar mijn mening een ervaring die
heel veel mensen hebben, maar die
tot nog toe nauwelijks in de litera
tuur behandeld wordt. In de Neder
landse literatuur van dit moment zijn
vrouwen altijd makkelijk bereikbaar,
het gaat altijd maar over sex. In wer
kelijkheid zijn vrouwen onbereik
baar. Dat houdt me heel erg bezig.
Het is daarom voor mij in mijn boe
ken een onvermijdelijk thema. Ook in
mijn plannen voor nieuwe boeken
komt het weer voor".
Aan 'De Ortolaan' heeft 't Hart drie
jaar gewerkt. „Ik ben er in 1981 aan
begonnen. Oorspronkelijk was het de
bedoeling dat het najaar 1983 als ge
woon boek bij de Arbeiderspers zou
uitkomen. Vlak voordat ik het af had
kwam de directeur van de CPNB
(Collectieve Propaganda van het Ne
derlandse Boek) bij directeur Sontrop
van de Arbeiderspers om te vragen of
deze het goed vond dat ik benaderd
werd voor het schrijven van het boe
kenweekgeschenk. Sontrop ging
daarmee akkoord en ik voelde er ook
wel wat voor. Omdat ik niet op korte
termijn een nieuw verhaal kon
schrijven, hebben we toen besloten
dat 'De Ortolaan' boekenweekge
schenk zou worden".
Bijvoorbeeld het idee dat ik een gro
ter lezerspubliek kan bereiken. Men
sen die nog nooit iets van me hebben
gelezen, lezen me waarschijnlijk nu
ook", aldus de schrijver, die er wel
even bij heeft stilgestaan dat het boe
kenweekgeschenk de laatste jaren
niet zo'n goede naam heeft. Denk
maar eens aan het boekje met uit
spraken van Wim Kan, dat vorig jaar
werd uitgegeven, 't Hart is over dat
bezwaar snel heen gestapt. „Ik hoop
dat ik wat aan dat beeld kan veran
deren", zegt hij.
Het is overigens, dit even terzijde,
stom toeval dat 1984 door vogelbe
schermers is uitgeroepen tot het jaar
van de ortolaan, een aan de vink ver
want vogeltje met een gele oogring,
roze snavel, gele keel, groene kop en
bruin verenkleed, waarvan nog
slechts enkele paren in de Achterhoek
voorkomen. „Zoals gezegd ben ik er al
in 1981 aan begonnen. De titel stond
van het begin af aan vast. Het is toe
val. Ik was stomverbaasd toen ik een
briefte van de vogelbeschermers
kreeg, waarin stond dat juist dit jaar
het jaar van de ortolaan zou worden".
Voor het schrijven van het boeken
weekgeschenk krijgt de schrijver
50.000 gulden. Dat is een heel bedrag.
Als 'De Ortolaan' gewoon zou zijn
uitgegeven, dan had 't Hart dat be
drag echter al bij een oplage van en
kele tienduizenden exemplaren ver
diend. „Het is voor mij en de uitgever,
die er nauwelijks iets aan verdient,
een schadepost. Maar er spelen in dit
geval ook andere motieven een rol.
Enkele weken geleden maakte 't
Hart een reis door Engeland om de
verkoop van zijn 'Bearers of Bad Ti
dings' te stimuleren. Het boek, waar
van 4.000 exemplaren zijn gedrukt, is
door de Britse critici goed ontvangen.
„Het opmerkelijke van de Engelse
kritiek is, dat hij precies tegenover
gesteld is aan de Nederlandse. De
Britten vinden dat ik onsentimenteel
schrijf, terwijl me in Nederland bij
voorbeeld door Carel Peeters van Vrij
Nederland steeds verweten wordt dat
ik zo sentimenteel ben. Ook zeggen de
Britten dat mijn boek zorgvuldig en
precies geschreven is. Hier vindt men
mijn werk slordig en snel geschreven.
Dat de kritiek in Engeland heel an
ders is, heeft me goed gedaan. Die po
sitieve besprekingen willen overigens
niet zeggen dat het boek daar goed
verkocht wordt. Het is erg moeilijk
om in Engeland binnen te komen. De
enige Nederlandse schrijver die echt
het Britse taalgebied is binnenge
drongen is Jan de Hartog. Ik ver
wacht er zelf niet veel van, hoewel op
dit moment drie uitgeverijen in de
slag zijn om de pocketrechten te ko
pen".
Een land waar het wel al goed gaat
met 't Hart is Zweden. „Daar zijn 'De
Aansprekers' en 'Een vlucht regen
wulpen' in een oplage van 3.000 exem
plaren, wat daar een heel normaal
aantal is, uitgekomen. Van 'De Aan
sprekers' zijn alle exemplaren ver
kocht, die van 'Een vlucht regenwul-
Den' bijna allemaal". Goed loopt het
Hans Warren: Geheim Dagboek
1949-1951. (Uitg. Bert Bakker-
29,50)
Het derde deel van een op zijn minst,
merkwaardig geschrift van deze
Zeeuwse auteur. Maar er is méér aan
de hand. Wat heet 'dagboek'? Eerst
enkele citaten uit dit zeer 'realisti
sche' dagboek, die typerend zijn:
'Soms vraag ik me af, van welke ver
veling de reflecties in een dagboek het
bezinksel zijn... waarom ik zelden
iets noteer als er wérkelijk wat ge
beurt in mijn levenNu ik geen
vrienden meer heb en er geen corres
pondentie meer op nahoud, ben ik wel
verplicht voor mezelf te schrijven
wanmer ik het over de dagelijkse din
gen des levens wil hebben.Die re
gels zijn niet helemaal representatief,
maar bevestigen wel, dat dit dagboek
nogal een feitenboek is. Er is weinig
sprake van echte persoonlijke reflec
ties. Het gaat dan ook te ver het op
één lijn te zetten met bijvoorbeeld de
grote dagboekenschrijvers uit de
Franse literatuur. Dat dit deel zich
grotendeels in Frankrijk afspeelt
heeft daarmee niets van doen.
De tegen de dertig lopende dorps
jongen uit Borssele stort zich daar in
het Grote Leven. De aanzet van dit
deel vertelt over een tot mislukking
gedoemde verliefdheid op de Schotse
Mabel, omdat hij zich steeds meer
van zijn homoseksualiteit bewust
wordt. Als velen schaart hij zich dan
bij die typische groep mannen, die in
Parijs op Arabische en andere cul
tuur-avonturen uitgaan. Hele stuk
ken zijn overigens niet meer dan reis
verslagen. Interessant is dan bijvoor
beeld wel het deel over zijn ontmoe
ting met de schrijfster Isabelle Riviè-
re, de zus van Alain Fournier en de
ex-vrouw van de kunstenaar André
Lhote.
Aanecdotisch zijn ook zijn bezoe
ken aan de familiekring van Jan
Wolkers en zijn sollicitatie voor
Zeeuws burgemeester in 1951 bij
commissaris De Casembroot. „Was ik
twee dingen geweest: orthodox gelo
vig en half of heel getrouwd, dan had
ik meer kansen gehad dan nu". Hij
heeft zijn ambtenarenbestaan opge
geven en zijn loopbaan als schrijver
krijgt wat vaste grond onder de voe
ten als 11 oktober 1951 zijn eerste lite
raire bijdrage in de Provinciaalse
Zeeuwse Courant verschijnt. De re
dactie was toen niet enthousiast.
Warren als opkomend schrijver met
zinnen als 'Glorieus daalde het gou
den licht over het rijke zomerland',
maar ook met fraaie uitdrukkingen
als 'berustende onderkinnen'. Het is
aangename en soms al heel mooie
taal om te lezen.
SeraAnstadt: Al mijn vrienden
zijn gek. (Uitg. BZZTöH-
24,50).
Op een heel directe manier beschrijft
Sera Anstadt haar ervaringen met
haar zoon Baf, die vanaf zijn 15e jaar
tekenen van schizofrenie begon te
vertonen. Hij is nu 30 jaar.
Het verhaal over conflictsituaties
in de moeder-kindrelatie (wat kun/
moet je als ouder opbrengen?) en de
bijna onmogelijke opgave om dit
haye). En Raf heeft er wel een
paalde overtuiging uit overgel
vlucht regenwulpen'). De
en Italiaanse vertaling is al E®
terwijl er verder plannen bestas'
voor een Duitse uitgave.
De oorzaak van zijn successen
volgens 't Hart voor een deel in 1
calvinistische sfeer in zijn boeken y
krijg vaak brieven van mensen Ji
half buiten het geloof staan. DiehJ
kennen zich in mijn werk. Een anderèl
reden zou kunnen zijn de gevoeh»
heid die uit mijn boeken spreekt en j|
identificatie met de hoofdfiguur. Ver
der spreekt er monterheid en vrolijk I
heid uit mijn werk. Niemand in LI
derland heeft dat opgemerkt. In jv I
geland zeiden ze me dat Nederlands» I
boeken bijna altijd somber en zwaar I
moedig zij n, maar het mij ne niet".
Ondanks het feit, of juist doordat!
hij een van de meestgelezen Neder-
landse schrijvers is, is hij ook een va»
de meestbekritiseerde auteurs van
ons land. „Die twee dingen houden
inderdaad verband met elkaar, d
word in de kritiek buitengewoon bits
en onvriendelijk behandeld, vooral
door bladen als de Haagse Post en
Vrij Nederland. Dat is puur een
kwestie van jaloezie. De kritiek op
mijn veelschrijverij bijvoorbeeld is
onterecht. Daardoor zou ik haastigen
slordig werken, terwijl ik juist veei
tijd aan mijn boeken en artikelen be.
steed. Aan 'De Ortolaan' heb ik drie
jaar lang gewerkt en geschaafd. Van-
daar dat ik zo blij ben met de Er
opmerkingen", zegt 't Hart, die __ov
lijks vele uren en vaak hele weekein
den aan het schrijven besteedt.
De laatste jaren is die produktie
trouwens wat afgenomen. Zijn top
lag in 1977 toen hij 130 artikelen
schreef voor dag- en weekbladen en
daarnaast twee boeken. Opvallend
aan die artikelen, die onder meer ge-1
bundeld werden in 'De som van mis-1
verstanden', 'Ongewenste zeereis' en
'Het eeuwige moment', is de aanste
kelijke manier van schrijven. Wie 't
Harts artikelen over boeken of schrij
vers leest, wil onmiddellijk zelf die
boeken of de werken van die auteur
gaan lezen. Volgens de schrijver is
dat een bewust opgeroepen effect.
„Ik wil bewerkstelligen dat andere
mensen ook gaan lezen. In de kritie-
ken wordt er te weinig op gewezen I
hoeveel plezier je kunt hebben in le-1
zen. Je moet niet altijd ontzettend ge-1
wichtig doen over boeken, zoals door
veel Nederlandse critici
wordt. De meeste mensen lezen voor I
hun plezier". Dat geldt zeker voor 't
Hart. Hij leest één boek per dag en
wordt chagrijnig als hij een dag niet
kan lezen.
Als schrijver beoefent hij vele genres. I
Verhalen, romans, essays en novellen,
hij heeft er zich allemaal aan
waagd. Het schrijven van romans]
heeft echter zijn voorkeur. „Dat is al-1
tijd het leukste, al kost het een zwarel
investering aan energie en emoties
Je werkt dan maanden aan een ro-
man en hebt geen tijd voor andere I
dingen. Je moet in het boek leven en I
de buitenwereld buitensluiten, want I
het minste of geringste leidt af. Mijn
vrouw klaagt dan dat ik maanden
onbereikbaar ben".
Voor de naaste toekomst staat, g
lukkig voor zijn vrouw, geen roman I
op het programma. „Er komt eerst
een verhalenbundel. Ik heb weer vol
doende verhalen liggen om een bun-1
del te maken. Die komt volgend voor
jaar uit. Volgend jaar komt er boven-1
dien een boek over Bach, ter gelegen-1
heid van het Bachjaar. Dit jaar komt I
er nog een boek met herinneringen I
Dat wordt uitgegeven in de serie 'Pri-
vë-Domein' van de Arbeiderspers
Het wordt deel 100 van die serie, I
waaraan dit jaar speciaal aandacht 1
wordt besteed. Het worden overigens I
geen memoires, daarvoor ben ik nog I
te jong en kan er nog teveel gebeuren
of zoals de titel zegt: 'Het roer kan nog
zesmaal om'.
„e afgelopen week hebben hee
kennis gemaakt met de kr:
teek. krant in de klas-week. D:
kinderen wegwijs te maken in
ie elke dag in je brievenbus kr
I iok aan meegedaan: vorige wei
„agina in De Stem die gemaak
van een lagere school uit Bred:
moet je nog maar even graven
ie kast, want hij was de moeit:
wat méér werk van die klassen
er was nog genoeg over voor nó
puzzels en rebussen en zo. Kijk
pe Krant in de Klas-week
^,as een soort kanteleesles.
I [n zo'n les heeft ook pers-
vrijheid thuis. Persvrijheid
lS het recht om over je
ideeën en gevoelens te
schrijven in kranten en tijd
schriften zonder datje daar
voor van te voren toestem
ming moet vragen aan de
regering. Dat is toch heel ge-
woon, zeg je nu misschien.
ja, in Nederland wel, maar
inde meeste landen van
Afrika, het Midden-Oosten,
Azie en Zuid- en Midden-
Amerika is dat niet zo. Daar
Krijgen journalisten flinke
geldboetes of worden ze
'elfs vervolgd en gevangen
gezet als ze iets schrijven
1 Jat hun regering niet zo
prettig vindt. In 1983 over-
kwam dat heel veel journa
listen in Turkije. In Joego
slavië werd drie weken gele
ien een hoofdredacteur ont
slagen omdat hij in kritische
artikelen de nieuwe presi-
jent zou hebben 'beledigd'.
In El Salvador zijn de af
gelopen maand journalisten
met de dood bedreigd als ze
Je verzetsbewegingen ook
R E BUb
- n
ziekteproces te leren hanteren; zowel
voor de ouders, de patiënt als de des
kundigen. Een heel menselijk dooi-
ment, met zijn voor- en nadelen.
Zij beschrijft een martelgang langs
'instanties' om hulp; de welwillend
heid van sommigen en de onwelwil
lendheid van anderen. Niet rancu
neus, wel pijnlijk. Eigenlijk is het
boek een getuigenis van onmacht te
genover het verschijnsel schizofrenie
(opsplitsing van de persoonlijkheid!
In de zestiger en zeventiger jaren is
daarmee nogal geëxperimenteerd Dc
naam van de befaamde Engelse psy
chiater R. Laing wordt in dit boe»
ook genoemd. Zoon Raf komt in enke
le alternatieve instituten, waarin
nieuwe, maatschappijkritische me
thodes worden gehanteerd. Zonae
het verwachte succes. Uiteinden)"
wordt 'baat' gevonden in een psychia
trische inrichting, die er weer hele
maal chemisch tegenaan gaat staa"
Dat brengt geen echter verbetering
genezing.
Het aftakelingsproces gaat doot
maar de verschijnselen worden we
hanteerbaar gehouden. Sera AnsJr_
schrijft er vanuit haar standpunt ne
der en eerlijk over. Maar de zogen
ten alternatieve methodes word
enkel vanuit de teleurstelling
heel begrijpelijk is) beschreven
niet vanuit een echte kennis van 8
ken. Er zijn in de zeventiger jaren
enkele hoopvollere boeken °ve' t
thema geschreven (bijv. Het dagw*
van een schizofreen door M- Sec"
Afgelopen donderdag hebbe
kranten gespeeld. Berichten r
plakken en er zijn leuke taais
van jou bij was, dan merk je e
Bdh[ijter MhomOe
7^7 fiijhiwdlentddt
Ly I verwittigde my I
muwhmtj
lrJl( je hoe vdndl Mn elhe(ene)
be
houder I
de laatste zin van het boek, die t
de titel werd: 'Al mijn vriendenhl
gekWat heet normaal?