Scheidende bedrijfsarts H.v.Hesteren: MET LUBBERS OP TOERNEE litbraak JjjIND DEZE MAAND verlaat dokter H. van Hesteren uit Breda de Stichting Bedrijfsgezondheidszorg West - Brabant, ioaarbij hij 22 jaar in dienst is geweest als bedrijfsarts. Hij wordt er opgevolgd door f, Sixma, die afkomstig is van de Bredase G.G. en G.D. „Het niveau van de bedrijfsgezondheidszorg is nog altijd niet lom te juichen", stelt Van Hesteren bij zijn afscheid vast. Vechter Vervolg van pagina Gids-Weekend 1 4 Geen bijbel Sociaal masker Mensen onderling Door Bert van Velzen It was echt een dag om uit t yken. Om te beginnen was 6 t zondag. Het was mooi Ier, iets te koud voor de tijd In het jaar. Lekker weer om frd te lopen. De hoefslag Van kt paard dat door de straat mndelde klonk als de lokroer, In de vrijheid. Ik hoorde de P aterlach van de meeuwen ren de duinen en de verlei. ,g was groot om me van he] tras te verheffen. Ik kon er Is gebruikelijk, weerstand' i bieden. Het was tenslotte dag. mder de uitbraak zouden we landag alleen hebben kun- 'n praten over het voetbal- 'nuft van Haarlem, de gwekkende aftakeling van hnnie the Selfkicker en het bleekte mysterie van Vera Vries, alias Xaviera Hollan- •r, die ons overspannen pro- 'ert te maken met de sugges- dat een nijver en gezond li- ].o driemaal daags tot actie ingt. Zij moet gerekend rden tot de valse profeten wereld staat stijf van de langst door die sexoholi- e verhalen, heb de uitbraak van de vijf. n relatief zware jongens uit t Huis van Bewaring te heveningen en de daarop- Igende grootscheepse klop- cht aardig kunnen volgen [a de ether. Zondags peil ik piraten. Ik sta dan graag en stil bij „Arie op Muziek- 'ari", waarin 'de kouwe- ndjesaria' uit La Bohème lledig is stukgedraaid. Arte een culturele piraat: „En in krijgen we nu, ook voor joeder Irma, een sjène uit de iera."Als ik genoeg begin krijgen van de muzxeksafari ■zoek ik een soort radiovlooi- markt. Je kunt er van alles pen en verkopen: leren jas- i, discorolschaatsen, stapel- dden, auto's met een tumul- eus verleden, kin- rkleertjes, hondjes die van nderen houden, exotische i gels. t de hoogtepunten van dit ogramma reken ik de helaas Idzame totale uitverkopen in have en goed door mensen :e klaarblijkelijk de avond voren erg lang in de kroeg bben gezeten en op de radio- ooienmarkt proberen de zo l vreugde gegraven finan- Iële kuil te dichten. Een rood- rtpapegaai uit de radio- ooienmarkt zat vrij intensief t kanaal van de Haagse po- ie te storen toen groot alarm Ierd geslagen. Tot dan toe dden lekkages van het agse politiewerk via de her me weinig luistergenot junnen bieden: ae spectacu- ire zaken werden achter iepsignalen en onzichtbare huiven afgehandeld en erg el meer dan burengerucht, n wederspannige dronkaard een etaleur in tramlijn 6 k neem aan dat daarmee een hibitionist wordt bedoeld) as er niet te beleven. 'aar nu stonden alle kanalen ijd open. De klopjacht kon p de voet worden gevolgd. Er jaren mooie details: drie vis- •rs stonden een mijl of wat it de kust vreedzaam vanaf »n bootje te hengelen toen en politiehelicopter als een reigend monster boven het oofd van de argeloze henge- xars kwam hangen en hen het stentorstem werd bevolen aar de Scheveningse haven erug te keren. Alle rode Golf- es waren verdacht en er moe- en vrij veel witte taxi's zijn lemgereden. Speurende poli emannen in de duinen wer en door een helicopter naar en keurige wandelaar met en Engels accent gedirigeerd, ie ook niet kon weten dat die ondag alle besnorde mannen an brede uitvoering verdacht varen. Ir is flink gejaagd op twee nannen die, gekleed in witte rainingspakken, met een ha- 'eloos en ongewassen wit utootje op weg waren naar iet voetbalveld. Groot nieuws s het niet, maar er blijkt op lie gedenkwaardige zondag ochtend een man op blote voe- en in een witte taxi van Den daag naar Oegstgeest te zijn xereisd. Kwam hij uit de bajes uit de kroeg? Laurent D-, ■en grote naam in de Haagse xenose, werd in het hart van le troosteloze Schilderswijk lemgereden - ook hij zat in ■en witte taxi - terwijlzijn xroer Aad twee stappen buiten le gevangenispoort tot het xn- icht kwam dat het beter was erug te keren naar zijn cel. Die zondag werd, nog ruim xoor het invallen van de sche nner, op een steenworp afstand tan de gevangenis een man ongetroffen die onder zijn olbertje een pyamabroek iroeg. Ook hij was op de ducht, maar tot dan toe was tij niet opgevallen, ofschoon iet geklapper van zijn tanden noet hebben geklonken als de •astagnetten in een woeste fla- nenco. Het was echt een dag >m uit te breken, want negen tan de vijftien hebben de len~ e buiten de muren mogen be groeten. k neem aan dat die blote voe- enman inmiddels een paan ■choenen heeft gekocht. lil 'Als een grensrechter: langs de kant met een vlaggetje zwaaien' door Toon Kloet BREDA - In het begin van deze maand heeft dokter H. van Hesteren in een tamelijke stilte afscheid genomen van de bedrijven in Breda en om- geving die in de voorbije ja- ren vanuit de Stichting Be- drijfsgezondheidszorg West - I Brabant zijn werkterrein zijn i geweest. Een afscheid dat hem door de stichting werd aangeboden en dat hij zich daarom in alle bescheiden- I heid heeft laten welgevallen. Maar diezelfde bescheidenheid laat hem opmerkelijk in de steek wanneer hij, in een ook al niet gezocht inter- view, onomwonden vaststelt, dat „on- 1 ze dienst", de Stichting Gezondheids- zorg West - Brabant dus, „een van de meest toonaangevende en een van de meest vooroplopende diensten in Ne- derland is". Daarmee is overigens, na meer dan een kwart eeuw intussen, nog geen optimale bedrijf sgezond- 5 heidszorg opgebouwd. „De bedrijven denken nog teveel dat wij er zijn om ziekteverzuim te voorkomen", vindt hij. „Maar wij zien ons werk juist als het opsporen van de oorzaken van dat ziekteverzuim. De bedrijven zouden 2 het liefst een soort controle-artsen 2 van ons maken. Maar dat verrekken 2 wij. Daar zijn wij niet voor". Van Hesteren profiteert van een E overbruggingsuitkering die het wel- E gestelde pensioenfonds PGGM zijn E aangeslotenen op hun 60e aanbiedt. E „Ik had natuurlijk tot mijn 65e kun- nen blijven werken", zegt hij, „maar ik ben blij dat ik eruit kan. Niet dat ik mijn werk zat ben, want dat blijft boeien. Maar na 22 jaar treedt er toch een soort verzadiging op. Ik ben nu nog goed gezond en mijn vrouw en ik hebben zoveel hobby's." Die woorden versluieren de vech tersmentaliteit die Van Hesteren in zijn werkzaam leven gekenmerkt heeft. Als zoon van een arts had hij zonder veel moeite in de praktijk van zijn vader kunnen stappen, maar dat deed hij niet. In 1954 vestigde hij zich, op verzoek van de toenmalige burge meester daar, als jonge huisarts in het inmiddels om zijn cadmiumaffai- re beruchte Brabantse dorp Budel. Dat verzoek was niet voor niks. In Budel opereerden toen twee huisart sen die een grote macht in het dorp hadden. Met de komst van een nieu we arts wilde de burgemeester die macht breken. „Ik heb er de gruwelij ke arbeidsomstandigheden in Bu del Dorplein leren kennen", herin nert Van Hesteren zich. „En de zwa veldampen van de zinkfabriek. De gele dood heette dat in de volks mond." Het was overigens een gevecht met ongelijke kansen, waarin dokter Van Hesteren na acht jaar het hoofd moest buigen. Maar intussen had hij zich verdiept in bedrijfsgezondheids zorg en sociale geneeskunde. „Want", zegt hij, „in de normale artsenoplei ding komt daar niks van in huis. Daar is de macht in handen van de klinische geneeskunde. Gezondheids voorlichting en -opvoeding bijvoor beeld zijn heel belangrijk, maar het is ook een apart vak. Daar is didactiek voor vereist en sociale vaardigheid. En wat weten medische specialisten daarvan? Niks! Ze hebben er geen tijd voor, ze hebben er geen aandacht voor en dus hebben ze er geen zin in. En dat zal nog wel jaren zo blijven. Alleen de medische faculteit in Maas tricht maakt daar een uitzondering op. Die loopt echt vooruit." In 1962 diende Van Hesteren zich aan bij de Bedrijfsgezondheidszorg West-Brabant, die toen enkele jaren oud was. Die stichting was een initia tief van vier grote Bredase bedrijven, de H.K.I., de suikerfabriek, Backer en Rueb en de Drie Hoefijzers. „Het is van het begin af louter en alleen een initiatief van het bedrijfsleven ge weest", benadrukt dokter Van Heste- ren. „En het heeft mij van het begin af verwonderd", voegt hij eraan toen, „dat de vakbonden zich zo weinig in teresseerden voor immateriële ar- H.van Hesteren: „Geen verleng stuk van de bazen - FOTO DE STEM /DICK DE BOER Na De Vries betreedt Lubbers het spreekge stoelte, en weer is hij de onbetwiste ster van de avond. Hij hoeft maar op 'f komen, of de achterban ziet daarin al aanleiding v°or luide toejuichingen en een warm applaus. Als vervolgens de premier, Wet oog voor de actualiteit èn het Wzonde Volksempfinden, de Amsterdamse recherche compli menteert met de bevrijding van "e|neken, stijgt het enthousias me helemaal naar een toppunt, fhemand realiseert zich blijk- aar dat dezelfde Lubbers ook Geze rechercheurs veertien da- ?er' 'ater 3 salaris zal laten in leveren. Voor het overige verloopt de avond als de vorige: kernwapens, mbtenaren, uitkeringen. Alleen ™evrouw De Wit uit Spaarndam J'Jdt een wat uitzonderlijk pro- eem aan. AOW-ers met een '*'n kind, daar wordt niks voor ptaan. „Bij de wetgeving is deze Soep mensen vergeten. Zelfs tees, met wie ik uitvoerig heb TOrrespondeerd, heeft dat toe gegeven," zegt ze. Lubbers knikt begrijpend, zal ej} later zeggen welk groot soed de AOW niettemin is, maar uKman veert recht als me- ouw De Wit haar verhaal af- aakt. Inmiddels namelijk is ar man overleden, en met een kind leven van een AWW- 'kering schijnt wel doenlijk. a' is duidelijk," zegt Bukman, al lang blij dat het probleem zich zo makkelijk oplost. De rest van de avond gaat weer heen met persoonlijke con tacten, die - dat heeft Bukman heel goed gezien - prima in de smaak vallen bij het publiek. Van den Broek - „dat heb ik het parlement ook al uitgelegd" - moet tegen zijn zin nog een keer aangeven waarom Nederland in de VN niet heeft geprotesteerd tegen de nieuwe Zuidafrikaanse grondwet, die weliswaar de Indi sche bevolking emancipeert, maar zwart Afrika rechteloos laat. De Graaf heeft een alternatie ve quiz ontdekt: noem uw inko men en ik weet welke uitkering u hebt en hoelang. Toch weet hij als weinig ande re bewindspersonen met zijn pu bliek om te gaan. Een man - rugklachten, een pilsje tussen de twee laatste vingers die hij nog heeft, afgekeurd dus - laat zich zowaar overtuigen van de nood zaak van sanering van de over heidstekorten; een mevrouw „ik heb 40 jaar hard gewerkt, en kijk eens wat ik nu aan AOW heb" - stapt glunderend op nadat De Graaf haar heeft toegevoegd: „Hebt u al AOW? Dat zou ik niet zeggen als ik u zie. Ik hoop in ieder geval dat u er nog heel lang van mag genieten." Beneden, bij de enige telefoon die het zalencomplex rijk lijkt te zijn, viert een jong paartje de hu- welij ksdag. Weer een hoeksteen voor de samenleving. Nog één avond staat de CDA- top te wachten in het jaar '83, in het congrescentrum 't Heem op de Noord-Veluwe. Het eerste kwartier brengen de ruim dui zend bezoekers in de sneeuw door, want een bommelding maakt binnengaan gevaarlijk. Lubbers ontbreekt deze avond, hij zit in de Tweede Kamer. Ver sterkt dat de vorm van De Vries? Vol vuur voor zijn doen vertelt hij dat Sinterklaas, „de tijd van uitdelen", voorbij is, dat nu kerst, „het feest van de verlichting, van de loutering ook" aanbreekt. Verlicht lijkt de fractieleider zeker: de bedrijven moeten zich ontwikkelen tot echte werkge meenschappen, de inkomens kunnen dan afhankelijk worden gemaakt van de bedrijfsresulta ten. Dat de fracties de gevange nen zijn van het regeerakkoord Bert de Vries: „Leuk dat hier ook kritische mensen zijn." - FOTO'S DE STEM/DICK DE BOER heeft het publiek verkeerd be grepen, en ook het feit dat twee fractieleiders en een klein clubje ministers het land regeren is een misverstand. „Dat we hele dagen op het Catshuis zitten is alleen maar een indruk die mijn collega Nijpels in interviews wekt. Ik heb er wel begrip voor dat hij in zijn jeugdig enthousiasme wat overdrijft, maar we zitten er echt niet elke week; hoogstens eens in de drie weken." Maar Hattem en omgeving zijn niet zó makkelijk in slaap te sussen. Eentje is „als gristen ge troffen" dat „we afscheid moes ten nemen van twee leden" (Scholten en Dijkman). Van Vliet uit Zwolle heeft z'n jas aange houden - „want het CDA laat me toch maar in de kou staan" - en Van Hulzen uit Kampen infor meert zelfs op hoge toon waarom Bukman heeft nagelaten de bij eenkomst met een toepasselijke Bijbeltekst te openen. De partijvoorzitter buigt dee moedig het hoofd. „Het spijt mij. U zult wel denken: dat is een smoesje, maar dat is het niet. Ik had het secretariaat vanmiddag nog gezegd: leg een Bijbel klaar, maar dat is in alle drukte verge ten. Mijn excuus." Tweeduizend jaar geleden had in dit geval een haan gekraaid, want in Haarlem en Heerle had de partijvoorzitter evenmin een Bijbel voorhanden. Kennelijk is het vaak druk op het partijbu reau. Dan trekt, voor de eerste grote manifestatie in het nieuwe jaar, de CDA-karavaan naar Heeren veen, waar in de krakkemikkige en in elk geval veel te kleine schouwburg een klopgeest blijkt te huizen. Koud heeft de premier het podium betreden, of in de hoek van de zaal weerklinkt een luid gerammel aan de CV. Twee dreunende slagen op een gesloten deur, en dan de verstikte kreet: „Lubbers, wat verdien jij eigen lijk aan al die werklozen?" Rechercheurs in burger kam men het gebouw uit, klauteren met zoeklichten het dak op, maar tevergeefs. En toch, echt kloppen doet het allemaal niet: de enige telefoon die het gebouw rijk is, begeeft het na een reeks tikken ook. „Daar is mee gerotzooid, dat heb ik anders nooit," weet de barman, die met een schuin oog de politiemacht in de gaten houdt. Ook de premier is uit zijn gewone doen. De heldere taal die hij sinds anderhalf jaar bezigt, maakt weer plaats voor typisch- Lubberiaanse zinnen uit zijn pré-MP-tijdperk. Zoals die over de in het verleden gegroeide re gels, rechten, gewoonten en ge bruiken, die we moeten loslaten. „Anders worden ze een band, een strop; een strop om de nek van de samenleving, die de mensen te weinig zuurstof geeft." Voor die teksten en dat onder werp (deregulering) zijn de meeste mensen niet gekomen, blijkt al gauw. De voorgenomen verkoop van domeingrond, de aanleg van een nieuwe ringdijk in West Friesland en de kritiek die het Friese CDA-Kamerlid Sytze Faber van de partijtop te verduren kreeg na zijn opmer kingen over de kerkgang van fractiegenoten staan meer in de belangstelling. Die kritiek, vindt menig aanwezige, is te snel geko men, eerst had met Faber moeten worden gepraat. „Wij verwach ten dat God u even is, dan is Hij toch het kompas waar u de koers aan toetst?" meent een vrouw, die zelf uit de wekelijkse kerk dienst altijd weer de moed put om de volgende zes dagen door te komen. Bukman - hij heeft ditmaal zijn Bijbel bij zich - waagt het niet haar tegen te spreken. Eind februari trekt de CDA- top voor de laatste van de vijf ge plande bijeenkomsten (wegens succes geprolongeerd: half april volgt er nog één in Limburg) naar het Oostbrabantse Mierlo. waar De Vries voor de voorlopig voorlaatste maal zijn riedeltje afsteekt. Weer over de aarde, die we niet geërfd hebben van onze ouders, maar geleend van onze kinderen. Over de bezuinigingen, die volstrekt onmisbaar zijn om onze collectieve voorzieningen en ons stelsel van sociale zekerheid betaalbaar te houden. Daarom mogen verantwoorde lijke politici er niet voor weglo pen met een vals beroep op soli dariteit. Doen al die bezuinigin gen dan het CDA geen pijn? Na tuurlijk! Ook wij in de fractie vragen ons vaak af of het alle maal nog wel verantwoord is. Maar als we doorzetten is het omdat we beseffen dat wat op korte termijn sociaal lijkt, op lange termijn a-sociaal zal blij ken. We hebben gemerkt dat de problemen van nu mede veroor zaakt zijn doordat we in het ver leden alleen oog hadden voor so ciaal beleid op korte termijn. Die fout willen en mogen we niet herhalen. Lubbers gooit het op de werk gelegenheid en de verdediging van het vrije westen, en ziet al weer kans een goeie duizend sympathisanten tot tomeloos en thousiasme te voeren. Als de MP uitgesproken is, is de koek nog niet op, want dan komen de Ker senpitten. Koper- en slagwerk, zotskappen, veel hoempa hoempa tèterèe en een heel regiment meisjes van rond de tien, die het verhitte CDA-kader blikken gunnen tot hoog onder de witte mini-rokjes. De partijvoorzitter zucht dankbaar. „Een heel mooie avond," zegt hij. Premier Lubbers. „Dank je Ruud, precies wat we wilden horen. beidsvoorwaarden als de werkom standigheden. Die hebben gewoon steeds teveel aan de centen gedacht. Nu komt er gelukkig verbetering in. Wij hebben ons kunnen ontworstelen aan het beeld dat wij een verlengstuk van de bazen zijn en de ideeën van milieuorganisaties vinden nu ook in gang bij de vakbonden." Intussen zijn er zo'n 40 bedrijven in West - Brabant bij de bedrijfsge zondheidszorg aangesloten. Een wis selend bestand, want soms vallen er af door faillissement en andere, ook gerenommeerde bedrijven haken af nu ze in de tijd van recessie de kosten te hoog vinden. De stichting voert in tussen wel een wervend beleid. In te genstelling tot bijvoorbeeld België, waar ieder bedrijf, hoe klein ook, bij een bedrijfsgezondheidsdienst moet zijn aangesloten, bestaat die ver plichting in ons land enkel voor de weinige bedrijven met 500 of meer werknemers. De overige doen het op basis van vrijwilligheid. Maar het lidmaatschap van de be drijfsgezondheidszorg zegt nog niet alles. „Sociaal staat het voor een be drijf natuurlijk netjes om bij zo'n dienst te zijn aangesloten", zegt Van Hesteren. „Maar het kan best een so ciaal masker zijn, want het is tenslot te allemaal vrijblijvend. Wat er van onze adviezen in de bedrijven wordt gerealiseerd is in veel gevallen nog minimaal". De Gezondheidszorg West-Brabant is in de loop van de jaren zelf ook uit gebreid. Van Hesteren kwam er des tijds als de tweede bedrijfsarts, nu zijn er 10 in dienst. Maar ook het aan tal disciplines breidde zich uit. „Je mag dan ook niet praten van be drijfsgeneeskunde", benadrukt Van Hesteren, „want geneeskundige han delingen doe je helemaal niet. Het gaat om gezondheidszorg in de brede zin van het woord en daarom zijn er in de loop van de tijd verpleegkundi gen aangetrokken, nu ook 10. Voorts werken er bij de stichting 4 arbeids- hygiënisten en 1 socioloog. Iets waar op ze bij de Bedrijfsgezondheidszorg Breda heel trots zijn is het 'het APO', oftewel het Algemeen Periodiek On derzoek. Dokter Van Hesteren: „Dat is iets heel speciaals van onze dienst, dat is uniek in den lande." Op gezette tijden wordt zo'n APO bij de bedrij ven uitgevoerd: een individueel on derzoek van iedere werknemer en te gelijk een onderzoek naar de arbeids omstandigheden binnen het bedrijf. Dokter Van Hesteren constateert -zie boven- dat er van het begin af spanningen zijn geweest tussen ener zijds de doelstellingen van de be drijfsgezondheidszorg en anderzijds de economische belangen van de aan gesloten bedrijven. En dat zal wel al tijd zo blijven. Hij vindt dat de ge zondheidszorg te weinig een voortdu rende inspraak krijgt in de gang van zaken. „Ik vergelijk onze dienst altijd met grensrechters op het voetbalveld", zegt hij. „Als je iets constateert kun je wel vanaf de kant met een vlaggetje zwaaien, maar je staat nooit zelf bij het conflict. Maar ik moet ook zeggen, dat we vaak wel goede contacten heb ben met de personeelsfunctionaris sen. Met hen zijn we, binnen de so ciaal-medische teams, geleidelijk aan een gemeenschappelijke vaktaal gaan spreken." De tijd van de ergste materiële pro blemen in de bedrijven, onnodig vuil werk en zo, is goeddeels voorbij. Van Hesteren: „Nu moeten de problemen van de mensen onderling steeds meer de aandacht krijgen van de bedrijfs- gezondsheidszorg. Die zijn van deze tijd. De hogere graad van geschoold heid van de werknemers is er de oor zaak van, dat conflicten die vroeger verborgen bleven nu aan de dag ko men. Dat is natuurlijk te voorzien ge weest, maar de bedrijven hebben wat dat betreft niet voldoende in de toe komst gekekeken. Een tekort aan so ciaal beleid dus." Dokter Van Hesteren verbergt zijn trots niet als hij vertelt, dat een van de aangesloten bedrijven 200.000 be schikbaar heeft gesteld voor een APO en de besteding van dat hele bedrag heeft toevertrouwd aan de begelei dingscommissie voor dat onderzoek. Maar dat is nog wel een zeldzaam heid. Op de valreep zegt hij ook: „We hebben onze idealen nog niet hele maal waar kunnen maken. Misschien zijn ze wel wat hoog gestemd ge weest, maar de recessie is daar ook schuldig aan. We laten ze in elk geval niet los. We gaan stug door. De jonge mensen bij onze dienst zijn nog meer vechtjassen dan de ouderen."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 25