t
L
Dpa
v
liiMl
UR
'Gewoon met
de koppen
tegen mekaar
slaan, dat
is het beste!'
HET MOCHTEN GEEN
verkiezingsbijeenkomsten worden,
waarschuwde VVD-leider Nijpels vooraf.
Maar dat karakter kregen de landelijke
CDA-manifestaties vanzelf. Nadat vorig
najaar de VVD hard op weg leek
Neêrlands tweede partij te worden,
oordeelde het CDA de tijd rijp voor een
\egen-offensief: vijf bijeenkomsten in het
land om vooral het lagere partij kader de
In deze
Gids-
Weekend:
lite radio en|
tv-programma
vanhetweefce
„Op het platteland zijn
nauwelijks
voorzieningen voor
vrouwen
Bedrijfsarts Van
Hesteren: Bedrijfs
gezondheidszorg kan
nog beter
Boekenweek: Interview
met Maarten 't Hart
Hoe Hugo Claus zijn
inspiratie put uit de
klassieken
I^TERDAG 24 MAART 1984
noodzaak van minder loon en meer
raketten te verklaren. Lubbers, Bukman
en De Vries in de provincie: „Als God u
even is, dan is Hij toch het kompas waar u
de koers aan toetst?"
m/v
m Zure appel
Andere wang
Drees
Lees verder op pagina
Gids- Weekend 3
minimin
iiiiiiiiii
1 2 3 4 6 1
•gTa 9.»I
SON*
i!
CENTRUM ZEELAND
uidigefunktionaris.een
and)
ïn van het beleid overeen-
Sociale Werkvoorziening,
ur en overheidsinstanties,
begrotingen, voor de wer-
oen van investeringsvoor-
larin operationele en staf-
erleg.
beleid en het aantrekken
TOERNEE
het werken met gehandi-
eken.
om leidinggevende mede:
leden.
overheidsorganisaties en
ing strekt tot aanbeveling.
aring minimaal 5.139,—
m behoort tot de mogelijk"
eente Vlissingen zijn van
van volledig curriculum
van dit blad, te richten aan
et bestuur ADZ
e informaties ingewonnen
sgenwoordiging van staf
bij de selektieprocedure
3rdeel van de selektie uit'
Door Frans Boogaard
DEN HAAG - „Smeerlappen
zijn het, pure schoften! Vuil
tuig! Ik heb er eigenlijk geen
woorden voor. Ik had hier
nooit moeten komen."
Volgens de opiniepeilingen
en de parlementaire pers is
drs. R. F. M. Lubbers te Rot
terdam de populairste politi
cus van het land, geliefder
dan zijn voorganger A. A. M.
van Agt op het hoogtepunt
van diens roem.
Maar hier in Mierlo, op de
voorlaatste van een reeks van
uiteindelijk zes applausbij-
eenkomsten van het CDA,
blijkt weer eens de betrekke
lijkheid van populariteits-
poll's.
De man uit Helmond - uitkerings
gerechtigde, tegenstander van kruis
raketten en tot voor kort tóch CDA-
stemmer - had graag zélf Lubbers
voor joker gezet, maar helaas: de
buutreed'ner van de lokale carna
valsclub De Kersenpitten - „Houdt
God voor ogen, oew vrouw in d'erm; 't
eerste is zalig, 't tweede is wèrm" - is
hem vóór. Als hij klaar is staan Buk
man, Lubbers en De Vries - boeren-
zakdoek om, ereteken op de borst - al
genoeg voor j oker.
Het begon allemaal zo "gemoedelijk,
half november vorig jaar in Heerle.
De Wouwse Tol, één van die wegres
taurants die allemaal op elkaar lij
ken, stroomt langzaam vol met CDA-
getrouwen: Brabantse katholieken,
Zeeuwse protestanten - die ruzie is
vroeger al uitgevochten.
Bukman, toch wat zenuwachtig de
ze eerste avond, dribbelt bedrijvig
heen en weer. Onder de gifgroene pa
rasols, straks de ontmoetingsplaats
voor ongedwongen discussies met
Kamerleden en ministers, verzamelt
zich het electoraat.
Ook wat vakbondskader, maar on
voldoende om de CDA-top te impone
ren. Als Bukman opent: „Vrienden,
welkom hier vanavond!" heeft er
maar eentje durf genoeg om terug te
roepen: „Man, ik ben je vriend hele
maal niet!" Anderen kijken wel uit,
na het woedende gesis dat uit de rijen
van CDA-fans opklinkt.
Daar komt bij dat waar Lubbers of
Bukman nogal licht hun gehoor tot
luisteren prikkelen, fractieleider De
Vries in staat is de felste oppositie te
doden. Zijn wapen: gewoon doorpra
ten, op de door-en-door-saaie manier
waarop hij het patent lijkt te hebben.
Over de zure appel waar we door
heen moeten bijten, de pijnlijke
maatregelen die we niet uit de weg
mogen gaan en de gezondheid die pas
komt na de operatie - het soort tek
sten, waar niemand écht vrolijk van
wordt. Als hij zegt zich ervan bewust
te zijn dat „niet iedereen komt ap-
plaudiseren voor het kabinetsbeleid",
beschouwt hij dat zelf al als een top
punt van humor.
Nee, dan Lubbers! „Ons land wordt
deze jaren zwaar op de proef gesteld,"
citeert hij de Troonrede - om vervol
gens 's lands problemen in kraakhel
dere taal uiteen te zetten. Korte zin
nen, ondersteunende mimiek en niet
nodeloos compliceren: dat blijkt de
succesformule.
Af en toe ook wat op effect spelen,
vooral (toeval?) als het rode lampje
van de NOS-camera aanfloept. Dan
wordt de wereld heel simpel, de rol
van Den Haag erg groot. „We laten
niet aan Moskou over welke wapens
wel en niet toelaatbaar zijn in West
Europa" (applaus), „het kabinet doet
er alles aan de economie weer op
gang te brengen" (applaus), en zelfs:
„Met de kracht van Hem naar Wie we
op weg zijn, met Zijn kracht halen we
het!" (een donderend applaus).
Als Lubbers uitgesproken is, het
grimmige trekje om de snijtanden
langzaam in een glimlach is getrans
formeerd, lijkt zelfs Bukman onder
de indruk: „Dank je Ruud, precies
wat we wilden horen!"
Achterin de zaal is slechts een en
keling het daarmee niet eens. „Glad
de praatjes van gladde mannetjes,
niemand snapt dat hier!" roept
iemand die onmiskenbaar uit West
Brabant afkomstig is. De reactie:
„Nee, gij zeker nie Jongenelen. Gij 'ad
beter thuis kunne blijven."
Dan zijn de spreekbeurten gedaan,
en begint pas echt het hoogtepunt van
de avond: de modale kiezer mag vis
a-vis vragen stellen aan zulke be
roemdheden als daar zijn Deetman,
minister van Onderwijs, De Ruiter,
minister van Defensie, De Vries na
tuurlijk en nog enkele handenvol
staatssecretarissen en Kamerleden.
Eversdijk onderhoudt zich in het
Zeeuws met zijn achterban, De Ruiter
heft wanhopig de handen ten hemel
als uitgerekend hij - hemelsbreed zes
kilometer van Woensdrecht - een
knap ingewikkeld inkomensvraag-
stuk krijgt voorgelegd: „Ik zou u
graag helpen, mevrouw, maar geloof
me, dat is mijn specialiteit niet. Ik
weet daar nog minder van dan u."
Deetman, glas pils in de hand, een
draagbare versterker op de borst,
zwaar transpirerend, staat tien, vijf
tien man tegelijk te woord, hij wél
over zijn specialisme. De fractieleider
krijgt een gewetensvraag.
„Ik snap nie meneer De Vries, in de
Bijbel sta toch: agge geslagen wordt,
De CDA-kopstukken zoeken con
tact met de basis, v.l.n.r. Bukman,
Steenkamp, De Vries, Brokx en
Lubbers.
dan keer-de oew andere wang toe.
Mar 't enige da gij doet is nieuwe ra
ketten plaatsen."
Terwijl De Vries nog zoekt naar
een passend antwoord, schiet Van
Amelsvoort hem al te hulp: „Wat?
Laat oe oew eige slaan, manneke?"
De vraagsteller is overbluft, maar
zijn buurman niet. „Zeddoe ok van 't
CDA, of zeddoe ambtenaar?" infor
meert hij belangstellend.
Van Amelsvoort: „Nee, ik ben de
baas van de ambtenaren. Ik ben
staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken."
De reactie is dodelijk. „Dan snap ik
nie waarom dagge zó weinig op tille-
visie zijt."
Twee weken later strijkt de lande
lijke CDA-top neer in Haarlem. Lub
bers, Bukman en De Vries beginnen
er zin in te krijgen, maar het publiek
óók.
Dat heeft intussen dóór dat het niet
alleen maar partijbijeenkomsten zijn,
maar dat ook kritische vragen hun
weg naar de landsbestuurders vin
den. 'Jezus, ze ruilen je in voor de H.
NAVO!' laat een metersgroot span
doek weten. Het blijkt nog onschul
dig.
Als het kader binnentreedt is dat
voor een groepje jongeren het sein om
een luid gescandeerd 'Bukman, zwijn,
we krijgen je wel klein!' aan te hef
fen. De partijvoorzitter kijkt even be
duusd, maar een verwijzing naar zijn
boerenverleden - „ik ken de varkens"
- is genoeg om de lachers op zijn hand
te krijgen. Even tenminste, want als
het groepje met de geamendeerde
tekst 'Lubbers, zwijn, we krijgen je
wel klein' dóórgaat, wordt het enkele
CDA-sympathisanten te veel. Spon
taan rollen ze de mouwen op, en zon
der pardon gooien ze het handjevol
relschoppers de trap af. „Met de kop
pen tegen mekaar slaan, dat is het
Ambtenaren laten zich horen tij
dens een van de CDA-bijeenkom-
sten. - foto's de stem dick de boer
beste," weet één van hen. Zijn maat,
ex-commando zoals hijzelf opmerkt,
is het volstrekt met hem eens. „Dat
was weer even lekker ouwerwets,"
zegt hij met genotzuchtige blik.
Alleen De Vries is kennelijk ont
gaan wat zich aan de ingang heeft af
gespeeld. Als de gevechtsacties beëin
digd zijn en de eerste ordeverstoor
ders onderaan de trap weer bijkomen
uit hun versuffing, zegt hij enthou
siast: „Leuk dat hier ook kritische
mensen zijn."
Gelukkig zitten er ook in de zaal
nog. Als de fractieleider even later
uitbundig schildert hoe slecht het met
de overheidsfinanciën is gesteld - „de
staatsschuld is nu al ƒ36 miljard. Ik
ben net een kwartiertje aan het
woord, er is nu alweer een miljoen
bijgekomen" - bijt iemand hem op
veilige afstand maar toch hoorbaar
nog toe: „Dan moet je niet zoveel lul
len, man!"