Bedden en
slaapkamers
mogen worden
doorzocht
JAAP BOERSMA NU DIRECTEUR STADSREINIGING IN AMSTERDAM
MaRJOLIJN F. had het nog nooit zo
De AMSTERDAMSE stadsreiniging
zout gegeten. Nadat de politieman
geconstateerd had dat zij alleen sliep,
wilde hij per se ook weten of er nóg een
oarme plek in bed was, hij keek onder de
donsdeken of er misschien een
verdwaalde (mannen-)onderbroek lag en
besloot toen het gehele appartement te
doorzoeken. Dit soort scenes komt
ierhaaldelijk voor in België, waar de wet
de slaapkamer tot strijdtoneel maakt in
echtscheidingszaken.
Schuld
krijgt een opknapbeurt.
Verantwoordelijk directeur, sinds 1
sepember '83: Jaap Boersma, ex-AR-
kamerlid, ex-minister, ex-OGEM-
directeur. Het Aktieplan: uitwassen
Imoeten worden aangepakt en motivatie
pn arbeidsomstandigheden voor het 1800-
koppig personeel verbeterd. Aandacht
voor betere relaties tussen chefs en de
[mensen met de bezems en op de wagens.
Kortom: Boersma in een nieuwe rol.
I Graaien
Vergeefs
Normbesef
Weg?
Biesheuvel
Stromeloos
[7ATERDAG 25 FEBRUARI 1984
die hij of zij er van verdenkt overspel
te plegen. Hij (gemakshalve houden
we het daar maar op) moet daartoe
een uitreksel uit het huwelijksregis-
ter tonen en zich onderwerpen aan
een verhoor, dat uitmondt in een pro-
ces-verbaal. Als de rechter-commis-
saris aan de hand van dat proces-ver-
baald oordeelt dat een onderzoek op
zijn plaats is, schrijft hij een huiszoe
kingsbevel uit, waarmee de politie
tussen vijf uur 's ochtends en negen
uur 's avonds de woning van de ver
dachte partij mag doorzoeken. En als
het om een hotel gaat moet de hotelier
medewerking verlenen, zonder dat er
zelfs sprake hoeft te zijn van een be
vel.
Willy C.: „We zijn verplicht aan te
bellen, maar als er niet geopend
wordt, mogen we het slot forceren en
naar binnen gaan." Hij wil niet op het
geval van Marjolijn F. ingaan, „een
zaak heeft niets met een persoon te
Vreemdgaan in Belgie:
de politie
houdt streng toezicht
Door Aad Jongbloed
BRUSSEL - Toen Marjolijn
F. (33) uit Gouda op donder
dag 27 april met 'haar Belg'
trouwde, had zij er geen
flauw idee van, dat zij op
14 september 1983 om kwart
over vijf in de ochtend gewekt
zou worden door een vol
maakt vreemde, Willy C., ge
rechtelijk officier van politie.
Hij was achter zijn zaklan
taarn aan haar slaapkamer
binnengedrongen en wilde
weten of zich een mansper
soon in haar bed bevond. Wat
adjundt-commissaris Willy C.
deed was geheel legaal, want
in een geciviliseerd land als
België blijkt het mogelijk dat
de politie komt controleren of
er overspel gepleegd wordt.
Marjolijn F. was op die ochtend,
daar is ze van overtuigd, het slachtof
fer van een van de treiterijen van
haar man, die ze vorig jaar 'na een el
lendig leven' verliet. Ze kreeg op
proef een baan als vertaalster en be
woont een verdieping in een van de
grote panden in het centrum van
Brussel. „Ik heb mijn recht op ali
mentatie nog even laten gelden", zegt
ze, „omdat ik niet weet of ik perma
nent aan het werk kan blijven. Hij
bestrijdt, althans voorlopig, dat recht
nog niet, maar hij maakt gewoon ge
bruik van de wet om te zorgen dat ik
- ook zonder bijbedoeling - nooit
iemand naar mijn flat kan meene
men. Hij blijft me gewoon met zijn
jalouzie vervolgen."
De jeugdige inspecteur Willy C.
deed het 'onderzoek' niet met plezier.
„Ik ben de jongste, vandaar dat ze mij
altijd dergelijke klussen geven. Maar
als je er op uitgestuurd wordt, moet je
het karwei natuurlijk wel volgens het
boekje doen."
Hét boekje betekent in België het
volgende. Iemand deponeert bij de
politie een klacht over vrouw of man,
maken." Wel zegt hij„Er is het pro
bleem van appartementen met één
gezamenlijke deur en vaak één cen
trale schel. In zo'n geval doet iemand
open en je klopt dan wel op de deur
van het appartement, maar als je
geen gehoor vindt treed je binnen."
„Sinds ik alleen woon slaap ik
slecht en moet ik slaaptabletten ne
men", aldus Marjolijn, „en dan kun je
vervolgens een kanon afschieten. De
politie heb ik dus niet binnen horen
komen."
De woning wordt dan volgens het
boekje doorzocht: eerst de slaapka
mer en, inderdaad, zoeken naar de
verdachte warme plek. Vervolgens
komt de gehele woning aan de beurt.
En daarbij is het meer dan één keer
gebeurd dat een wat slordig in de
richting van de wasmand gedepo
neerde beha of slip al tot ernstige
verdenkingen leidde. Vlekken in het
ondergoed of een scheerapparaat, dat
duidelijk niet voor de sier op de bad
kamer staat, zijn ook al voldoende om
het proces-verbaal aan te scherpen.
Als overspel bewezen wordt, kan
een eventueel dwarsliggende partij
niet meer onder een echtscheiding uit.
Ron Bruelemans, commissaris
van politie in Leuven: „Het hangt
af van de preutsheid van de magi
straat. - foto de stem
Die zal zonder meer uitgesproken
worden. Maar wat voor een niet ge
ring aantal Belgische mannen van
belang is, is dat zij voor de vrouw
- wel voor de kinderen - niet meer
onderhoudsplichtig zijn indien Willy
C. of een van zijn collega's overspel
hebben geconstateerd. Menigmaal
moet de politie daarvoor naar een ho
tel, omdat ook in België het hotel
vaak de plaats is waar getrouwde en
ongehuwde verliefden elkaar - in
bed - treffen. Volgens de wet moet de
eigenaar van het hotel, als de politie
na vijf uur 's ochtends arriveert, de
weg wijzen naar waar meneer of me
vrouw zich bevindt en de deur ope
nen. Willy C.: „Als hij dat niet doet,
mogen wij alle deuren openen totdat
we de verdachte vinden. Dat komt
nogal eens voor, ja. Vooral bij een ho
telier, die zekere bindingen heeft met
de gast. We hebben voor een hotel
geen bevel tot huiszoeking nodig."
Een andere, oudere officier: „Ik heb
wel eens meegemaakt, dat we alle
gasten van een hotel moesten wekken
om de persoon in kwestie te vinden.
Je begrijpt wel tumult er uitbreekt.
In andere gevallen heb ik wel eens
mannen aangetroffen op de richel
van het slaapkamerraam. Ja, aan de
buitenkant, bij tien graden vorst. Of
anderen, die zich in de kelder tussen
de kolen verstopten."
Een van de vele politiemensen, die
niet tevreden is over 'het overspelbe-
leid' in België is de Leuvense commis
saris van politie Rob Bruelemans.
„Het is verbazingwekkend hoe vaak
die overspel-klacht nog voorkomt",
zegt hij. „Het is natuurlijk gemakke-
lijk. Je kunt de schuld heel simpel
vaststellen, tenminste, als er echt
sprake is van overspel, en dat is dan
meteen de reden voor een echtschei
ding. De man is beledigd. Dat is het
meestal. En belediging is bij ons een
misdrijf en op grond van belediging
kan men scheiden. De boete voor dat
misdrijf is maximaal zesduizend gul
den. Vreemdgaan in België kan een
dure zaak zijn." Wat betreft de hoogte
van de boete ligt het aan de recht
bank waar de overtreder belandt. „In
Antwerpen zijn ze duur", zegt Brue
lemans, „in Brussel nog duurder. Het
hangt af van de preutsheid van de
magistraat."
Hoe vaak kun je een klacht tegen je
wederhelft deponeren?
Bruelemans: „Dat kun je zo dik
wijls doen als je wilt. Je kunt door
gaan tot de wederpartij gepakt
wordt. En wie vreemdgaat krijgt de
schuld, wanbedrijf, zo heet dat. Ook
kun je je ex heel lang pesten, als je
dat wilt."
Bruelemans denkt dat er nuttiger
dingen te doen zijn voor de politie in
de maatschappij dan achter overspe-
ligen aangaan. Bovendien mogen de
opsporingsambtenaren wel erg ver
gaan in het bewijzen van het vreemd
gaan, vindt hijBruelemans„Je mag
zelfs brieven openen, je mag het
briefgeheim schenden. Je mag het be
wijs afleiden uit foto's. En tegen
woordig, hoewel dat nog niet zo vaak
voorkomt, mag je de video-opnamen
meenemen, die een paartje van zich
zelf tijdens het paren heeft gemaakt.
Als een politieman het op de spits wil
drijven mag hij zelfs de buren onder
vragen. Je komt voor de gekste situa
ties dankzij die oude wet, waarvan
nog zo vaak gebruik gemaakt wordt.
Want wat moet je als je twee mannen
in bed aantreft? Is dat overspel? De
wet spreekt daar niet van." Bruele
mans vindt het bovendien een ge
vaarlijke job. „Stel dat je een huis
binnenkomt, iemand schrikt alsnog
wakker, pakt zijn jachtgeweer en
schiet op je? Hij of zij kan toch ge
makkelijk - en waarschijnlijk niet
ten onrechte - aanmerken dat zij of
hij bedreigd dacht te worden? Begin
ook maar eens aan die klus als er een
grote Dobbermann aan je jas gaat
hangen."
Antiek noemt Bruelemans het,
maar hij gelooft niet dat de wet uit
het strafwetboek verdwijnt. „Daar is
men al tien jaar mee bezig", zegt hij,
„maar het fatsoen wint het nog steeds
van de menselijkheid."
Opnieuw is men bezig de wet via
een voorstel te veranderen. Twee
maanden geleden nog diende de voor
zitter van de liberale fractie Henrion
een voorstel in om het overspel uit de
wet te halen. Ook de socialisten ko
men binnenkort met een voorstel.
Fractielid Van den Bossche: „We wil
len de schuld-discussie uit de wet ha
len. Mensen moeten kunnen scheiden
op een eenvoudige mededeling van
beiden bij de burgerlijke stand. Het
overspelartikel vervalt dan automa
tisch."
Commissaris Bruelemans, ver
zuchtend: „Er zullen nog heel wat po
litiemannen het ondankbare karwei
moeten aanvangen en er zullen nog
heel wat naakte mannen zich moeten
verschuilen voor we van die wet af
zijn." En als de commissaris gelijk
heeft zal Marjolijn F. nog vaak door
een vreemde gewekt kunnen worden.
'POLITIEK, DA TBOEK IS DICHT'
Door Jan Hanff
De benen languit onder de
lange, brede tafel. Op zijn ge
mak naar achteren leunend:
„Ik driftig? Nou - er ontglipt
me wel eens wat, maar dat
wordt met het klimmen van
de jaren minder.
Ik kon wel eens impulsief zijn, ja -
dan ontschoot me wel eens iets, maar
altijd in de marge. Als ik iets zei, zo
als toen in de zaak OGEM, dan had ik
daar echt toe besloten, over nage
dacht. Tóen omdat ze mijn heroptre
den in de maatschappij onmogelijk
wilden maken.
Ik heb mezelf eerst laten afkoelen,
heb toen dat interview aan VN gege
ven. Maar ik heb nu eenmaal een
woordkeus die niet verhult, ik ant
woord recht-toe-recht-aan.
Spijt - nee. Ik zou het wéér doen,
misschien hier of daar in wat andere
bewoordingen.
Jaap Boersma is nu 54. Hij heeft
een eigenaardige carrière achter zich.
Vakbond, kamerlid, minister, en als
enfant terrible uitgespuugd door het
bedrijfsleven, omdat hij het volk liet
weten wat hij dacht van de handel en
wandel van zijn mede-topmanagers
bij de geëxplodeerde OGEM-reus in
Rotterdam.
Ter opfrissing van het geheugen:
Van commissaris Joop Bartels, direc
teur van de handelsdivisie van de
multinational zei hij: 'Bartels heeft
zich jarenlang onrechtvaardig ver
rijkt via zijn declaraties.
Hongkong, Singapore, graaien,
graaien, graaien. We hebben dat met
de mantel der liefde bedekt, maar het
,is gewoon een geldwolf, een absolute
nul, die het bedrijf en de mensen veel
schade heeft berokkend'.
Dit nam Bartels niet. Er volgde een
klacht wegens smaad, die werd afge
wezen: de rechter maakte er het veel
minder harde 'belediging' van. Maar
de werkgevers spraken hun eigen
vonnis uit: de deur voor het bedrijfs
leven ging voor Boersma voor goed op
slot.
Vergeefse sollicitaties. Staatsdruk
kerijen. Veiligheidsinstituut. Consu
mentenbond. KLM. Overal bakzeil.
Hij kwam nét niet tot de grens waar
de wanhoop begint. Want na alles
was daar Amsterdams PvdA-wet-
houder Jan Schaefer: „Er is hier een
directeursstoel vrij bij de Stadsreini
ging". En of dat misschien wat was.
Ja, zei Boersma - en daar zit hij
nou.
Nog even wachten met de vraag of
dit ook zijn eindstation is. Heeft hij
het hier naar zijn zin?
Dat wordt een volmondig ja. Na
tuurlijk zég je dat, denk ik, maar hij
zal het wel uitleggen.
Eerst was er de schrik. In septem
ber zag hij voor het eerst waar hij te
recht kwam. De voorgevel van het
hoofdkantoor aan de Kwakerstraat
in Amsterdam. Vooroorlogs, fabriek-
sachtig, door de tijd berookt pand,
kleurloos. Een aftandse brommer,
fietsen, oude auto's op de stoep en op
een belendend brugje, rommelige
buurt. Het interieur echter is mooi-
oud, zijn kantoor medio zeventiger
jaren eenvoudig en smaakvol ver
nieuwd.
Hij draait een Drum. Tijdens het
gesprek wrijft hij vaak met een hand
over de bovenkant van de andere. Dat
moet een gewoontegebaar zijn, want
alles aan Boersma ademt verder rust,
zekerheid, zelfbewustzijn.
Toen hij kwam lag er al een Aktie
plan klaar om Amsterdam schoner en
de dienst doelmatiger te maken.
Daadkrachtig voegde hij daar nog
wat aan toe: het verlaagde normbesef
moest worden aangepakt - veel te
hoog ziekteverzuim, alcoholgebruik
tijdens het werk, schnabbelen van het
personeel, het al dan niet georgani
seerd aannemen van geld voor be
paalde diensten die niet tot de taak
van vegers en vuilophalers behoren.
Er komen sancties, straffen, inhouden
van loon, desnoods ontslag, maar al
les uit te voeren met een soepele, doch
rechtvaardige hand.
Hard, als het nodig is, maar eerst
zal het kader aan de beurt komen: er
moet een andere, betere stijl komen
van leiding geven, de arbeidsomstan
digheden, de onderlinge relaties moe
ten worden aangepast.
Of hij geaccepteerd is?
Zegt eerst: „Eigenlijk moet je dat
niet aan mij vragen".
En dan: „Mijn indruk is van wel.
Dat kan ik wel proeven. Natuurlijk
zijn er die het niks kan schélen, ande
ren die het fijn vinden, of die te veel
van mij verwachten, die misschien
ook. Ik ga regelmatig de stad in en ik
ga dan in de kantine zitten om met de
mensen te praten.
Geaccepteerd... Mijn indruk is -
misschien streel ik mezelf daar dan
wel mee - dat ik daarop volmondig ja
kan zeggen".
Dan moeten er ook wel mensen zijn
die bang zijn dat Boersma weer eens
bij hen zal verdwijnen.
Hij wil die vrees meteen wegne
men. „Bang dat ik wegga - dat ik
weer de politiek inga? (Gaat nu even
recht zitten, bezweert:) Dat is niet de
bedoeling. Politiek werk, ik zou het
niet meer willen, ik zou het niet meer
óankunnen. Dat boek is dicht - ik
moet er niet meer aan denken".
Vanuit de stoel achter het bureau in
deze directeurskamer zal hij dus, over
zeven jaar, met VUT vertrekken.
Boersma: 'Ik heb het hier echt naar
m'n zin. Dat is het mooiste dat je kunt
bereiken. Contact met mensen, voor
al. Dat is het nadeel van hoge politie
ke functies - dat je geen contact hebt
met de mensen waarvoor je je inzet.
Ik woon hier in de Nieuwmarktbuurt.
Daar wónen die mensen, waarvoor je
Ex-minister Boersma in actie bij
de Amsterdamse stadsreiniging:
Contact met mensen- foto anp
wilde werken. Ik zou dat voor geen
goud willen missen. Het is een soort
inhaaleffect. Het is ook een van de re
denen waarom ik voor geen geld zou
willen oversteken. O ja - we zijn daar
helemaal opgenomen. We komen er in
een leuke stamkroeg. Zeker: ik be
schouw dit als mijn eindstation. Het
is mijn streven om steeds zeven jaar
lang iets te doen. Dan kan dan ook
hier. Over zeven jaar ben ik 61. Dan
stop ik".
Jaap Boersma is een Fries. Zesde,
laatste kind van een spoorwerkersge-
zin. Heel soepel door de HBS - bij het
huiswerk kon de radio best aanblij
ven - hij had toch wel zó af.
Studeerde in Amsterdam economie
('toen al, begin zestig, was Amster
dam vuiler dan andere steden'), werd
in '53 economisch medewerker van
het CNV, sloot zich in '63 aan bij de
AR, kwam in '64 in de Kamer, werd
minister in '71, weer Kamerlid in '77,
belandde in '78 op uitnodiging van
partijgenoot en oud-minister Udink
als directeur bouwdivisie bij de
OGEM, waar hij opzien zou baren.
Zei in '76 zich nog te jong te achten
om te solliciteren naar het ambt van
commissaris van de koningin. Boers
ma werd de politieke advocaat van
Jan Modaal genoemd, vond inkomens
boven de ton overdreven en zei eens
dat 'de grootmachten, de banken, het
verzekeringswezen en het gebrek aan
controle daar zeer gevaarlijk zijn
voor elk sociaal beleid'.
Tweemaal werd hij verrader ge
noemd. Na zijn OGEM-interview. En
toen hij tijdens de kabinetsformatie
in '72-'73 aan formateur Burger mee
deelde wel minister van Sociale Za
ken in een progressief kabinet-Den
Uyl te willen worden.
Het kostte Biesheuvel zijn politieke
carrière. De eenheid tussen de drie
christelijke partijen brak. KVP en
AR in de regering - de CHU in de op
positie en weer meer problemen met
de totstandkoming van het CDA. Het
werd hem - zacht gezegd - niet in
dank afgenomen.
Zegt nu: „Op 27 februari had ik een
gesprek met Burger. Hij vroeg me om
tot een extra-parlementair kabinet
toe te treden. Het was een doorbraak
- ik heb ja gezegd. Dat was een stap
met vrij grote gevolgen, die de een
toejuichte en die de ander veroordeel
de. Spijt? Voor sommige effecten, die
zeer vervelend waren, ja. Het ver
dwijnen van Biesheuvel uit de poli
tiek - dat was, uiteraard, niet mijn
bedoeling. Het had ook niet gehoeven.
Maar het was betreurenswaardig."
Speelde er geen eerzucht mee? Is hij
eerzuchtig?
Boersma: „Nee - dat geloof ik niet.
Behalve dan dat ik mijn werk zo goed
mogelijk doe. Als ik kamerlid was ge
bleven en nooit minister dan was ik
niet ongelukkig geworden. Ik had het
als kamerlid enorm naar m'n zin.
Tenminste in de AR-fractie. Daarom
ben ik later ook weggegaan. Ik heb
mensen gekend die kamerlid, staats
secretaris, minister en minister-pre
sident willen worden. Die ambitie
heb ik niet. Wél om Amsterdam
schóón te maken. Ik zal ook nooit pro
beren me ten koste van anderen om
hoog te werken."
Politiek is Boersma stromeloos:
„Ik weet het nog steeds niet. Ik heb
er mijn twijfels over of ik me bij de
PvdA thuis zou voelen. Misschien bij
Scholten en Dijkman - in elk geval
niet bij de Evangelische Volkspartij.
Ik heb er niet zo'n groot probleem
mee dat ik politiek geen onderdak
heb."