DE Of] uïua jBBfflwBBffi BREDA KRIJGT ER EEN NIEUWE 'SGOOL' BIJ ANGST VOOR ELEKTRONICA IN DE KLAS ONTERECHT ZATERDAG 28 JANUAR11984 PROF. NIJS LAGERWEIJ zei het al: de Tachtigjarige Oorlog trekt opnieuw door ons land, ditmaal omgezet in schoolstrijd. Na Alkmaar, Edam, Nijme gen en Amsterdam krijgt ook Breda z'n alternatieve onderwijs en wel in de vorm van de leerleefgemeenschap 'Sgool'. In de Bastionstraat wordt een ruimte ingericht, die al in april in gebruik wordt genomen. Dan wordt er gestart met een groep kin deren van drie tot zes jaar. Vervolgonderwijs Praktijk EEN FORSE Haagse impuls van 1,3 mil jard gulden in vijf jaar, die het ge bruik van de computer ferm moet sti muleren. Daarvan 220 miljoen bestemd voor de informatica in het onderwijs: ze ven maal meer dan tot nu toe op de be groting van Onderwijs stond. Dat moeten dus wel bollebozen en wonderkinderen worden, die nazaten van ons. Inhalen Rijtjes Leren is streven naar eigen wijs heid Door Frans van Mourik IN DE leerleefgemeenschap 'Sgool' mogen de kinderen straks gerust eigenwijs zijn. Leren is in de opvatting van de werkgroep die 'Sgool' heeft voorbereid 'streven naar eigen-wijs-heid'. Gert-Jan Schets: „Als onderwijzer loop je tegen de muur op. Je wilt wel anders onderwijs geven, maar dat kan niet, want het systeem laat dat niet toe. Je kunt niet zonder dwang. Je hebt een leerplan dat je moet vol gen. Bij bepaalde dingen kun je wel wat schipperen, maar de ruimte is onvoldoende". En Bob Nauta vult aan: „Bij ons zal het leren niet wor den gestimuleerd door dwang. De kinderen zullen bij ons niet vastzitten aan vakken, die weer vastzitten aan het niveau van de klas". 'Sgool' startte met een oproep in 'Breda in actie'. Er kwamen een stuk of tien reacties binnen en er werd een werkgroep gevormd. Na een jaar hard werken is die werkgroep inmid dels .uitgegroeid tot 17 mensen, terwijl de groep ouders die geïnteresseerd is tot 70 is uitgegroeid. Om misverstan den te voorkomen, de werkgroep be staat ook uit ouders. Ouders, die wil len dat hun kinderen 'kindvriende lijk' onderwijs krijgen. Bob Nauta: „Er is bij ons een vol strekte gelijkwaardigheid tussen kin deren, ouders en begeleiders, het on derwijs wordt uiteindelijk door hen zelf ingevuld. Dat wordt niet van bo venaf opgelegd. Dat is wat anders als leesmoeders en klaarovers. Bij ons geen voorgekauwd leerplan en geen lesrooster". En Gert-Jan Philippart: „Wij gaan er vanuit, dat kinderen al dingen weten als ze bij ons komen, dat ze ervaringen en interesses heb ben. We benaderen ze niet vanuit de houding 'weten en niet-weten' zoals in het traditionele onderwijs. Dat schept namelij k machtsverhoudingen binnen het onderwijs. Kennisgebie den kunnen bij kinderen anders lig- Leden van de werkgroep druk bezig met het inrichten van de ruimte, waarin de kinderen vanaf april mogen gaan zoeken naar hun eigen-wijsheid. - FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP gen, maar dat wil niet zeggen dat het niveau anders of lager is". 'Sgool' wil als dat mogelijk is op langere termijn een leerleefgemeen schap maken die de kinderen tot hun achttiende opvangt. 'Sgool' zou daar na ook graag doorgaan met volwasse neducatie. Maar dat is nog toekomst muziek. De werkgroep realiseert zich intus sen wel, dat zolang de leeftijdsgrens nog beperkt is, ook de kinderen van 'Sgool' te maken zullen krijgen met traditioneel vervolgonderwijs. Bob Nauta: „Het is mogelijk om als die aansluiting er niet zou zijn, wat din gen bij te spijkeren. Maar ook dan zullen 'de eisen' van deze school an ders zijn en blijven". Dat de vrije keus die kinderen ten aanzien van hun onderwijs hebben zou kunnen leiden tot niets doen, ge looft niemand. Bij de Glockseeschule in Hannover is inmiddels al het te gendeel gebleken. Gert-Jan Philip part: „Er zijn geen kinderen die niets willen weten. Daar hoeven ouders niet bang voor te zijn". En Gert-Jan Schets vult aan: „Als kinderen nog niet naar school gaan, leren ze ook de hele dag door. Uit zichzelf en iedereen vindt dat normaal. Maar vanaf het moment dat ze naar school gaan moet alles ineens gestructureerd worden. Iedereen accepteert van kleine kinde ren, dat ze leren door steeds vragen te stellen. Maar zodra ze naar de tradi tionele school gaan, is dat afgelopen. Dan wordt alles ineens van boven af opgelegd." Ook de werkgroep heeft kritiek op het streven van het traditionele on derwijs om steeds maar aan te sluiten bij de maatschappij van later. Alles is afgestemd op datgene wat het kind later in de maatschappij zou moeten bereiken en daarom ligt het accent in het traditionele onderwijs op het cog nitieve, het verwerven van kennis. Bob Nauta: „Wij leggen het accent op het gevoelsleven van het kind door uit te gaan van de ervaringen die het heeft. Je zou het een vorm van erva rend leren kunnen noemen, maar dan stop je weer in een hokje. Kijk als je duidelijk kritiek hebt op een maat schappij die uitsluitend prestaties verlangt, moet je ook het onderwijs wat ervoor komt anders inrichten". 'Sgool' gaat werken met een open schoolwerkplan, dat gaandeweg wordt ingevuld door kinderen, ouders en begeleiders. Hoewel er nog niets vastligt, zou de werkgroep zich daarbij kunnen voor stellen dat de praktijk van 'Sgool' er dan als volgt uit zou kunnen zien: Hl een De kinderen kunnen afspraken leercontracten en werkplannen ma] ken. Dat kan door jonge kinderen p« uur of per dag en door ouderen per week of per maand gebeuren. De begeleider zorgt voor de voorbe reiding van leermateriaal, leeractivi- teiten en werkvormen voor de basis- technieken zoals lezen, schrijven, re kenen en taalvaardigheid. Leeractiviteiten kunnen ontstaan uit bezoeken, sprekers, methodes sta ges, wandelingen, vragenlijsten en ander materiaal. Aan het begin en het eind van de dag kunnen er gezamenlijke activi teiten zijn. De leermiddelen worden schooldrukkerij gemaakt. Kinderen en begeleiders kunner steeds voorstellen doen voor activity, ten zoals bijvoorbeeld op het gebied van spel, muziek, beweging, creatief bezig zijn, teksten en taal. De school is voorzien van speelhoe ken, lees- en schrijfhoeken, zit- en werkhoeken en dergelijke. De organisatie van de leeractivitei ten ontstaat door overleg met de groep. 'Sgool' wordt geen elite-school. Bob Bauta: „Sgool zal geen financiële drempel hebben. Dat hoeft ook met. We hebben een gebouw waarvan de huur niet hoog is en onze energiekos ten zijn laag. Leermiddelen hebben we meer dan genoeg. We hebben ont zettend veel gekregen via bevriende onderwijsmensen en bevriende scho len en van scholen die verdwenen zijn. En wat de salarissen betreft zijn we aan het bekijken of er gewerkt kan worden met behoud van uitke ring. Maar als dat niet kan, zijn er nog andere mogelijkheden". Door Rinze Brandsma HOE hadden de heren minis ters zich dat gedacht? Over vijf of tien jaar zullen alle leerlingen onderwijs krijgen in of tenminste leren omgaan met de computer. Het be roepsonderwijs mag de spits afbijten. In en latere fase wordt informatica (omgaan met computers) een keuzevak, een examenvak zelf. Sommigen willen van die vermale dijde computers niets weten. Anderen (vooral kinderen!) raken al snel ge fascineerd door wat dat slimme nieu werwetse werktuig kan. En zeggen: Doe nou niet langer alsof de computer niet bestaat, maak liever een zinnig gebruik van zijn mogelijkheden en leer 'm kennen. Op de drempel van een revolutio nair nieuw leslokaal vol elektroni sche snufjes, verleidelijke toetsenbor den en meeslepende leeravonturen op het beeldscherm een inventarisatie. Van wat de leerling vindt, de deskun dige oordeelt, de leraar denkt. En hoe de computerbedrijven in de handen wrijven. Al die drukte over de computer vindt de leerling maar nonsens. Scho len waar experimentele lesprogram ma's informatica lopen, constateren een enthousiaste belangstelling bij de leerlingen voor dit nu nog vrijwillige extra lesuur. Vaak kunnen leerlin gen, na afloop van het lesuur, niet van het toetsenbord en beeldscherm scheiden. Veel leraren zouden bij zo'n motivatie voor hun vak de lippen af likken. Kinderen met een achterstand in een bepaald vak kunnen even een programmaatje doen met extra oefe ningen, waardoor ze weer 'bij' zijn zonder de anderen in hun leerproces te remmen. Kinderen gaan op heel natuurlijke wijze om met computer, hebben de lo gica ook eerder door dan volwasse nen. Zo geven in de VS kinderen van tien volwassenen les in computer- kunde. Zij vinden de computer vaak ook avontuurlijk. Dr. R. de Groot, orthope dagoog aan de Rijksuni versiteit Groningen, han teert graag het begrip 'computeranalfabeten' voor mensen, die het elek tronisch gerei uit hun we reld blijven weren. Fout, vindt hij. „Wat de ontwik kelingen in de elektronica zetten een onuitwisbaar stempel op de toekomst." De Groot sluit zich aan bij de opvatting dat het kunnen programmeren van een computer een ba sisvaardigheid is geworden die voor elke burger in on ze informatica-samenle- ving net zo noodzakelijk is als de lees- en schrijfvaardigheden. Leren programmeren op de computer kan zelfs een gunstige invloed hebben op de cognitieve ontwikkeling leren, kennis verwerven) en het leren den ken bij kinderen. Hij ziet zelfs 'uit zonderlijke mogelijkheden' in de in formatica, om het leren en onderwij zen optimaal te maken. Prachtig dus, die computer in de klas. Maar dan moet daar wel geld voor zijn. En genoeg kundige leraren. Scholen, die nu de (micro-)computer in het leslokaal gehaald hebben, de den dat meest op initiatief van geïn teresseerde leraren. In de VS gaat dat wel anders. Wat dat betreft is Ameri ka echt het land van de 'Onbegrensde Mogelijkheden'. Zo schonk een com puterfirma als Apple - uiteraard niet zonder bedoelingen - alle scholen in Californië doodleuk een computer. Hier beperkt de computer in de klas zich nog tot een handval experimen ten. Zo experimenteerde de subfacul teit psychologie van de Vrije Univer siteit in Amsterdam met de computer in het basisonderwijs en en namen Nijmeegse psychologen aan de KU initiatieven, om de computer toegan kelijk te maken voor scholieren. Zij organiseerden in '82 en '83 drukbe zochte zomerkampen en stimuleren LOGO, een op het onderwijs toege sneden computertaal. Er kwam vanwege het ministerie van Economische Zaken in mei vorig jaar het '100-scholen-project' met in totaal 800 kleine computers. De animo daar voor is zeer groot. Daarnaast stelden de spaarbanken in oktober '83 drie ton beschikbaar om 100 basisscholen drie maanden lang in staat te stellen met de computer 'te spelen'. Maar ons land steekt nog maar schril af bij landen als Frankrijk (10.000 scholen voorzien van micro-compu ters), Denemarken en Engeland. Hoog tijd dus voor een inhaalbewe ging. Is het onderwijs tevreden? „Het is de moeite waard. Anders raken we achter. Maar er blijven een hoop vra gen over: Hoe organiseer je de zaak, komen er educatieve programma's, kunnen de leraren zich nascholen?", zegt Frans Dijk. Dijk, wiskundele- Leraar is niet te vervangen door video en computer praktijk, die volgens Dijk overigens nog wel meevalt). Belangrijk is ook een goede nascholing, die nog maar amper van de grond komt. Er moet een inventarisatie komen van educa tieve programma's die op veel scholen] door inventieve leraren (en leerlin gen!) al op eigen houtje ontwikkelt! zijn. Dijk begon zelf in de jaren '68-70] computerkunde te geven aan de HA VO, op eigen houtje. Hoe ziet hij zeil] de (veranderende) rol van de leer kracht? Een leraar kan je niet ver vangen door een videorecorder en een] computer. Die apparaten zijn heel goed te gebruiken, maar met mate li] moet een leerling ook geen uren voor zo'n beeldscherm zetten. Bijna alle maal vinden ze het leuk om aan een] computer te werken, onderwijs aar zo'n ding te krijgen, de een bijtziehe: alleen mer in vast dan de ander De een wil echt programmeren, de ander vindt alleen spelletjes aardig. Hel] hoeven ook niet allemaal enthousias te programmeurs te worden. Zo leest] het ene kind stripverhalen, het and-] re literatuur en nog weer een ander schrijft zelf verhaaltjes. Waarvoor is de computer in dekiaj geschikt? De leraar hoeft nu meer stomme rijtjes voor de zoveelst keer voor te kauwen. Een natuurkir| deleraar kan zijn verhaal over h optellen van krachten in een comp'l terprogrammaatje gieten. En wat denken van dorre maar onmisWl feitenreeksen als die eeuwige Duf! woordjes en voorzetsels, boekhoudt! statistiek, kansberekening. Een cöT puter 'gooit' zonder een spier te vej trekken rustig duizend keer een i' belsteen voor je. Wiskundelerai| Dijk: „Je ziet dan zelf dat s getallen dicht bij elkaar komen teÜl gen. Vroeger moest je dat als leert! maar geloven. Want wie gooit nul! keer een dobbelsteen om dat te c«| troleren?" Leraren hoeven wat hem en -1 NGL-werkgroep betreft, niet zo teil de computer in de klas aan te hikK-J „Het normale lesgeven blijft. Dc; van de Ieraar wordt heus niet overfj nomen. Alleen kunnen veel progra'I ma's routine-matige en lastige fcs| sen overnemen." Een loflied op de computer z reserves, zo te horen. De Zwolse kundeleraar Dijk denkt even maar: „Ik kan niet zo snel i vinden. Wel als je denkt, dat j'J leerlingen continu voor het schM kunt zetten. Je moet de compu,c bruiken, zoals je krijt en bord bruikt. Het sociale contact in de moet er wèl blijven. Anders toch nog mis." raar aan een scholengemeenschap in Zwolle is al jaren nauw betrokken bij de introductie van de computer in het onderwijs. Hij is voorzitter van de z.g. commissie-Dijk van het Nederlands Genootschap van Leraren. Ook zijn eigen school mag meedoen aan het '100-scholen-project'. Kinderen zijn gefascineerd door het nieuwe 'speelgoed' in hun klas. - FOTO ANP Hij hoopt, dat er bij een bredere op zet standaarden komen. Een of hoog uit twee machines (het proefproject koos voor 400 'Asters' van MOP en 400 van Philips) en niet, zoals nu, wel 15 verschillende merken met elk een eigen 'dialect' in de 'basic'-taal. Waarbij computerfirma's scholen af stropen en er soms hun verouderde apparatuur weten te dumpen, (een P

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1984 | | pagina 22