Wat ik mis is dat ik mijn kennis van voetbal niet meer kwijt kan' 'Ik heb nog erg veel geluk gehad' SPORT i ihj rsTJUivi 1984 NEVZEH tEN [Ierland lït water, en tot lien en lodigingen en nis in het te og nooit ktje Jans? zaterdag 31 december 1983 Leenhouts' Algemene Bouw onderneming Brugge P.V.B.A. - INDUSTRIE IEEPVAARTMIJ WERKLOOS VOETBAL-TRAINER JO JANSEN: M --JIP* Dans Engels Fout WILLY STAHLE NA FATALE PARACHUTESPRONG MET GEBROKEN RUG IN ROLSTOEL Eng Botsing Angst Opgewekt Toekomst i/Ol PAGINA 6 4 8000 BRUGGE 321911 JO JANSEN wil er eigenlijk niets van we ten. De man, die tot af gelopen zomer tien jaar (waarvan zes als hoofd-trainer) in dienst was van het Bredase NAC) rea geert zelfs met een vleugje verontwaardi ging in zijn stem op de vraag of hij de stilte rond zijn persoon kan verdragen. „Wat stilte? Ik heb het nog nooit zo druk gehad", klinkt het terwijl zijn blik dwaalt over de Grote Markt van Breda waar het publiek in de donkerte van de avond in de regen steunt en kreunt onder de last van de kerst inkopen. Toch, later, als hij vertelt heeft wat hij dan wel alle maal onderneemt sinds hij bij NAC opstapte, licht Jo Jansen iets van het door hem opgetrokken mistgor dijn op. „Wat ik mis, is dat ik de dingen die ik weet, mijn kennis van het voetbal, niet meer bij anderen kwijt kan. De overdracht op ande ren, ja, ik geloof dat ik dat mis. Voor een groot deel sla je al die dingen, die je in de ze periode over het voetbal vergaart, op. Dat geeft me soms de kriebels. Maar het is gelukkig nog niet zo ver dat ik nachten wakker lig. Ik kan het allemaal vrij nuch ter benaderen". Het valt op dat Jo Jansen inderdaad zonder enige ran cune over zijn huidige be staan als werkloos voetbal trainer kan praten. Haast vrolijk roept hij uit: „Ach, ik ben nooit een man van veel glamour geweest. Mij heb ben ze nooit gezien in een bontjas of een super-snelle auto. Dus het verschil is niet zo groot. Leen Looyen van Vitesse en Piet de Visser van AZ'67 hebben mij gebeld. Die boden mij aan om, als ik het moeilijk zou krijgen, bij hen een dagje mee te trai nen. Zulke telefoontjes waardeer ik ten zeerste, maar ik hoef van die colle giale bezorgdheid geen ge bruik te maken. Tenminste tot nu toe. Deze zomer was ik in een voetbalkamp voor de jeugd aan het werk. Bij Henk Wullems. Dat zal mis schien een hoop mensen ver bazen, maar ik persoonlijk heb nooit moeilijkheden met hem gehad. Hij is er name lijk ook van overtuigd, dat toen hij moest verdwijnen bij NAC, er voor mij niets anders overbleef om het zaakje over te nemen. Tij dens dat kamp zei één van mijn collega's tegen me: Jo, straks wordt het 13 augus tus. Dan gaat de competitie in het betaalde voetbal van start. En dan zul jij het ook beleven. Maar nu kom ik tot de conclusie dat ik me er nog geen minuut mee heb bezig gehouden. Tenslotte heb ik er tien jaar éénrichtings verkeer op zitten. Als ik alle vrije avonden nog moest op nemen, die ik voor NAC vrijwillig inleverde, dan kan Door Rob van Deursen ik nog maanden, misschien wel jaren met vakantie". Gezien zijn status zou Jo Jansen dat vandaag de dag zonder problemen kunnen doen, maar zo zit de 'baard van Breda' niet in elkaar. Op het moment dat de dans rond de competitie-punten half augustus weer begon, pakte hij zijn oude ritme op. „Ieder weekeinde zie ik nog twee wedstrijden. Wel op een andere manier dan ik gewend was. Normaal als trainer van NAC zag ik per seizoen zeker 60 duels in de eredivisie. NAC zelf 34 maal en dan nog de potjes van de tegenstander van de volgen de week. Als ik naar Roda- FC Utrecht ging en wij speelden een week later te gen Roda dan lette ik alleen op de Limburgers. Utrecht was op dat moment niet zo belangrijk. Dat kwam later aan de orde. Nu kijk ik heel anders. Ik heb oog voor de beide elftallen, maar ook meer voor de scheidsrech ters, voor het publiek. Ik be kijk het totaal-product, ter wijl als trainer van NAC de details van één ploeg alleen maar zaligmakend waren". Tijdens die trektocht langs de velden deed Jo Jan sen aan zelf-onderzoek. „Natuurlijk, de situatie van nu is niet ideaal. Ik zou gek zijn als ik niet liever bij een club aan het werk was. En ook aan mezelf heb ik wel eens gevraagd: wat mis ik? En: hoe nerveus ben je ge weest? En: was je wel zo nuchter als je overkwam? Toch kan ik tegen mezelf zeggen dat ik nooit verstop pertje heb gespeeld. Ik was inderdaad vrij nuchter. Dat is voor mij een bevestiging dat ik altijd doordacht ge werkt heb. Mijn rust moet naar de spelers toe een wel daad zijn geweest. Je hebt mensen, die niet kunnen sla pen voor een wedstrijd. Die 26 maal naar het toilet moe ten. Daar heb ik nooit last van gehad. En misschien spreekt dat op dit moment wel in mijn voordeel. Dat is trouwens toch mijn lijfs spreuk geworden. Het huidi ge nadeel ombuigen in voor deel. Positief blijven denken. Het heeft geen zin om zielig te gaan doen". In die positieve opstelling passen allerlei activiteiten die Jo Jansen ontwikkelde nadat duidelijk werd dat hij bij NAC moest verdwijnen. „Tien jaar had ik weinig ge legenheid gehad om privé dingen te ondernemen. Alles stond in dienst van NAC. Op het moment dat dat wegviel ben ik bijvoorbeeld Engels gaan studeren. Ik kon me in die taal wel verstaanbaar maken, maar ik wil het per fectioneren. Verder zorg ik er voor dat ik lichamelijk top-fit blijf. Ik voetbal bijna wekelijks een wedstrijdje op het veld of in de zaal. Soms train ik wel eens in het bos met de groep van wielrenner Johan van de Velde mee. Dan beleef je sport vanuit een andere invalshoek. En daarnaast word ik veel ge vraagd voor demonstratie trainingen of lezingen. Dus eigenlijk ben ik nog een druk baasje. Ook al omdat ik moeilijk nee kan verko pen". Een deel van zijn bezig zijn betrof de laatste dagen een jeugdkamp in Zeeland. Samen met de Zeeuwse voetbalprofs in 'buitenland se' dienst Danny Blind en Jan Poortvliet plus de in middels afgekeurde Adri Koster nam Jo Jansen daar toe het initiatief. „En dan merk je dat je nog met ver geten bent. Vrijwel iedereen die je om medewerking vraagt, komt spontaan over de brug. Frits Pirard bij voorbeeld. Toch een wiel renner van naam, maar hij maakt er geen punt van om een dagje met die jonge gastjes mee te trainen. En te vertellen over zijn sport. Dat vind ik klasse. Dan ben je als sportman met je vak be zig. Het uitdragen is name lijk ook belangrijk. Het kweken van interesse. Op die manier investeer je in het voortbestaan van je sport". Jo Jansen doet niet an ders. Ver weg van de schijn werpers van de publiciteit werkt hij gestadig door in het voetbalwereldje. Voelt Jo Jansen zich er nog nauw bij betrok ken. Ook bij NAC, dat hem toch koel aan de kant schoof. „Ja, dat doet zeer. Het feit dat die club in feite in één jaar tijd zo diep afglijdt. Dat steekt. Dan denk ik wel eens: ik heb daar toch niet tien jaar voor niks gewerkt". Jo Jansen denkt vaak na over de vraag waar en op welk moment het met NAC fout ging. Moet dat ook, om dat hij nog al te vaak wordt aangesproken door de aan hang van de Bredase club. Blijft echter collegiaal en wil weinig kwijt. Neemt zijn opvolger Henk de Jonge sterk in bescherming. Zegt alleen: „Ik had weg moeten gaan toen Vreijsen en Lok- hoff werden verkocht. Toen waren er mogelijkheden, maar ik voelde me te be trokken bij het geheel van de club. Ze zeggen wel eens dat ik niet geprotesteerd heb op het moment dat die twee verdwenen. Man, ik heb voor mijn doen juist keihard met de vuisten op tafel ge slagen. Maar als er geen be grip van de andere kant - FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP komt, houdt het op. Sta je al leen". Dat staat Jo Jansen nu nog. Binnenkort vertrekt hij naar Spanje om bij Leo Beenhakker, trainer van Real Zaragoza, nog meer kennis te vergaren. In de hoop dat hij die volgend sei zoen weer op betaald voet ballers kan overbrengen. Want dat is immers het eni ge dat hij echt mist. Het ge brek aan overdracht van voetbal-kennis. „Dat krie belt soms, maar je went er aan...." ZONDAG 7 augustus van dit jaar is een wondermooie dag. Het is ideaal weer voor de groep parachutesprin gers op het vliegveld Teuge bij Apeldoorn. De formatie van twaalf parachutisten heeft die dag al een sprong achter de rug en tegen vijf uur in de na middag klimt het vliegtuig nog eenmaal naar 3000 me ter hoogte, waar de twaalf, plus de cameraman van de NOS die opnamen maakt, zich voorbereiden op hun laatste sprong. Even over vijf uur waai ert de formatie in een kleur rijk patroon boven de aarde. Een vrije val van 2000 meter en dan, als de kritieke fase nadert, fladderen de para chutes open. Op dat moment slaat het noodlot toe. Twee van de groep komen met el kaar in botsing. Het moet een verschrikkelijk harde klap zijn geweest, want ca meraman Hans Keiler en Willy Stahle hangen be wusteloos aan hun parachu tes. Dan, seconden later, ra ken hun weerloze lichamen de grond. De zwaartekracht heeft zijn tol geëist. Hans Keiler vecht in de daarop volgende weken voor zij n le ven, Willy Stahle zit sinds die ongeluksdag in een rol stoel. Met een gebroken rug. Willy Stahle was 17 jaar oud toen ze in september 1971 op een meer bij Banolas in de Spaanse provincie Ca- talonië deelnam aan het we reldkampioenschap water skiën. Als een blonde fee schiet ze over het water, haar lange haren wappe rend in de wind. Willy heeft, nadat ze haar jeugd in Ve nezuela heeft doorgebracht, hij terugkeer in Nederland het waterskiën in een stroomversnelling gebracht. Ze behaalt 18 Europese titels en in Banolas is ze op het toppunt van haar kunnen. Ze heeft vele, vele eenza me uren van harde trai-, ningsarbeid achter de mo torboot van haar vader op het Oude Veer bij Anna Paulowna achter de rug. Onaangename uren, vooral in maart als het ijs nog aan de oevers op het water dreef, cn Willy -slechts gekleed in een badpak- bibberend van de koud op de ski's stond, en na een uurtje totaal ver kleumd het haardvuur van een kroegje op de oever op zocht In Banolas oogst ze de rente van haar investering. Voor het eerst in de geschie denis wordt een Nederlands meisje wereldkampioene waterskiën. Het leven ziet er dep stralend uit. De pers jf* C - WIP **2. Door Jean Nelissen stort zich op de knappe stu dente. Ze wordt gefêteerd, zelfs tot in de Verenigde Staten toe, waar vooraan staande colleges in Califor- nië en Arizona haar vragen les te komen geven, hetgeen ze ook doet. Ze stopt vier jaar later, dan 21 jaar oud. Van water skiën alleen kun je niet le ven. Bovendien wordt het wereldje haar te eng. Ze wordt zich ervan bewust dat ze eigenlijk alleen maar met kennis van zaken over wa terskiën kan spreken. Over kunst bijvoorbeeld, weet ze veel minder. Nooit tijd ge had om zich erin te verdie pen. De sport eiste haar vol ledig op. „Tijdelijk topsport bedrijven is erg goed", zegt ze, „maar heel lang succes sen najagen is dodelijk voor de geest". Het is 1977 als ze het ande re leven instapt. Zich zelf standig een inkomen gaat verwerven. „Salaris bete kent vrijheid". En op haar vrijheid is ze bijzonder ge steld. Het was altijd haar droom geweest om met die ren in de jungle te gaan werken, maar ze kiest om praktische redenen ten slot te voor de fysiotherapie. ook wel spannend. Ze mist toch een beetje de stress van de wedstrijden. Het leven is rimpelloos geworden, geen ups en downs meer, niets meer waar je naartoe kunt leven. De leegte die vele top sporters voelen nadat ze ge stopt zijn. Ze laat zich overhalen voor een cursus parachute springen, betaalt 425 gulden voor 8 sprongen en komt in een nieuwe club terecht. In 1978 maakt ze haar eerste sprong. „Ik dacht niet dat ik dit durfde, we zaten stil letjes in het vliegtuig en de angst stond in onze ogen te lezen. Op 800 meter moesten we eruit, op de vleugel gaan staan en dan loslaten. Dat moment vergeet je nooit. Als je beneden bent voel je je fijn. Je hebt je angst over wonnen en je hebt meer zelfvertrouwen. Dat had ik juist nodig, want ik was erg verlegen". voorbij. 1971 tot Het water blijft echter een onweerstaanbare aantrek kingskracht op haar uitoefe nen. Ze woont in Utrecht en in de weekends staat ze met vrienden op ski's op de Loos- drechtse plassen. Het toeval wil dat ze daar dikwijls pa rachutisten in de lucht ziet hangen, die in de omgeving van het vliegveld Hilversum springen. De vrienden kijken gebio logeerd naar de donkere stipjes in de lucht en Willy Staehle vindt het springen De jaren gaan Willy Stahle, in sportvrouw van het jaar ge kozen, leeft haar eigen le ven. Het parachutespringen gaat door. Ze heeft 170 sprongen achter de rug als dit jaar de, naar later blijkt, fatale 7e augustus aan breekt. Op 3000 meter gaat de deur van het vliegtuig open en springt de groep de ruimte in, de formatie ge concentreerd, de camera man van de NOS zweeft er boven. Willy Stahle zwengt naar buiten en op dat moment vindt de botsing met came raman Hans Keiler plaats. De wind drijft het tweetal naar een weiland, daar plof fen de weerloze lichamen met een harde klap tegen de grond. Hans Keiler blijkt la ter zijn bovenbenen op 4 plaatsen gebroken te heb ben, het bekken op 2 plaat sen, hij heeft verschillende geplakt te zijn, ik kon me niet meer bewegen. Op dat moment wist ik dat ik mijn rug gebroken had" Ze ligt drie maanden plat in bed en herstelt langzaam van de grote schok. Daarna volgt de aanpassing aan de nieuwe situatie in een reva lidatiecentrum. En veel later de eerste, wat angstige ken nismaking met de straat, zo vol handicaps voor iemand in een rolstoel. Hoge stoe pranden blijken ineens nau welijks te nemen barrières. Willy Stahle vlak voor Kerstmis. Ze lachte nog wel, maar het kan niet meer zo als vroeger wervels gebroken en zes rib ben, hij heeft bovendien in wendige bloedingen en wordt in zorgwekkende toe stand afgevoerd. Vijf tot tien minuten na haar landing komt Willy Stahle weer bij haar positie ven. ,Jk keek om me heen en - FOTO DE STEM zag leden van onze groep lo pen, ik lag op mijn buik en had het gevoel aan de grond De deur van het wegres taurant zwaait open en Wil ly komt met haar vriend Wouter binnen. Ze rolt haar stoel tot bij het open haard vuur, en lacht. Maar het kan niet meer zo uitbundig als vroeger, want de functie van een aantal ademhalings spieren is beperkt geworden. Ze kan bovendien haar linker arm slechts beperkt bewegen. Ze is echter opge wekt, voor zover de omstan digheden het toelaten. „Ik heb veel gelezen", zegt ze, „totdat ook dat begon te ver velen. Mijn probleem is dat ik alle dingen waarvan ik hield, moest opgeven. Ik was altijd aktief, hield van spor ten en ik was veel buiten. Als handwerken of dammen mijn hobby's waren ge weest, zou de omschakeling niet zo groot zijn. Ik heb in zinkingen gehad en die zul len nog wel even voortdu ren". Haar vriend Wouter heeft sinds de fatale dag niet meer gesprongen. Hij verwerkt nog steeds hetgeen zich vlak voor zijn ogen in de lucht heeft afgespeeld, zonder dat hij er iets aan kon doen. „We hebben zoveel narigheid be leefd". Willy Stahle heeft geen afkeer van het parachute springen gekregen. „Het was een ongeluk en het had overal kunnen gebeuren, ook in mijn auto". Parachu tespingen vindt ze niet bij zonder gevaarlijk. In Neder land worden per jaar dui zenden sprongen gemaakt en statistisch vindt elk jaar een springer de dood. „We hebben nog geluk gehad dat onze parachutes net op tijd open gingen en dat we niet tegen een huis zijn gebotst". De toekomst is niettemin onzeker. Ze weet niet wat ze gaat doen. Misschien acu punctuur, waarvoor ze bijna is afgestudeerd of mensen helpen, die in rolstoelen zit ten.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 33