HET ZWEEDSE GEWELD OP DE CENTRE-COURTS
ereldkan
IN TOEKOMST ALLEEN NOG BAANRENNER
MaaikeV er
ZATERDAG 31 DECEMBER 1983
ATËRDAG 31 DECEMBE
door John Hoofs
MELBOURNE - De
laatste jaren worden
aan de rand van de in
ternationale tennisba
nen steeds meer dezelf
de vragen gesteld: „Wie
is toch die lange blonde
jongen die daar zo goed
staat te spelen?" „Een
Zweed natuurlijk",
luidt steevast het ant
woord. De opmars van
het Zweedse tennis
heeft het afscheid van
Borg behoorlijk wegge
drukt. Tientallen jonge
landgenoten van de le
gendarische tennisser
vechten sindsdien om
zijn erfenis en ze lijken
bereid samen te delen.
Het gat dat Borg achter
liet is intussen opgevuld
door een tiental opvolgers
dat zich een plaats bij de
eerste 130 op de ATP-we-
reldranglijst hebben ver
worven. Een zeer opmerke
lijke zaak voor een land dat
slechts 8.5 miljoen inwoners
telt. Alleen Amerika, met
ruim 200 miljoen inwoners,
doet het beter. Ter vergelij
king: Nederland, met zijn 14
miljoen inwoners, is erg blij
met Michiel Schapers die
H 106e staat op de lijst.
Hun namen
S En de Zweedse greep naar
S de macht in het wereldten-
S nis lijkt een zaak van vele
3 jaren. Hans Simonsson is
3 met zijn 23 jaar verreweg de
H 'nestor' van het gezelschap
3 dat verder gevormd wordt
19-, 18-, 17- en zelfs 14-jari-
gen. Hun namen:
3 Kent Carlsson (14), blond,
E 1.76 meter, 62 kilo, Europees
kampioen tot en met 14 jaar
in 1981 en 1982.
Anders Jarryd (19), blond
met bril, 1.80 meter, 70 kilo,
34e op de ATP-wereldrang-
lijst.
Hans Simonsson (23), blon
de lange haren, 1.80 meter, 73
kilo, Europees kampioen
1978 tot en met 16 jaar, Euro
pees kampioen 1980 tot en
met 18 jaar, 77e op de ATP-
wereldranglij st.
Joakim Nyström (20),
blond, 1.83 meter, 70 kilo,
wereldkampioen 1980, 116e
op de ATP-wereldranglijst.
Stefan Edberg (17), 1.85
meter, 72 kilo, Europees
kampioen tot en met 14 jaar
1980, Europees kampioen tot
en met 16 jaar 1982, wereld
kampioen tot en met 16 jaar
1982, winnaar van de vier
Grand Slem toernooien voor
junioren in 1983, 97e op de
ATP-wereldranglij st.
Henrik Sundström (19),
donker, 1.84 meter, 74 kilo,
Europees kampioen tot en
met 18 jaar in 1982, 22e op de
ATP-wereldranglij st.
Stefan Simonsson (23),
oudere broer van Hans, vas
te trainingspartner van
Björn Borg in diens laatste
j aren.
NEEFJES VAN
Het Zweedse dubbel tijdens de verloren Davis Cup-finale in Australië. Links Hans Simonsson, rechts Anders Jarryd.
Thomas Hogstedt (20),
open Amerikaans kampioen
tot en met 18 jaar, won in
1982 al van Wilander, steeg
in twe jaar tijds van de 549e
naar de 39e plaats op de
ATP-wereldranglijst.
Mats Wilander (19), blond,
1.80 meter, 70 kilo, Europees
kampioen tot en met 16 jaar
in 1979 en 1980, Europees
kampioen tot en met 18 jaar
in 1981, jongste winnaar van
Roland Garros (17 jaar 9
maanden), in 1983 winnaar
van het Grand Slem toer
nooi in Melbourne. 4e op de
ATP-wereldranglij st.
Pro deo
Wat is het geheim van het
Zweedse tennis? De hele we
reld piekert zich suf, en de
Zweden lachen slechts. „Ons
geheim", zegt Michael Bo-
lander, trainer van de
Zweedse jeugdploeg tot en
met 14 jaar, „is dat in onze
clubs veel ouders erg gedre
ven bezig zijn met de bege
leiding van de jeugd. Dat ge
beurt allemaal pro deo.
Zweden heeft veel minder
geld ter beschikking dan de
grote tennislanden. Wij heb
ben bijvoorbeeld geen Ro
land Garros om de kas te
spekken. Dat is niet erg,
want iedereen in onze orga
nisatie is vrijwilliger. Geld
speelt geen rol".
Zweden telt 975 tennisclubs
waarvan er precies 20 een
tennistrainer kunnen beta
len. De Zweedse bond moet
werken met een budget dat
in 1982 ruim 5 miljoen gul
den bedroeg. Daarvan werd
5 procent, 250.000 gulden,
uitgetrokken voor de jongste
categorie tot en met 14 jaar.
En juist in die groep vindt de
meest bepalende vorming
plaats van het tennistalent.
Indoorhallen
Van groot belang voor de
groei van het Zweedse ten
nis blijkt naast Björn Borg's
ongekende successenreeks
vooral de snelle bouw van
vele indoorhallen te zijn ge
weest.
In Zweden is tennis op bui
tenbanen slechts vijf maan
den per jaar mogelijk. Daar
naast werd de organisatie
van de jeugdbegeleiding al
voor Borg's doorbraak be
scheiden opgezet. Er werden
opleidingen gehouden voor
tennisleraren in drie fasen.
Tussen 1972 en 1982 namen
liefst 8000 Zweden deel aan
de cursussen fase 1 en fase 2.
Fase 3, de moeilijkste cursus,
staat ieder jaar slechts open
voor de beste 16 leraren van
de fase 2 cursus. De belang
stelling voor die opleidingen
vormt de basis van de
Zweedse opmars in de we
reld. „In alle Zweedse spor
ten is de amateur, de vrij
williger, de onbetaalde trai
ner, onmisbaar. Vooral in
het tennis is hij de spil waar
alles om draait. En die spil
werkt voor zijn plezier, niet
voor geld", legt Leif Dahlg-
ren, voorzitter van de
Zweedse tennisbond, uit.
Pro deo naar de wereldtop,
iedereen kijkt er vol bewon
dering naar.
Arbeidsmilieus
John Anders Sjogren, de
captain van de Zweedse Da-
vis Cup ploeg haast zich om
toch vooral de factor Borg
als belangrijkste aan te Sflflib*»irl
merken in het groeiproces.
den ze wellicht voetballen".
De eerste duw in de goede
richting kregen de Zweden
in 1964 toen Ulf Schmidt en
Jan-Erik Lundqvuist in de
Davis Cup wonnen van
Duitsland en Frankrijk en
pas verloren van het toen
oppermachtige Australië.
Het enthousiasme voor de
Zweedse prestaties was
enorm. Op weg naar huis
werd Lundqvuist in een
dprp gestuit door een visser-
net dat dwars over de weg
was gespannen. De plaatse
lijke bevolking stond er
doodgemoedereerd over te
tennissen. Het liep vervol
gens storm bij de clubs toen
de 15-jarige Borg, eveneens
in de Davis Cup, in een le
gendarische vijfsetter won
van Onny Parun. Zweden is
sindsdien verknocht aan de
tennissport.
„Zou Borg hebben gevoet
bald of gekozen hebben voor
ijshockey dan zouden die
sporten nu populair zijn. Nu
is dat tennis", zegt hij. Leif
Dahlgren staaft die bewe
ring: „Veel van onze topspe-
lers en talenten komen uit
de arbeidersmilieus. In an
dere Europese landen zou-
Maandag volgt wellicht
een derde impuls als Zwe
den in Australië aantreedt
in de finale van de Davis
Cup tegen het thuisland.
Coach Hans Olsson heeft de
laatste weken grote proble
men gehad met de samen
stelling van zijn ploeg.
Het aanbod klasserijke spe
lers is dermate groot dat
Olsson voor ieder soort baan
wel een andere ploeg kan
formeren. De Borg-klonen
hebben zijn stijl, intussen
omgedoopt in de Zweedse
stijl, zonder omwegen over
genomen. Een superbe li
chamelijke conditie, ge
paard aan een ijzeren vast
heid op de achterlijn, top
spin in beide slagen en een
backhand die in 90 procent
van de gevallen dubbelhan-
dig is, vormen de onder
grond waarop de successen-
reeks van de Zweedse spe
lers gebouwd is. Er is vaker
gegniffeld over de saaiheid
die de Zweden in het tennis
gebracht hebben. Zo speel
den Wilander en Sundström
dit jaar op Roland Garros
een uur en veertig minuten
tegen elkaar en hadden toen
pas 12 games afgewerkt. De
ellenlange rally's zouden een
doodsteek voor het tennis
gaan betekenen, is wereld
wijd al gekritiseerd. Feit
blijft: wie tegen een Zweed
zijn geduld verliest wordt
weggespeeld met dodelijke
passeerslagen en verradelij-
ke lobs. Toch zijn de Zweden
zich bewust van hun nog te
eenzijdige strijdwijze. Er
wordt naarstig gezocht naar
een betere mix tussen ver
dedigend en aanvallend ten
nis. Thomas Edberg propa
geert het serveer-en-volleer
speltype en doet dat zo suc
cesvol dat hij de tweede spe
ler in de geschiedenis werd
die het Grand Slem voor ju
nioren realiseerde. Het jong
ste Zweedse talent, de 14-ja-
rige Kent Carlsson, is echter
al vroeg in de voetsporen
van Borg gestapt. De ex
perts zien in hem, na Borg,
het grootste talent van de
Zweedse school.
Keuze
Het is echter niet louter
jubel en voorspoed waarmee
het Zweedse tennis omringd
wordt. Naast het zoeken
naar de ideale, attractieve,
speelstijl, vormt de school
opleiding van de talenten
een groot probleem.
Velen worden op jonge leef
tijd voor de keus gesteld:
spelen of leren. Henrik
Sundström, die op de drem
pel staat van de top 20 van
de wereld, zegt: „Je wordt
gedwongen te kiezen. Ten
nissen én studeren is onmo
gelijk,".
Degenen die misluk
ken hebben niks om op terug
te vallen. Het afmaken van
een middelbare schoolop
leiding blijkt vaak al voor
onoverkomelijke problemen
te zorgen. Het gros kiest des
ondanks voor tennis, in de
roes van het succes van Borg
en de nieuwe Zweedse ster
Mats Wilander. Zoals zo
vaak is de schijnwerper al
leen gericht op de winnaars,
Va
-RNEMUIDEN - „Kom op, n
L te schieten", zijn opmerkii
*eld in Het Zilveren Schor t
-idres van Zeeuwse jeugdvoe
richt kregen van professione;
Jansen, die vooraf stelde: „Al
er niet aan". Woorden, die w
werden gehonoreerd met „fan
{Laatstgenoemde opmerking
rk-am niet alleen uit de mond
n de j eugdvoetballertj es,
jaar eveneens uit die van de
'ofspelers, die als docent fun-
Igierden. Voor hen was de kans
p met de Zeeuwse jeugd een
Liningskamp te houden
jéyeneens een ervaring, die om
™;n vervolg vraagt. Voor de
iartaan Danny Blind mag
zo i evenement er best nog
jns komen, ,,'t Gaat goed. De
bgens zijn leergierig en luis-
iren goed", zei hij na drie da
gen trainingskamp. Eenzelfde
geluid liet Adrie Koster (PSV)
Koren. „Ze werken hard en
daardoor lukt het ons om hun
in deze korte periode toch een
kje mentaliteitsverbetering
st:
be
ni
m
g«
de
ki
Jc
st
k:
V
hi
z
rr
<r
Mats Wilander.
Lemoni
Joakim Nyström
de verliezers blijven met de Zweden dan ook rustig van
brokken zitten. zijn pensioen blijven genie-
Björn Borg mag van de ten.
Didi Thurau: „Er is meer dan afzien en ontberingen"
door Jean Nelissen
MAASTRICHT. In het halfduister van zijn kamer
in hotel Maastricht zegt hij: „Altijd werd er op mij
ingepraat. Didi, je moet nu leven als een monnik,
je moet alles opofferen voor het fietsen, straks
krijg je tijd genoeg om echt te genieten. Ik was het
daar niet mee eens. Ik wil ook nu leven. De jaren
gaan zo snel voorbij. En toen ik eenmaal tot dat be
wustzijn was gekomen, kwam de breuk in mijn
carrière".
Dietrich Thurau: „Voor Belgen en Nederlanders be
tekent de fiets heel iets anders dan voor Duitsers.
- FOTO DE STEM/JOHAN VAN GURP
Hij ligt op bed, een van de
meest omstreden wieier-
profs in West-Europa. Zo
veel talent, zoveel sportieve
en vooral commerciële mo
gelijkheden omdat hij Duit
ser is, jarenlang de enige
topwielrenner in zijn land.
Na 1977 was Dietrich Thu
rau een vedette, vijftien da
gen in de gele trui, en daar
na kassa. Het geld stroomde
toe. De winterbanen lan
ceerden het idool. In die da
gen stelde Thurau vast dat
er méér in het leven is dan
afzien, lijden, ontberingen.
Natuur
Hij verwaarloosde zijn
training, had niet meer de
totale instelling, die nodig is
om in een zo zware sportdis
cipline aan de top te blijven,
en trachtte daardoor soms
de natuur chemisch een
handje te helpen. Affaires
volgden elkaar op.
De Duitse schandaalpers
stortte zich op hem en in
plaats van met indrukwek
kende atletische prestaties
waartoe de natuur hem in
staat stelde, haalde Thurau
de voorpagina's via het wat
schimmige randgebeuren.
En juist toen iedereen dacht
dat hij was opgebrand, haal
de hij nog eens uit in de
Ronde van Italië van dit
jaar. Als knecht van de aan
beden Guiseppe Saronni
toch maar netjes vijfde in
het eindklassement. Had hij
voor zichzelf gereden, dan
zou hij op het podium heb
ben gestaan. Hoe kon dit in
eens?
Een foto uit 1975. Al
in zijn eerste profjaar
boekte de Duitser de no
dige successen.
- FOTO DE STEM/JORAN VAN GURP
Geleden
„Gewoon omdat ik nog
eens zin had om te trainen"
zegt hij, „ik ben niet opge
brand. Ik had een tijdlang
geen zin meer om mij zo af
te beulen. Vergeet niet dat
mijn lichaam toch veel gele
den heeft. Toen ik eenmaal
een ster werd na de Tour
van 1977 kwam de stress. Ik
had geen idee wat er alle
maal op mij afkwam en in
welke omvang.".
„De belasting werd zeer
groot. In elke zesdaagse
moest ik na het zware weg-
seizoen er vol invliegen, alle
sprints meerijden, in de
jachten van voren blijven.
Minder werd door het pu
bliek niet aanvaard. Elke
dag stress, elke dag enorme
inspanningen. Toen dacht ik
wel eens, waar ben ik aan
begonnen?. Het leverde ech
ter veel geld op. Ik ben van
huis uit drukker, dus was ik
voorbestemd om met be
scheiden middelen omringd
te worden. De fiets heeft al
les veranderd. Daar ben ik
dankbaar voor, maar er zijn
ook momenten geweest dat
ik liever drukker had willen
blijven".
Pistier
„Ik denk dat de piste van
af nu mijn toekomst is" zegt
hij, „dit jaar was mijn laat
ste grote seizoen op de weg.
Ik wil dat niet meer, vier
maanden van huis. Mijn
zoontje Marc is 2 jaar en 2
maanden oud. Hij groeit op
en ziet zijn vader zelden.
Daar ga je over nadenken."
„Ik heb nog tot november
gewacht of er een aanbod
kwam van een ploeg waar ik
niet nee tegen kon zeggen,
maar dat is niet gekomen.
Bij Saronni wilde ik niet
verder gaan, ik heb heel veel
voor hem gedaan, maar hij
heeft zich niet zo dankbaar
getoond. Er kon geen woord
van waardering vanaf. Dan
hoeft het voor mij niet meer.
Het geld was goed in Italië,
maar ik wil ook waardering.
Dus word ik in de toekomst
pistier. De winterbanen
worden mijn werktterrein,
en daarnaast wil ik op de
weg alleen nog maar het
wereldkampioenschap en
een aantal criteriums rij
den".
V reemdeling
Is het niet zonde om na
deze topprestatie in de Ron
de van Italië de weg vaarwel
te zeggen? „Ik betreur het
niet" antwoordt Thurau, „je
moet niet vergeten dat voor
een Duitser de wielersport
anders eruit ziet dan voor
een Belg of een Nederlander.
Ik ben in Frankfurt alleen,
ik heb niemand om mee te
trainen. Ga maar eens tien
jaar lang alleen in het Tau-
nusgebergte je kilometers
maken, uur na uur in een
fietsvreemde omgeving".
„Voor Belgen en Nederlan
ders betekent de fiets heel
iets anders dan voor Duit
sers. Duitsland is een land
van auto's, een wielrenner is
in feite nog altijd een
vreemdeling. Was ik als
Belg geboren, dan zou ik als
wielrenner waarschijnlijk
de echte top hebben bereikt.
Nu is er op weg naar de top
een breuk gekomen. Ik heb
er geen spijt van. Ik denk
aan mijn gezondheid en aan
mijn toekomst. Ik doe nu al
zaken in onroerend goed en
daar ga ik mee door. Maar ik
doe het op bescheiden
schaal. Want ik wil niet de
risico' s lopen die Johan
Cruijff liep. Ik wil mijn geld
niet verliezen, want ik besef
hoeveel bloed, zweet en tra
nen het gekost heeft rrlijn
geld bij elkaar te krijgen".
Greg Lemond: „Er is voor mi
pioen ben".
Van onze tennismedewerker
HULST - Maaike Verstrae-
ten balanceerde gisteravond
op het randje van de af
grond bij de meisjes tot en
met 13 jaar. Het voltallige
publiek, ook nu weer bijeen
in Den Dullaert te Hulst tij
dens het jeugdtennistoer-
nooi hield feitelijk al reke
ning met haar uitschake
ling, want een van de ken
merken van het op tijd spe
len is, dat men moet zorgen
geen achterstand op te lo
pen.
Verstraeten keek echter
tegen een 1-5 achterstand
aan tegen de Belgische Ka-
thy van der Gucht die in de
vorige ronde al verraste
door Annemarie Robesin
met 7-6 uit te schakelen. Het
kenmerkt echter de instel
ling van Maaike Verstrae
ten dat zij door bleef spelen
en de achterstand wist weg
te werken om uiteindelijk
met 5-5 langszij te komen.
De beslissende game was
tenslotte in haar voordeel en
Hulst kon opgelucht adem
halen.