BOUWER Kees Verweerd: Werken met de kerstdagen is heel gewoon „Ze kruipen achter de geraniums „Van 'n zaam lei naar niei Fm mJA\ 99 I E ZULLEN maar in lm"' °aar is het rustig. Dat is 1 I j r z'tten om eens wat te 1, joc radio te luisteren. Ik heb het i I deren binnen vier weken trouv Ioen leek het hier even net of ei I steenstrips heb ik dat schoor ■netjes betimmerd, deuren geverl Itoen werkte ik nog". TERDAG 24 DECEME VERVOLG VAN VORIGE KERSTmm Inbreken in computers met een complexe beveiligings- procedure, zoals toegepast in defensie-systemen, is dat een fabel? Hersehberg: „Het is bijna onmogelijk". Bijna. Daar gaat ons vertrouwen in de veiligheid. Vervlogen onze hoop op échte vertrouwelijkheid. Gooi maar in de plee die priva cy, en trek maar door. HeT ZAL duidelijk zijn, dat er nieuwe wetgeving moet komen om ons te beschermen tegen de gevaren die dreigen. Ik herinner mij de houding van burgemeester en wethou ders in mijn woonplaats, toen men daar enkele jaren terug besloot om het bevolkingsregister te automatiseren en de persoonsgegevens voortaan op te slaan in het geheugen van een Tilburgse computer, waarmee men verbonden was via enkele op de afdeling Burgerzaken geplaatste terminals. Op vragen van bezorgde raadsleden, die de bescherming van de privacy van ingezetenen beoogden, kwamen geruststellin gen van een aandoenlijke en daarom ontstellende naïviteit: Na kantoortijd gaan de terminals op slot". Een gemeente lijke privacy-verordening werd beschouwd als de nummer- combinatie op de safe, het ultime zegel op de beveiliging. OnDERTUSSEN is meneer Rabo toch maar stiekem achter de geboortedatum van mijn zoontje gekomen. En on gestraft. Daar helpt geen gemeentelijke verordening aan. Wat heb je ook aan muilezel-wetgeving in het tijdperk van de ruimtevaart? Van het Romeinse recht gaat in een Orwel liaanse samenleving weinig preventiefs meer uit. Het is zin loos om de systemen af te schermen met prikkeldraad. Al leen een dwaas hangt op de deur van de computerkamer het bordje 'Verboden toegang, art. 461 van het Wetboek van Strafrecht'. I Iet ANGSTVISIOEN komt dichterbij. Als schoolkin deren kunnen inbreken en rondneuzen in electronische ge heugens, wie beschermt ons dan nog tegen de totalitaire ter reurgroepen van extreem links of rechts, die doelen van een geheel andere orde en impact op het oog hebben? I n DE Duitse Bondsrepubliek wil de regering Kohl uitge rekend volgend jaar in het jaar van George Orwell - een wetsvoorstel indienen tot invoering van de identiteitskaart. Geen paspoortboekje meer van acht pagina's, maar een handzaam geplastificeerd kaartje, dat door politie en doua ne in een draagbare terminal gestopt kan worden om de houder ervan snel even te screenen. Di Een zo doemt de reuzenschaduw van Grote Broer op aan onze oostgrens. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat men in de Bondsrepubliek ter linker zijde een boycot mobiliseert tegen deze rechtstreekse aanval op de HIP"' m* ,1" En INDERDAAD, met de introductie van de identiteits kaart zouden we de deur wel eens open kunnen zetten voor de perfect georganiseerde politiestaat, voor het angstwek kende visioen van de volstrekt bewaakte samenleving, waar in het grauw moet leven onder het alziend oog van Grote Broer. Niemand ontduikt zijn kille blik. De individualiteit van alleman ligt aan de ketting. Wie ontsnapt, of daartoe zelfs een poging durft te wagen, wacht onontkoombaar eerst de hersenspoeling en tenslotte het nekschot. Het BOEK is een deprimerend document van zwarte magie, dat nog steeds niets aan relevantie heeft ingeboet. Integendeel, het wordt alsmaar actueler. Dertig jaar na zijn dood is Orwell nog altijd de wereldkampioen der doemden kers. Toch laat de Engelse politicoloog Bernard Crick, Or well's biograaf, ons ook zien dat achter al die zwartgallig heid een opgewekt perspectief gloort. M. DOOR PIET OE BONT IK BRENG de kerst thuis in Sliedrecht door, maar als er wat „opdoet" is het wegwezen. Rennen naar Zeeland. De auto staat volgetankt klaar". Verweerd, net als grootvader, vader, en zijn vrouw, opgegroeid in een familie van bagge raars, wordt koud noch warm van zijn onregelmatige werk tijden. „Ik ben nooit iedere dag thuis geweest", vertelt hij tussen twee telefoontjes („Dirk, hou die sleepboot even in de gaten") door. SaOEDIE ARABIË, Pakistan, India, Australië, waren jarenlang het werkterrein van deze Sliedrechtenaar. Hij baggerde er havens voor Breejenbout, nu partner van Dos bouw. Weg van huis, soms wel drie jaar. Verweerd, hoofd uitvoerder algemene dienst, zoals zijn functie heel officieel heet, zit nu acht jaar aan een bureau, druk telefonerend met zijn zeven uitvoerders, die onder zijn verantwoordelijkheid ook toezicht houden op de elf werkhavens rond de Ooster- schelde, vanwaaruit Dosbouw opereert. "V Hij prijst zich gelukkig dat er in zijn Zeeuwse periode -nu al weer twaalf jaar- maar twee keer een boot op drift is geraakt. „Natuurlijk zijn er weieens andere ongelukken: laatst werd een dukdalf stukgevaren. Schade: 45 mille. Je probeert dan de schuldige op te sporen. Ongelukken hier lo pen in de papieren. Bij slecht weer zijn er uiteraard meer ongevallen dan bij mooi". V aak begint de werkdag voor Verweerd, die in een keet in Schelphoek woont, („Ben alleen met de weekends thuis"), 's morgens om zeven. „En wanneer je afgewerkt bent, weet je nooit. Heel dikwijls als ik wil opstappen komt er een oproep, en dan kun je niet zeggen: toe maar. En het komt ook nogal eens voor dat ze me oproepen als ik net thuis de benen strek. Ja, het hoort bij het vak, dat je altijd oproepbaar bent". DOOR TOON KLOET ML IN 1980 kwamen ze naar buiten. Er kwam een gedeelte lijke sluiting. De afdeling huishoudelijke produkten ging dicht en alleen de rolcontainers bleven doorgaan. Bijna de helft van de mensen moest eruit, zo'n 250. Dat was me een rottijd. Iedereen in het bedrijf kreeg een enveloppe met een nummer erin, een 1, een 2 of een 3. De nummers 1 mochten blijven, de nummers 2 waren twijfelgevallen en de nummers 3 konden gaan". "W "7 MjE MOESTEN veel dingen van elkaar horen, ja. In zulke grote bedrijven, waar honderden mensen werken, kunnen leden van een ondernemingsraad hun achterban niet bereiken. Ze kennen elkaar soms niet eens, de verslagen van de ondernemingsraad zijn te beknopt om alles duidelijk te maken, ze mogen niet al hun informatie doorvertellen en zo. Na de eerste reorganisatie bij Tornado heeft de FNV er bedrijfsledengroepen opgericht en toen werd de communi catie wel beter". I VERVOLG VAN VORIGE KERS "1? "Het industriepastoraat zet een gespreks groep op als dat nodig is. Bij Tornado was er dus een heel concrete aanleiding. Er waren een hoop problemen waar de mensen geen touw aan konden vastknopen. Die geruchten, wat is daarvan waar? Hoe staat het met de continuïeteit van het bedrijf? Het profijt van zo'n groep is tenslotte dat de mensen elkaar leren kennen, dat er binding komt en aktie, LEES VERDER OP DE VOLGENDE K£/IS7"-PAGINA*| DOOR TOON KLOET hen om in de een of andere computer binnen te dringen, dan ligt meteen de bedrading bloot van honderden, mis schien zelfs wel van duizenden soortgelijke systemen". ZWENDEL, verduistering en industriële spionage via de computer, vertelt ons de Groningse hoogleraar A. van 't Klooster, komen al vaker voor dan we voor mogelijk hou den. De gedupeerde firma's en instellingen melden immers het leeuwedeel niet bij justitie uit angst voor publieke bla mage. Men hangt de kwetsbaarheid van zijn systeem niet aan de grote klok. E CENTRALE computer in het Bundes Kriminal Amt in Wiesbaden meldt luttele seconden later of de man of vrouw gezocht wordt voor een delict, of hij of zij ergens voorkomt op een lijst van dubieuze debiteuren, of het kaartje toebehoort aan een vredesbeweger of, erger nog, aan een extreme anti-nucleaire activist. Het zou ook een Duitser kunnen zijn met Berufsverbot op zak, op zoek naar een baan in het tolerante Nederland waar tot nog toe, de hemel zij dank, de overheid haar afkeer van de ID-card niet onder stoelen of banken steekt. üiül lljjjjl!!!!!' lüjiü'H ;;:l| i'i ijiii*' lipf :iil" 'i'v lil! 1 'ij j!ll:iiii!l: persoonlijke vrijheid en privacy. Een woordvoerder van de Groenen: „Wij willen geen samenleving met transparante mensen". FICTIE? Orwell heeft in elk geval kans gezien om ons de stuipen op het lijf te jagen. Miljoenen lezers hebben in de afgelopen dertig jaar kennis gemaakt met de beklemmende sfeer van '1984', door de schrijver in uiterst beeldende en al ledaagse taal opgeroepen. DlRECT na de publikatie van de roman probeerden nog al wat recensenten Orwell's boodschap verkeerd uit te leg gen. Ze beweerden dat het boek een futuristische voorspel ling inhield, een zwak onderbouwde profetie, die op grond van intellectuele argumenten zeer aanvechtbaar zou zijn. Enkele weken voor hij op 21 januari '50 in een Londens zie kenhuis aan de tuberculose bezweek, liet de schrijver door zijn uitgever Seeker Warburg een communiqué versprei den, waarin hij zijn critici de les las: „De moraal van mijn nachtmerrie is eenvoudig: laat het niet gebeuren, u heeft het zelf in de hand". ISSCHIEN ligt daarin wel de belofte besloten die een beetje bij deze kerstavond past: de misdunkers (of dissiden ten, zoals wij ze vandaag noemen) Winston en Julia, de hoofdfiguren in de roman, zijn de vertegenwoordigers van een onuitroeibaar ras. Dat van de naar vrijheid hunkerende mens. 'VOOR Kees Verweerd betekent Kerstmis werken als dat nodig is. Deze 53-jarige hoofduitvoerder van de aannemers- combinatie Dosbouw, die de miljarden-kostende dam in de Oosterscheldemonding bouwt, is er voor verantwoordelijk dat de vloot van grote en kleine schepen die bij de uitvoering van het werk-van-de-eeuw ingezet is, goed verankerd is. Een schip-op-drift is voor Verweerd, een van de 7000 bouwers aan de pijlerdain, een nachtmerrie. MI ROEGER zat ik de hele dag op het water. Dat is nu wel even anders. Ik ben in dit werk gerold". Verweerd ver heelt niet toch wel een verduveld zware job te hebben. „Dit is een van de grootste werken waarmee ik ooit te maken heb gehad. Je moet met duizend-en-een factoren rekening hou den. Bij mooi weer moet je verankeren voor slecht weer. Ik wil honderd procent zekerheid hebben". KEES VERWEERD voor de gigantische rollen met matten, die als fundering van de doorlaatbare pijlerdam> op de bodem van de Oosterschelde worden neergelegd. Hij is er voor verantwoordelijk dat óók de mattenlegger Cardium goed verankerd is. foto willem mieras .ART LEMMENS, industriepastor in Etten-Leur. „Kom maar mee naar de keuken, dan kunnen we daar een kop koffie drinken". Een grote, hoge keuken in een ouder wets grote pastorie. Over de verwarmingsradiator hangt wat wasgoed te drogen. Vroeger zullen de pastorale problemen wel ergens anders in dit huis zijn besproken. Niet in de keuken. Maar toen waren de problemen ook anders. En de pastors waren anders. Ston den op een andere plaats ook. Industriepastoraat? Nooit van gehoord, toen. Mart Lemmens is in 1976 aangesteld als in dustriepastor in Etten-Leur en hij heeft er de volle bui van de werkloosheid over zich gekregen. "I -IK VOLGDE Jacq Sterkens op, die deken van Roosen daal werd. Die zei me: je moet maar eens naar Tornado gaan, want daar zijn grote problemen. Daar werkten toen nog tussen de 600 en 650 mensen en bij Tornado in Zwijn- drecht ook nog een paar honderd. Maar de zaak liep er eigenlijk nog gewoon, al was er al wel eens arbeidstijdver korting geweest. Dat zijn soms de eerste tekens. Toen, in '76, waren de problemen nog onderhuids". <j "T "I IN 1981 volgde er weer arbeidstijdverkorting. Er werd surseance van betaling aangevraagd en op 29 januari 1982 werd het faillissement uitgesproken. Die datum vergeet ik nooit meer. Nog zo'n man of veertig bleef achter om de lo pende orders af te werken en daarna zijn er nog 6 gebleven tot de verkoop. Die hebben zichzelf nog op een soort affiche als werkzoekende aangeboden. Die zijn ook allemaal ergens anders aan de slag gekomen. Onder de mensen die de straat op gingen waren behalve Nederlanders ook Belgen, Turken, Marokkanen en Joegoslaven. Moet je nagaan, er waren er bij die na de sluiting van Zwijndrecht in 1979 naar Etten- Leur waren gekomen. Die hadden dus in korte tijd voor de tweede keer prijs". T at ik daar als industriepastor gedaan heb? Ik kwam bij Tornado op alle niveaus. Maar het meeste op de werk vloer. Ik heb gespreksgroepen gemaakt, die hier in huis bij elkaar kwamen. Groepjes van zo'n man of 15 aanvankelijk, die de dreigende problemen bespraken. Maar toen de grote problemen echt kwamen liep het storm. Op de drukste avond zaten er hier, geloof ik, zo'n man of 70. Vóór de slui ting spraken ze over de problemen op hun afdeling. Stukjes van de puzzel bij elkaar leggen, elkaar informeren, elkaar le ren kennen. Toen de reorganisatie kwam, de eerste sluiting, hadden ze elkaar nodig om informatie uit te wisselen, elkaar te ondersteunen, af te reageren, zichzelf en elkaar moed in te spreken". er is een kanaal waarlangs OR- pen informatie aan de achterbai faillissement werkt dat doof, nc aan contact vanwege het isolem komen. Dat zie je wel aan de reï De eerste in oktober '82, alleen v Er kwamen er zo'n 70. De twe jaar, hebben we ook in de omlij maakt en toen kwamen er 150. april of mei volgend jaar weer ee I we, denk ik, nog grotere bekendh H/EN KENMERK van Tom mensen werkten en die blijken werk te komen. Jongere mensei denk ik, wat meer kans door re veel van de wat ouderen die na zijn gebleven is augustus 1984 ee moment waarop ze in aanraking dan beginnen ze aan het opeten onvoorstelbaar erg. Mensen die I tie uitvlogen zijn daar trouwens MA /V.LS MENSEN zeggen: als werk, dan zeg ik keihard: dat is ken werklozen die gewoon niet aantal is groter dan je denkt. Al kun je dat proces niet begrijpen, niums, ze verbergen zich. Ik we mensen niet van elkaar weten d< nemen er vaak ook geen activite opstaan, koffie drinken, de kram langer. Er zijn er ook niet zoveel want dat biedt geen uitzicht op c citeren? Kom nou. Telkens niks terug horen, die mensen kr serieus genomen worden. Bepaa ouderen, moeten ze eens een tijd werkloosheidsproblematiek een Anders bevestig je het etiketje nc WERKLOOS ZIJN is op c kelijk worden van deze regering, ize niks tegen doen. Die afhanl jveel mensen een moeilijke zaal I eens met zo'n werkloze over prat [Jan Lambregts gaan". MART Lemmens, industriepastor »AN LAMBREGTS in Etten-Iu I werknemer. Heeft nog een goudc I jaar in dienst was. Woont met zij I eigen huis, dat bijna rijp is om op I daar over praat wordt hij emotion I yerontschuldigen. „Je hoort wel, I tk ook plat worden".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 20