obert Musil? rote genade! Lampo promoot zichzelf als beroemde schrijver Max Ernst en Leonora en de burgerlijke moraal 'De verrassing van het gewone SANITAIR 199, flMPERDAG 15 DECEMBER 1983 iland. zelfs wenselijk dat wen bij u langs )rek voort te zetten ook, u kunt niet zijn om alle de Zakelijke Post en kennen, iet de Zakelijke :an veel meer dan jiro ostspaarbank OMVANGRIJKE ROMAN: ZEG MAAR JUDITH Vondelprijs voor dichteres toneelschrijfster Judith Herzberg Vluchtig Verwarring Film iphinx wastafel root model, eerste eus, 65 cm, kleur: it. NU: 05,, T49 era mag wastafel j» zit, eerste keus. NU: ^5,i' )uoblok A.O. erste keus, wit ijsd. AFSLAG KAATSHEUVEL TILBURG SVEER Jff Zanddonk W Waalwijk RICHTING TILBURG sterrein Zanddonk is gelegen weg Waalwijk-Tilburg. I Hengelo: 074-43 54 35 Leeuwarden: 058-134848 Maastricht: 043 - 62 2855 Middelburg: 01180 -3 5058 II Rotterdam: 010 -13 06 00 Utrecht: 030 - 94 80 41 Zwolle: 038-53 3070 ENING? .Musil? Grote genade! Laat ik je dit zeggen: ik heb een jaar if wat geleden 'Der Mann oh- ïe Eigenschaften' gelezen, tooral ook omdat van hem be weerd werd dat hij de Oosten- 'ijkse Proust zou zijn, Proust n Joyce en alles tegelijk. Nee, deze Musil is me ontzaglijk te- lengevallen. Dermate verve end en steriel. Kerel, lees het liet! Een aartsmislukking!" Bovenstaande ontboeze- ming is opgetekend uit de nond van Simon Vestdijk (te ezen in: Theun de Vries, 'Her- lomen confrontatie met S. fetdijk', 1968). Der Mann ohne Eigen ehaften' is inderdaad de ro- nan waarmee de Oostenrij kse ehrijver Robert Musil (1880- 942) zich een naam heeft ver dorven in de 'republiek der letteren'. Maar dan ook alleen naam, want bijna nie tend heeft die kolossaal-dik- 'e roman ook werkelijk gele ien. t estdijk staat trouwens in ajn negatieve oordeel niet al- een, want ook een ander ge zaghebbend topfiguur uit onze gen Nederlandse letterkun de. Willem Frederik Hermans, «ent in zijn zojuist versche- essay-bundel 'Klaas Robert Musil ILLUSTRATIE ERIK d AILLY kwam niet', dat hij nooit ver der dan tot een kwart van het boek is kunnen komen, on danks herhaalde pogingen. Musil zelf wilde overigens niet met 'Der Mann ohne Eigenschaften' de onsterfe lijkheid beërven, maar met zijn toneelstuk 'Die Schwar mer' ('De Dwepers'). Helaas voor hem viel het stuk destijds al als een baksteen, maar dat heeft de uitgeverij De Bezige Bij er niet van weerhouden er een Nederlandse vertaling van op de markt te brengen, onder de titel 'De Fantasten'. Ook zonder voorkennis van de negatieve oordelen van mensen als Vestdijk en Her mans, is er over dit drama slechts één vonnis te vellen: onleesbaar. En dat terwijl het nog wel als een 'leesdrama' ge presenteerd wordt (zoals on speelbare toneelstukken in ar ren moede dan maar worden genoemd). „Ik begrijp er geen woord van", zegt een van de vrouwe lijke hoofdrollen van 'de Fan tasten' aan het eind van het tweede bedrijf. Daarmee ver tolkt zij haarfijn het gevoelen van de lezer. Musil lijdt, althans in dit to neelstuk, aan het euvel dat hij een bepaalde probleemstelling (in het geval van 'Die Schwar- mer' kennelijk de tegenstel ling tussen gevoel en verstand) niet aanschouwelijk probeert te maken door middel van het verhaal en de loop der gebeur tenissen, maar door er zijn personages in zoveel woorden over te laten praten. Er wor den op die manier geen leven de personages opgevoerd, maar dode schimmen die le venstheorieën uitwisselen. Dat is noch speel- noch leesbaar. Op zich hoeft dat natuurlijk niets af te doen aan de filosofi sche waarde van de besproken theorieën, maar een levend en meeslepend kunstwerk heb je daarmee nog niet gemaakt. Wel bevat het stuk soms aardige aforismen voor het Groot Citatenboek, zoals: „Deemoed, dat is de laatste willen zijn, dat wil zeggen de eerste van achteraf". H.R.. Robert Musil, De Fantasten. Ver taling Hans W. Bakx. Vincent en de vriendin van vooraanstaande mannen. Vertaling Petra Kete laars. Nawoord Ben Hurkmans. Uitg. De Bezige Bij. Amsterdam, 1983. 219 p. Prijs 39,50 BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKEN BOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEKENBOEK ENBOEKENgOS-ZSVBOEKENBOEKENBOEKEN BOEKENBOEKEHBOEKENBOEKENBOEKENBOE Door Henk Egbers Bij Hubert Lampo weet je vaak niet wie hij het belangrijkste vindt: zijn roman personages of zichzelf? Doordat hij op de achterflap van zijn nieuwe omvangrijke roman 'Zeg MAar Judith' (uitg. Meulen- hoff, 428 pg„ 34,50) zelf zegt, dat de hoofdpersoon, de schrijver Geert Claer- hout, zijn 'alter ego' is, maakt hij zichzelf erg kwetsbaar. In dit nogal breedsprakerige verhaal past hij, als zovaak, weer wat thrillerach tige elementen toe, verpakt in wat ma- gisch-realisme heet. De geschiedenis speelt in Antwerpen (waar anders?). Geert Claerhout staat aan het sterfbed van zijn vader. De dood bezorgt hem twee - uiteraard mysterieuze - vrouwen. Een verpleegster, die hem in contact brengt hem een ongekend deel in het leven van zijn vader, en een zekere Judith, met wie hij een hechte relatie aangaat. Maar zij ontglipt hem telkens en op een wat on werkelijke manier komt hij er 300 pagi na's lang maar niet achter wie zij is. Uit eindelijk blijkt Judith iets te maken te hebben met het liefdesleven van zijn va der, maar gelukkig is zij niet zijn zuster, dus. De tweede gelaagdheid in het boek is opgebouwd rond een wat vreemde, maar niet onredelijke oude Antwerpenaar, die een theorie heeft bedacht dat Shakespeare eigenlijk een stadgenoot geweest is en niet de man uit Stratford on Avon. Claerhout maakt een interview met hem voor het blad Spectrum en een TV-programma. De bankier-uitgever Frank Rijnlant, die hem - kenner van het mythisch-mysterieuze leven - de opdracht geeft een standaard werk te schrijven met de titel Flandria Fantastica, is ook al herkenbaar weggelo pen uit de Antwerpse scene. Je zou dit boek niet direct een sleutelroman kunnen noemen, maar er is wel heel wat herken baars aan personen en zaken in te vullen. Het meest herkenbaar is dan Geert Claer hout zelf, omdat Lampo zegt dat hij zijn alter ego is. Auteurs plegen doorgaans zelf de tekst met aanbevelingen op de flap te schrijven. Het vervelende is, dat ik Geert de meest irriterende figuur in dit boek vind. Hij is een zelfingenomen blaaskaak, die zich overigens zij n ij delheid wel bewust is, het 'amateuristische ofschoon elitair bedoelde gedoe in literaire tijdschrijften kotsbeu is' en vindt dat 'onze pers zich laat leiden door vriendendienst) es van de vlotte jongens onder elkaar'. Zelf coquetteert hij met TV en film en meet zijn sympa thie voor iemand nogal eens aan het aantal van zijn boe ken in zijn of haar kast. Maar hij leeft dan ook in 'een landje van wielrenners vol peppillen, lullige liedjeszangers en an der op het schild verheven analfabeten.Hij trekt van leer tegen een 'collega' als 'een uitgekookte lefgozer', tegen die 'onbeduidende mannetjes, die zielige kereltjes van nie mendal. Overtrokken be roemdheid in het klein en overwegend bekrompen we reldje rondom de litera tuur. etc. Je kunt er don der op zeggen dat Lampo daarbij iemand voor ogen heeft. Ook kun je er vergif op in nemen dat hij aan het schrij ven is met een groot boek, dat zoiets als Flandria Fantastica zal gaan heten. Hij promoot via deze roman alvast dat hoek en doet er vingeroefeningen mee, zo dat er telkens sprake is van ellenlange uitweidingen over merkwaardige zaken in de occulte wereld. Toch heb ik het ge voel, dat Lampo's magisch-realisme tel kens méén een rationeel spel met die stof is, dan een in zijn leven geïntegreerd ge geven. Daarom zoekt hij vaak de 'oplos sing' in de atmosfeer van de thriller. Dan de taal, die Lampo hanteert. Het is geen echt Vlaams, het is geen actueel ABN. Het is een soort deftige stijl, die mij te onecht is. „Ik hoorde zelf, dat het vrij plechtig klonk," laat hij Geert eens zeg gen. Dan krijg je bijvoorbeeld stijl bloempjes als: „In elk geval was mijn res pons op haar gaaf gebleven anatomie en de erbij horende lingerie ditmaal voldoen de sereen..." etc. Met heimwee denk ik Hubert Lampo: andere ik". Claerhout is mijn - FOTO ARCHIEF DE STEM bijvoorbeeld aan één van Lampo's laatste boeken, 'De prins van Magonia". Dat is puur. Daar is Lampo niet bezig om 'de be roemde schrijver uit Antwerpen' ten tone le te voeren zoals in deze Judith. Lampo zit weer in de hoek van de omstandige zelfverdediging. Soms denk je dat hij het zelf in de gaten had. „De schijn ten spijt zijn dergelijke uitweidingen niet volledig overbodig... Wat men over mij denkt, kan me niet schelen, doch het lijkt mij een nutteloze inspanning dergelijke subtilitei ten zomaar gewoon in een gesprek duide lijk te willen maken.Niettemin geloof ik dat je er wel in memoires als deze over kunt schrijven." Mijn inspanning om door deze roman heen te komen was tamelijk nutteloos en wordt enkel vergoed door de wetenschap dat Lampo betere boeken geschreven heeft. Door Henk Egbers ImV1 n'e' 'lat' Seweten dat ^ucretia was, dan had ik noren dat er een echt Rrd voor me stond". De grens tussen droom e"jkheid, tussen zin en L "S1 's noSa' eens thema literatuur. Deze zin komt rvJ\tn verhaal van Leonora "igton (1917), die met deze een alleszins boeiende nier omgaat in 'De Ovale Oorspronkelijk La Dé- te en En Bas; uitg. Meu- 'hoff 26,50). ;enH waarschijnlijk onbe- de Leonora was een tijd— >g de vriendin van Max s een wereldberoemde end kunstenaar uit het realisme. Tegelijk ver- eenvan hem: Droom Van ."Klein Meisje Dat Karme- es Wilde Worden (oor- °nklijke La femme a 100 tê- eve d'une petite fille qui ut entrer au Carmel en t Sernaine de bonté uitg. jt'e,nhoff - ƒ34,50); een Itri mer'<waardige collage- P met historische waarde. La* Ernst, een Duitser, die e laren twintig (zelf ook in tan. nti6er 3aren) in Parijs iter )yiafs^ J 1 r meer met de 'vader' van surrealisme, Breton, be- ivJh as 'lee4t zÜn fantasie door de collage-tech- r'«id niek van het opgebloeide ku bisme om deze karmelietes ge stalte te geven. Voor wie het niet weet: een karmelietes is een non in het voetspoor van de rooms-katholieke klooste rorde van Onze Lieve Vrouw van de Berg Carmel en de Li banon. Voeg daarbij nog de opkomst van Freud en zijn psycho-analyse, die bol staat van (seksuele) verdringingen, dan'heb je zo ongeveer het ba sismateriaal voor deze 'strip'. Ernst gebruikte daarvoor knipsels uit banale geïllu streerde stuiverromans van zijn tijd. Hij verknipte letter lijk en figuurlijk zodat er een nieuwe (surrealistische) wer kelijkheid ontstond, op basis van het thema psychisch ge weld en droom. Kunst en idee in dienst van lagen in de mensheid, die we meestal lie ver laten rusten of - om in de sfeer te blijven - schijnheilig afdekken. De ongeveer 80 illu straties in dit boek, voorzien van - door Meulenhoff's Lau rens Vancrevel vertaalde - teksten, persifleren op een pijnlijke manier onder meer de samenhang tussen liefde, sex en religie. Het Bal der Vrouwen van Golgotha en de Hemelse Bruidegom, die zich de 'zoon van de goddelijke scalpeerder' noemt en 'God zonder vrouw' zij n beelden uit deze boze droom. De verknipte prenten zijn beelden van ver knipte burgerlijke levens, die huizen in iedere mens. De techniek die Max Ernst op deze illustraties toepast heeft inmiddels heel wat na volging gekregen en is ook overtroffen. Toch zijn het nog steeds prenten, die uitnodigen tot speurend kijken en vaak blijven verrassen door hun in houdelijke en uiterlijke vorm geving. De Droom van een klein meisje, is dan in mijn ogen nog steeds een zowel merkwaardig als boeiend boek, omdat de processen die daarin worden geïllustreerd iets van een 'eeuwigheids waarde' hebben. Met nog meer genoegen heb ik de 'De ovale dame' gelezen. Een levende legende en provo catie van de burgerlijke mo raal'. Ze heeft vanaf 1937 tot 1940 het leven van Max Ernst gedeeld. Toen deze in de oorlog in een Duits concentratiekamp terechtkwam, is Leonora naar Spanje gevlucht en vandaar in 1942 in Mexico terechtgeko men. Binnen de wereld van het surrealisme schreef zij een aantal verhalen, die door Max Ernst geïllustreerd zijn (jam mer dat daarvan niets is opge nomen in deze Nederlandse vertaling). Gevoed door het surrealis me en haar eigen wat geëxal teerde persoonlijkheid schreef zij verhalen, die met een soort zwarte humor uiterst merk waardige situaties op een nog al indringende manier 'krank zinnig' verbeelden. Dat heeft voor haar minder prettige consequenties gehad. In Span je werd ze in de kraag gepakt en in een 'gekkenhuis' onder gebracht. Dank zij bepaalde relaties kwam zij er weer uit. In het opgenomen relaas 'Be neden' doet zij van die tijd verslag. Haar surrealische verhalen uit de beginperiode, die een fa belachtig karakter hebben, zijn literair gezien het meest boeiend. „Door het monster heen zien... Ik zal nooit ver starren in een 'jeugd' die niet meer bestaat", schrijft ze nu als een 'oude dame die veel heeft geleefd'. Carrington schreef ook ander werk, zoals romans en toneelstukken. Bo vendien schildert ze en had opvallende exposities. De Franse schrijver De Mandiar- gues noemde haar: 'een van de meest bewonderenswaardige fantastische scheppers van al le tijden'. Ook al zou hij over drijven dan blijft het nog de moeite waard van haar werk kennis te nemen. Max Ernst: opgezet toen wij een klein vagevuur hadden Judith Herzberg. DOOR HARRY JANSSEN De met de Vondelprijs onderscheiden Judith Herzberg is in het landschap van de eigentijdse Nederlandse let teren een opvallend bescheiden figuur. Haar gedichten, toneelstukken en filmscenario's trokken welis waar de dubbel en dwars ver diende aandacht, maar toch zal menigeen verwonderd hebben opgekeken bij de opsomming van de activiteiten van de nu 49-jarige kunstenares. Niet dat het oeuvre van Judith Herzberg zo geweldig omvangrijk is. De verwondering wordt eerder gewekt door de variatie, de veel zijdigheid van haar talent. Daar staan op de plank zes dichtbun dels, waarvan er een onderschei den werd met de Jan Campert- prijs. Daar zijn verder enkele to neelstukken, waarvan het in 1982 door de toneelgroep Baal in première gebrachte stuk 'Leedvermaak' de Prijs van de Kritiek kreeg. Daar zijn tenslotte haar li teraire activiteiten met betrekking tot film en televisie. Judith Herzberg is er de figuur niet naar om nadruk kelijk aan de weg te timmeren. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat zij vrijwel nooit een interview toestaat, dat blijkt ook onomstotelijk uit de aard van haar poë zie. 'Zeepost' (1963), 'Beemdgras' (1968), 'Vliegen' (1970), •Strijklicht' (1971), '27 Liefdesliedjes' (1971) en 'Botshol' (1980) heten de tot nu toe gepubliceerde bundels. De meeste van die titels wijzen op iets vluchtigs, iets ver gankelijks, op voorbijgaan en verdwijnen. Karakteris tiek voor de poëzie van Judith Herzberg is de manier waarop zij heel gewone dingen een verrassende wen ding weet te geven. Dat betekent dat Judith Herzberg een in eerste aanleg uiterst toegankelijke poëzie schrijft. Maar aan de lezer wordt veel overgelaten. Of, zoals de dichter C. Bud- dingh' het formuleert, ze schrijft 'een volkomen door zichtige poëzie die niettemin geweldig veel verbergt'. En Kees Fens spreekt van een 'ogenschijnlijke nuch terheid'. In een directe toon, in alledaagse beelden weet Judith Herzberg bij de lezer verwarring te stichten. Ze breekt een zin plotseling af om de aandacht te vestigen op wat er 'onder de oppervlakte' aanwezig is. Ze verstaat de kunst om 'gewone dingen ongewoon te maken'. Zoals in het gedicht 'Daglicht' uit de bundel 'Zeepost': 'Uit chaos van lakens en voorgevoel opgestaan, gordijnen open, de radio aan, was plotseling Searlatti heel helder te verstaan: Nu alles is zoals het is geworden, nu alles is zoals het is komt het. hoewel, missehien hoewel, tenslotte nog in orde.' En hoeveel lading krijgt een ogenschijnlijk simpele mededeling als zij geformuleerd wordt als in 'Fausse Reconnaissance' uit 'Beemdgras'; 'In de sneeuw liepen schouder aan schouder de buren die niet meer bestaan. Bestonden ze nog dan waren ze nu veel ouder.' Judith Herzberg heeft sinds enige jaren haar hart ver loren aan toneel en film. Samen met het Amsterdamse 'Instituut voor onderzoek van het Nederlandse Thea ter' maakte zij in 1973 het stuk 'Het is geen hond'. Het was niet haar allereerste kennismaking met het thea ter. Eerder verschenen van haar hand een poëziepro gramma rond de dichter Jan Hanlo en het toneelstuk ('De deur stond open'. Dialoog Maar ze kreeg de smaak goed te pakken tijdens het in tensieve samenwerkingsproject van het Theater-insti tuut, dat Nederlandse schrijvers wilde betrekken bij theaterprodukties. In haar gedichten had Judith Herz berg al aangetoond over gevoel voor dialoog te be schikken. „Toen ik eenmaal was begonnen met het werken voor toneel merkte ik dat ik het leuk vond dia logen te schrijven," zei ze zelf in 1978 in een interview. „Het is wel iets anders dan gedichten, maar het blijft gaan om woorden, om de klank van woorden, om het weefsel van de taal." Het vorig jaar door toneelgroep Baal onder regie van Leonard Frank en met muziek van Maurice Horsthuis uitgebrachte stuk 'Leedvermaak' werd het hoogtepunt in de toneelcarrière van Judith Herzberg. Het stuk be staat uit ruim 80 fragmenten en ook hier weer zijn het de verrassende wendingen die voor de spanning zorgen en die de toeschouwer aan het denken zetten. De to neelcritici spraken bij de uitreiking van de Kritiekprijs 1982 van een 'actueel stuk, dat uitstijgt boven de waar de van de dag' en van een 'toneelstuk van onschatbare waarde'. Medewerking heeft Judith Herzberg verleend aan de totstandkoming van films als 'Joods Amsterdam', 'Twee vrouwen' (naar de roman van Harry Mulisch) en 'Een vrouw als Eva', terwijl ze verantwoordelijk was voor het scenario voor de verfilming van 'Rooie Sien' en 'Mevrouw Katrien'. De meeste voldoening heeft zij evenwel beleefd aan de verfilming van 'Charlotte' door Frans Weisz. Ook voor die film schreef zij het script. Die film gaat over de schilderes Charlotte Salomon, die in 1917 in Berlijn werd geboren en in 1943 om het leven kwam in het con centratiekamp Auschwitz. In de eerste jaren van de oorlog verbleef Charlotte in Frankrijk waar zij - in gouaches een terugblik op haar leven maakte. Die schilderijen zijn uitgangspunt voor de film. Judith Herzberg heeft nu dus met de (Duitse) Joost van den Vondelprijs ook buitenlandse erkenning gekregen. Een erkenning die ze alleen al om haar heel eigen poë- zie-geluid ten volle verdient. Want, zo schreef eens een criticus, 'haar poëzie lijkt op die van niemand anders'. I

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 25