expo Gent at UNIEK DOCUMENT NA 22 JAAR WEER BOVEN WATER y*t. chutter VAN ZEELAND HAAR naam was soeur Maria Anna Cleta, ze behoorde tot de orde van de zusters Franciscanessen van Oosterhout en was vóór, tijdens en even na de Tweede Wereldoorlog als lerares verbonden aan de rk meisjesschool te Sluis. 'Oorlogsjournaal' heeft ze het dagboek genoemd dat ze in de turbulente jaren 1940 tot 1945 heeft bijgehouden en waaruit een authentiek beeld oprijst van Sluis tijdens oorlog en bezetting. Ze stierf in 1961 op 49-jarige leeftijd aan kanker en op haar sterfbed overhandigde ze het dagboek aan haar nichtje Ria Paulissen-Compére uit Etten- Leur. „Als herinnering", zegt deze. „Want al als kind las tante nonneke mij verhalen voor uit haar oorlogsjournaal". Maar het dagboek raakte - ongelezen en wel - volslagen in de vergetelheid om 22 jaar later, tijdens een verbouwing van huize Paulissen, weer boven water te komen. Pas toen las het nichtje van soeur Maria Anna Cleta voor het eerst de zinnen die haar tante zo'n 40 jaar geleden in het dagboek schreef. SLUIS - Het oorlogsjournaal begint, hoe kan het ook anders, op de legen darische 10e mei 1940. Jansteen holenfusie hoondijke eplunderd INA ZEELAND 3 sis en diverse parkie- rten. st de eigen kweek (zoge. ie open klasse) nemen I wat ingekochte voge]s I lan de tentoonstelling I an de Sasse wethouders! ijdag de tentoonstelling! el openen. Dit om 20.00 'erder zullen nogal wat eiten gedaan worden :en loterij en doorlopend 3 van avontuur, rictsvoorzitter J. van 'alle uit Hulst reikt za. ;avond om acht uur de en medailles uit aan de nde eigenaars. Zondag. om elf uur volgt de ing van de loterij. De instelling is vrijdag. open van acht tot tien zaterdag van 10.00 tol aur en zondag van 10.00 00 uur. Het geheel staat auspiciën van de Neder- ie Bond van Vogellief- rs. nONPERDAG 8 DECEMBER 1983 T20 PAGINA ZEELAND 4- A- Af *•*-,»# A" ff'W /f .1 ttt y - ■J&'ï /iWUtt Tl/fit&KSrrnM m Non legde oorlog rond Sluis in dagboek vast Gedeelte van twee bladzijden uit het dagboek. - FOTO WIM KOOYMAN Door Ad Ringoot en Co Meertens „Drie uur in de nacht van donderdag op vrij dag", zo luidt de openingszin, „is het begonnen met voorbijsnorrende vliegtuigen. Zonder op houden. Heel de vrijdag is het nog school ge weest, maar telkens weer die vliegtuigen en schieten in de verte. FOTO DE STEM COR J DE BOES Gemeentepolitie Mid- •g, 2. Gemeentepolitie uzen, 3. Rijkspolitie n- en Noord-Zeeland, kspolitie te water, 5. ;ntepolitie Vlissingen. ste individuele schut- waren: Van Opdorp ■entepolitie Terneu- Vos (Gemeentepolitie uzen), Van de Broeke politie te water), t (Gemeentepolitie Pelicaan (Rijkspolitie er). zegels gebeuren", aldus 'ouw Hage die zaterdag 17 -nber naast haar man en •ouw Rij pert, de hele c rezig is om vragen van igstellenden te beant- •den. jeugdpostzegelclub is j het begin van dit jaar I ;esloten bij de landelijkel ting Jeugdfilatelie. Tij-1 de open dag zal er door rle leden een verzameling aongesteld worden. dag duurt van 10.00 tot uur. ia vond - De RK Bond van 1 iren afdeling St. Jansteen It zaterdag 10 december lansavond in het vereni- Bgebouw De Warande. De avond begint om 19.30 uur dereen boven de 50 jaar lS j harte welkom. de ingezonden brief over scholenfusie in Schoon e in onze editie van gis" n is de naam van de in- ler weggevallen. De I f werd geschreven na- is het RK Centraal oolbestuur Oostburg, C. Vermeulen. ember. Tijdens deze ;r een middenstandsbe met op 31 augustus de u van de middenstandsacr |iterdag 1 septemt** igt het Gildecomite t avondvullend Prog^a .rs De toegang tot de be, ;ratis zijn, voor event isement zal in bepaa illen betaald moeten w In verband met de k" dit jaar één (bepaald) bedrijf uit Sluiskil •recht zou zijn, ligt he edoeling volgend jaar lluiskilse horecabedrij menlijk tijdens de I ■nt te laten exploiteren. In de nacht van 10 op 11 mei veel Franse troepen met zwaar geschut door Sluis ge trokken, ook troepen te paard. II mei: Duits vliegtuig te Breskens aangeschoten. 12 mei (Pinksteren)Hevige schokken door luchtaanval. Huis stond te dreunen. 13 mei: Alle kleren uit de kasten gehaald en kof fers gepakt om te vluchten als het nodig mocht zijn. 14 mei: Vluchtelingen uit Breskens in Sluis aangekomen". Op 15 mei komt het bericht door dat Nederland heeft ge capituleerd, maar Zeeland zal doorvechten. Sluis puilt uit van de Franse en Belgische troepen en de commandant van deze eenheden neemt het bestuur van het stadje over. Er heerst chaos, niemand weet wat er precies aan de hand is. De inwoners hebben hun kof fers klaar staan om direct naar het zuiden te kunnen vluchten. Op 17 mei, in de voormiddag, ontmoet soeur Maria Anna Cleta de burge meester en de pastoor. „De pastoor was helemaal over stuur", schrijft ze. „Prins Bernhard is in Sluis geweest, heeft de groeten overgebracht van onze koningin en heeft op het kasteeltje in St. Anna ter Muiden geslapen om daarna weer zo snel mogelijk te ver trekken". Paniek Na de middag breekt er Plotseling paniek uit. De Slui- zenaren krijgen het advies de Pacht in het open veld door te brengen omdat er een bom bardement op komst zou zijn. „Wij met onze koffers in alle haast naar St. Anna ter Mui- hen. We sliepen daar allemaal III een kamer op de grond, aangekleed en wel. Van slapen kwam niets, het was een vre- telijke nacht". Er kwam geen bombarde- ment en ook de volgende da gen bleef het rustig. Wel heerst er angst voor spionnen (n de 'vijfde colonne', zodat iedereen verplicht wordt een 'oentiteitsbewijs met foto bij z'ch te dragen. De rk naai school en bewaarschool wor- in gebruik genomen als distributiekantoor. Dan volgt op 24 mei het be- Ve' van de Franse en Belgische militaire autoriteiten dat Sluis 's avonds 8 uur door de urgerbevolking moet zijn orhruimd. Het wordt voor s°eur Maria Anna een ver kwikkelijke nacht. Bij een °er op de Westhoek vindt ze hderdak, maar in Knokke °°rt ze de bommen ontplof- ,c*n' Een dag later, de Belgen Eransen hebben Sluis inL "Jdels verlaten, keert Maria Ann; 13 naar huis terug. vreselijk gestolen en geplun derd. Bij ons niets, maar wel bij meneer pastoor en op het pensionaat". Enkele dagen later - 28 mei 1940 - capituleert België en de vluchtelingen beginnen weer terug te komen. Dan trekken ook de eerste Duitse troepen Sluis binnen. Vanaf dit moment tot half 1944 zijn er slechts incidentele aantekeningen te vinden in het dagboek. Waarschijnlijk is de schrijfster enige tijd uit Sluis weg geweest, getuige een foto van haar in het journaal met als onderschrift 'In bal lingschap'. Half augustus 1943 moet het klooster in Sluis wor den ontruimd ten behoeve van Duitse troepen. Soeur Maria Anna en de andere nonnen wij ken uit naar de zusters van St. Anna, maar daar moeten ze in april 1944 - opnieuw onder Duitse druk - ook vertrekken. Na enige omzwervingen ko men ze in mei weer in Sluis te recht, in een klein huisje aan de markt. Invasie Dan komt alles in een stroomversnelling. Op 6 juni vindt de invasie plaats en in snel tempo rukken de geal lieerde troepen door Frankrijk en België op naar het noorden. De bevrijding lijkt nog een kwestie van dagen, hooguit weken, en in Sluis worden oranje strikken, vlaggen en wimpels al in het openbaar aan de man gebracht. „Ons klooster in de Brugstraat was weer vrij en we gingen eens een kijkje nemen", schrijft soeur Maria Anna. „Wat was het vuil en vies en wat was er veel door de burgers gestolen". Naarmate het front de grens met Zeeuwsch-Vlaanderen nadert wordt Sluis steeds meer een militair kampement, waarin het wemelt van solda ten en gewonden. In een plaat selijk hotel is een frontzieken huis ingericht, waar dag en nacht armen en benen worden afgezet. Op het kerkhof wordt een massagraf gedolven waar in 60 gesneuvelde Duitsers worden begraven. En na de vele soldaten beginnen ook steeds meer vluchtelingen Sluis binnen te stromen. Uit België, maar ook uit Breskens, dat vrijwel dagelijks wordt beschoten en gebombardeerd. Beschieting van de kanonnen toe. We wis ten reeds lang dat de Engelsen zich gereed maakten het ka naal over te steken. Deze keer leek het alsof ze sukses hadden en dat de strijd Sluis naderde. Tegen vier uur begonnen de eerste granaten te vallen en dit duurde tot zes uur. Er kwa men zo'n 200 granaten op Sluis neer, allemaal van groot kali ber". Soeur Maria Anna be schrijft de gevolgen van deze eerste beschieting: „Er waren negen slachtoffers, waaronder een oud vrouwtje dat een been was afgerukt en zo langzaam was doodgebloed. Ook onze buren in de Brugstraat waren zwaar getroffen. De man morsdood, het zoontje van ne gen het hoofdje af, zoontje van vijf een grote hoofdwond en buurvrouw een hand afge rukt. In hun huis waren als ons serviesgoed en onze beel den en schilderijen onderge bracht. Alles zo goed als ver nield natuurlijk. We gingen "Goddank. De kerk en alles stond hebb< er nog, maar de Walen 'en de afgelopen nacht Het wordt oktober. Oost- Zeeuwsch-Vlaanderen is al bevrijd, maar de Braakman en het Leopoldkanaal blijven vooralsnog niet te nemen bar rières. „De 4e oktober: het 40-jarig professiefeest van soeur supe rieur. Heel de nacht lieten de batterijen voor Selsele zich zonder ophouden horen. Rond drie uur neemt het gebulder naar De Baere in de Hoog straat, waar we in de kelder een bange nacht doorbrachten op stro, oud ijzer en kolen". Fatale datum Precies een week later, woensdag 11 oktober 1944, volgde de dag die door de schrijfster „de onheilspeilend- ste in de geschiedenis van Sluis" wordt genoemd. Die dag werd „de histori sche parel van West- Zeeuwsch-Vlaanderen" ver woest. Maria Anna trekt een parallel met het verleden: „De 11e oktober schijnt voor Sluis een fatale datum te zijn, zo het waar is dat de stad in 1375 op dezelfde datum eveneens werd vernield". En in krachtige zinnen, zon der enig spoor van emotie, be- schrij ft de non nauwgezet wat ze waarnam tijdens de ver woesting en de vlucht die daarop volgde. „Die dag zou meneer pastoor voor het laatst een heilige mis opdragen. Heel de dag zwaar geschut. We la gen in de kelder en weten nu wat doodsangst is. Daarbij kwam de gedachte onder het puin te moeten sterven. Vele huizen waren reeds ingestort of verbrand". „Om ongeveer drie uur be gon een bombardement dat vele slachtoffers zou maken, waaronder ook onze zeer eer waarde heer pastoor. De kel der waarin hij zat met meneer kapelaan, drie zusters en nog vele andere mensen was inge stort. Zij vluchtten allen naar de wallen en zochten een schuilplaats in de loopgraven. Maar ze konden zich niet vol doende dekken en de vliegers zagen hen. Mijnheer pastoor dacht goed te doen door een zakdoek over zijn hoofd te leg gen, wat juist in de gaten liep. Het gevolg was dat er een nieuw bombardement kwam. Een bom viel tussen hen in en de uitbarsting was ontzettend. Mijnheer pastoor werd een Soeur Maria Anna Cleta, de schrijfster van het oorlogsdag boek. Zo zag het eeuwenoude Belfort eruit toen de oorlog in Sluis was uitgewoed. Het stadhuis is steen voor steen weer herbouwd. - FOTO ARCHIEF GEMEENTE SLUIS honderd meter ver weggeslin gerd, helemaal verminkt. De zusters en andere mensen he lemaal onder het zand bedol ven, waarbij enkelen de ver stikkingsdood stierven". De vlucht De uitwerking van het bom bardement was verschrikke lijk. Het historische stadje werd een inferno van dood en verwoesting. Huizen stortten in en vlogen in brand en de mensen kwa men om in de vlammen of on der het puin. Wie nog kon vluchtte weg uit deze hel. Ook soeur Maria Anna Cleta. „Door weilanden en boom gaarden kwamen we bij een kleine geitenstal, waar we de nacht doorbrachten. Negen zusters, een moeder met kind en een stokoud vrouwtje dat stokdoof was geworden door het bombardement". De vol- De Kaai in wintertooi Kerstmis 1944. Thans staan op die plaats de Amrobank. - FOTO ARCHIEF GEMEENTESLUIS gende dag arriveert de groep, doodmoe en hongerig, bij een boerderij waar ze zich kunnen wassen („in vijf dagen niet ge beurd") en brood, warm vlees en melk voorgezet krij gen. Toch kon men daar niet blijven („het was een protes- tanteboer") en daarom trok het gezelschap verder. „Naar baas Bonte, waar het ook vol was, maar die nog wel een klein kalverstalletje over had. De kalveren gingen er uit, de stal schoongemaakt, stro erin, paar bedden op de grond en we voelden ons net als in het stalletje van Bethlehem". Het nieuws uit Sluis komt ver brokkeld door: de stad was praktisch verlaten en veel vluchtelingen trokken, totaal apathisch geworden door het bombardement, zonder kleren en voedsel door de velden. Vuurlinie Maar nog was de ellende niet voorbij. De geallieerden rukten op en zondag 22 okto ber lag de boerderij van Bonte plotseling in de vuurlinie. „Honderd meter rechts zat de vijand, honderd meter links de geallieerden. Nacht van 24 op 25 oktober: vreselijke be schieting van Oostburg. Don derdag 26 oktober komt de jobstijding dat we om vijf uur bij boer Bonte weg moeten zijn". Te voet gaat de tocht verder naar Aardenburg, waar 's avonds onderdak wordt gevonden bij de plaat selijke zusters. Ook dit stadje blijkt kapot geschoten en on derweg komt de groep weer horden andere vluchtelingen tegen. „Ze liepen maar wat rond in de regen, niet wetend waar naar toe te gaan". De andere morgen kwam het bericht dat alle geëva- cueerden met vrachtauto's van het Britse leger naar Sas van Gent zullen worden gebracht. „We waren gauw gereed. Huisraad hadden we niet meer en in onze armzalige plunje, zonder kap en zwarte doek, ieder met een dekentje en een koffertje, namen we afscheid van onze zusters in Aarden burg". Op een open vrachtwagen met een knorrige Canadees aan het stuur vertrok de groep. Er ontstond een taal probleem tussen chauffeur en passagiers, richtingborden waren er niet meer en zodoen de belandde de auto in Gent in plaats van in Sas van Gent. Maar daarna was het nog maar een kwestie van het ka naal Gent-Terneuzen volgen en eindelijk konden de Sluise nonnen terecht in het Sasse klooster, waar ook de zusters uit IJzendijke en Hoofdplaat al onderdak hadden gevonden. Bevrijd Daar hoorden ze op 1 no vember dat Sluis was bevrijd, maar dat het stadje sinds hun vlucht op 11 oktober constant onder granaatvuur had gele gen. Op 5 december keerden de nonnen terug per meelwagen, door hun Sasse zusters goed voorzien van eten en kleren. „Onderweg zagen we de verwoesting van IJzendijke, Schoondijke en Oostburg. Maar toen we in Sluis aan kwamen kenden we de straten niet meer terug. Op de markt niets meer over, in de Kapelle- straat nog drie huizen, ook de Hoogstraat, de Kaai en de Oude Kerkstraat helemaal uitgebrand. Het was droevig. De kade, dat mooie schilder achtige aanzicht als men Sluis vanuit St. Anna binnenkwam, was helemaal verdwenen. De kerk vreselijk gehavend..." Daarna kwam langzamer hand het leven in de verwoeste stad weer op gang. De nonnen woonden in één kamertje dat tevens dienst deed als bewaar school voor 34 kinderen. Schoeisel was er niet, maar iedereen kon op het tijdelijke gemeentehuis een paar klom pen krijgen om door het puin te waden. De gelukkigen die een kaars wisten te bemachti gen hadden 's avonds in elk geval wat licht en water kwam enkel uit een straat- pomp. De was moest buiten in de vrieskou worden gedaan en voor voedsel was het lang wachten in de rij Maar men was bevrijd en de ontberingen van de Sluizena- ren in de winter 1944/1945 wa ren niet te vergelijken met die van hun landgenoten boven de grote rivieren. Het stadje be gon aan de wederopbouw en de laatste bladzijden van het dagboek van soeur Maria An na Cleta geven de vorderingen goed weer. In januari kan de meisjesschool alweer begin nen en in maart de naaischool. „Op 21 juni kwam de gelukki ge dag dat we weer naar ons klooster terugkonden, voor het eerst sinds augustus 43". En de allerlaatste aantekening: „De 28e juli weer de eerste H. Mis aan huis".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 15