Angst beheerst leven
van epilepsiepatiënt
Omgeving maakt zich meer bezorgd
ZATERDAG 3 DECEMBER 1983-
1NSELLINGEN, aan
de uiterste oostkant van
Groningen, wonen in een ver
van de bewoondewereld
gelegen boerderij Kees Stip en
zijn vrouw. Mèt twee pony's
en een hond. Dieren!
Uiteraard! De dichter Stip
heeft er onder het pseudoniem
Trijntje Fop zijn leven mee
gevuld. Duizenden
dierenverzen verschenen er
van zijn hand, het ene nog
subliemer dan het andere.
Zijn nieuwste bundel heet
'Au! De rozen bloeien'.
Herinnering
Bekering
Anti-militarist
Problemen
Hi
.ETSTERFTERISICO van epileptici is
aanzienlijk hoger dan van een 'gezond' mens
en het ongevalsrisico ook. Daarnaast leven de
epilepticus en zijn omgeving altijd in een
spanningsveld. Die omgeving neemt vaak
veel risico's, maar daarmee ook veel geluk
weg. Verder geven weinig werknemers
epileptici een normale kans.
Risico
Twijfel
Sterfkans
7ATERDAG 3 DECEMBER,
De WERELD bes
35 jaar over ee
Universele Verklc
betreffende mensenrei
10 december 1948 g
algemene vergaderin
Verenigde Naties akk
een reeks van rechten
respect voor elk indi
uitdrukking werd geb
verklaring diende te
ontwerp-verdrag, d
staten kon wore
geratificeerd. Nu, 35 j<
hebben 60 van de ong
staten in de wereld da
ondertekend.
m Menselijk
Nadruk
H Meting
W4
Door Hans Sternsdorff
De vogelstruis, gelijk be
kend,
is in het lopen zeer be
hend
ig en zijn vogelstruisenei
gewoonlijk in het zand
legt hij.
„Zo is het begonnen," zegt Kees
(Trijntje Fop) Stip, De 'oer-fop' noemt
hij dit versje dat hij in een pril sta
dium van zijn leven schreef voor de
kindertjes van een bevriend echtpaar.
Sindsdien hebben de dieren hem niet
meer losgelaten en heeft hij er eigen
lijk zijn hele leven lang een 'beesten
bende' van gemaakt.
Nu nóg welt er in zijn brein regelma
tig een versje op waarin de dieren on
der de regie van die vermaarde
Trijntje Fop (een aan Multatuli ont
leend pseudoniem) hun vermakelijke
rol spelen. Hij bladert in een map
waarin hij, uitgaande van zijn eigen
voorkeur, een speciale selectie bijeen
heeft gebracht om uit te kunnen put
ten wanneer iemand belangstelling
voor zij n werk toont.
Kees Stip laat mij met kennelijk ple
zier een van zijn latere versjes horen:
Een hond sprak ergens in de
Eifel:
onthoud u in geval van twijfel.
Een beetje kritisch vroeg een
kat:
u zegt: onthoud u, maar van
wat?
Waarop die hond geduldig zei:
onthoud u dat nou maar van
mij.
Kees Stip, alias Trijntje Fop
en zijn poëtische beestenbende
Kees Stip werd op 25 augustus 1913 in
Veenendaal geboren. Eèn van zijn
prilste jeugdherinneringen is dat hij -
„Ik zal een jaar of drie geweest zijn" -
in een wandelwagentje langs de Rijn
Kees Stip.
door zijn ouders werd voortgeduwd,
een klein vingertje opstak en zei:
hoor! Wat hij hoorde was het dreunen
van de kanonnen in België: zó ver
reikte dat geluid.
„Daarom zeg ik nu vaak: ik heb de
kanonnen van twee wereldoorlogen
gehoord, van een derde hoeft niet."
Zijn belangstelling voor literatuur
ontstond al op school„Er waren din
gen die mij bij de strot pakten. Als ik
een vers erg goed vond leerde ik het
uit m'n hoofd. Gorter vond ik onbe
schrijflijk mooi. En dat was dan in de
tijd dat de voornaamste leerstof be
stond uit Staring. Die heeft best een
paar leuke versjes geschreven, maar
al die dikke boeken van hem, dat
hoefde van mij niet."
Kees Stip is zelf 'pas veel later' be
gonnen met schrijven.
„Ik heb nooit serieus verzen gemaakt
voordat ik tijdens de tweede wereld
oorlog 'Dieuwertje Diekema'
- FOTO DE STEM
schreef." (Een schitterende parodie op
het in 1933 verschenen 'Maria Lecina'
van Werumeus Buning). Daarna ver
schenen o.a. zijn 'Vijf variaties op een
misverstand', de geschiedenis van de
Babylonische gelieven Pyramus en
Thisbe, weergegeven in de stijl van
vijf Nederlandse dichters.
Kees Stip heeft er kort geleden een
zesde variatie aan toegevoegd in de
trant van Gerrit Achterberg. Een
dichter, die hij - met velen - zeer be
wondert: „Voor mij de top."
In zijn studententijd (studie klassieke
talen) ontbrak het Kees Stip niet aan
'literaire contacten'. Hij raakte be
vriend met Vroman en Koolhaas. Met
Koolhaas zat hij later in de redactie
commissie van het Polygoon-jour
naal waar hij bijna dertig jaar lang
(van 1950 tot 1979) de j aaroverzichten
voor samenstelde.
Kees Stip raakte bij Polygoon ver
zeild toen hij aanwezig was bij het
draaien van een actualiteitenfilmpje
met beelden van de paus die brom
fietsen zegende. „Solex Deo gloria!"
riep Kees Stip toen uit. „Die vent
moeten we hebben," zeiden ze toen bij
Polygoon.
Hij ontmoette in die tijdk Joop Lüc-
ker, voormalig hoofdredacteur van
De Volksrant, die nodigde hem uitno
digde wat versjes voor zijn krant te
schrijven.
I
„Ik heb toen een dierenversje ge
maakt en dacht bij mezelfmisschien
nog een stuk of twintig en dan is mijn
fantasie wel uitgeput."
P'
Daarin vergiste Kees Stip zich. Hij
heeft het niet precies geregistreerd
maar naar schatting maakte hij tot
op de dag van vandaag ongeveer
vierduizend 'Trijntje Fops'. De vraag
is gewettigd of het hem, na zulk een
explosie en nu hij zeventig is gewor
den, niet langzamerhand de neus uit
komt. Hij kijkt me ontwapenend aan.
„Ik heb het altijd leuk gevonden om
iets te doen, maar het was uit luiheid
dat ik dan die beesten maar bleef
schrijven. Overigens: bij alles wat ik
heb moeten maken heb ik steeds ge
dacht: ik kan het niet. Ik had altijd
het gevoel: ik moet op m'n tenen gaan
staan, vandaag kan ik het nog maar
morgen is het afgelopen. En morgen
dacht ik dat wéér en zo langzamer
hand ga je denken: ik heb dat al zo
vaak gedacht, wedden dat ik het van
daag óók weer kan? En zo blijf je op
de been."
Het lijkt er nog in het geheel niet op
dat Kees Stip onderuit gaat. Onlangs
is hij in een nieuwe gedaante in de
openbaarheid gekomen met de fasci
nerende gedichtenbundel 'Au! De ro
zen bloeien', die een veelzeggende on
dertitel heeft: Sonnetten van be
dreigd geluk.
Dat klinkt nostalgisch en weemoedig.
Kees Stip beaamt het.
„Ik heb altijd gezegd: het geluk ligt in
je jeugd maar dan besef je het niet.
En nu dan die gedachte dat je intens
gelukkig had kunnen zijn terwijl je
ergens weet dat dat ook weer niét zo
was want je zat altijd te zeuren over
wat je niet mocht, het ijsje dat je niet
kreeg. Dat verpestte het altijd."
Was u een dromerig knaapje?
„Nee, verstrooid. Ik lette slecht op.
Mijn gedachten dreven altijd weg. Nu
nóg. Dan vraagt mijn vrouw: waar
denk je aan? En dan zeg ik: mijn-
god-als-ik-het-weet."
Onder de titel 'De bekering' schreef
Kees Stip een sonnet dat eindigt met
de veelzeggende regels:
.zag ik een merel door een kat
opvreten.
Als er een God was moest hij dat
toch weten.
Je próéft het persoonlijke probleem
achter deze strofe. Kees Stip:
„Mijn vrouw was katholiek. Echt heel
vroom. Drie broers die priester wa
ren. Zelfs als ze zondags op reis ging
moest ze toch nog naar de kerk. 't
Was op zo'n zondag dat ze daarvoor
klaar stond toen er een schat van een
konijntje het terras van ons huis op
huppelde. Plotseling was er ineens
een bunzing. Mijn vrouw gilde. Voor
we iets konden doen lag daar het ko
nijntje. Dood... Toen heeft mijn
vrouw haar jas uitgetrokken en is ze
nooit meer naar de kerk geweest.
De tijd en vooral de gebeurtenissen in
die tijd hebben van Kees Stip een an
ti-militarist gemaakt. Ooit was hij
reserve-officier, werkte hij bij de Le-
gervoorlichingsdienst en maakte hij
filmpjes ten behoeve van de krijgs
macht. Nü dichtte hij in zijn sonnet
'Het evenwicht':
Raketten staan als vuurwerk
voor een feest
gericht op onze wederzijdse ra
pen.
De ommekeer voltrok zich tijdens een
filmfestival in Edinburgh, véle jaren
geleden.
„Ik heb daar de taptoe gezien op het
kasteel. Daarbij vergeleken is die in
Delft maar behelpen.. Al die Schotten
met al die doedelzakken. Maar op
datzelfde moment is het dwars door
me heengegaan dat al die opzwepen
de muziek de mensen bloeddorstig
moet maken om elkaar de hersens in
te kunnen slaan. Ik vind het dusdanig
onmenselijk van de mensen elkaar
uit te moorden dat ik nu zeg: nou, dan
behoor ik liever tot de uitgemoorden
dan tot de moordenaars."
Parallel met zijn anti-militaristische
opvattingen loopt Kees Stips aversie
tegen de jacht. Hij heeft die weerzin
tot uitdrukking gebracht in een var,
zijn beste sonnetten.
De dichter citeert:
De weidelijke jager jaagt uit
plicht.
Gemotiveerd is moorden een
genoegen.
„Dat is helemaal precies zoals ik et
over denk. Het is een omgekeerd pro
letariaat dat de jacht bedrijft. Sport
Nou, met geen mogelijkheid kan ik
dat er in zien. Ik wil niet zeggen dal
wij nooit een vlieg doodslaan maar
dat vinden we dan ook erg genoeg
Je komt natuurlijk voor afgrijselijke
problemen te staan als je zoiets zegt
Ik eet van een varken en ik weet dat
er iedere dag koeien geslacht worden
Je kunt niet beesten almaar het eeu
wige leven geven en oude-dagsver-
zorgingen. En natuurlijk vinden wij
dat vlees lekker. Vergeten daarbij dat
de slager het voor ons opknapt."
Onder de titel 'Het bordje' schreef
Kees Stip een sonnet dat begint met
de volgende regels
De uitroep: 'Eet je bordje leeg
begon
een zaak te worden die mij zeer
benauwde.
De vraag rijst of Kees Stip als kind
werd vetgemest.
„Ach, zegt hijzoals de meeste ouders
meende ook mijn goede moeder datje
veel voedzaams moest eten. Als ik zei
'Ik wil nou wel eens soep van een
maggiblokje', dan kreeg ik dat niet
want 'daar zit niks in'.
Een heleboel ouders dwingen de kin
deren hun bord leeg te eten. Ik denk
daar anders over. Als ze niet eten
krijgen ze vanzelf wel honger. Men
sen moeten ook ophouden met te zeu
ren over de kinderen die nog niet
naar bed willen maar toch móéten. Jt
moet maar denken: als ze voor de te
levisie blijven hangen krijgen ze van
zelf wel slaap. Volgens mij moeten
die kinderen naar bed omdat die
ouders eindelijk rust willen hebben'
Kees Stip is iemand die ervan uitgaat
dat er in de wereld tamelijk veel rot
zakken zijn maar dat je moet begin
nen met tegen alle mensen aardig tf
zijn.
Door Wippel Houben
BREDA - 'Epilepsie, ach,
dat is een gewoon ver
schijnsel. Een epilepticus
mag en kan alles en als
hij gedragsproblemen
heeft, moet de maat
schappij maar een oplos
sing zoeken'. Veel artsen
hebben sinds de jaren '60
decennia zo gedacht en
gehandeld. Sinds enige
tijd is het besef groeiend,
dat je een epilepsiepa-
tiënt niet teveel in de
watten moet leggen. Zon
der hem de indruk te ge
ven dat er niets aan de
hand is.
De (over)bezorgde omgeving
bant het liefst de meeste risico's
uit zonder te beseffen dat een
belangrijk stuk levensgeluk
mee verdwij nt. Werkgevers
zijn huiverig voor epilepsie-pa-
tient. Verzekeringsmaatschap
pijen leggen extra strenge nor
men aan en weigeren lijders
aan epilepsie sommige verzeke-
ringsvormen. Om aan een rij
bewijs te komen moet de pa
tiënt aan allerlei voorwaarden
voldoen, enzovoort.
Dat alles werd op een rij ge
zet tijdens de nationale epilep-
sie-dag in De Klokkenberg in
Breda, georganiseerd door de
Liga tegen Epilepsie. Een inte
ressante dag, omdat er gespro
ken werd door strijders voor
gelijke kansen voor epileptici
en omdat er studieresultaten
bekendgemaakt werden, die
het grote publiek nog niet eer
der gehaald hebben.
In ons land is nog weinig gestu
deerd op epilepsie en risico, het
gespreksthema deze dag. In
Amerika bijvoorbeeld is recent
uit een enquête gebleken, dat 53
procent van de patiënten hun
epilepsie als hun grootste pro
bleem beschouwen en 75 bang
is aan een volgende aanval te
overlijden. 34 procent neemt te
veel medicijnen uit angst voor
een aanval en 30 procent meent
dat zware lichamelijke inspan
ning, sport, dansen, films, luide
muziek en schel licht slecht zijn
voor mensen met epilepsie.
Meer dan de helft blijft dan ook
maar liever thuis.
Of deze cijfers voor ons land
helemaal opgaan, is niet be
kend. „Maar", zegt Liga-voor
zitter A.Sonnen, als zenuwarts
verbonden aan De dr.Hans
Bergerkliniek van De Klokken
berg, „het opgewekte gezicht
waarmee mensen met epilepsie
over hun aanvallen praten is
misschien maar een masker,
waarachter veel ongerustheid
en angst schuil gaat". Bekend is
wel, dat in ons land ongeveer
90.000 mensen aan epilepsie lij
den, van wie 10 procent aan een
erge vorm, die opname in of be
geleiding door een epilepsie-
centrum noodzaken.
Epilepsie, om een wijd ver
breid misverstand weg te ne
men, is geen ziekte maar een
verschijnsel, dat door allerlei
lichamelijke factoren veroor
zaakt kan worden. Elk geval is
anders en vergt een eigen be
handeling. Eens epilepsie altijd
epilepsie, is een ander hardnek
kig misverstand, en dat erva
ren vooral epilepsielijders, die
een plaatsje in de arbeidsmarkt
proberen te bemachtigen.
Mevrouw H.de Boer, arbeids-
deskundige uit Heemstede: „Bij
veel personeelsfunctionarissen
ligt het werkadvies voor de epi
lepticus in de bureaula klaar:
niet in de buurt van open vuur
en ook niet van gevaarlijke
machines. Het is begrijpelijk
dat iemand met epilepsie geen
buschauffeur of piloot kan
worden, want dan speelt de vei
ligheid van anderen een rol
mee.
Maar de man in kwestie kan
in veel andere beroepen wel te
recht. Het verschilt van per
soon tot persoon. Dat hangt af
van zijn intelligentie en oplei
ding, en pas daarna van de
aard, ernst en frequentie van
zijn aanvallen.
Ik vind", aldus mevrouw De
Boer, „dat iemand met epilepsie
moet beginnen met een tijdelijk
arbeidsadvies en dat de medi
sche keuring en het opstellen
van een advies na enige tijd
herhaald moeten worden. Dan
krijgen de werknemer en de
werkgever beiden een eerlijke
kans. Een epilepsiepatiënt zal,
op de juiste plaats, een waarde
volle kracht blijken, want zijn
inzet is groot en zijn ziektever
zuim lager dan bij andere
werknemers. Dat heeft de
praktijk ons geleerd".
Er was nog een vrouw met een
verhaal, geplukt uit de praktijk
van alle dag. Mevrouw L. de la
Roij is voorzitster van de afde
ling Zuid-Nederland van de
Epilepsie Vereniging Neder
land. Haar man en een zoon lij
den aan épilepsie. Dat brengt
allerlei huiselijke problemen
met zich, ook veel twijfel en
spanning.
„Als vrouw in zo'n gezin kies
je voor zekerheid. Mijn man en
zoon kiezen voor meer risico. Ze
willen geen betutteling en ze
weten zelf niet wat er zich tij
dens een aanval afspeelt. De
omgeving van patiënten er
vaart de aanvallen en bijko
mende risico's veel erger dan
zij zelf. Verwondingen door een
ongelukkige val bij een aanval
genezen wel weer, hoor je ze
vaak zeggen.
Natuurlijk ben je als vrouw
nog bezorgder over je kind dan
over je man. Maar je mag voor
je eigen gemoedsrust niet teveel
tornen aan hun levensgeluk en
de patiënten niet teveel aan dat
van hun omgeving. Je gaat sa
men op vakantie, hoewel je
weet dat er een aantal aanval
len zal komen en een aantal da
gen zal mislukken. De patiënt
blijft liever thuis, maar gaat
toch omdat hij weet dat zijn
vrouw en kinderen zo graag
met vakantie gaan. Alleen
thuis blijven kan hij niet.
Waar liggen de grenzen van
overbezorgdheid, beknotting,
betutteling en bescherming? Je
moet daar samen beslissingen
over nemen en afspraken ma-
ken. Dat spanningsveld kan
aanleiding zijn voor diepgaan
de conflicten en meer aanvallen
veroorzaken", aldus samenge
vat mevrouw De la Roij.
Over ongevallen met epilep-
siepatiënten is maar weinig be
kend. In de dr.Hans Bergerkli
niek zijn alle ongevallen de
laatste tien maanden nauwge
zet bijgehouden. Alle poliklini
sche patiënten hebben in die
tijd een enquêteformulier ge
had. Op een totaal van 604 pa
tiënten werden maar liefst 342
ongevallen gemeld. Daarvan
waren er bij 193 patiënten 249
aan een epilepsie-aanval te
wijten. Een op de drie had na
afloop medische verzorging no
dig. Dat is nauwelijks meer dan
bij ongevallen van niet epilep
tici. De meeste ongevallen von
den thuis plaats.
De hoogte van het aantal on
gevallen van epileptici is zo
groot, dat er een nationaal on
derzoek naar moet komen,
vindt dokter Sonnen. Hem staat
een permanent onderzoek in
een bepaald lands- of stadsdeel
voor ogen, waarbij alle inwo
ners betrokken zijn. In Ameri
ka gebeurt dit al sinds 1945 in
de plaats Roichester in Minni-
sota. Sonnen wil dat het onder
zoek nog andere zaken mee
neemt als beroepskansen, ont
wikkeling, opleidingsniveau,
sex-leven e.d. De Universiteit
van Limburg is met zo'n onder
zoek naar andere ziekten bezig
en de vraag is of de epilepsie
daar nog ingeschoven kan wor
den.
Uit Amerikaanse en andere on
derzoeken is gebleken, dat epi-
lepsiepatiënten een twee keer
zo grote sterfkans hebben. Bij
mannelijke patiënten is die
kans nog twee keer groter dan
bij vrouwelijke. Kinderen met
epilepsie en een ernstige
geestelijke afwijking hebben
zelfs elf keer meer kans te
overlijden dan hun gezonde
leeftijdsgenootjes. Bij volwas
senen is de kans op overlijden
het grootste bij patiënten die na
hun 20e jaar hun eerste aanval
krijgen. De gemiddelde leeftijd
van epileptici in Warschau ligt
op 55,4 jaar, ongeveer 20 jaar
lager dan het landelijk gemid
delde daar.
Epilepsie is in ongeveer de
helft van de overlijdens de di
recte of bijkomende doodsoor
zaak. De belangrijkste oorza
ken zijn de 'status epilepticus',
de plotselinge dood en verdrin
king (drie keer meer dan het al
gemeen gemiddelde).
Dit alles heeft er toe geleid
dat de medische wereld de laat
ste tijd het verschijnsel epilep
sie met al zijn gevolgen ge
nuanceerder is gaan bekijken
De voorkennis dat hij korter te
leven heeft dan anderen maak!
het verlangen van de patiën'
om, naast alle angst, intensief
te leven en zoveel mogelijk te
genieten, heel begrijpelijk.
Dr.Sonnen: „Daarom moet
onze voorlichting aan artsen en
de mensen rond epilepsiepa-
tiënten uitgaan van de gedach
te, dat bezorgdheid normaal is.
maar soms niet gewenst. Iedere
mens neemt risico's naar het
voorbeeld van anderen in zijn
omgeving. Een epilepticus kan
dat niet, want dat voorbeeld is
er niet omdat elk geval anders
is. In gespreksgroepen kan hij
met mede-patiënten ervarin
gen uitwisselen.
Van de andere kant mag
hulpverlener ouders geen rise
co's opdringen die zij hun kin»
niet willen laten nemen. En nog
iets: ben zuinig met hinderlijks
veiligheidsmaatregelen. Van
90.000 patiënten in ons land lo
pen er 80.000 nauwelijks meer
risico op een ongeval dan niet'
patiënten. De meesten kunne»
alleen reizen. Zorg dat ze een
medisch paspoort of een S0->'
bandje bij zich dragen, zoda
omstanders bij een aanval we
ten wat ze moeten laten er'
doen.
Bij zwemmen is altijd toe
zicht nodig. Bij andere water
sporten moet de patiënt ee
reddingsvest en geen zwemvö
dragen. Vissen kan hij allee,;
als hij op veilige afstand van
waterrand blijft. In de worm
kun je wat aanpassingen do®
om te voorkomen dat de Pa
bij een aanval hard valt, ma
bedenk wel dat er buiten
woning ook geen voorziening
zijn. Zijn persoonlijke vet's,
heid is gediend met een g
medicijnengebruik.
Verder zeg ik: lee^ejL
doen meestal meer kwaad
goed. De voorzichtigheid is
moeder van de dooie dien10
En wie wil dat vandaag de
nog zijn, of je nu epilepsiep
tiënt bent of niet".
EEG van een kind met epilepsie.
- FOTO ARCHIEF DE STEM
Door Jan i
Heeft de mensem
uitwerking gehad
heden van mensei
worden nog steedi
mangeld tussen ic
me. Menslievende
ben het drukker da
biliseren van de ir
dige ingrepen op
mens.
Kort na het einde var
log had de hele wereld
onterende praktijken,
toen vonden de tijd rij pi
ken samen te smeden in
enigde Naties. De goede
den uitgedrukt in een
over mensenrechten.
Was er werkelijk eer
broken? De mens van li I
ve instelling uit het neg l
brand. Hij legde zijn go<
Een ieder heeft ree
onschendbaarheid van
Niemand zal in
worden gehouden. Sla\
in iedere vorm zijn vert
Niemand zal ond<
folteringen, noch aan
onterende behandeling
Niemand zal ond
willekeurige arrestatie
ning.
Uit dertig artikelen sp
lijkheid, die nooit eerde
steld. In toonaangevene
ten waren al wel voor
mensenrechten in de
Voor die landen betéke
klaring veelal een herhi
menselijk werd ervarer
elke bewoner van deze
bieden met een nimima
heid.
Wie het eens is met
verdrag neemt zich voo
lij ken of niet te schende
recht zijn te verondersti
ving van de mensenrec
rechten onderschrijven
dan 35 jaar geleden. Zo s
Dick Oosting, directe:
national Nederland en
dat mensenrechten voo
een abstract geheel w;
niets mee. De bevolking
pen er een beroep op t
tien jaar beginnen die re
lerlei verdragen verder
vuld, te leven. Mensen
in opstand bij schending
De behoefte aan een
wordt op talloze manier
Wie kent niet de Dwaze
nië. Vrouwen, die prote
ning van mannen en z<
treien operen kerkelijk
saties, een Amnesty Int(
eigen onderwerpen heb
leggen. Zij nemen het v
die in andere staatsvorn
Oosting van Amnesty
nisatie zich op enkele re
neemt het op voor men:
de gevangenis zijn gego
beeld een eigen mening i
dat hen geen eerlijk pr
Zij neemt het op tegen n
Die straffen worden al:
ren.
Amnesty heeft het ra
bescherming nemen van
vaarding van de Univc
niet een klucht? Volg<
mensheid nog niet te v
zijn van schendingen er
gen wil niet zeggen, da
individu op dit moment
geleden.
Er valt over verbetering
het bestaan niets te zegj
onderdrukten hebben w
leven van mensenrechte
een onmogelijke opgav
rechten is zo groot en wo
Zelfs staten, die het bes
hebben, kunnen falen.
Om verwarring te voo
ty zich op schending
grondrechten. Rechten, i
wege hunjouderdom in 1;
beschaving. Maar er zij
economische rechten^ di<
mate bijdragen aan de i
het bestaan.
posting is blij, dat vel
hun omgeving opkomei
heid kan men werken aa
bij Amnesty te houden,
seert niet slechts schrijf;
r