wéék®
Kardinaal Willebrands keert na
acht jaar terug naar Rome
woud
Marga Klompé:
„Hij kan in Rome
méér doen"
Mgr. Damen:
„Je kon veel plezier
met hem hebben"
Deken Joosten:
Het is hem niet
allemaal gelukt"
Prof. H. Berkhof:
„Zijn zorgen lagen
ergens anders"
W2
7&TERDAG 3 DECEMBER 1983
W3
^4.CHTJAAR GELEDEN werd kardinaal
Willebrands vanuit Rome naar Nederland
gezonden. 'Met bloedend hart' liet Paus
paulus VI hem vertrekken. Willebrands,
He 'grote verzoener' die op het vlak van de
internationale oecumene zo succesrijk
had geopereerd, zou nu in zijn eigen kerk
in het vaderland de eenheid moeten zien
te herstellen. Maar bij zijn vertrek is die
vaderlandse kerk verdeelder dan ooit. Dat
ligt niet aan Willebrands, die als
kerkleider te linker en te rechter zijde
werd onderschat.
\\m Eenheid
H Synode
Herstel
Pastoraal
Ambt
Reformatie
Energie
Ontevreden
Rome
or Bert van Velzen
ilklas is een oerwoud,
aakt er van de kook.
genkuil. Eenfolterka-
talve een leraar voor
ngezicht wij sidderen,
ïstische bosgod, als-
n mathematicus die
rtbewoog op een oud
?tsje met slepende
3, stommelen de overi.
mloos door de herin-
Maar nooit zal ik de
icht vergeten die door
t's van ons onderwijs
t adembenemende
>akket dat eenmaal per
reinigde pubers weten
eiden.
ijp ik waarom leraren
;aak wat bleekjes on-
raam posteerden. We
•en ons soms als lam-
wanneer er bijvoor-
;erd voorgelezen uit
n en Olivier of we ons
n bescheuren om com-
s Koperbuik. En soms
ve jakhalzen, aasgie-
lergebroed, bezig met
istische ritueel dat le-
e vernieling in kan ja-
tje pesten. Stinkbom-
langdurig gekauwde
•.imde kledders papier
uiteen op het school-
mooier nog, op de
ende hand van de le-
reemde geluiden ver-
len de stilte. Hoonge-
groette het vredesplei-
.n de getergde. Nu pas
hoezeer er in het
ig hellegat van de klas
len. En het is er niet be-
jeworden. Als vroeger
aar werd weggepest be-
elders een nieuw le-
louterd door defolte-
vanzijn beulen. Deze
n voorzagen zich van
trdewijk noemde „een
n bloed" en zij verover-
drukwekkende en soms
anjagende bijnamen: de
■oliath, de Wreker,
in ze reddeloos ten on-
nja Barend verschenen
veek voor Sinterklaas
hedendaagse onderwijs
istjes, die zeer geschoold
i in het pesten van lera-
e methodiek deed ouder-
an. Zo moet het reeds in
jen van Ot en Sien zijn
n. Martin had een voor-
Toverballen tijdens het
over de houten vloer
hristelijke mavo! Er leek
oop voor deze onrustspe-
Hij zei: „Achterafzeg
is natuurlijk hartstikke
want die man zit er ook
in geld te verdienen...".
>,ette kon dat minder
n. „Ja", zei ze wellustig
:o lang klieren totdat de
tjes eruit springen. Ik
het gewoon schitterend
doen. Die kleuren van ze
ik gewoon allerlei tover-
euren. Echt heel leuk...",
de tranen die ze veroor-
,Als-ie begint te huilen,
dan moet ik zo verschrik-
c lachen, dan lig ik flauw
m'n bank heen". Eenfij-
eid.
zei een Nijpelse knaap
en fijne neus voor hei-
insen: „Het is een soort
van de sterkste op een
jen moment". De wet van
erwoud dtis. De leraar die
is opgewassen tegen het
uis in zijn klas wordt over
ing gejaagd. De vernie-
in gepest. Afgemaakt,
en recente studie blijkt
en leraar, die ongeschon-
:ijn pensioen haalt, inNe-
ïnd een uitzondering is
orden. De kans dat een le-
van vijftig jaar voor het
iken van zijn pensioenge-
tigde leeftijd wordt afge-
d is bijna 55 procent. De
nettes van deze wereld le-
n daaraan een forse bij-
e. Er is weinig begrip voor
ren. Als hun kind geen
tein blijkt geven veel
;rs het onderwijs de
ld.
eel wat leerlingen zijnfi-
tisch, pessimistisch en on-
otiveerd „omdat ze toch
aan de bak komen" De
iol is nooit een paradijs ge-
st, maar nu is het leven
veel wat oudere leraren
hel. Ze gaan op hun wenk-
iwen naar huis en met
cpijn naar school. We mo-
geen oud-Hollandse
indpaal neerzetten op het
ooiplein om daar de door-
>tste treiteraars in vast te
iken, want dat is gemeen.
valt me mee dat er nog
gek gepeste leraar op
ooi is verschenen met een
olkist met daarin een aut°'
isch wapen om de kalmte
.et oerwoud te herstellen.
ze laten een traan en ze
sen weg. We hebben het
r van de Vrouw gehad en
Jaar van het Kind. Wat
betreft mag 1984 hetjaa
de leraar worden, de gro
er van wie we niets te vre
hebben.
Een kerkleider die
ondfrsch
Door Jan Hooyman
Vandaag wordt in de Osservatore
Romano het eervoile ontslag van
kardinaal Willebrands als aartsbis
schop van Utrecht gepubliceerd.
Daarmee wordt de opvolging kerk
rechtelijk een feit.
Donderdag 8 december om 11 uur
wordt die opvolging liturgisch ge
vierd met een Eucharistieviering in
de kathedrale kerk in Utrecht. Tij
dens die viering wordt aartsbisschop
Simonis geïnstalleerd. 'sMiddags van
2 tot half 5 recipiëren de gaande en
komende aartsbisschop in de Stads
schouwburg.
De benoeming acht jaar geleden van Johan
nes kardinaal Willebrands, hoofd van het Va
ticaanse Secretariaat voor de eenheid onder de
christenen, tot aartsbisschop van Utrecht als
opvolger van kardinaal Alfrink, werd destijds
alom gezien als een tactische meesterzet van
het Vaticaan.
Rome voorzag zich met hem van een gezags
getrouwe zoon aan het hoofd van die rebelse
kerkprovincie aan de Noordzee. Gezagsge
trouw, maar ook begiftigd met heel wat meer
bestuurstalenten en pastorale kwaliteiten dan
zijn onmiddelllijke voorgangers in het Vati
caanse benoemingenbeleid, die in Rotterdam
er. Roermond orde op zaken moesten stellen.
Katholiek Nederland kreeg een leider, die
het ingewikkelde wereldje van het Vaticaan
uit eigen langdurige ervaring door en door
kende. Hij leek de aangewezen man voor een
herstel van de goede verhoudingen. Kardinaal
Alfrink werd gecoiffeerd met een opvolger van
gelijkwaardige allure, protestants Nederland
met een topoecumeen van vaderlandse huize.
„Het ergste is niet gebeurd" zo werd in de
diocesane pastorale raad van Utrecht met op
luchting geconstateerd. Daar was men bang
geweest dat de harde lijn, waarmee het bisdom
Roermond kennis had gemaakt, zou worden
doorgetrokken. Zo groot was die opluchting
(en waarschijnlijk ook de reverentie voor de
beide kardinalen), dat elk protest achterwege
bleef tegen het verdwijnen van de voordracht
van het Utrechtse kapittel in de Vaticaanse
prullenmand.
Met terughoudendheid begon Willebrands zijn
nieuwe werkterrein te verkennen. Vijftien
jaar was hij uit Nederland weggeweest, pre
cies de jaren van de onstuimige vernieuwing
met het pastoraal concilie als hoogtepunt.
Een jaar na zijn aantreden, op 1 februari
1977 schreef hij aan zijn diocesanen, dat hij
'een geweldige inzet bij zeer velen voor de
Kerk' had aangetroffen. „Ik meen dat een in
het algemeen positieve ontwikkeling gaande
is." Maar hij signaleerde ook dat 'pluriformi
teit soms de eenheid des geloofs en de band der
liefde dreigt te breken'.
Dat gebrek aan eenheid raakte Willebrands
in het hart. Teken van eenheid wilde hij dan
ook vooral zijn als bisschop. Dat was voor hem
de kern van het bisschopsambt. Eenheid van
geloof binnen de gemeenschap, eenheid van
beleid binnen het bisschoppencollege. Die een
heid hoefde geen eenvormigheid te zijn, wel
eensgezindheid.
Was hij in 1977 nog vrij optimistisch, gaande
weg moest Willebrands ervaren dat de ver
deeldheid en polarisatie zo sterk waren, dat
zelfs binnen het bisschoppencollege de eensge
zindheid volkomen zoek was.
Die verdeeldheid verlamde het beleid van de
bisschoppenconferentie. Ten einde raad nam
hij tenslotte zijn toevlucht tot een unieke fi
guur in de katholieke kerk: een bijzondere sy
node van de plaatselijke bisschoppen samen
met de paus, hoogste teken van eenheid in de
kerk.
Hoopvol togen de toen nog zeven Nederland
se bisschoppen medio januari 1980 naar Rome.
Opgetogen kwamen de meesten van hen, onder
wie Willebrands zelf, enkele weken later te
rug.
Maar een jaar nadien, in april 1981 moest hij
teleurgesteld in een brief aan de pastores in
zijn bisdom constateren, dat de synode was
Paus Paulus VI feliciteert kardinaal
Willebrands met zijn aartsbisschopschap
(januari, 1976). - fotoanp
De installatie van Johannes Kardinaal Willebrands als Aartsbisschop van Utrecht in
de kathedraal St. Catharina (februari, 1976). fotoanp
mislukt. „Naarmate de maanden voorbijgin
gen is deze verwachting (van een herstel van
de eenheid) de bodem ingeslagen. Nergens
bleek ware communio, echte gemeenschap. De
bestaande conflicten kwamen opnieuw viru
lent naar voren", klaagde hij.
Die mislukking van de bijzondere synode
vormt ongetwijfeld de kern van het stuk te
leurstelling, waarmee hij Nederland verlaat.
Dat herstel van de eenheid in de gelederen van
de Nederlandse kerkprovincie had Rome wél
verwacht van een man als Willebrands. Een
topfunctionaris binnen het Vaticaanse gezags-
apparaat zou als plaatselijk bisschop toch ze
ker wel snel en doeltreffend doorvoeren wat
vanuit Rome werd voorgeschreven.
Nu had Willebrands zelf met die standpun
ten en richtlijnen weinig moeite. Ze waren ook
zijn standpunten. De fel bekritiseerde Vati
caanse verklaring van 1975 over de sexualiteit,
daar stond hij achter. Toelating van de vrouw
tot het ambt wees hij even overtuigd van de
hand als Rome. En ook een zuiver binnenker
kelijke zaak als de invoering van het nieuwe
Romeinse missaal werd door hem hoogst ern
stig opgevat.
Rechtzinnig in de leer was en is hij zonder eni
ge twijfel. Maar pastoraal gevoelig als hij is,
bestuurlijk bekwaam en wars van elke polari
satie, besefte hij maar al te goed dat elke po
ging om als een 'dwingeland van het geloof' op
te treden tegenover mondige gelovigen met
hun eigen geweten, averechts zou werken. Hij
respecteerde dat eigen geweten, al voegde hij
daar onmiddellijk aan toe dat het zich mede
door het leergezag moet laten vormen.
Bovendien nam hij de medeverantwoorde
lijkheid van zijn medegelovigen, die door het
tweede Vaticaans Concilie was benadrukt,
heel serieus. Hij luisterde. Meer nog: hij hoor
de ook wat er gezegd werd. En daarmee hield
hij rekening in zijn beleid. Om die pastorale
luisterhouding werd hij onlangs op de af-
scheidsvergadering van zijn diocesane pasto
rale raad - die het lang niet altijd met hem
eens was - hogelijk geprezen.
Zij inspireerde Willebrands tot een beleid
dat uitging van de officiële leer, maar tegelijk
zoveel mogelijk ruimte liet binnen de gestelde
grenzen. Als die grenzen soms werden over
schreden, bracht hij het geduld op niet abrupt
in te grij pen.
Dat beleid is kardinaal Willebrands niet altijd
in dank afgenomen, noch te linker noch te
rechter zijde. Koplopers vonden hem niet
vooruitstrevend genoeg, behoudsgezinden
vonden dat hij teveel met de fluwelen hand
schoen werkte. Aan beide zijden werd hij on
derschat.
Willebrands slikte beslist niet alles wat hem
uit Rome werd voorgeschreven. Hij hield het
been stijf tegenover de meermalen herhaalde
eis dat alle gehuwde priester-docenten aan ka
tholieke onderwijsinstellingen zouden worden
ontslagen. Maar hij pakte ook, samen met de
bisschop van Groningen, de geestelijke vor
ming aan van de toekomstige priesters die in
het slop was geraakt na de opheffing van de
groot-seminaries in 1967. En daarbij aarzelde
hij niet een te eenzijdig maatschappelijk ge
richte ATO (Agogisch-Theologische Oplei
ding) als priesteropleiding te schrappen.
Tegenover Rome hield hij staande dat de fi
guur van de pastorale werk(st)er een waarde
volle eigentijdse aanvulling is van de priester
en niet meer weg te denken uit de Nederlandse
verhoudingen. Maar tegelijk brandmerkte hij
elke verdoezeling van het wezenlijke onder
scheid tussen de niet-gewijde pastorale wer
ker en de gewijde priester.
De ambtsvraag speelde ook een grote rol in
Willebrands' contact met de kerken van de Re
formatie. Dat contact stond onder de druk van
het verschil in ambtsopvatting. Tekenend is in
dit verband dat het rapport van de commissie
ad hoc van de Raad van Kerken over 'Inter
communie en Ambt' in de bureaula van de bis
schoppen is blijven steken.
Voor Willebrands was dat contact met de re
formatorische kerken - hoe menselijk en res
pectvol ook in het persoonlij ke vlak - helemaal
een puzzel. Als hoofd van het Vaticaanse se
cretariaat voor de eenheid stond hij in het kli
maat van de brede internationale oecumene.
Op dat vlak staan de oosters-orthodoxe, de-lu
therse en anglicaanse kerken met hun sacra
mentele denken veel dichter bij de rooms-ka-
tholieke kerk dan de calvinistische kerken die
veel sterker geconcentreerd zijn op het Woord.
Zo deed zich de paradoxale situatie voor dat
van de katholieke topoecumeen Willebrands
die op wereldniveau opzienbarende initiatie
ven nam en successen boekte, in eigen land
geen of nauwelijks stimulansen uitgingen voor
de groei van katholieken en protestanten tot
elkaar. Anderzijds was Willebrands' topfunc
tie in de oecumene voor hem nooit een beletsel
om experimenten aan de basis, die buiten het
boekje gingen, toe te laten met de pastorale
mildheid van een goede bisschop.
Met onvermoeibare energie behartigde de pen
sioengerechtigde Nederlander Jo Willebrands
- hij is nu ruim 74 jaar - twee volle dagtaken.
Driekwart van zijn tijd werkte hij in eigen
land, het overige kwart in Rome of elders in de
wereld.
Aan die energie paart hij een merkwaardige
soepelheid van geest. Met het grootste gemak
schakelde hij over van een wereldconferentie
met oosters-orthodoxen naar een pastoraal
probleem ergens in de Achterhoek.
Maar een overbelasting betekende die dub
belfunctie natuurlijk wel, zelfs voor de sterk
ste schouders. Na een jaar vroeg Willebrands
om een hulpbisschop. Het is onbegrijpelijk dat
het Vaticaan hem daar vijf jaar op heeft laten
wachten. Welke werkgever pleegt zó lang
roofbouw op een van zijn grootste talenten?
Daar komt nog bij dat men Willebrands' rech
terhand op het secretariaat in Rome inmiddels
tot bisschop in Spanje benoemde. Over perso
neelspolitiek gesproken
Het moet dan ook op zijn zachtst gezegd pijn
lijk voor Willebrands zijn geweest dat de paus
zich afgelopen zomer tegenover hem ontevre
den betoonde over het functioneren van het se
cretariaat van de eenheid. De kardinaal wees
de paus toen op de praktische onverenigbaar
heid van zijn beide zware taken, die niet lan
ger mocht voortduren. De paus was het daar-»
mee eens. Er moest een keuze worden ge
maakt.
Het tekent de zichzelf wegcij ferende toewij -
ding van kardinaal Willebrands dat hij zelfs
op dat moment geen eigen voorkeur uitsprak.
Hij verklaarde voor elk van beide taken be
schikbaar te zijn. De paus moest het maar zeg
gen. En de paus besliste dat Willebrands terug
zou keren naar Rome. Daarmee zou hij wel
eens de diepste wens van de kardinaal vervuld
kunnen hebben.
De onderbezetting van de top van het secre
tariaat in Rome is mede reden geweest waar
om kardinaal Willebrands eerder naar Rome
vertrekt dan aanvankelijk in zijn bedoeling
lag. Hij had zijn opvolger, waarom hij inmid
dels had gevraagd, een jaar willen inwerken
alvorens hij zelf 75 jaar zou zijn en daarmee
verplicht zijn bisschopsambt ter beschikking
te stellen. Het komende bezoek van de paus
aan Nederland zou een waardige afsluiting
zijn geweest van zijn carrière in het vader
land.
Maar nu de paus beslist heeft dat een bis
schop met langdurige ervaring de Utrechtse
bisschopszetel moest bezetten en hij daarvoor -
tegen het sterke negatieve advies van Wille
brands in - zijn oog heeft laten vallen op bis
schop Simonis, heeft de kardinaal mede op ad
vies van zijn naaste medewerkers besloten zo
snel mogelijk zijn koffers te pakken.
Na acht jaar keert de trouwe zoon terug naar
Rome. De eenheid in zijn vaderlandse kerkge
meenschap heeft hij niet kunnen herstellen. De
oorzaak daarvan moet men niet bij Wille
brands zoeken. Ze ligt in het restauratieve be
noemingenbeleid van het Vaticaan. Men kan
het met Willebrands' beleid eens zijn of niet,
wie eerlijk is zal groot respect hebben voor zijn
integriteit en onvoorwaardelijke toewijding
aan de Kerk, zijn pastorale bewogenheid en
zijn fenomenale werkkracht.
En katholiek Nederland mag hopen dat men
in Rome weet wie daar terug is gekomen. Een
vraagbaak voor alles wat er in dat roerige lage
land bij de zee aan de gang is. Hij is de aange
wezen man om te vertellen hoe men een vol
wassen lokale kerk tegemoet treedt, die dan
wel niet helemaal in het gareel loopt, maar die
volgens Wiilebrands wel kan bogen op 'een ge
weldige inzet bij zeer velen voor de kerk'.
Willebrands en paus Johannes Paulus II.
- foto ap
Dr. Marga Klompé kent kardinaal Willebrands
goed. Zij is al jarenlang lid van de Centrale
Beleidsadviescommissie van de Nederlandse
Kerk. Ze hoeft niet lang na te denken over
haar antwoord. Spontaan zegt ze: „Hij kon op
het eerste gezicht wat afstandelijk zijn. Maar
als je beter kent, zie je ook de plekken in zijn
karakter die hij meestal niet laat zien. Ik heb
de ervaring dat hij goed kan luisteren en veel
geduld heeft. Als er mensen bij hem komen
die in moeilijkheden zitten, is hij echt een har
telijke man".
Mevrouw Klompé kan goed begrijpen dat de
kardinaal nu kiest voor zijn werk bij het secre
tariaat van de Eenheid in Rome. „Hij is op dat
gebied echt een figuur van formaat, die wer
kelijk een bijdrage kan geven aan de oecume
ne. Ik denk dat hij een grotere bijdrage kan le
veren op wereldniveau dan wanneer hij in Ne
derland gebleven was".
Mgr. Jo Damen, oud-rector van het Neder
lands College in Rome en even oud als de
kardinaal: „Wij kennen elkaar al sinds de ja
ren dertig, toen wij beiden in Rome studeer
den. Willebrands is een hele knappe man, die
heel goed weet waar hij het over heeft Zijn
hart is eigenlijk altijd uitgeggaan naar de
oecumene. Daar kende hij alle kopstukken
van. Hij kan er ook heel boeiend over vertel
len Maar de laatste jaren was de top van zijn
secretariaat wat afgebrokkeld. Hij moest kie
zen tussen Rome en Utrecht.
Ik dacht dat het voor hem niet zo moeilijk
was, maar nog kort geleden vertelde hij me
hoezeer hij was gaan hechten aan het Neder
landse werk Het gewone contact met men
sen, het pastor-zijn. Hij kon niet kiezen. Toen
heeft de paus dat voor hem gedaan"
Willebrands was een man met twee gezich
ten. „wat gereserveerd maar voor zijn vrien
den verschrikkelijk hartelijk Je kon ontzet
tend veel plezier met hem hebben", aldus
mgr. Damen
Deken Th. Joosten uit net Limburgse Echt,
ooit bisschopskandidaat voor Limburg en al
jaren de robuuste vertolker van de kerkelijke
orthodoxie
„Het was voor de kardinaal natuurlijk moeilijk
om na zoveel jaren in het buitenland, weer
thuis te raken in Nederland. Dat heeft een he
le poos geduurd. Ik ken hem niet persoonlijk,
althans niet in de zin dat ik een echt gesprek
met hem gevoerd heb Maar ik denk toch dat
hij een principieel man is, die de oprechte be
doeling heeft de kerk te dienen
Dat is hem overigens lang niet in alle opzich
ten gelukt, vindt Joosten. "Ik geloof niet dat
alles wat hij zich had voorgesteld, gereali
seerd is. Ik neem aan dat hij de kerk in Neder
land wilde leiden naar meer éénheid en naar
een verdiept geloofsleven. Dat is er niet uitge
komen. Maar laat ik het oordeel overlaten aan
de geschiedenis en de Heer van de geschie
denis" zegt Joosten kortaf.
Prof. H. Berkhof,jarenlang voorzitter van de
Raad van Kerken in Nederland aarzelt om
een mening te geven over kardinaal Wille
brands. „Ik heb hem nauwelijks meegemaakt
binnen de Raad van Kerken. Zijn zorgen la
gen ergens anders, in Rome, bij het secreta
riaat voor de Eenheid en binnen zijn eigep
kerk in Nederland. Hij is wel even lid geweest
van de Raad van Kerken, dat wilde hij ook se
rieus aanpakken, maar toen hij zag dat hij
daar geen tijd voor had, heeft hij Van Munster
afgevaardigd. Een energiek bestuurder, die
zich toen ook helemaal in die zaken verdiept
heeft".
„Ik kan dus niet veel over hem zeggen. Ik heb
de kardinaal niets te verwijten, ik heb niets te
prijzen. Ook dat laatste bedoel ik niet als ver
wijt, Ik ken hem eenvoudig te weinig. Mijn
contacten als voorzitter liepen via de officiële
vertegenwoordigers van de katholieke kerk
binnen de raad. Maar ik zou niet graag op zijn
stoel gezeten hebben", aldus Berkhof.
I'