Di
HER-REGULEREN
OF RESTAUREREN
[R[§(§[i[L
Oerwoud
Hang naar
oude waarden
keert
regelmatig
terug
ZATERDAG 3 DECEMBER 1983
W2
'E ECONOMISCHE TERUGGGANG
doet velen terugverlangen naar
duidelijke, oude regels. Restauratie heet
dat, maar restaurantie heeft vele
gezichten. Is het 'oog om oog, tand om
tand', eigen rechter spelen, net als
vroeger?
Deze vraag wordt gesteld in deel 5 van de
serie 'Tussen de regels', waarvan de eerste
vier afleveringen hebben gestaan in De
Stem van 5,12,19 en 26 november. Wie op
deze serie wil reageren, kan schrijven
naar De Stem, Postbus 3229, 4800 MB
Breda, met vermelding van 'Tussen de
regels'.
li Richting
Onvoldoende
H Simpel
Uitvaardigen
Zwakkeren
Haat
Er bestaat eigenlijk maar één
rechtsregel: gedraagt u fat
soenlijk. Maar sinds Mozes
met zijn tien geboden kwam,
is het met de regelgeving al
leen maar bergafwaarts ge
gaan. Een journalistieke om
zwerving door Nederland
leert, dat er in brede kring de
zelfde geluiden te horen zijn:
de wet is te moeilijk, er zijn te
veel wetten en de wet wordt
daardoor niet meer nageleefd.
Rechtssocioloog professor mr.dr.
Cees Schuyt constateert dat vanuit de
wetenschappelijke hoek, in zijn boek
je 'Recht en samenleving'. „Ondanks
de toename van steeds meer regels en
rechten, zullen deze regels door om
standigheden van economische en so
ciale aard, steeds moeilijker geëffec
tueerd kunnen worden". Schuyt roept
het beeld van het Italiaanse spoor
boekje op: „Theoretisch en op papier
klopt het allemaal, de tijden en trei
nen zijn keurig aangegeven, alleen
weet je nooit of je er op kunt rekenen
dat de trein op tijd komt".
Waarvoor hij waarschuwt: „Een
samenleving met heel veel regels, die
toch niet erg voorspelbaar zijn in hun
effectuering en effectiviteit, wordt
een ritualistische samenleving". Met
als gevolg, dat de mensen hun eigen
recht gaan creëren: zwart werken, il
legale buitenlandse arbeid, illegale
geldtransacties, gesjoemel met
BV'tjes en fraude met belastingen. Te
veel wetten, die bovendien niet wor
den nageleefd, leidt tot illegaliteit,
„maar dan zonder geuzennaam",
houdt Schuyt voor.
Jan Glastra van Loon.
Jen Dales.
- foto ANP
Maar welke richting moeten we
dan op? Is deregulering het enige al
ternatief? Kappen in de wetgeving en
maar afwachten wat er gebeurt?
Prof. mr. Jan Glastra van Loon ziet
in de aanzetten van het kabinet Lub
bers in die richting niet veel. „De de
regulering wordt nu alleen gezocht in
de produktiesfeer", zegt de oud
staatssecretaris van justitie. „De be
drijven krijgen met minder regeltjes
te maken. Maar daar gaat het volgens
mij eigenlijk niet om. De mensen
moeten minder voorgeschreven krij
gen in hun eigen levensomgeving. Je
moet samen met je buren weer din
gen kunnen regelen, zonder dat daar
een welzijnsambtenaar naast staat".
Ien Dales onderschrijft deze kri
tiek. „De mensen moeten in hun eigen
omgeving met minder wetten te ma
ken krijgen. Het gaat vaak om huis-
tuin-en-keuken-regels. Maar het ka
binet zoekt het nu in zaken als mi
lieuwetgeving. Ik denk dat dat de
verkeerde richting is", vindt de
PvdA-vertegenwoordigster.
Vonhoff is allerminst onder de in
druk van de deregulering, die de coa
litie -waaraan zijn eigen partij deel
neemt- voorstaat. „Je kunt wel zeg
gen, dat de regering bepaalde aanzet
ten geeft om tot een overzichtelijkere,
een beter begrijpelijke wetgeving te
komen. Maar feit is, dat de aanbeve
lingen van onze commissie zeer on
voldoende zijn overgenomen. Ik denk
dat als je zo maar gaat kappen in de
wetgeving er een vorm van negatieve
wetgeving ontstaat met net zo'n cha
os, als waartoe de regelgeving zelf is
verworden. Het politieke inzicht is op
dit moment bij de regering onvol
doende".
Hij geeft daarbij aan hoe het wel
zou moeten: „In feite moet je komen
tot een proces van herregulering, een
herschikking van de wetten, die je nu
hebt. Herregulering is niets anders
dan vanaf de grond af opnieuw de
wetgeving opbouwen".
De oud-minister meent dat de
normvervaging op die manier bestre
den zou kunnen worden. „Ik denk dat
de norm te verbeteren valt, door een
groot aantal zaken niet meer straf
baar te stellen. Dan hebben we auto
matisch minder botsingen tussen
menselij ke gedragingen en opgelegde
normen".
Het is voor de kritische lezer niet
moeilijk om Vonhoff een te simpele
visie toe te schrijven. Maar de vraag
is in hoeverre verwijten op de plaats
zijn. Een te groot aantal wetten leidt
zonder meer tot een inflatie van de
normen, die daarin worden opgelegd.
De enige manier om die normen toch
te handhaven is een genadeloze con
trole. Afgezien van de vraag of die
controle financieel en organisatorisch
Henk Vonhoff.
mogelijk zou zijn, ligt er ook de prin
cipiële kwestie, of het wenselijk is dat
achter elke burger een ambtenaar
over de schouder mee kijkt. Enkele
maanden voor de aanvang van 1984
lijkt het welhaast overbodig die
vraag met 'neen' te beantwoorden.
Een herregulering van wetten ver
eist een diepgravende discussie over
wat we wel en wat we niet willen re
gelen. Daarbij moeten prioriteiten
worden gesteld: niet het instellen van
een wet verandert een bestaande si
tuatie, maar de controle op de hand
having ervan. Ofwel: als we een wet
willen instellen, moeten we dat pas
doen, als we die controle kunnen ga
randeren.
Een logische zaak? Het Uniser-
schandaal heeft aangetoond dat een
milieuwetgeving nog geen schone
omgeving oplevert, met het instellen
van een anti-discriminatiewet is het
gedrag van de gemiddelde man nog
niet sexe-neutraal en 100 kilometer
op de snelweg geeft de automobilist
het gevoel stil te staan, als hij zelfs le
lijke eenden ziet passeren.
Een logische zaak? De commissie
Geelhoed, die de regering moet advi
seren over het afschaffen van over
bodige of slecht werkende voorschrif
ten, meende dat de verplichte auto
keuring haar doel niet zou bereiken.
Met name de twintig procent auto's
die gecontroleerd dienen te worden,
zouden niet onder het deskundige oog
van de keurmeester komen. Toch
doen, vindt de Tweede Kamer, want
er zit al zoveel geld in. De Raad van
State wijst de regering erop, dat het
voorstel om tweeverdieners zwaarder
te belasten nog onvoldoende uitge
werkt is en dat de controle te ver kan
ingrijpen in de persoonlijke levens
sfeer van mensen. De staten-generaal
laat dat advies links liggen.
Politici zoeken het vaak in korte
termijn werk zeggen juristen en poli
tici. Ien Dales bijvoorbeeld: „De korte
termijn visie verdringt vaak de lange
termijn, daar ben ik erg ongelukkig
mee. De grote kwaal is dat voor
structurele veranderingen er snel en
kele departementen bij betrokken
zijn, waardoor dat erg bureaucratisch
werkt. Dat korte termijn werk is
eveneens een gevolg van de drang
- FOTO GER DIJKSTRA
van politici om iets te laten zien. Dat
is een punt, hoor, dat moet je natuur
lijk ook doen. Voor langere termijn
zaken is het moeilijker, daar moet sa
menwerking voor zijn, werkgroepen
oprichten en de oogst van dat werk
kan wel eens voor de opvolger zijn'"
„Bij kamervragen kun je je vaak
afvragen of dat middel nou zo zinvol
is. Als je een probleem aan de hand
hebt, kun je soms net zo goed de
staatssecretaris even bellen, dan is
het vaak veel sneller opgelost".
Politieke voormannen van dit land
hebben tot op heden grote namen op
gebouwd, door wetten uit te vaardi
gen, variërend van de grondwet van
Thorbecke tot de verzorgingsstaat
van Drees. In dat licht is het goed
verklaarbaar dat weinig politici zin
hebben om de historie in te gaan als
de afschaffer van het kinderwetje
van Van Houten of iets dergelijks.
Afschaffen wordt als destructie be
schouwd.
Toch moet men zich bezighouden
met de vraag wat het alternatief is.
De 'ritualistische samenleving' van
prof. Schuyt is een crisis van de
rechtsstaat. Hoewel de wet er is om
willekeur en het recht van de sterkste
tegen te gaan, worden die juist ver
sterkt, als slechts een enkele 'goeiige
sul' nog zijn belasting juist opgeeft,
als degene wiens fiets gestolen wordt
er niet op kan rekenen dat de politie
zich met die diefstal zal bezighouden
en er particuliere bewakingsdiensten
op straat verschijnen, omdat de poli
tie handen en voeten te kort komt om
de veiligheid in winkelcentra en rond
voetbalvelden te garanderen.
De opkomst van de veiligheids
diensten is een terugkeer in de rich
ting van de 'eigenrichting', het recht
in eigen hand nemen. De veiligheids
diensten verschijnen op appèl van de
gene die de rekening betaalt en alleen
bij de politie zijn we dat allemaal.
Eigenrichting, die ook optreedt als na
het cafébezoek de fiets van eigenaar
is verwisseld en uit woede een andere
tweewieler wordt meegenomen.
Eigenrichting is het recht van de
sterkste, van de brutaalste. En gaat
dus natuurlijkerwijs ten koste van de
zwakkere in de samenleving. Als ons
IN NEDERLAND*
DOOR HENK BOOT EN WILLEM REIJN
wordt voorgehouden, dat je met een
gekorte uitkering ook wel eens een
oud vrouwtje van een tasje kunt be
roven, dan gaat dat ten koste van een
zwakkere.
Juist de zwakkeren in de samenle
ving moeten kunnen rekenen op
voorspelbare regels en met name ook
op een voorspelbare naleving. Een
herregulering zou daarbij kunnen
helpen. Die herregulering mag geen
nieuw soort conservatisme oproepen.
Vanuit traditionele hoek wordt met
een herstel van normen en waarden
gewoonlijk geduid op zaken, waar in
een onze samenleving de overheid
geen taak meer dient te hebben: fat
soensnormen ten aanzien van zaken
als sex voor het huwelijk, bemoeilij
ken van echtscheiding en het verbie
den van allerlei soorten lectuur.
Bij een gewenste herregulering
dient een aantal algemeen geaccep
teerde normen en waarden, die van
oudsher nodig zijn om een samenle
ving draaiend te houden, overeind te
houden èn te controleren. Normen als
'gij niet zult stelen' en 'gij niet zult
doden' zijn voorschriften, waar men
niet omheen kan. Het ontkennen van
deze problematiek, door consequent
cijfers als niet verontrustend te om
schrijven, helpt niet.
Men moet er op kunnen vertrou
wen dat regels worden nageleefd. Die
voorspelbaarheid geldt voor veel ge
bieden. Milieuwetgeving is geen doel
op zich, er dient te worden gecontro
leerd of er vervuiling plaatsvindt,
bouwverordeningen bestaan niet om
de ambtenaren bezig te houden, maar
om het niet een te grote janboel te la
ten worden.
Sociale wetgeving moet doorzichtig
zijn, zodat iedereen weet wat zijn
rechten en plichten zij n. Als een com
missie Veldkamp meer dan tien jaar
nodig heeft om orening te brengen in
deze problematiek, dan is duidelijk
dat de burger (voor wie die wetten
juist zijn gemaakt!) er helemaal geen
weg in kan vinden.
Het is niet vreemd, dat die proble
matiek juist nu, tijdens een economi
sche recessie, de kop zo sterk op
steekt. De onvrede kon tot 1978 nog
worden afgekocht, want geld was er
voldoende voor handen. Dat de buur
man fraudeerde met zijn uitkering of
zijn bedrijf, was verwerpelijk, maar
niet ergerlijk, want je kreeg er zelf
ook geld bij. Werd je fiets gestolen,
dan kocht je een nieuwe van het extra
verdiende geld.
Die tijd is voorbij. De maatschap
pelijke onzekerheid is tot in de porte
monnee doorgedrongen. De onvrede
uit zich in een verschijnsel als een
Centrum Partij, die nog sterker de
haat tegen politici dan tegen buiten
landers predikt, in genoemde eigen
richting en in een snel groeiende cri
minaliteit, witte-boorden of zwarte-
handen.
Wie geen voelsprieten heeft voor
die onvrede, staat inderdaad versteld
van de zetelwinst van de Centrum
Partij in Almere. Janmaat heeft die
voelsprieten in ieder geval bij het or
ganiseren van die onvrede. Vlak
voordat hij met vakantie ging, zei hij
ons: „We komen met zeven zetels te
rug in de Kamer bij de volgende ver
kiezingen, En u moet het mij niet
kwalijk nemen als het er tien zijn".
„Neen, u niet", hebben wij uit de
grond van ons hart geantwoord. Maar
de dames en heren politici, die (god
betere het!) zeis over de bestrijding
van de CP nog ruzie staan te maken
(Van de Berg versus Kamminga) zul
len zeker ter verantwoording geroe
pen mogen worden. De politici moe
ten de onvrede zien weg te nemen,
voordat de georganiseerde onvrede de
maatschappij in een richting van de
magogen drijft.
De restauratie van een aantal oude
normen en waarden lijkt in een tijd
van economische recessie onafwend
baar. De slechte financiële omstan
digheden maken mensen eerder con
servatiever dan progressiever: hou
den wat je hebt. Op de lange termijn
golven van de economie drijven de
lange golven van normen en waar
den.
Na de Franse revolutie kwam de
restauratie, komt er na het industrië
le tijdperk eveneens een restauratie?
Het lijkt welhaast onafwendbaar, al
zal die restauratie zich in een nieuwe
gedaante aandienen. 'L'histoire se re-
pète', maar de bestuurders kunnen
die herhaling in een bepaalde rich
ting sturen.
Willen we de democratie niet al
leen met de mond maar juist met da
den belijden, zullen we moeten zor
gen voor een maatpak van regels. Jan
Glastra van Loon spreekt over de
pendulebeweging binnen de samenle
ving. „Als de pendule te ver uitslaat,
wil de klok niet meer lopen".
De klok van de democratie moet
blijven lopen. Want op de vuilnisbelt
van de democratie groeit onkruid.
Dat heeft de geschiedenis eens te veel
bewezen. Slordig wieden helpt daar
bij niet.
Geraadpleegde literatuur:
- Het Blauwe Leger (De politie in Ne
derland) Bert Bommels,
- RIAO Congres, Bundels I en II, met
daarin opgenomen een onderzoek van
prof. C. Schuyt naar duizend daden
van burgelijke ongehoorzaamheid in
de jaren 1968-1981,
- Recht, Orde en Burgelijke Ongeh
oorzaamheid - dr. C. Schuyt (disserta
tie 1972),
- Recht en Samenleving - dr. C.
Schuyt,
- Normverleggend Gedrag en Justi
tieel Beleid - prof. A. 't Hart en J.
Broekman,
- Moordenaars, studenten en ander
volk - mr. J.J. Ahspoel,
- Vandalisme, een onderzoek naar
vandalisme in Amsterdam.
Wilt u deze serie 'Tussen de regels'
straks op handig formaat bewaren?
Bij voldoende belangstelling laten
we de artikelen als brochure her
drukken. U kunt er nu voor inschrij
ven, tegen betaling van 2,50 inclu
sief verzendkosten. Stuur onder
staande bon plus betaalcheque aan:
De Stem afd. Promotions, Postbus
3229, 4800 MB Breda. Of afgeven
bi] een van onze rayonkantoren.
tl NSCHRIJFBONê
Naam:
Adres:
Woonplaats:
JA, stuurt u mij straks de complet
te serie als brochure, tegen beta
ling van 2,50. Dat bedrag sluit ik
bij als girobetaalkaart of bankbe-
taalcheque.
Door Bert van Velzen
De schoolklas is een oerwoud.
Tarzan raakt er van de kook.
Een slangenkuil. Eenfolterly,.
mer. Behalve een leraar voor
wiens aangezicht wij sidderen,
een sarcastische bosgod, als
mede een mathematicus die
zich voortbewoog op een oud
motorfietsje met slepende
knalpijp, stommelen de overi
gen naamloos door de herin-
nering. Maar nooit zal ik de
dikke lucht vergeten die door
de arena's van ons onderwijs
woei, het adembenemende
geurenpakket dat eenmaal per
week gereinigde pubers weten
af te scheiden.
Nu begrijp ik waarom leraren
zich zo vaak wat bleekjes on
der een raam posteerden. We
gedroegen ons soms als lam
meren; wanneer er bijvoor
beeld werd voorgelezen uit
Adriaan en Olivier of we ons
mochten bescheuren om com
missaris Koperbuik. En soms
waren we jakhalzen, aasgie
ren, addergebroed, bezig met
het sadistische ritueel dat le
raren de vernieling in kan ja
gen.
Leraartje pesten. Stinkbom-
metjes. langdurig gekauwde
doorfluimde kledders papier
spatten uiteen op het school
bord of, mooier nog, op de
schrijvende hand van de le
raar. Vreemde geluiden ver
scheurden de stilte. Hoonge
lach begroette het vredesplei-
dooi van de getergde. Nu pas
weet ik hoezeer er in het
krochtig hellegat van de klas
is geleden. En het is er niet be
ter op geworden. Als vroeger
een leraar werd weggepest be
gon hij elders een nieuw le
ven, gelouterd door de folte
ringen van zijn beulen. Deze
mensen voorzagen zich van
wat Bordewijk noemde „een
bril van bloed"enzij verover
den indrukwekkende en soms
vreesaanjagende bijnamen: de
beul, Goliath, de Wreker.
Nu gaan ze reddeloos ten on
der.
Bij Sonja Barend verschenen
in de week voor Sinterklaas
enkele hedendaagse onderwijs
terrorist)es, die zeer geschoold
bleken in het pesten van lera
ren. De methodiek deed ouder
wets aan. Zo moet het reeds in
de dagen van Ot en Sien zijn
gegaan. Martin had een voor
beeld. Toverballen tijdens het
gebed over de houten vloer
ener christelijke mavo! Er leek
nog hoop voor deze onrustspe
cialist. Hij zei: „Achterafzeg
je, dat is natuurlijk hartstikke
lullig, want die man zit er ook
om zijn geld te verdienen...".
Jeannette kon dat minder
schelen. „Ja", zei ze wellustig
„netzo lang klieren totdat de
traantjes eruit springen. Ik
vond het gewoon schitterend
om te doen. Die kleuren vanze
vind ik gewoon allerlei tover-
balkleuren. Echt heel leuk..."
Over de tranen die ze veroor
zaakt: „Als-ie begint te huilen,
nou, dan moet ik zo verschrik
kelijk lachen, dan lig ik flauw
over m'n bank heen". Een fij
ne meid.
„Ja", zei een Nijpelse knaap
met een fijne neus voor hei
belkansen: „Het is een soort
recht van de sterkste op een
gegeven moment". De wet van
het oerwoud dus. De leraar die
niet is opgewassen tegen het
gespuis in zijn klas wordt over
de kling gejaagd. De vernie
ling in gepest. Afgemaakt.
Uit een recente studie blijkt
dat een leraar, die ongeschon
den zijn pensioen haalt, in Ne
derland een uitzondering is
geworden. De kans dat een le
raar van vijftig jaar voor het
bereiken van zijn pensioenge
rechtigde leeftijd wordt afge
keurd is bijna 55 procent. De
Jeannettes van deze wereld le
veren daaraan een forse bij
drage. Er is weinig begripvoor
leraren. Als hun kind geen
Einstein blijkt geven veel
ouders het onderwijs de
schuld.
En heel wat leerlingen zijn fa-
talistisch, pessimistisch en on
gemotiveerd „omdat ze toch
niet aan de bak komen". De
school is nooit een paradijs ge
weest, maar nu is het leven
voor veel wat oudere leraren
een hel. Ze gaan op hun wenk
brauwen naar huis en met
buikpijn naar school. We mo
gen geen oud-Hollandse
schandpaal neerzetten op het
schoolplein om daar de door-
traptste treiteraars in vast te
klinken, want dat is gemeen
Het valt me mee dat er nog
geen gekgepeste leraar op
school is verschenen met een
vioolkist met daarin een auto
matisch wapen om de kalmte
in het oerwoud te herstellen
Nee, ze laten een traan en ze
fietsen weg. We hebben het
jaar van de Vrouw gehad en
het Jaar van het Kind. Wat
mij betreft mag 1984 hetjaar
van de leraar worden, de grot
broer van wie we niets te vre
zen hebben.