SLECHT
over 'inle
en tweed
Westduitser in plaats van Wubbo Ockels de ruimte in
E,
Nederlands onderzoek in Spacelab-1
Over Sanne
ZATERD AG 19 NOVEMBER 1983
[ZATERDAG 19 NO\
tEN Nederlander zal zich een tikje droevig voelen
als volgens de plannen op 28 november aanstaande
om 17.00 uur de Amerikaanse spaceshuttle Columbia
op een toren van vuur naar de ruimte klimt. Die
landgenoot is dr. Wubbo Ockels (37), een goedlachse
Gro ningse natuurkundige en astronaut van beroep.
Hij mag nu grondwerkverrichten in Houston.
Europa
Blokkendoos
Uniek
Onderzoek
Experimenten
Toekomst
yt'A
ucky Luke: Fini
KevowsfZ
%>ie Happie En
I^T
wsr.'
1
jE HOORT de laatste tijd
op tv en je leest 't in
verdienen omdat ze mo
steeds minder overhoudt
een uitkering hebben, krijc
De meeste mensen hebbe
best goed gehad. Bijna
bankstel of 'n zitkuil, noen
Dat is nu aan het
vanzelfsprekend dat je 'n i
je van alles maar wegge
jarenlang het geval is ge\
vuilnisbak. Nieuw bankstel
't naar de vuilnisbelt. Er i
eens een tentoonstelling g
ingericht met spullen die b
't. Je kon er zo intrekken
Onze Umdgenoot Wubbo Ockels krijgt tijdens de training elektroden opgeplakt door Ulf Merbold. Ockels komt pas in 1985
aan de be i irt voor een retourtje ruimte.
Deze opengewerkte tekening laat zien hoe Spacelab in het laadruim van de shuttle wordt vervoerd.
Spacelab: Onderzoek op hoog niveau
Door Piet Smolders
Niet zo lang geleden nog
hoopte Wubbo Ockels zelf aan
boord te zijn van dat ruimte-
vliegtuig, op weg naar een
unieke opdracht hoog boven
de aarde: negen dagen lang
onderzoek en experimenten
doen in Spacelab, het in Euro
pa gebouwde ruimtelaborato
rium. Maar de man die als
eerste de Europese ruimte
vaartgemeenschap gaat ver
tegenwoordigen is de West-
Duitser Ulf Merbold (42).
Samen met de Amerikaan Byron
Lichtenberg (35) zal hij in Spacelab de
meest uiteenlopende onderzoekingen
verrichten. Wubbo blijft aan de grond
als de voornaamste contactman van
de astronauten in Mission Control,
Houston.
Tijdens deze negende vlucht van
een spaceshuttle (STS-9) zal veteraan
John Young (53), die ook de eerste
testvlucht met de shuttle maakte en
in een tamelijk ver verleden zijn spo
ren op de maan achterliet, comman
dant zijn. Piloot is Brewster Shaw
(38). Verder zijn er nog twee vlucht-
specialisten aan boord, Owen Garriot
(52) en Bob Parker (46). Voor het eerst
gaat bij deze vlucht een zeskoppige
bemanning de ruimte in.
Ruimtespecialisten ('mission spe
cialists') zijn verantwoordelijk voor
het functioneren van alle technische
systemen van de shuttle en voor de
lading die hij vervoert. Mensen als
Ockels, Merbold en derde Europese
astronaut Nicollier worden in het on
vertaalbare NASA-jargon 'payload-
specialist' genoemd. Zij zijn niet op
geleid om het ruimtevliegtuig te be
sturen of toe te zien op de vracht,
maar om wetenschappelijk werk te
doen in de ruimte. Alle drie hebben ze
een universitaire studie achter de rug
en zijn doctor in de wis- en natuur
kunde.
Wubbo Ockels is nu wel over de
grootste teleurstelling heen: „Ik be
schouw het als mijn voornaamste
taak'ervoor te zorgen dat de 72 ver
schillende experimenten die moeten
gebeuren goed zullen verlopen'en dat
we uit die betrekkelijk korte vlucht
zoveel mogelijk gegevens krijgen.
Natuurlijk: ik ben al sinds 1977 in
training, maar dat is op zich al een
geweldige ervaring geweest. En ik
ben officieel aangewezen voor een
volgende Spacelabvlucht, die voor
1985 op het programma staat. Gewoon
nog even wachten dus".
Naar verwachting zal met deze zo
genaamde D-l missie (een onderne
ming die grotendeels door Duitsland
wordt betalad, vandaar de D) ook
Europa's derde ruimteman, de Zwit
ser Claude Nicollier (38) de ruimte in
gaan.
In 1973 werd een overeenkomst ge
tekend tussen NASA en het Europese
ruimtevaartagentschap ESA. Daarbij
werd afgesproken dat binnen het
Amerikaanse spaceshuttle-project
ook Europese astronauten de kans
zouden krijgen in de ruimte te wer
ken. Dat zou moeten gebeuren in een
ruimtelab dat in Europa zou moeten
worden gebouwd: Spacelab. Na enke
le jaren vertraging (vooral door pro
blemen met de spaceshuttle en recen
telijk nog door moeilijkheden met een
van de grote opduwraketten van het
ruimtevliegtuig) is Spacelab nu klaar
voor zijn maidentrip.
Het lab wordt de ruimte in gedra
gen door de shuttle, maar blijft ook
gedurende de hele tocht aan boord.
Het wordt dus niet uit het laadruim
gezet, zoals dat met kunstmanen ge
beurt, want Spacelab is voor 'gas, wa
ter en elektra' afhankelijk van het
ruimtevliegtuig. Ook de verblijven
van de Spacelab-mannen zitten in de
shuttle. In Spacelab zelf wordt alleen
maar gewerkt en niet gewoond. Tij
dens de vlucht staan de grote vracht
deuren van de shuttle open, zodat de
Spacelab-astronauten naar buiten
kunnen kijken, foto's maken en me
tingen doen.
Het Spacelab-ontwerp berust op de
filosofie van de blokkendoos. Het lab
555 Tijdens de eerste vlucht van Spacelab komen drie Nederlandse experimen-
ten aan bod:
555 - Het gedrag van vloeistoffen in gewichtloze toestand is een experiment af-
l= komstig van het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium. Dit onder-
555 zoek wordt vooral gedaan om meer te weten te komen van de relatie tussen
bewegingen van een satelliet en bewegingen van vloeistoffen, zoals bijvoor-
beeld brandstoffen in tanks. Dit onderzoek is van groot belang met het oog
555 op de stabiliteit en standregeling van satellieten. Het NLR heeft aan boord
van Spacelab een viertal doorzichtige vaatjes met perspex, met telkens een
andere inwendige vorm. De bewegingen van de vloeistof (siliconenolie) in
EEE elk vaatje worden gefilmd.
ESS - In een oventje aan boord van Spacelab worden experimenten gedaan in
§55 verband met de stolling van een bepaald soort gietijzer. De TH Delft wil dit
555 stollingsproces onderzoeken zonder dat daarbij de zwaartekracht storend
5= werkt.
- De Universiteit van Nijmegen onderzoekt aan boord van Spacelab de in-
vloed van harde straling op een visueel pigment in het menselijk oog, Rho-
555 dossine. Centraal staat de vraag of harde kosmische straling, die ook in
Spacelab doordringt, gevaar kan opleveren voor het gezichtsvermogen van
de astronauten.
Ulf Merbold, de eerste vertegenwoordiger van Europa in de ruimte.
bestaat uit elementen waarvan er -
afhankelijk van het doel van een be
paalde vlucht - meer of minder kun
nen zijn. Er zijn twee hoofdmoten:
een drukcabine, waarin mensen in
hemdsmouwen hun werk kunnen
doen én een of meer open pallets.
Daarop staan instrumenten die in va
cuum beter werken dan onder druk.
Bijvoorbeeld telescopen en camera's.
Deze apparatur wordt van binnenuit
bediend. Hooguit moet er zo nu en
dan een vluchtspecialist in ruimtepak
naar buiten om een filmcassette te
verwisselen. De wetenschaps-astro-
nauten mogen dit niet: zij moeten
binnen blijven.
Zowel bij de drukcabine als bij de
pallets is er sprake van het blokken-
principe. De drukcabine bestaat uit 1,
2 of 3 elementen en op dezelfde ma
nier kunnen er meer of minder pal
lets zijn. Het Spacelab-ontwerp is dus
erg flexibel. Er kan zelfs zónder
drukcabine worden gevlogen. In dat
geval kunnen in het laadruim vijf
pallets staan, die vanuit de shuttleca
bine worden bediend.
De elasticiteit van Spacelab wordt
nog vergroot doordat alle apparaten
in de drukcabine in gemakkelijk te
vervangen rekken zijn gemonteerd.
In feite kan alle apparatuur zó naar
buiten worden gereden als Spacelab
weer terug is op aarde. Het is dus ge
makkelijk ook het inwendige van een
Spacelab-module af te stemmen op
een nieuwe vlucht met nieuwe in
strumenten. Elk Spacelab-blok is be
rekend op tenminste vijftig vluchten.
„Spacelab", zei Wubbo Ockels ons
onlangs, „biedt ons unieke mogelijk
heden om drie redenen: we gaan snel,
we gaan boven de dampkring en we
zijn gewichtloos".
Goed beschouwd heeft al het werk
dat in Spacelab tijdens de komende
jaren zal worden gedaan direct te
maken met een of meer van deze drie
factoren. Snelheid (eens om de aarde
in anderhalf uur) betekent dat grote
delen van onze planeet in korte tijd
kunnen worden onderzocht en gefo
tografeerd.
Dat Spacelab boven de atmosfeer
zit (248 kilometer hoog) betekent dat
alle uit het heelal afkomstige straling
kan worden opgevangen. Het grootste
deel van die straling bereikt het
aardoppervlak niet, omdat de damp
kring deze tegenhoudt.
De gewichtloosheid biedt unieke
mogelijkheden bij het onderzoek van
die processen waarbij op aarde de al
tijd aanwezige zwaartekracht in po
sitieve of in negatieve zin een grote
rol speelt.
Het onderzoek dat in Spacelab kan
worden gedaan kan verdeeld worden
in enkele belangrij ke categorieën
- Het bestuderen van de aarde. Vja
camera's en meetinstrumenten kun
nen de astronauten vanaf hun 'loge
plaats' belangrijke geologische en
geografische informatie krijgen die
toegepast kan worden op uiteenlo
pende gebieden zoals ruimtelijke or
dening, transport, kartografie, mi
lieuverkenning, landbouw, visserij,
navigatie, weersvoorspelling en het
zoeken naar delfstoffen.
- Sterrenkunde. De wisselwerking
tussen de straling van de zon en het
aardse milieu is erg belangrijk bin
nen het Spacelab-programma. Maar
ook planten, kometen, sterren en
sterrenstelsels kunnen veel beter
vanuit Spacelab worden bekeken dan
vanaf de aarde, vanwege de filteren
de en vertroebelende werking van de
dampkring.
- Biologie en medicijnen. Over de in
vloed die gewichtloosheid en stralin
gen op korte en op langere termijn
uitoefenen op mens, dier en plant is
nog onvoldoende bekend. Bovendien
kunnen in de ruimte, bij afwezigheid
van zwaartekracht, medicijnen wor
den gemaakt in hoeveelheden en van
een zuiverheid, die op aarde niet of
tegen zeer hoge kosten te bereiken
zouden zijn. Nu al mogen we ver
wachten dat de farmaceutische in
dustrie in de ruimte straks een grote
vlucht zal nemen.
- Industriële en technologische pro
cessen. Nieuwe legeringen kunnen in
de ruimte worden gemaakt uit mate
rialen van verschillend soortgelijk
gewicht. Op aarde zijn die niet of niet
goed te mengen vanwege de zwaarte
kracht, maar in de ruimte natuurlijk
wel. Ook kunnen we in de ruimte
grote kristallen laten groeien (onder
andere te gebruiken in de elektroni
ca) omdat ze niet zo snel breken als
onder aardse zwaartekracht. Boven
dien kunnen die kristallen veel zui
verder zijn omdat ze tijdens de groei
vrij kunnen zweven en niet in aanra
king hoeven te komen met de wand
van het vat. Tenslotte kunnen onder
delen voor toekomstige satellieten en
ruimteverkenners in Spacelab onder
ruimtecondtities worden getest.
Voor de eerste Spacelab-vlucht zijn
in maart 1980 72 experimenten vast
gesteld. Die worden uitgevoerd met 36
verschillende instrumenten, 12 af
komstig van NASA en 24 van ESA. De
beide ruimtevaartorganisaties heb
ben de beschikbare nuttige last van
Spacelab verdeeld op basis van ge
wicht. De NASA-instrumenten zijn
dus duidelijk gemiddeld zwaarder.
De totale instrumentenmassa is 3.000
kilo. De instrumenten zijn deels on
dergebracht in de Spacelab-module
en deels op het open pallet. Van de 72
experimenten zijn er 56 van Europese
oorsprong, 15 Amerikaans en één Ja
pans. Drie experimenten zijn afkom
stig uit Nederland (zie kader).
Twee van de standaardrekken in
de Spacelab-module zijn helemaal
gewijd aan materiaalkundig onder
zoek. Hierin worden alleen al 30 ex
perimenten gedaan. Dat gebeurt on
der meer in kleine oventjes en
vaatjes, waarin proeven worden ge
daan op het gebied van metallurgie,
kristalgroei, glas en keramische ma
terialen en in verband met het gedrag
van vloeistoffen en gassen in ge
wichtloze toestand.
De studie van de aarde is tijdens
deze vlucht deels gericht op het on
derzoek van de dampkring. Drie ex
perimenten van ESA en een van NA
SA worden gebruikt om verschillende
lagen van de atmosfeer af te tasten,
terwijl ook foto's worden gemaakt. In
het 'dak' van Spacelab kan door de
astronauten een grote camera wor
den aangebracht voor zeer nauwkeu
rige fotografie van het aardopper
vlak. De gebruikte film is liefst 24
centimeter breed.
Aan boord van Spacelab is ook ra-
darapparatur die het voordeel heeft
dat zowel overdak als 's nachts beel
den van het aardoppervlak kunnen
worden gemaakt en onder alle weers
omstandigheden.
Op het terrein van biologie en rae-l
dicij nen worden 15 experimenten uit-1
gevoerd (8 ESA en 7 NASA) onder an-1
dere over het gedrag van het mense-1
lijk evenwichtszintuig in gewichtlozeI
toestand en de invloed van kosmische!
straling op levende wezens. De astro-1
nauten nemen bij elkaar ook bloed-1
monsters voor later onderzoek opl
aarde en er zullen experimenten mei I
planten worden uitgevoerd. Onder I
meer wordt de groei van zonnebloe-|
men bij gewichtloosheid bestudeerd.
Na de eerste Spacelabvlucht staan I
in elk geval nog vier missies op het I
planbord. Drie ervan worden bekos-1
tigd door NASA en een ervan groten-
deels door Duitsland, de D-l vlucht.
Door een wijziging in de plannenl
komt Spacelab-3 nu voor Spacelab-l l
Vlucht drie moet in september vol-f
gend jaar vertrekken met alleen!
Amerikanen aan boord. Spacelab-![
volgt in december van dat jaar, maar!
dan zonder module: alle instrument
ten staan op pallets en ze worden!
door de shuttle-bemanning vanuit del
cockpit bediend. In juni 1985 krijgt 1
Wubbo Ockels eindelijk zijn kans me! I
de D-l vlucht en het is zelfs mogelijkI
dat die keer alle drie de Europese|
astronauten aan boord zullen zijn.
Tenslotte vliegt NASA in 1985 nogl
de Spacelab-4 missie, ook weer mell
uitsluitend eigen personeel.
De betekenis op lange termijn vanj
het Spacelab-programma voor dej
Europese gemeenschap is op dit mo
ment moeilijk te schatten. Ulf Mer
bold, ESA's eerste vertegenwoordiger
in de ruimte: „Ik hoop dat dit pro
gramma op langere termijn waarde-;
vol zal blijken. Ik denk dat het voor
landen die op export gericht zijn, zo
als de Westeuropese landen, erg be
langrijk is om nieuwe dingen te ont
wikkelen en deel te nemen aan be
mande ruimtevluchten omdat dit een
bewijs is dat hun industrie en hun
economie in staat zijn aan te sluiten
bij de zich snel ontwikkelende tech
nologie. Ik hoop van harte dat de
Europese politici ESA zullen helpen
ervoor te zorgen dat ook op lange ter
mijn de Europese landen betrokken
blijven bij deze ontwikkelingen. Ik
vind dat we bewezen hebben dat wej
het vakmanschap en het organisatie
talent bezitten om het te doen. Het is.
nu aan de politici om te garanderen!
dat deze bekwaamheden ook in de
toekomst gebruikt zullen blijven]
worden".
Dat is nu aan het verand
mensen die naar gebruikte
die weer op te lappen. Je z
handkar. Ouwe spullen
gebruikt. Tweedehandskle
misschien weer 'n beetje ti
welvaart, of we dat nou Ie
zonder luxe, zonder auto,
zonder 'n speelgoedka
barbiepoppen Dat kun je
schrijfster Nienke van Hiel
het leven van arme arbeide
eeuw in Friesland. Haar be
wordt nog steeds gelezei
hieronder meer over lezen
OP woensdagavond
t.v.-serie Sanne uit
naar gekeken.
Hoofdpersonen zijn San
die nog op school zit en Chi
I haar vriend. Ze word
fantastisch gespeeld dc
Lotje Lohr en Anne Buurrr
Het onderwerp staat op
moment erg in
belangstelling: de plaats!
I van kruisraketten
Nederland In de serie mag I
volk daar zelf over besliss
door een volksstemming, e
referendum Waarschijnlijk
een kleine meerderheid vó
plaatsing zijn.
Sanne en Chiel zijn tege
tegen de kruisraketten, tegi
alle wapens. Ze hebben h
gevoel dat daarover prat<
met meer helpt. Er is
jarenlang gepraat
gedemonstreerd en
bewapening gaat gewoc
door: Sanne en Chiel voele
zich machteloos. Dan doen
iets om te maken dat er èc
naar hen geluisterd wordt H<
het verder gaat, kun je in c
laatste twee afleveringen zier
In Nederland zijn
vredesgroepen. Zij zullen oi
wel eens denken: Wat hel
het allemaal, we kunnen net l
goed stoppen. En toch dedc
er aan de tweede gro
vredesdemonstratie me
mensen mee dan aan c
eerste. Zou dat ook zo zijn a
er geen vredesgroepen ware
geweest Vredesgroepe
hebben zelfs invloed op h
leger Dat staat in een bos
PEZfLFpe kambk.
PA44PELP TEIZa£>!
i» JU'
NÓOP4 N)£
T~
fel
&AAT
<SÖ3Gt/-
xasu
Spacelab in de montagehal op Cape Kennedy, klaar om in het
van de shuttle Columbia te worden neergelaten. De witte verpakking J
het ruimtelab beschermen tegen oververhitting door de zon. -FO,oS I
OAnr/ri
viTC'