Don: „Hoe houden wé kerkleiding bij de basis?" Ex-burgemeester Bergen op Zoom vertaalde en G Vc Punk ZATERDAG 19 NOVEMBER 1983 W2 ORIGE week trad de Mariënburggroep voor het eerst naar buiten. De groep bestaat uit ruim veertig mensen uit de wereld van kerk, wetenschap, maatschappelij ke organisaties en de media. Het initiatiefertoe werd eind 1981 genomen. De gespannen situatie, de vastgelopen communicatie en het wantrouwen in de Nederlandse katholieke kerkgemeenschap waren de onderwerpen van gesprek. Bezorgdheid ook over het gevoerde kerkelijke beleid, de onvruchtbare polarisatie en het afhaken van steeds meer mensen. v EWOON, omdat ik er plezier in heb. Verder heb ik geen enkele pretentie." Dat zegt drs. Louis van de Laar, ex-burgemeester van Bergen op Zoom, maar allesbehalve 'in ruste'. Hij vertaalde twee befaamde gedichten van de Romeinse dichters Vergilius en Horatius, uit de laatste eeuw voor Christus. Uitgever Magda Heeffer maakte er een mooi boek voor bibliofielen van. De in rood linnen gevatte bundel, met goudopdruk, kost f75.-. Overtreffen Ritmiek Heilsverwachting imu.,, III.IWI' ■I";. II' Mariënburggroep wil nieuwe mobilisatie Deken P. Don van Oosterhout, een van de ondertekenaars van de Mariënburg-oproep. - fotopersburotilburó' Door Jan Bouwmans EEN diagnose zonder the rapie. Zo doet het initia tief aan van de Groep Ma riënburg om een laatste poging te wagen katholiek Nederland uit de impasse te halen. „Als we er weinig reactie op krijgen, dan hebben we het wel gehad", meent ook deken P. Don van Oosterhout, een van de on dertekenaars van de Mariën- burg-oproep. Andere uit het bisdom Breda afkomstige ondertekenaars zijn oud-NKV-voorzitter en oud staatssecretaris Mertens en bu- remeester Aarts van Gilze-Rijen, tevens CNV-bestuurslid en oud voorzitter van de Arka. Evenals de Haarlemse vicaris Kuipers en de Groningse vicaris Grasveld heeft de Bredase priester N. Noo- ren, hoewel actief lid van de Ma riënburggroep, de oproep niet ondertekend omdat hij als staf functionaris-personeel van het bisdom Breda direct bij het ge voerde beleid betrokken en me- deverantwoordelij kis. „Geen therapie, nee, zover zijn we niet gekomen. Maar ons stuk is ook niet direct bedoeld als een diagnose. Onze oproep is uit drukking van onze ernstige ver ontrusting dat de verwijdering tussen basis en bisschoppen steeds groter wordt. De bisschop pen zijn misschien toch onmach tig om daar momenteel iets aan te doen. We beschuldigen de bis schoppen niet, we noemen ook geen namen. Wij hebben ons af gevraagd kunnen we niet als to tale kerk, bisschoppen incluis, kunnen we ons niet nog eens be zinnen op wat gaande is, zodat de communicatie opnieuw behar tigd kan worden", licht deken Don toe. Bekende ondertekenaars zijn onder meer FNV-vice-voorzitter Herman Bode, werkgeversvoor zitter Van Eijkelenburg, oud-mi- nister Van Doorn, oud-minister Trip die nu vice-voorzitter van Pax Christi is, mevr. Koekkoek- Schipper, voorzitster van de Kath. Plattelandsvrouwen Ne derland, en hoogleraren als God- dijn (Tilburg), Vollebergh (Nij megen) en Huysmans (Amster dam). Maar ook een twaalftal de kens uit alle bisdommen maken deel uit van de Mariënburg groep. Het is de groep niet om dé schuldvraag te doen, want aan de vervreemding van godsdienst: en kerk liggen vele oorzaken ten grondslag. Gesignaleerd wordt dat het vooruitgangsgeloof men sen tot de gedachte gebracht heeft dat de kerk overbodig is geworden. En lang niet alle ver nieuwingen uit het recente ver leden worden door de groep ge waardeerd. Van een aanzet tot een schisma is dan ook geen sprake, integendeel. „Niemand", zegt de groep niet temin in haar oproep 'Getuigen van de geest die in ons leeft!, „niemand die in de kerk verant woordelijkheid wil dragen, kan het ontgaan dat er een kloof groeit tussen het gevoerde beleid en het feitelijk denken en doen van veel kerkleden; dat bis schoppen in hun keus vóór het beleid van Rome vervreemden van hun eigen gelovigen; dat jongeren hoe langer hoe minder door deze kerkgemeenschap worden geboeid; dat veel groe pen van vernieuwers in de kerk in een isolement zijn geraakt". Op minstens vier terreinen* vindt de Mariënburggroep, na twee jaar van bezinning en ge sprek, een andere gang van za ken dringend geboden, hoewel rben het vragenderwijs formu leert. De vragen zijn gericht aan de kerkelijke beleidsmakers, hier en in Rome. Wordt het eigen ini tiatiefrecht van de plaatselijke kerk niet te zeer uit het oog ver tonen en alles uitsluitend afhan kelijk gemaakt van de goedkeu ring van het centrale bestuur van de kerk? Verdedigen de be leidsmakers hun beleid niet al te snel met een beroep op het geloof als zou dit alles voorschrijven wat aan beleid gevoerd wordt? Op oecumenisch terrein is aan .katholieke zijde veeleer sprake van tolereren dan van verster ken én aanprijzen en nieuwe ini tiatieven kunnen weer vooral re kenen op waarschuwingen, zelfs veto's. Het ontbreekt de katholie ke gemeenschap zienderogen aan vteffkracht. „Omwille van het geloof, zo heet het, mogen vrouwen niet Worden toegelaten tot het kerke lijke ambt; is er geen uitzicht op een tweede huwelijk voor men sen wier huwelijk is mislukt; wórden homofielen geweerd uit kërkëlijke functies. Omwille van het geloof worden de mogelijk heden van eucharistische gast vrijheid streng beperkt, worden gehüwden niet toegelaten tot het priesterschap. Omwille van het geloof wordt aan gehuwden het recht ontzegd naar eigen eer en geweten te handelen met het oog op de bepaling van de gezins grootte; worden seks vóór het huwelijk en andere relatievor men zonder nuance veroordeeld; worden veranderende opvattin gen omtrent de beheersing van leven en sterven afgewezen zon der de eigenlijke vragen daar achter te peilen. Er is echter op veel van deze punten natuurlijk verschil van mening mogelijk", aldus concreet de Mariënburg- oproep. Nieuw klinkt dit alles echter geenszins. „Ons doel", zegt deken Don, „is een nieuwe mobilisatie van krachten, want niet de paus en de bisschoppen maken de kerk uit, maar alle gelovigen. Die mobilisatie brengt hopelijk de communicatie met de bisschop pen weer op gang. Misschien brengt ons initiatief ook wel een schrikreactie teweeg bij bis schoppen en zelfs Rome. Want het is toch het kerkelijke mid den-kader dat zich nu ook laat horen en juist dat midden-kader heeft zich nog nooit zo duidelijk uitgesproken". De kerkleiding moet weer in echt gesprek komen met de basis. Maar waarover moet dan ge sproken worden? „Het lijkt mij niet de bedoeling over allerlei af zonderlijke puntjes in gesprek te gaan", zegt deken Don. „Wij vin den dat van het beleid gevraagd mag worden dat niet te snel op geloofsgronden discussies wor den afgekapt, dat meer vertrou wen en geduld op zijn plaats zijn, dat meer ruimte gelaten wordt aan het eigen geweten van gelo vigen". De Mariënburggroep mikt vooral op de mobilisatie van hen die in de kerk mede het beleid uitmaken. Een mobilisatie op ba sis van herkenning van de ern stige verontrusting zoals de groep die onder woorden heeft gebracht. Niet slechts bijval van uit strikt kerkelijk kader, maar vooral ook vanuit katholieke maatschappelijke organisaties acht de Mariënburgroep nodig. In het verleden zijn al vaker dit soort initiatieven genomen zonder merkbaar resultaat. De ken Don: „In ons initiatief ligt ook een stuk onmachtsgevoelen. We beseffen best dat we het ge vaar lopen dezelfde weg op te gaan als die andere groepen. In januari komen we weer bij el kaar om te zien of onze oproep is aangeslagen, of onze verontrus ting zo'n brede basis blijkt te hebben dat het gesprek met de bisschoppen opnieuw kan begin nen. Als we weinig reacties krij gen, dan moeten we zeggen dat we het wel gehad hebben. Dan moeten we maar aan de basis verder door blijven werken zon der ons daarbij helaas gesteund te weten door hen die bij uitstek geroepen zin leiding te geven. In die zin is ons initiatief toch wel een laatste poging". 1 li'." i ü.i,' Drs. Louis van de Laar speelt met taal van de oude dichters Door Henk Egbers „Vijf jaar geleden, toen ik om gezondheidsreden wat rust moest nemen heb ik mijn oude plan om de vierde Ecloga (uit de Bu- colica) van Vergilius te vertalen, uitgevoerd. Het is een gedicht over de heilsverwachting in de mens. In gestencilde vorm heb ik dit 'adventsgedicht' als kerstkaart rondge stuurd. Toen de uitgever mij voorstelde om wat van mijn vertalingen - ik had er intussen méér gemaakt - in deze vorm uit tegeven, vond ik dat prima. Ik blijf dit doen voor eigen genoe gen. Vraag me niet af of het maatschappelijk nut heeft. En als anderen er ook plezier van hebben is dat leuk meegenomen", aldus ex-burgemeester Van de Laar. De belangstelling voor 'de klassieken' met name voor het Latijn - is bij hem vooral gewekt door zijn leraar Karei Prinsen op 'Beekvliet'. Deze nu emeritus pastoor van Udenhout hechtte zijn goedkeuring aan deze verta ling van zijn oud-leerling. Maar wat deze voormalige staats-se- cretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen vooral boeit is 'de ambachtelijkheid' in de ver schillende kunsten. „Kunst is zoiets als ambacht in de tweede macht. Bij de klassieken is dat, vooral duidelijk." Als verdienstelijk cellist zegt hij: „Dat ervaar ik bij muziek ook. Vooral de muziek van Bach tot Mendelsohn. Bezig zijn met het ambacht en geleidelijk aan boven dat handwerk uitgroeien tot iets wat dan kunst heet. Zo is het bij dit vertaalwerk ook ge gaan. Ik ben er lang mee bezig geweest. Telkens herzien; tel kens ontdekkingen doen". Nu is hij er tevreden over. Hij legt een groots boek voor me; geschenk van de Bergense raad bij zijn af scheid als burgemeester: Verta ling van de werken van Vergilius door de bekende Vlaamse pries ter-dichter Anton Van Wilden rode. Hij vraagt me wat me op valt bij de vertaling van Van Wildenrode en de zijne. Wat me treft is de breedspra kigheid van die dure vertaling eh de beknoptheid waarmee Van de Laar het Latijn heeft omgezet in het Nederlands. Wie wel eens aandacht schenkt aan vertalin gen, weet dat het Nederlands heel vaak bestaat uit omschrij- vingen van samengebalde be grippen uit andere talen. Louis van de Laar ontdekte achteraf dat het hem gelukt was om Ho ratius, wat dit betreft, zelfs te 'overtreffen'. In plaats van negen had hij maar zeven lettergrepen nodig om hetzelfde te zeggen. De vertaler: „Er zijn allerlei vertalingstechnieken. De een, die wil zo dicht mogelijk bij de oor spronkelijke tekst blijven; de an der wil het leefgevoel van de mens, die het nü leest, zo nauw- keurig mogelijk benaderen. Ik heb geen echte principes gehad bij mijn vertaalwerk. Mijn doel was ofn het zo beknopt en nuch ter mogelijk weer te geven. Daarbij de sfeer bewarend, die de oorspronkelijke tekst op roept''. Wië op een gymnasium heeft gezeten, zit waarschijnlijk nog met de 'dreunen' - of om het sjtmpatieker te zeggen: met het ritme»'- van Vergilius' verzen in zijn hoofd. Het zogenaamde scanderen van de latijnse verzen behoorde bij de zogeheten klas sieke opvoeding. Van de Laar: „In mijn vertaling zit dat ritme niét, Je kunt ze niet scanderen. Gééf» metriek (gebonden stijl), maar wel ritmiek. Het Neder lands leent zich niet voor lange en korte lettergrepen als uit gangspunt, maar je kunt wel werken met klemtonen". Dat heeft hij gedaan, zodat op basis van dit gegeven er toch een be paalde ritmiek in de vertaling zit. Wat de inhoud betreft, het Vergiliaanse gedicht begint met: „Siciliaanse Muzen, nu dan een plechtig lied!/ Niet ieder behaagt struik en lage tamarisk;/ Als wij het woud bezingen, zij 't woud den consul waardig"... En het eindigt met: „Begin nu, kindje, door een lach moeder te kennen;/ Tien mannen brachten haar lahgdurig ongemak./ Begin nu, kindje, wie moeder nooit toe- Louis van de Laar. lachte,/ hem noodt geen god aan tafel, noch een godin in bed"... Van de Laar: „Een zeer oude christelijke traditie wil, dat Ver gilius met deze ecloga de komst van de Verlosser heeft aange kondigd. Hoewel deze interpre tatie duidelijk in tegenspraak is met de tekst, is zij wel verklaar baar. Immers, wie de overeen komsten opmerkt met talrijke passages in het Oude Testament, met name Jesaja, zal begrip kun nen opbrengen voor een dergelij ke uitleg... Waar in de Westerse cultuur het kerstfeest zozeer is verweven met pastorale motie ven is het niet geheel ontoelaat baar dit herdersdicht Vergilius' adventslied te noemen. De slotre gel werkt dan echter wel ont nuchterend!".... Louis van de Laar zegt me, dat de consul in het gedicht niets te maken heeft met de sfeer van de magistratuur, waaruit hij stamt. „De beelden van het gedicht rond de heilsverwachting in de mens hebben ook nog steeds te maken met ons moderne levensgevoel. Daarbij komt dat de poëzie uit onze, wat Germaanse, traditie gebaseerd is op vage associaties, terwijl de Latijnse poëzie veel directer is. De vorm is kunstma tiger. je zou het kunnen vergelij ken met onze Rederijkers. Maar dan veel knapper". Ook de ode van Horatius 'Inte ger Vitae' heeft volgens Van de Laar contact met een modern le vensgevoel. „Hoewel de vormge ving in haar heldere strakheid weinig gemeen heeft met de na tuurlijke liefdesgedichten van een latere tijd". „Onkreukbaar, met een rein geweten,/ behoeft men Moorse spies noch boog/ noch koker, Fuscus, vol ge stouwd/ met gift'ge pijlen,..." zo begint Horatius. Het taalgebruik. Nogal ar chaïsch hier en daar. Als 'ar- chaisch' vertaald met 'ouder wets' doe je eraan tekort. Het gaat om bepaalde gevoelsmatige tradities. Van de Laar zegt geïn spireerd te zijn door de vertaling van de Bijbel door Martin Buber. En door zijn studie van het He breeuws, de laatste jaren. Als ik lees 'genen vader' dan zegt hij: „Dat heeft ook te maken met mijn streven naar beknoptheid". Maar ook Buber gebruikte ar- chaische vormen, die in hun be knoptheid méér zeggen dan ac tuele bewoordingen. Een technisch verhaal? Louis van de Laar: „De een verzamelt postzegels, de ander heeft er ple zier in met taal bezig te zijn. En dat ben ik. Dat soort van bezig- zijn vind ik prettig. Als anderen dat levensgevoel kunnen delen is dat prettig". Het boekje 'Twee Latijnse gedichten', vertaald door Louis van Laar wil dat ge voel dienen. Meer niet. Maar dat Is heel wat. Door Bert van VeLzen Kijk, daar staat pa in zijn och tendjas en door de tand des tijds aangevreten slippers kol. fie te zetten. Zo probeert hij dagelijks afstand te nemen van de wrede uren die vooraf, gaan aan de zonsopgang en aansluiting te vinden bij zijn dagelijkse poging iets van hei leven te maken. Er zit wat ver steend eigeel op de kraag van zijn jas. De grijze ochtend klimt nu boven de dakrand uit. Hij zegt tegen zichzelf dat hij nu niet aan de hypotheek moet denken, want daar is hjj krom van gaan lopen. Boven dien is Moniek nog niet thuis. Ze is zestien. Ze draagt een pauwenkapsel van modieus punk. Haar mond is zwart ge. verfd. Haar kleine lijfje is om huld met zwarte draperieenes kettingen en om haar hals hangt een vleermuis van rub ber dat er ongeneeslijk ziek uitziet. Het is halfzeven. Daar is ze, dochter van Dracula en de laatste der Mohikaanse vrouwen. Hij is tevreden. Ge lukkig is ze thuis. En ze heeft hem geen paarde lui genoemd Pa neemt sloffend zijn aan loop naar zijn arbeidsplaats. Hij zit daar met tegenzin aan vastgeklonken en wacht op zijn bevrijding. Soms denkt hij aan de punkprofeten Sid Vicious en Johnnie Rotten. Dt ratten. Wat hem betreft had den ze mogen afreizen naar een bergtop in India om daar de rest van hun leven te medi teren. Dankzij de punk is Mo niek een griezeltje geworden en heeft haar vriendje het woord HAAT op de knokkels van zijn rechterhand laten to- toueren. Door het punkwezen is pa een beetje depressief ge worden. Als hij, op straat ofii de tram, zomaar ineens aan zijn dochter denkt in haar tooi van kettingen en hangsloten ontsnapt er een droef gekreun aan zijn binnenste. Het klinkt als het zachte janken van een hond, die bij de warme haard droomt dat zijn baas plotse ling is overleden en dat hij m dagenlang hongerig op het graf zal moeten liggen, zoals dat een trouwe hond betaamt. Als zo'n klacht, een hoog pie pend kreunen, aan zijn borst ontsnapt, kijkt pa schichtig om zich heen, maar iedereen doet alsof de droeve jam merklacht niet is gehoord. Pa had een tv-film gezien, 'Klassenstrijd' genaamd, die hem inzicht zou verschaffen t«] de protestvorm punk. Hij had er aandachtig naar gekeken, af en toe met de ogen knippe rend vanwege de ongewone taal. Een filmpje overeen kraakster die een zwarte bal lon ging oplaten bij de Bijl merbajes en een debat overdi volgelingen van Janmaat hé den hem in de juiste, grimmi ge stemming gebracht, 'Klas senstrijd' toonde zes punkers, geleend uit de werkelijkheid van het zwarte gat van Rotter dam-Zuid, in een gesloopte» gebarricadeerd schoollokaal De zes geweldsvogels, die ge tooid zijn met namen als Spij ker, Dakraam, Dr. Pik enSars bal gaan er, na alle leerkrach ten te hebben weggepest, z lesgeven over seks, tuinieren, gastarbeiders en het vervaar digen van een bal gehakt, /li- les en iedereen wordt daarbij gesloopt: de gehaktbal van Spijker wordt een drassige deegbal terwijl ze in Kralin gen toch grote biefstukken naar binnen zitten te pleuren Sambal behandelt het onder werp ruiten ingooien. Het ts zijn specialiteit, want sinist hem ooit nikker hebben ge noemd brengt glasgerinkel hem in extase. Dakraam vxé, tenslotte door Spijker gesla en dan wordt de les gepresen teerd die al het geweld ver klaart: er is niets van ons, d slopen we alles, totdat i krijgen dat van ons is. Kijk, daar staat pa in de gnf ochtendkalmte koffie te zet ten, met versteend eigeel op zijn kraag. Het is niet aan hl te zien, maar hij heeft ellenf gedroomd van bovvers - W die grote kisten van schoent' met stalen neuzen - waarje eiken deuren mee kunt in trappen, van motorkettinged hakbijlen, messen. Als eenS1' gantische punk van zeven*, ter, met een gevlamde has kam als een spandoek heeft zes punkers omgebouwd tot tandeloze volgelingen vand( evangelische omroep. Gelul1' kig was het maar een droom- Onderweg naar zijn kanton' dacht hij aan de dochter w>" Dracula en de laatste Mohi kaanse vrouw. Ze lag nu vreedzaam te slapen. En hij maakte dat vreemde, zachte jankende geluid.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 20