ARTISTIEKE MOTOR VERDWIJNT; POLITIEK ZORGT VOOR ONZEKERHEID
Werkloosheid is groot geschenk!
HHS IHMmH I 11
Het ballet
EWALD VANVUGT SCHRIJFT AAN WERKLOZEN:
i
ZATERDAG 12 NOVEMBER 1983
Naast DE bezuinigingen en de
onzekerheid over de toekomst van ons
toneelbestel zijn er nog andere gevaren
die het Brabantse toneelgezelschap Globe
bedreigen. Artistiek leider Gerardjan
Rijnders, de drijvende kracht achter veel
spraakmakende voorstellingen, vertrekt
naart Amsterdam. De dramaturge en de
decorontwerper volgen hem en mogelijk
vertrekken ook verschillende Globe
acteurs
1TERPAG 12 NOVEIV
Krachtig
Hecht
Concessies
Gastregisseurs
hm
99
99
Lucky Luke: FU
Ippie Happie En\
D1ST13M!
EXTRA
ISl
Door Marjan Mes
Meer dan voor andere Neder
landse repertoire-toneelgezel
schappen is de toekomst vol
onzekerheid voor Zuidelijk
Toneel Globe. Het Eindhoven-
se gezelschap, dat in de afge
lopen vier jaar meer van zich
deed spreken dan welk ander
ensemble ook, verliest over
twee jaar zijn artistiek leider,
Gerardjan Rijnders. Onge
veer gelijktijdig, in september
1985, loopt het contract af met
de provincie Brabant en de
gemeente Eindhoven, dat
voorziet in een financiële re
geling waaraan ook de bij
drage van het rijk is gekop
peld.
Voorts moet er natuurlijk jaarlijks
worden ingeleverd, zoals overal el
ders, wat Globe dit seizoen al
180.000.- heeft gescheeld. En dan is
er de grote onzekerheid over de plan
nen van minister Brinkman ten aan
zien van het toneelbestel. Het ziet er
naar uit, dat dat sterk zal worden ge
wijzigd. De raad voor de kunst heeft
geadviseerd om drie randstedelijke
gezelschappen door rijk en gemeente
te laten subsidiëren. In het noorden,
oosten en zuiden van het land zouden
voorzieningen moeten worden ge
schapen, die alleen door het rijk wor
den betaald.
Deze voorzieningen houden niet
automatisch een compleet toneelge
zelschap in. Eerder wordt gedacht
aan technische voorzieningen en een
artistieke raad (zoals de Rotterdamse
Toneelraad), die per produktie een
DE COMPLETE Globe-groep j
als deze zich in '79 als Eindhovi,
gezelschap presenteert. Vooral j]
het midden (in wit jasje) Gerant
jan Rijnders.
het nauwelijks beschikt over sterj
acteurs. Elisabeth Andersen is i
leend aan het Publiekstheater, The
Boermans is voor een jaar vertrok].;!
om les te geven aan de toneelschool
Maastricht, Joost Prinsen is ook voi
een jaar weg en Josée Ruiter was J
twee seizoenen ook alweer snel vef
trokken.
Het huidige acteursbestand drij!
vooral op zijn sterke betrokkenhtj
bij de opvattingen van Rijnders en J
elkaar. Als ensemble heeft het oveJ
tuigingskracht. Zonder een krachtij
artistieke leiding zal het niet kunnsl
functioneren. Daarom wordt nu J
hoewel nog niet formeel, gezocht na
een opvolger voor Gerardjan Rij;
ders. Informeel worden mensen g
polst en de Globe-directie heeft ook J
enkele jonge regisseurs op het oog.
Loonen wil zich daarover echt
niet uitspreken. „Rijnders en ik",zeL
hij, „zijn nu nog samen verantwooi|
delijk voor Globe en we bepraten»
al het seizoen '84-'85, maar we g
niets naar buiten brengen over oia
plannen met betrekking tot de opvolj
ging. Het is ook niet gezegd, dat Rijitf
ders, Gallis en Janine Brogt volled
voor Globe verloren zijn. Ze zijn a
ker bereid om af en toe hun med
werking te verlenen. In ieder ga
heeft de dramaturg Rob Klinkenbe
toegezegd dat hij blijft. Rijnders
natuurlijk niet alleen zaligmaker-.'
Tenslotte was hij er vijf jaar geled
ook niet en toen speelde Globe c
goed toneel.
regisseur en spelers aanwijst, terwijl
ook per produktie zal worden gesub
sidieerd. Het zou dus kunnen gebeu
ren, dat Globe als ensemble ver
dwijnt en dat alleen gebruik wordt
gemaakt van de aanwezige techni
sche faciliteiten.
Voor Globe, dat juist als ensemble
en minder door de grote kwaliteiten
van de afzonderlijke acteurs beteke
nis heeft, een ernstige bedreiging. En
tenslotte is het niet alleen in artistiek
opzicht een opmerkelijk gezelschap,
maar ook een compleet bedrijf met
vijftig werknemers en een omzet per
jaar van 5,1 miljoen gulden, waarvan
één miljoen aan inkomsten.
De nieuwe zakelijk directeur, Jan
Loone, is er daarom alles aan gelegen
om Globe voor Brabant te behouden.
Of daarmee ook dat opvallend eigene
behouden kan blijven, is onzeker, om
dat Gerardjan Rijnders zijn krachten
aan een nieuw Amsterdams gezel
schap gaat wijden en de tweede re
gisseur, Paul Vermeulen Windsant, al
eerder dit jaar vertrok.
ZAKELIJK leider Jan Loonen:
Globe moet blijven.
Het succes van Globe is ongetwij
feld, dat het veel demonstreert van de
huidige tijdgeest, die cynisch, pessi
mistisch, zo men wil nihilistisch is.
Een levensgevoel, dat ook tot uit
drukking komt in die van de jonge
punkgeneratie. In de Globe-voorstel
lingen manifesteert zich, vaak teveel
veruiterlijkt, het punkbewustzijn en
vandaar dat deze een vooral jong pu
bliek weten te boeien. Vaak meer vi
suele vorm dan verklaarde inhoud
vertonen de Globe-produkties een
onmiskenbare decadentie, die aan
sluit bij het actuele cultuurbewust
zijn.
„Er moet in ieder geval een Bra
bants gezelschap blijven", vindt Jan
Loonen, zakelijk directeur van Zui
delijk Toneel Globe. „Anders prijzen
we ons als provincie uit de markt,
want het kan gebeuren, dat de grote
gezelschappen uit Amsterdam, Rot
terdam en Den Haag minder gaan
reizen. Globe is als ensemble zeer
hecht en dat heeft zijn invloed op het
publiek niet gemist. Terwijl de ande
re gezelschappen minder bezoekers
trokken het afgelopen seizoen, nam
de belangstelling voor Globe juist toe.
Neem nou 'Het chemisch huwelijk',
die voorstelling heeft ons zelfs vijf
tigduizend gulden extra opgeleverd.
Globe is een begrip geworden als jon
ge, ondernemende theatergroep en
heeft zijn bestaansrecht absoluut be
wezen, hoe verschillend ook over het
artistieke gezicht gedacht mag wor
den".
„Dat onze acteurs iets met elkaar
hebben, een bepaalde gevoelsmatige
band, ontgaat vooral het jongere pu
bliek niet en van dat publiek moeten
wij het hebben. Daarnaast hebben we
in Eindhoven een bijzonder hechte
structuur. Het stichtingsbestuur, dat
in '85 als Het Zuidelijik Toneel dertig
jaar bestaat, is er al die jaren in ge
slaagd - al vanaf de oprichting van
Globes voorganger Ensemble - om
uitstekende voorwaarden te scheppen
voor een gezelschap met kwaliteit.
Er zijn geen voortekenen, dat de
provincie en de subsidiërende steden
Eindhoven 500.000) en Den Bosch
hun bijdragen willen staken als Rijn
ders vertrekt. Het zou ook bijzonder
onverstandig zijn om deze toneel
voorziening weg te strepen. Er zal on
getwijfeld het een en ander verande
ren en misschien moeten we in artis
tiek opzicht helemaal opnieuw begin
nen, maar dat Globe zal verdwijnen,
verwacht ik zeker niet. De onzeker
heid over het toekomstige toneelbe
stel maakt het wel moeilijk om een
lange termijnplanning te maken".
Artistieke en zakelijke directie zijn
bezig met het schrijven van een nieu
we beleidsnota, waarin de publieks-
benadering opnieuw onder de aan
dacht komt. Die gaat uit van toneel
maken voor een zo breed mogelijk
publiek. In de praktijk werkt het
even anders, want een regisseur met
eigen artistieke opvattingen als Rijn
ders is niet bereid om concessies te
doen aan het zogenaamde 'grote pu
bliek', maar is voortdurend op zoek
naar nieuwe uitdrukkingsmiddelen.
„Onze taak is het wel", aldus Loonen,
„om te zorgen, dat je je niet van het
publiek, al is dat een zekere elite, ver
vreemdt, maar iedere kwaliteitsgroep
is natuurlijk geïnteresseerd in ver
nieuwing en niet in behoudzucht. Ons
■uitgangspunt blijft wel het brengen
van hoogwaardig toneel".
Gerardjan Rijnders - op dit mo
ment in Griekenland vanwege de Ne
derlandse culturele uitwisselingsma
nifestatie met dit land - wil in augus
tus 1985 het Centrum Bellevue en de
Stadsschouwburg in Amsterdam
gaan bespelen met een nieuw thea
tergezelschap. Mede-oprichters zijn
de regisseurs Peter de Baan en Krijn
ter Braak. Dramaturge Janine Brogt
en decorontwerper Paul Gallis, die
samen met Rijnders in zo sterke mate
het spraakmakende, artistieke uiter
lijk van de Globe-voorstellingen be
palen, zullen Eindhoven inruilen voor
Amsterdam.
Het is niet uitgesloten, dat een aan
tal Globe-acteurs hen volgt. Wat er
dus van het nu florerende Globe
overblijft, is een open vraag. Na het
vertrek van regisseur Paul Vermeu
len Windsant (in maart j.l., red.)
wiens fysieke conditie hem parten
speelde bij het voeren van het artis
tiek directoraat, werd besloten om
geen nieuwe artistiek leider aan te
trekken.
Gerardjan Rijnders besloot om
voor dit seizoen gastregisseurs aan te
trekken en zelf de regie op zich te ne
men van 'In het tuinhuis' van. Jane
Bowles, dat in maart '84 in première
gaat. Hij is er het type niet naar om
tien jaar op dezelfde plaats te blijven.
Als in 1985 de Stopera vrijkomt voor
Nationale Ballet en Nederlandse
Operastichting wordt de Stads
schouwburg op het Leidseplein de
aangewezen plaats voor een nieuw
gezelschap, dat zich meer nog dan het
bestaande Publiekstheater bezig
houdt met toneelvernieuwing.
Het sterk op elkaar aangewezen
zijn in Eindhoven heeft voor Globe
grote voordelen gehad, maar Rijnders
is inmiddels toch meer geïnteresseerd
geraakt in Amsterdam, waar het pu
bliek, dat in zijn werk geïnteresseerd
is, nu eenmaal groter is dan in Eind
hoven en de rest van Zuid-Nederland.
Een probleem voor Globe, dat voor
namelijk steunt op de visie van zijn
regisseurs en decorontwerpers, is dat
Jammer is het alleen, dat je des»
cesformule, die hij kennelijk gevoi
den heeft, niet op voorhand kunt veil
ligstellen door een bepaalde figuu|
aan te trekken. Ik denk overige»
niet, dat de acteurs nu allemaal e
ter Rijnders zullen aanhobbelen. Hei
zijn jonge mensen, die zich in '79
Eindhoven hebben gevestigd (eenei)
van de subsidiënten, red.) en een b
met elkaar hebben. Maar zoals iki|
zei: Misschien moeten we wel wee
helemaal opnieuw beginnen, in artis|
tiek opzicht dan".
GERARDJAN Rijnders verntl
Eindhoven voor Amsterdam.
- FOTO'S
door Henk Egbers
DOOR de grote werkloosheid
komt langzamerhand een an
dere manier van denken over
'werken' op gang. Gelukkig
komen we een beetje los van
de 'wie-werkt-wordt-zalig'-
mentaliteit. Tegelijk moet er
echter ook een discussie op
gang komen over wat heet
'niets doen'.
EWALD VANVUGT
schrijft in zijn 'BRIEF AAN
EEN NIEUWE WERKLOZE'
(uitg. In de Knipscheer -
16,50): „Het lijkt me hoog tijd
om tegenover de propaganda
voor het spook werkloosheid
een brief over nietsdoen te
stellen. Een brief die snel ge
schreven de werkloosheid van
haar gangbare opvattingen
gaat ontdoen".
De gangbare opvatting wil
de honderdduizenden ge
dwongen werklozen zien als
een groeiende stoet parasieten,
die 'onze centen' opeet en zo de
fundamenten van de wel
vaartstaat aantast. Een werk
loze wordt tot een sociale in
valide gemaakt. „Volgens
mij", aldus Vanvugt, „is werk
loosheid een groot geschenk".
De nu 40-jarige Bosschenaar
Vanvugt, die zich in het begin
van de zestiger jaren als
auteur ontpopte, lijkt nu met
de andere kant van zijn op
stelling in die jaren bezig. In
zijn boek 'Een bizonder
vreemde dief' ('63) schreef hij
toen: „De pater op de preek
stoel zegt het zelfs hardop: dit
lijden en verdriet en ellende
en pijn en rotzooi, dat het
grootste gedeelte van ons le
ven is, dragen wij bewust en
vrijwillig en alleen voor onze
verlossing.
Je bent een marte
laar, zelfs de beatgeneration,
de protestanten, de homosek
suelen, de hoeren, de kommu-
nisten, de heiligen houden het
vol. Maar geloof ze niet, ze
praten je kapot om hun over
wicht te laten uitkomen". Die
mentaliteit beheerst bewust of
onbewust nu nog het gedach-
tenleven van velen: werkers
en werklozen.
In zijn brief zet Vanvugt de
gangbare werkpaarden-mo-
raal, waarop ons onderwijs
stelsel is afgestemd, af tegen
het 'verplicht niksen' van de
werklozen. Er is werk genoeg.
Maar we kunnen er niet mee
uit de voeten binnen ons
maatschappelij k-kapitalisti-
sche stelsel. Het zwakke punt
in zijn brief is dat hij die sa
menhang (technisch-econo-
misch) niet goed laat zien en
het systeem niet de andere
kant opstuurt. Maar daarvoor
moet eerst de intentie aanwe
zig zijn. En die groeit pas van
uit een andere mentaliteit.
Vanvugt werkt aan de basis:
bij de mentaliteitsverandering
rond het begrip 'werk'. Dat is
hardnekkig.
Hij probeert wel aan te to
nen, dat onze werkmoraal -
werken om te werken - sa
menhangt met de opkomst van
het calvinisme, het kapitalis
me en het kolonialisme. „In
onafzienbare landschappen
zitten nu werklozen van hun
levens jammerend als bijbelse
figuren op een 'Job' te wach
ten". Maar verplichte arbeid is
vrijheidsberoving en dat is
waar velen naar schijnen te
verlangen om het leven draag
lijk te maken. Wij zijn zo fi
naal vergeten wat nietsdoen
is, dat wie ertoe in de gelegen
heid is, denkt dat het een straf
is. De meesten van ons zijn als
slaven aan het arbeidsproces
getekend, dat ze denken dat
nietsdoen iets ongehoords is,
iets onzinnigs en onzedelijks,
de verkrachting van de men
selijke natuur. De huidige ar
beidsmoraal is een zuivere
slavenmoraal, aldus Vanvugt.
Niet lang geleden werden de
mensen gedwongen hun huis
houdingen op te geven en in
fabrieken te gaan werken. Te
genwoordig worden de men
sen uit de fabrieken ontslagen
en thuis hebben ze ook niets
meer te doen. Je bent daarbij
een verplichte consument ge
worden van de wieg tot het
graf. Geen mogelijkheden
meer tot het verbouwen van
voedsel of eigen gebruiksvoor
werpen maken: levenslang
veroordeeld tot de super
markt! En dan wordt je aan
gepraat een probleem te zijn.
Vanvugt zegt dan ook ten aan
zien van de uitkeringen: pak
aan dat geld! Het is niets an
ders dan Wiedergutmachung.
De financiering moet maar
komen uit belasting, die be
taald wordt door robotten en
automaten. Werklozen verdie
nen zelfs een hoger into*
dan werkers, omdat ze
tijd hebben om het op te11
ken en zo het consump'l£L
drijf het beste in stand
den, zegt hij ironisch.
„Wanneer we vrijwillig1']
len werken, laten we dan m
conformisten zijn. DM»
slaan we drie vliegen in J
klap: we blazen de tra®]
van vrijwillige samenwef»
en ruilhandel nieuw 1
met de weigering fabriek,
dukten te consumeren, j*
we de machthebbers pas 8
schrik aan, want onze on(
consumptie zal hun ovetf
duktie zijn; en we ku®
misschien het belangd)1]
met soberder comfort 1
het leven van onze soortp]
ten in de arme continent®1]
len", aldus Ewald Va#*!!
die op zijn minst een f
discussiestuk schreef.
Om half twee zijn we in d
schouwburg. De zaal is noj
helemaal leeg en het is e<
doodstil. Toch wordt er hare
gewerkt op het podium. On
geveer 20 dansers en danse
ressen staan aan vier barre:
te werken. Een barre i:
zoiets als een trapleuning
maar dan horizontaal
Daaraan kun je je vasthou
den bij het oefenen. De bal-
letmeester doet de oefenin
gen voor en geeft het tempc
aan, verder hoor je niets. Al-
leen het springen en schui
ven van voeten. Je voelt da
iedereen heel geconcen-
treerd bezig is.
Laurien vertelt ons latei
dat er voor elke voorstellinj
wel een uur geoefend word
om de spieren los te maken
Die vier barres slepen ze dar
ook altijd mee. De danser:
en danseressen zien ei
prachtig uit, heel anders dar
we dachten. Sommigen heb
ben lange, wijde broeker
aan in verschillende kleu
ren, in de taille omgerolc
met een riem eromheen. Eer
ander is in maillot met eer
brede sjaal om z'n middel
hier en daar wollen been
warmers. Niemand ziet ei
hetzelfde uit. Na een tijdje
zegt de balletmeester dat ze
mogen stoppen en wij gaar
op zoek naar Laurien.
Dat valt niet mee. Ben ji;
wel eens achter of onder eer
podium geweest? Overa
gangen en deuren en trap
petjes, het lijkt wel een dool
hof. „Hé", zegt Thea, „overa!
staan namen op de deur"
Het blijken de kleedkamer:
te zijn. Die namen staan er
op, zodat iedereen gemakke
lijk kan zien waar hij moei
zijn.
We gaan verder en komer
mooi geschminkte mensen
tegen, onder anderen eer
paar Japanse dansers. Er
dan staan we ineens achter
het podium en daar is ook
Laurien. „Kijk maar eens
goed rond", zegt ze. We zien
van alles: mensen, stoelen
lampen. En touwen die om
hoog en langs het plafond
lopen. „Daar kun je van al
les aan vastmaken", vertelt
Laurien, „decors en andere
dingen die in de voorstelling
nodig zijn".
„Wie maakt de kleren?"
vraagt Yuri, „of kopen jullie
die?" „Nee hoor", zegt Lau
rien, „die twee meisjes daar
zijn leerling-kostuumnaai
sters. Oh, en daar komt de
kostuumnaaister zelf aan.
Zij bedenkt de kostuums en
maakt ze". Laurien vertelt
ook dat de dansers en danse
ressen al twee en een half
Als het Scapino een voorstel!
met z'n allen naar toe. De dei
gaan in de knalrode vrachtwl|
Hun eigen technische mar
zorgen voor de muziek en d
moeten goed gericht worder,
op volgorde gelegd worden.t
tijd bezig, want ook dat mc
tot een succes te maken.
's Avonds na de voorstel!
naar Amsterdam. Als ze niet
les de volgende dag alweer oir
maar niemand zou het wilier
iayer uAtrr van awe now? jubelt I
«EUWEKIK bu HCT ziem VAU ZUN
uuciev ujke. Moee ZIJN 20NÊN
al.s ce&e
\meef
/A/ae.
=A//A