igen in SBEDRIJF Post:bij vijftig begint nieuw wielerleven Iser Koeperman: knecht van het dambord HESLAURIERS KOEPERMAN EN NOG NIET AFGEBOUWD JIS TE SINT KRUIS |Mr. A. VAN STEE EVERAERT /AN DEN BERG /AN DEN BERG AFGEBOUWDE LANDHUIS NHUIS TE HENGSTDIJK .R.J.M. VAN DAM WOONHUIS 'ftEFABBOUW 22 OKTOBER 1983 ïun aantrekkelijke tonksveer. te aandacht trekt, jmingen als door haal Automobiel- jie er de voorbije [ie ook nu nog groeit, rekt. hgen in Raamsdonksveer. rERNEUZEN en t vacante kantoor van notaris te Oostburg 'oensdag 26 oktober 1983 des na- ur in Hotel-Café-Restaurant De 1 te Aardenburg, krachtens arti- lijk Wetboek, publiek te verkopen: pond, gelegen te Sint Kruis, ge- kadastraal bekend gemeente T nummer 552, groot 1.25.90 hec- Irleg met voormeld notariskan- n vanaf 1 januari 1982 voor re- r. binnen 30 dagen en onkosten oe wij zing. ten kantore van voornoemde leuzen, Herengracht 10, tel.nr. alsmede ten kantore te Oost- 14, tel.nr. 01170-3851. isdag 1 november 1983 om 15.00 al aan de Hengstdijksekerk- k, gemeente Hontenisse, ex. ar- Wetboek openbaar verkopen: er aanbehoren, erf en tuin, aan lat 2 te Hengstdijk, gemeente aal bekend gemeente Hontenis- r 511, groot tien are vijfenne- :t na betaling van de koopsom, ning voor eigen rekening. en belastingen komen vanaf 1 cening van de koper. maandagen 24 en 31 oktober >t 4 uur 's namiddags. Betaling: dagen na toewijzing en kosten a veiling. op de veiling desgewenst een bankrelatie te kunnen overleg- financiële gegoedheid. :n: ten kantore van notaris Grote Markt 3 te Hulst, tel. Sluis naar eigen keuze de stookkosten goedkoper s uitgevoerd casco eringen - nieuwbouw vatie »r inlichtingen: 370 AMSTELVEEN - Peter Post wordt volgende maand vijftig. Nederlands wielersportbaas nummer een is reeds lang een man- in-bonus. Hij heeft ook alles al meegemaakt in zijn sport. Hij was zestien jaar beroepsrenner, twaalf jaar ze sdaagse-organisator en tien jaar ploegleider. Post beeft op alle gebied problemen overwonnen, getriomfeerd en, vooral dit jaar, klappen gekregen. Zijn vijftigste verjaardag is voor hem geen aanleiding het lijf te strekken op een luxueus plaatsje, waar de zon altijd schijnt. Peter Post begint gewoon aan een nieuw wielerleven. „Van voor af aan", zegt hij„net als tien j aar geleden". Post komt met zijn nieuwe sponsor Panasonic, gekoppeld aan zijn oude geldschieter Raleigh, welgemoed aan de start voor een klus, die niet de gemakkelijkste is. Zeker niet de eerste jaren als de kern van zijn superformatie van het afgelopen decennium (Raas, Peeters, Kuiper, Zoetemelk, Knetemann) voor prominente tegenstand zorgt. Hij heeft er toch nog zin in. Hij beweert tenminste niet afgeknapt te zijn op de huidige rennersgeneratie, ondanks dat een lange reeks gebeurtenissen tijdens het afgelopen seizoen hem diep hebben teleurgesteld. Raas besloot al in mei niet voor nog meer seizoenen onder Post te tekenen. Bijna de helft van de ploeg volgde de Zeeuw naar een tweede Nederlandse formatie. Van der Velde verkoos Italië en zelfs Knetemann, nota bene voorbestemd om binnen afzienbare tijd het stuur van de ploegleiderswagen van Post over te nemen, verkoos een ander milieu dan het alom als beste ter wereld afgeschilderde van Post. Post, die een Japanse multinational strikte voor sponsoring met miljoenen voor de komende vier jaar, kreeg van renners via de media veel kritiek te slikken. „Dat is het meest teleurstellende", zegt hij. „Het achterbakse van alles. De kritiek kwam via de publiciteit op me af. Ik vind nog altijd, dat als je iemand aanvalt je hem persoonlijk moet aanspreken. Sommige mensen zijn onvolwassen. Sommingen zijn zeker wel van mening dat kritiek via de publiciteit moet. Ik heb ermee leren leven. Als je de leiding hebt over een groep mensen, wordt er altijd naar je geschopt. Dat is nu eenmaal zo". De meeste collega's van Post zouden hun critici van repliek hebben gediend. Post blijft halsstarrig weigeren in te haken op de aantijgingen. „Dat is mijn stijl niet", is zijn mening. „Bovendien heb ik te maken met nieuwe renners in mijn groep. Ik moet hen het vertrouwen geven, dat ik niet zo ben. Ik heb me de afgelopen tijd afgevraagd wat ik verkeerd heb gedaan. Daar trek ik persoonlijk mijn conclusies uit, maar ik heb er geen behoefte aan ze uit te dragen. Een renner denkt alleen aan zichzelf. Het zou goed zijn als hij zich ook een afvraagt welke fouten hij gemaakt heeft en welke kritiek er wel niet op hem zou kunnen afkomen. Geen renner vraagt zich af met welke kritiek ik hem om de oren zou kunnen slaan". Het seizoen 1983 is nog niet afgelopen of de professionele wielerwereld kijkt met spanning uit naar het nieuwe seizoen op de weg als de oude en de nieuwe gaarde van Post frontaal tegenover elkaar komen te staan. Boze tongen beweren dat de scheiding met veel rancune gepaard is gegaan en de mooie overwinning van Ludo Peeters in de laatste klassieker Blois-Chaville een demonstratie was van hoe het volgend voorjaar in een andere trui de successen worden behaald. Post: „Het is niet eerlijk tegenover mijn nieuwe renners over hun ruggen revanche te zoeken. Ik verwacht niet anders dan een eerlijke strijd. Wij zullen overwinningen pakken en nederlagen lijden. Mijn ploeg is weer in opbouw en moet nog vertrouwd raken met het systeem. Daar ligt mijn taak. Niet in het uitvechten van oude vete's. Wat er allemaal gespeeld heeft, komt nog weieens uit tijdens de komende vier, vijf jaar. Dat gaat vanzelf. Nu houd ik de eer aan mezelf". De gebeurtenissen van het afgelopen seizoen zullen Post niet veranderen. „Ik blijf werken met een strakke organisatie. In mijn ogen is dat de enige manier. Alles is goed geregeld, er is een uitgebreide staf voor verzorging en materiaal enzovoort. In mijn ogen is dat de enige manier om topsporters naar topprestaties te begeleiden. Renners moeten niets anders dan koersen aan hun hoofd hebben. Maar misschien is dat wel helemaal niet nodig. Kan het ook anders. Wat Raas en Hinault nu doen, voor zichzelf beginnen, dat gebeurde vroeger ook. Van Looy en Merckx hebben dat ook gedaan. Mijn methode is gericht op langere termijn. Ik werk ook alleen met grote firma's, maar anderen moeten er ook zijn". Een van die anderen, de sponsor van de tweede Nederlandse ploeg, zocht onlangs contact met Post. De tegenstanders in eigen land zouden elkaar in het buitenland moeten helpen. Post weigerde daar aan mee te werken. Die weigering werd uitgebreid wereldkundig gemaakt. Post: „Dat was ook weer zo'n teleurstelling. Waarom moet dat bekend worden gemaakt? Op zeker moment durf ik met niemand meer een gesprek te hebben, of er wordt over gekletst. Het is niet correct om zoiets te doen, maar nogmaals, van mijn kant komt zoiets niet. Ook nu niet". Peter Post heeft weinig tijd om zich te bezinnen over het verleden en de toekomst. „De tijd wijst het uit, maar ik geloof dat ik goed doe. Let maar op hoe de Japanse industrie zich na Panasonic op de sport stort. Sony is nu ook al bezig". ik ben ai zo vaak begraven NIJMEGEN - Mocht onverhoopt nog ergens het idee hebben postgevat, dat er in het damwereldje doorgaans alleen erg stille en bij uitstek brave mensen rondlopen, dan wordt dat in een gesprek met Iser Koeperman volledig weerlegd. Dt oud-wereldkampioen, die momenteel in Nederland vertoeft vanwege de uitgave M zijn memoires, toont zich ten huize van zijn Nijmeegse jistheer Ruud Palmer een vermakelijke prater. Daarmee staat hij dan meteen-in lijnrechte tegenstelling tot njn beruchte collega- tereldkampioen Jannes van ierWal, die meestal in interviews slechts door toepassing van groot geweld loteen uitspraak te bewegen valt is. Koeperman belichaamt persoonlijk ettelijke decennia van damhistorie en praat achtbaar graag over de Op een joviale wijle, en met de nodige taraur. In een wat kolderiek aaricend eigen Duits-idioom, aaa{evuld waar nodig met raüngen uit de Engelse taal, «jeu hij verschillende anecdotes op en schotelt zijn (tboeide 'toehoorders een ffleuige keus voor uit de ïnnelijk nog ongekende olklore der schijvenschuivers. Bijvoorbeeld het verhaal an de dammer Weltman, die ijdens een buitenlands oernooi uitgebreid een elegenheid van lichtere zeden ezocht en die, toen de invermijdelijke rekening iepresenteerd werd, deze naar ijn dambond liet sturen. Een aanbrekende daad in alle discussies over sex en sport, te door de betreffende bond evenwel niet gehonoreerd werd. Weltman zit nog steeds «schorsing van een jaar uit. £en goed idee van Weltman", acht Koeperman, „zelf ben ik tor nooit op gekomen." Sinds de Sovjet-autoriteiten in 1978 een enkele reis 'aar het Westen toestonden, woont Koeperman in het Amerikaanse Boston. ®"stens tweemaal per jaar leemt hij echter een vliegtuig O de richting van Nederland, iat nu eenmaal het op één na ■terkste damland ter wereld sGewoonlijk verblijft "sperman dan enige weken J'j tot gezin van de Nij meegse lammer Ruud Palmer, waar ®i het zeer naar zijn zin heeft. Ruud ken ik sinds het tornooi van Samarkand in R'J is een goede vriend i"'Vorder:, ook in moeilijke Wen. Bij het WK'84 wordt hij "win secondant. Dat moet 'amelijk een goede dammer all. maar ook een goede 'hend, die mij wat discipline "Jbrengt." «Elke keer als ik in herland kom, ben ik Nukkig. Ik heb hier veel Renden, vooral in derland. Van de 5 jaar die in het Westen ben, heb ik er her twee hier doorgebracht, fu 'k uit Ruslancl kwam, Me ik wej naar Nederland, ™Jar kon er niet terecht tortijd. In Amerika wel." Net als in de Sovjet-Unie J?' Koeperman ook nu nog tois de dammerij aan zijn komen. Zijn zes wereldtitels hebben hem ■hmer de miljoenen gebracht 2 andere kampioenen bij sportten en van de 30 'et 40 Haar 1 simultaan-wedstrij den ij elk jaar geeft, valt ook *11 vee tont: Povertjes te leven. Via Prtigtal boeken (veelal tn s ,echnisch) weet hij armoe .honger echter ruim te "Wen. Zes boeken zegt hij a°P stapel te hebben liggen, u °hder een nu al veel Proken autobiografie. 0ndaarin schetst Koeperman k-fr.rneer ziJn ervaringen als Ver t zoon' hevige '^trusting kennelijk van de socialistische heilstaat. „Ze weten helemaal niet wat erin staat", vertelt Koeperman, „maar de uitgever is telefonisch al door de Sovjet ambassade gewaarschuwd. En Bairamov, de president van de Sovjet-damfederatie, heeft de journalist die het manuscript vertaalt eveneens onder druk gezet. Dat is goede publiciteit voor mijn boeken, maar voor mij is het minder. Ik ben geen politicus, het boek is geen anti-Sovjetpropaganda. Ik vertel alleen maar de waarheid." Hoe die waarheid voor een dammer in het Oostblokland in elkaar steekt, kan Koeperman na al die jaren haarfijn uitleggen. „In de Sovjet-Unie zijn alle dammers professioneel. De staat onderhoudt hen, ze krijgen 150,200 tot 300 roebel in de maand. Dammen is gewoon staatspropaganda. Dat is bekend. Bijvoorbeeld, voor een WK geldt een voorbereidingstijd van een heel jaar, ergens in een rustoord of zo. Het verblijf, de trainer, de boeken, het materiaal wordt door de staat betaald. Jonge spelers mogen zich daar volledig aan het dammen wijden. Diploma's zijn geen probleem. Er gaat dan een telefoontje naar het ministerie: Koeperman de dammer? Geef hem wat goede punten en laat maar overgaan. Die diploma's kunnen worden ingetrokken wanneer er geen prestaties meer komen. Hier in Holland is dammen vaak een hobby. Het is voor Palmer niet zo van belang of hij eerste of vijfde eindigt. In de Sovjet- Unie hangt het leven van de successen af. Wie slecht speelt krijgt aan de grens mogelijk douanecontrole. Wie goed speelt niet. Die koopt in het buitenland veel goederen en kan thuis weer een half jaar goed leven. En de volgende keer mag hij weer mee naar het buitenland." Koeperman heeft na zijn vertrek zeker ook de keerzijde van de Russische medaille gevoeld. Als wereldkampioen werd hij in de Sovjet-Unie bejubeld, als uitgewekene doodgezwegen. „Na mijn emigratie heb ik nooit meer tegen Sovjets kunnen dammen. Een paar maal zat het er nog wel in, maar het kwam er niet van. Volgend jaar tijdens het WK zal de eerste keer zijn. Ze zullen er daar alles aan doen om mij geen wereldkampioen te laten worden. Dan krijgen ze dezelfde problemen als met Kortsjnoi. En ik ga daar het Westen verdedigen. Koeperman heeft het naar zijn zin in het Westen en kan dan ook lachen om de praktij ken van zij n voormalige vaderland. „Op de wereldranglijst sta ik derde, achter Sijbrands en Wiersma. In de Sovjet-Unie is die plaats blank." „Ik denk dat veel mensen met mij met andere ogen gaan zien als ze het boek lezen. Ze zien nu ook eens de persoonlijke kant van de zaak", zegt hij ernstig. En dan weer met een lachend gezicht: „Weet je wat er ook in staat? Dat we alles doen voor de vrouw. Die stimuleert ons dammers. Het is voor ons belangrijk om na de partij te kunnen zeggen: Vrouw, ik heb gewonnen. Ik ken een Russische dammer, die naast zijn bord altijd het portret van zijn vrouw zette. Ik zelf bel ook veel naar Amerika, naar mooie variant, die ik dan uit probeer te rekenen. En ik moet veel analyseren en spelen natuurlijk. Kijk, daarom is het voor mij ook belangrijk dat ik hier in Nederland in de competitie mee kan doen. Ik adem damlucht en er is tegenstand. Twee weken voor het WK stop ik helemaal met dammen, zodat ik in het toernooi met honger naar dammen achter het bord verschijn." Het lijkt haast onbeschaamd om bij iemand als Iser Koeperman te informeren of er ooit nog wel eens een beëindiging van zijn fraaie carrière te melden zal zijn. Maar Koeperman, die eens als jong ingenieurtje werkzaam geweest is en daarna de rest van zijn leven 'verdamd' heeft, haalt een hele filosofie over een mogelijk afscheid boven tafel. „Ik denk niet dat ik nu al moet stoppen. Maar een dammer weet nooit precies wanneer te stoppen", legt hij gewillig uit. „Wat dat betreft zit hij tussen sport en kunst in. Sport is veel meer leeftijdsgebonden dan kunst. Zo kon Chaplin tot op hoge leeftijd doorwerken, terwijl de meeste sporters er al, wanneer ze een jaar of 37 zijn, uit stappen. Bij dammen ligt dat gewoon anders. Elke dammer wordt op een gegeven ogenblik voorbijgestreefd, omdat anderen zijn partijen lezen en zich verbeteren. Uiteindelijk moet er dan wel eentje komen die sterker is. Het is verschrikkelijk om dan door te gaan en alles te verliezen. Het is dus zaak om het juiste moment te kiezen en journalist of trainer of schrijver te worden. Sij brands, de beste damtheoreticus ter wereld, is erg vroeg gestopt, té vroeg. En Wiersma, die wil stoppen, is misschien ook te vroeg. Ik ben 61 en nog steeds beroeps. Ik heb inderdaad al een paar maal aan stoppen gedacht, maar ik ben een knecht van het dambord, Een damfanaat. En voorlopig gaat het nog. Ik weet dat men mij al vaker begraven heeft, maar de spelers die dat zeiden heb ik enige tijd later zelf doodgemaakt. Op het bord wel te verstaan", verduidelijkt hij nog maar even voor de goede zekerheid. In feite ziet hij zichzelf niet zozeer als speler, dan wel als damschrijver. Een propagandist pur sang, die zelfs nog een toekomstdroom in petto heeft: het schrijven van een veeldelig werk over de openingen in het damspel. Zoiets bestaat er volgens Koeperman nog niet. „Ik schrijf veel theorieboeken. Met mijn boeken wordt de Russische damjeugd grootgebracht. Maar ook andere romans. In Rusland kwam een vrouwtje naar mij toe vanwie de moeder gestorven was. Ze vertelde me dat ze mijn boek gelezen had en zich een heel stuk beter voelde. Dat is voor mij als schrijver het grootste succes. Maar de meeste boeken gaan over dammen. Schrijf dat maar neer: Het damspel is belangrijker dan veel mensen denken. Ik maak graag propaganda voor het dammen, door simultaans en lezingen op scholen. Hier in het Westen zie je dat de jeugd drinkt, of spuit, als ze naar een damclub komen krij gjedatniet." Deze redenering tilt de dammerij vermoedelijk ver over haar echte waarde heen, maar zij wordt met veel verve en een onverwoestbare geestdrift gebracht. De dammerij heeft aan Iser Koeperman een hele goeie. Iser Koeperman (rechts) tijdens een van de vele hul digingen die in zijn leven mocht ondergaan. Zijn zo juist door hem verslagen te genstander, de Canadees Deslaurier, wordt door hem spontaan in de hulde betrok ken - foto archief de stem Iser Koeperman in diepe concentratie: „Het damspel is belangrijker dan veel mensen denken" mijn vrouw. Op kosten van Palmer natuurlijk." Niet alleen het verleden boeit bij Koeperman, ook de toekomst ziet er aardig uit. De 61-jarige veteraan plaatste zich onlangs in Philadelphia samen met een andere uitgeweken Rus, Kaplan, voor het WK van 1984. Dat zou eerst in de Sovjet-stad Minsk gehouden worden, maar na een plots gebrek aan roebels is het toernooi aan Senegal uitbesteed. Koeperman, die toch enige jaren niet meer in het hoogste damgebeuren verscheen, laat zich uitdrukkelijk niet als kansloos omschrijven. „Ik geloof echt dat ik nog wel kansen heb. Zonder kansen deed ik niet mee. Laatst heb ik in één maand ook nog 20 toernooipartijen gewonnen. Het enige waar ik tijdens het toernooi angst voor Leb, is mijn gezondheid. Door die hitte heersen er in Senegal nogal wat ziektes. Zolang ik - foto archief de stem niet ziek word, behoud ik mijn kansen." Zijn voorbereiding blijkt al geheel uitgestippeld. „Ik moet me ook physiek voorbereiden. Ik wandel veel en ga vaak zwemmen. Een jaar vantevoren begin ik daarmee. Dan ga je natuurlijk daarnaast je tegenstanders bekijken. Samen met mijn secondant Palmer verzamel ik zoveel mogelijk partijen van de deelnemers en speel die allemaal na. Daaruit maken we een portret van elke speler. Wat speelt hij graag, wat niet enzovoort. Het gaat daarbij om de middenmoot. De allerzwakste spelers zij n artillerievlees en tegen de sterksten maak je remise. Wie tegen de middengroep de beste resultaten heeft, wint het toernooi. Ik moet natuurlijk ook naar mijn eigen vorm gaan zoeken. Vooral door middel van rekenoefeningen. Palmer zét een stand op het bord met een ioeperman belichaamt persoonlijk ettelijke decennia van damhistorie. Deze foto werd aan het eind i-an de jaren vijftig gemaakt foto arhcief de stem

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 9