PRETHOOFD IVO DE WIJS: Jus Illusie ZATERDAG 15 OKTOBER 1983 Iëë Met ironisch plezier vertelt eè mooi zouden kunnen vinden. I Intellectueel Rouwproces Vastigheid Euthanasii Euthanasie stc doodslag. Toe justitie geen vervolgen, die gevallen mensen sprake van kit wetgeving eer- inhouden voor tt ze '1 H Afspraak 8 Humaner Revolutie --= Door Hans Sternsdorff „Ik ben dol op fietsen maar Hj een groot nadeel van fietsen is gl dat je zo gauw in de natuur terecht komt." Ivo de Wijs citeert in één §1 adem een van zijn versjes: Ivo een anecdote om zijn on- beholpenheid ten aanzien van =i de natuur te illustreren. „Ik ben een keer met mijn see gezin het bos ingegaan. We |i waren op de gedachte geko- jH men dat de natuur voor de kinderen best wel 'ns leer- s= zaam zou kunnen zijn. Of dat J ze die misschien zelfs wel H| We reden naar de Veluwe, liepen de bossen in en waren in no time de weg kwijt. De kinderen begonnen te dreinen, de echtelijke verstandhou- ding leed duchtige schade. Ik zei dat ik nog zei: waren we nou maar thuis gebleven. Uiteindelijk kwamen we bij een huis. Daar hebben we een taxi gebeld en zijn we met die taxi naar onze auto gaan zoeken. (Grijnst) Ach, halve intellectueel die ik ben, wel een soort cultuurmens, maar 't zijn toch boeken, hè. Je ziet hoe ik hier op m'n werkkamer zit: met m'n EE rug naar de tuin toe. Een normaal mens zou andersom gaan zitten. Iemand heeft 'ns gezegd: ik hou wel van een mooi landschap maar ik moet er iets bij te drinken hebben. Mensen bekijken op een strand, nou dat gaat dan nog, maar alleen maar genieten van kabbelende golfjes en zand en duinen en bergenik ben er niet voor in de wieg gelegd. Mijn ouders --waren ook boekenmensen." Ivo de Wijs begint genoeglijk te vertellen over zijn jeugd in Tilburg (waar hij op 13 juli 1945 werd gebo- ren) het rooms-katholieke milieu waarin hij opgroeide, zijn 'gave pu- berteit', het 'goede contact' met zijn ouders èn over de boeken. „Bij ons thuis hadden we alleen maar Nederlandse literatuur, met wat uitzonderingen voor Franse ka- -- tholieke schrijvers, Mauriac bijvoor- beeld, dat had mijn moeder inge- bracht. Maar mijn vader las de Ne- derlanders, met een tikkeltje Bra- bantse voorkeur. Je vond dus nogal wat van Panhuijsen, die in Tilburg Ëj== geboren is, en Van Duinkerken en Anton Coolen. Er waren ook veel Vla- mingen: Timmermans en Walschap. En Bomans. Pieter Bas was jarenlang een soort lijfboek waaruit ik hele SS stukken kon citeren. Nederlands werd thuis erg aange- ee moedigd, maar het zat er bij mijzelf ook een beetje in. Ik heb laatst een stukje hoorspel teruggevonden dat ik heb geschreven in de zesde klas van se de lagere school. =E Als oudste zoon werd er van je ver- SE wacht dat je op nieuwjaarsdagje ouders toesprak. Dan hield je een kleine rede. Je werd aangemoedigd -e op feestdagen voor te dragen en op 'Ik heb vastigheid, ik ben op bestemming' die manier kom je al vrij snel tot het schrijven van sketches en liedjes." Geen wonder dus dat Ivo de Wijs Nederlands ging studeren en later op vier middelbare scholen in dat vak heeft onderwezen. Maar de drang naar het cabaret was er ook altijd al en kreeg in Ivo's studietijd in Am sterdam, toen hij lid was van de ka tholieke studentenvereniging Sanctus Thomas Aquinas, alle kans tot storm kracht aan te wakkeren. Het Thomascabaret, dat in die ja ren ontstond, was de grondslag voor het cabaret Ivo de Wijs. Vier jaar ge leden (in december 1979), toen de groep uiteenviel, was dat voor Ivo Hij knikt: .een verschrikkelijke klap." Ongeveer anderhalve maand heeft Ivo de Wijs toen in de ww gezeten. „Een sombere periode. Ik mag daar graag zwartgallig over vertellen." Hoewel jij toch van nature een op timist bent. „Ja, maar zoiets kan hard aanko men. In de rij staan op de trap bij zo'n ww-kantoor is niet benijdenswaar dig. Ik zal daar nooit licht over spre ken, zo van: ach kom, als je maar een zonnig hartje hebt kun je daar uren staan. Dat kun je niét. Je wordt er gek van 'wij ambtenaren doen ons best om zo begrijpend en zo vriende lijk mogelijk te zijn'. Nou, je ziet dat ze het spelen. En het zijn geen rasac teurs Effe thee halen." Thee dus. En dan de overlijdensad vertenties. Ik weet dat Ivo bezig is een omvangrijke collectie aan te leg gen. Zodra hij een wat uitzonderlijke tekst ontwaart knipt hij die uit. Hij pakt zijn plakboek. „Toen ik eenmaal ontkerstend raakte na mijn roomse opvoeding had ik het idee dat je je toch sterk bezig moet houden met de zekerheden van het bestaan. Na de geboorte is de dood de grootste zekerheid. Dat moet je niet ontvluchten. Ik ben een groot voorstander van het integreren van de dood in het normale gedoe van al ledag. Ik ben tegen begrafenissen in alle stilte. Ik vind dat iedereen het recht heeft om mee te doen aan het rouw proces. Je kunt als nabestaande daar niet de vrienden en bekenden van uitsluiten. Ik vind ook dat er begra ven moet worden in stadsparken en niet aan de rand van de stad, weg uit het leven. Ik ben tegen crematoria die ergens in de polder staan. Die moeten een plek hebben te midden van ons allen. Zo heb ik de overlijdensadver tenties in de krant altijd gezien als iets wat men niet moet ontvluchten zoals veel mensen doen." Ivo opent het plakboek en citeert: 'Heden is ons ontvallen de heer J. de Bruin. Kegelclub Val Om.' - 'Tijdens zijn vakantie in Griekenland heeft God tot zich genomen...' - 'Met vreugde en verdriet delen wij u mee dat Guus Kalf de eeuwige jachtvel den is ingegaan.' - 'Rest in piece.' - 'Tot ons grote verdriet ging van ons heen onze vriendin Maria Dribbel. Moge zij thans de rust vinden die haar toekomt.' Als ik ben uitgelachen zegt Ivo de Wijs: „Ja, vrolijkheid gedijt goed in de omgeving van eeuwige waarden." Jij gaat erg vriendschappelijk met de dood om hè? „Ja, ik heb een nogal lichtzinnige natuur maar als het echt dichtbij komt wordt het natuurlijk wat grim miger." Ivo heeft de blik van een grapjas. Ik vraag hem of hij altijd zo'n pret- hoofd heeft. „Ja. De laatste jaren is het nog er ger geworden. Ik weet niet hoe dat komt. Ik denk dat ik het vroeger op het podium meer kon uitdragen en dat het dan overdag wat kalmer was maar dat ik nu meer tot het lachebek je thuis ben uitgegroeid. Ik heb een heel stabiel humeur, 's Avonds is het nog wat erger dan overdag. Ik heb het zeer naar mijn zin, heb ook niks aan m'n hoofd. Ik ben altijd vrolijk ge weest en het hoofd past zich daarbij aan. Ik had er vroeger wat meer haar op staan waardoor je het misschien wat minder zag. In bijna al mijn laat ste interviews komt mijn hoofd ter sprake in de geest van: als-ie lacht ben je bang dat de bovenste helft van zijn hoofd d'r afvalt." „Dat was een mevrouw die een ac tie op wil zetten. In korte tijd ben ik al tien keer gevraagd of ik een poli tieke avond aaneen wil praten, een inleiding wil verzorgen bij een ideële tentoonstelling, een lied wil maken tegen de kernraketten, enzovoort. Men loopt elkaar voor de voeten. Ik denk dat het komt - helaas - door de werkloosheid. Er zijn ik weet niet hoeveel vrijwilligers die alle maal acties in elkaar aan het steken zijn. Daar hebben ze dan wèl iemand voor nodig die op de tv komt of op de radio. En het gaat altijd per telefoon. Niemand neemt de moeite om je een behoorlijke brief te schrijven. Als je zegt dat je er helemaal niet geschikt voor bent wordt dat niet be streden want de persoon die je aan de lijn hebt heeft geen flauw idee wie jij bent of wat jij doet. Die is slechts aangesteld om de nummers te draai en. Ik stel het met opzet wat zwart gallig en niet zo sympathiek maar het komt me ook een beetje de neus uit. Het is echt een vloedgolfje.Om wat van te krijgen. Toen ik terugkwam van vakantie had ik 's avonds echt hoofdpijn van de telefoontjes. Ze hadden allemaal kennelijk liggen wachten tot ik er weer zou zijn. Het is niet zo'n leuk verhaal voor de dames en heren orga nisatoren. De lokale, regionale, pro vinciale en nationale acties lopen dwars door elkaar. Men belt maar. Nou ja, goed, dit moest ik even kwijt." Uit het prethoofd van Ivo komt een fikse ademstoot. Ander onderwerp. Heeft hij wel eens iets op reclame ge bied gedaan? „Nee, nooit. Ik ben een keer of twee gevraagd maar ik ben blij dat ik dan kan zeggen dat ik voor een consu mentenprogramma (De Vooruitgang, een radio-programma van de VARA) werk. Dan ben je meteen uit de markt. Het zou niet denkbaar zijn dat ik op de radio de margarine bekriti seer en dan 's avonds op tv verschijn met een kuipje Bona in m'n hand of daar teksten voor schrijf. Ik ben er niet rouwig om. Wat ik van reclame zie is een wereld waar ik mij in het geheel niet thuis zou voelen. Reclame pompt zichzelf zo op. Ze hebben een verschrikkelijke behoefte om elkaar over de bol te aaien, net te doen of het een waarachtige kunst betreft. Dat wereldje rinkelt ook van de prijzen. Het kleinste scheetje krijgt een onderscheiding. Als ik naar tv-spots zit te kijken vind ik het maar oenen die die dingen maken. Here, here, wat is dat nu, het is nieuw en het heet smeltjus. Als je ziet wat de heren tevoorschijn toveren.uiterst, uiterst, uiterst matig." Ivo de Wijs is geen man voor deco rum, leeft in zekere zin een beetje te ruggetrokken in een snoepie van een 18de-eeuws houten huis in Nieuwen- dam aan de noordkant van Amster dam. „We zitten hier een beetje op een eiland, afgesneden. Ik café's kom ik nooit, maar dat kroegleven mis ik in IVO DE WIJS, van cabaretier tot schrijver en huisvader: „Ze zeggen vaak: Als-ie lacht ben je bang dat de bovenste helft van zijn hoofd d'r afvalt". het geheel niet. In de plaats daarvan leidt ik een in de ogen van sommigen nogal huisvaderlijk bestaan waar ik zeer van geniet en dat ik ook eigenlij k altijd zo heb willen hebben. Ik kook ook. Dat vind ik enig. Ik heb een hele baan, mijn vrouw een halve. Het zal wel niet goed wezen, maar het blijkt te werken. Nog steeds geniet ik zeer van de kinderzegen (Teun, zes, en Sofie, drie). We hebben echt de spits afgebe ten in de vriendenkring. Men ervoer het bijna als schokkend toen wij be kend maakten: er zit bij ons een klei ne aan te komen. Dat was een steen in de vijver. In mijn omgeving doen ze bijna allemaal heel bewust aan kin derloosheid. Ik ben wat dat betreft een uitzondering. Maar ik zou er een warm pleidooi voor willen houden. Het houdt je zeer lenig. En het leert je een aantal slechte gewoonten af." Welke bijvoorbeeld? „Ach, het voortzetten van een bo- hemien-periode die goed thuishoort in een leven rond je twintigste jaar maar die je op je dertigste misstaat. Een punk van vijf-en-dertig vind ik griezelig. Come on baby, be your age, zeg ik altijd. Het mee willen blijven swingen van mensen van vijftig die roepen: ja maar ik was indertijd de eerste provoik weet niet hoe snel ik dan moet gaan braken. Dan denk ik: wat verkeerd zit jij in mekaar. De aanvechting is misschien groot om altijd maar in kroegen te blijven hangen en 's middags tot twaalf uur in je bed te blijven liggen, zeker als je een artistiek beroep hebt. Maar ik vind het helemaal niet erg dat ik nu moet zorgen dat ik tegen midder nacht stilaan in m'n bed kom want om acht uur staan de kinderen voor je. Sommigen hebben moeite met het begrip vastigheid. Maar ik zeg dan: ja, ik heb vastigheid, ik ben op be stemming, so what? Het staat mis schien leuk hoor om te roepen: als ik het in m'n kop krijg rij ik naar Parijs. Maar wanneer een of andere man van diep in de veertig mij dat mee deelt en daar een verhaal bij vertelt van jonge juffrouwen die hij maar met z'n pink van de straat hoeft te pikken, dan word ik uiterst neer slachtig... Is het beeld een beetje duidelijk?" Ik knik: zeer duidelijk. Ivo ver schuift wat op z'n stoel. Geen pret hoofd op dit moment. „Je krijgt natuurlijk wat beperkin gen door de kinderen. Bepaalde gril len toom je wat in. Kijk, ik had al nooit de aanvechting om plotseling langs het strand te gaan lopen maar nu minder dan ooit. Jaaa, in je prille verkeringstijd, dan móét je daar per tinent even naar toe. Gelieven willen nóg dichter bij elkaar zijn en nóg kleiner en zoeken het natuurfeno- meen op: hoge rotsen, Niagarawater- vallen, verlaten stranden... Nou, geef mij maar een schrijftafel en een goed boek." Ivo heeft z'n prethoofd weer. Door Bert van Velzen Mijn opa's zijn al zeer long dood. De een heb ik nooit ge. kend, ik heb nooit zijn sten gehoord. Zijn portret, datm, een melancholieke man me een de Savomin LohmanpJ. aan, hing waakzaam hoog j„' de kamer alwaar hij, zo meer. de ik als kind te bespeuren, li geheel niet naar zijn zin hei Hij keek verwijtend omlnaj Hij was, zo leerde de overleg ring, een wat nerveuze, last:; man geweest, die zijn gelul' betwijfelde en zijn verdriet torste als de verdiende gesel Gods. Vandaar wellicht dat hij ttej. nig ouder dan vijftig jaar geworden. Hij is al ruim eet halve eeuw in hoger sferen.t andere opa herinner ik me zeer wel. Hij werd 87 ondanlg het feit dat hij vanaf zijn pn; le jeugd zwaar heeft moe ter, afzien in het harnas van dei, beid. Hij was een driftige m, en een milde dictator. Zijn vrouw kon zingen als een lij. ster en hij kon bulderen als'jj novemberstorm. Hij droeg a gouden ketting op zijn buik en we mochten hem wel, wan we kregen 's zondags een dui beitje uit zijn knipbeurs. was onder Colijn. Beide man- nen hebben tot vrij grote diepte in de vorige eeuw ge staan. Zij noemden die: de goede oude tijd. In deze kommervolle dagen lokken de illusies van het vei leden. Vroeger was het beter. Eenvoudiger. Mooier. Liever. Geen giftige autodampen, maar het aroma van het n< le paard. We maken ons wel eens druk over hedendaagse honden - de Chinese regenjj wil ze zelfs uit het stadsbeeld van Peking verbannen - paarden van toen markeerde straat en steeg met dampende vijgen. Een gezond paard pro duceert er ongeveer twintig pond per dag van en de Ame rikaanse historicus OttoL. Bettmann meldt dat de 15.0» paarden die aan het eind var. de negentiende eeuw in stad Rochester werkten gam konden staan voor een berg vijgen van 175 voet hoog op een terrein van ongeveer m halve hectare. In New York City zou zo'n statistische bert een pet op hebben van eeut- ge sneeuw en hoger reiken de Mont Blanc. In de zomen begon de paardemest door; straten te stuiven alsfijmi Platinablonde vrouwen A niet snel genoeg de wijk In den nemen kregen dan roes bruin haar. In deze goede oude tijd bloe: den de Victoriaanse waardes en deugden waar mevrouw Thatcher zo lovend en zo vol van heimwee over kan spre ken en die ze ten voorbeeld stelt aan in welvaartswol ver pakte tijdgenoten. The gooi old days! Een derde van de mensen die zich afsloofdenin de satanische fabrieken wam kinderen, dappere acolieten van de industriële revolutie, die na zestien uur arbeid per dag vaak zo moe waren dat met hun voedsel in de mondi slaap vielen. In de fabrieken liepen de mensen die er werkten grote gevaar dan soldaten op het slagveld. In Chicago werdee Poolse emigrant ingeblikte; de ham. Voor hem behoefde, zoals voor vele duizenden slachtoffers van de helse ma chines in de fabrieken, de be grafenis niet door de onderra ming te worden betaald: zijt- uitvaart ging per sandwich Jay Gould, waarschijnlijkst schurkachtigste van de „rob ber barons" wist schamper It vertellen dat hij de ene van het proletariaat kon ha ren om de andere helft uit tl moorden. Het waren bijzondere tijder- Kinderen sorteerden steentó met bloedende vingersentt liepen krom, als oude man netjes. Meisjes in de zeepfa brieken verloren haar najet en vingertoppen door bijter-'- stoffen en Bettmann meldt" tragisch lot van een man dit in 1889 in een duivelse marf rinefabriek, die volgens VW riaanse ethiek werd gedreve'- zijn vingernagels, de harent' zijn hoofd en zijn verstand verloor. Bayer ontwikkelde heroïne en bracht het in lS op de markt als middel tegf het hoesten. In die goede oude tijd had Amerika een leger van land' pers en bedelaars dat meer'li 50.000 man telde en omvanj rijker was dan de strijdrw" die door Wellington bij W>' terloo werd aangevoerd. Hel verleden was arm, vies, ziek Oscar Wilde vond het in Kt" sas City zo stinken 'dat er W' nen vloeiden uit granieten, ogen'. De stenen beelden W1 ben ook staan janken om W onrecht en het stomme ge"' van de hebzucht. Het is niet eens zo lang geleden, die 6ij* oude tijd, die nooit bestond schijnt, tussen 1960 en 19Sf'1 klein goed oud tijdje te zij" geweest. Daar moeten wet" voor boeten. ZATERDAG 15 OKTO Door, Het zou ni zijn, dat ee zonder vera gaan een krijgt of nie het algemt zo'n geval z justitie aan lerlei overv vaak beslu vervolging o Het niet ins betekent overi zich boven de genomen bepa wetgever wat r de wetgever bl bij een verani over strafbaar wijziging over ver laat ontw ren, voordat overgegaan. Ot een praktijk, g< beeld. De wetge of niet bij die pi j Een besluit strafbaar aan wel als strafba in een maatsc ling. Beschaafd derlander mag mens noemen, over eens moete derde inzichten bepaalde daad strafbaar kan w Zo zijn besch duidelijk zijn d; algemeen gevoe geven- lange ti; som gekomen, niet te tolereren stal ontoelaatb; verkrachting be gen de gemeen daad had plaats namens die gem de dader voor Zo kwam de stand. Hoe kwamen ste helft van de strafwet samen zij dat bij toeval de tijdgeest of veel dieper ging rend tot een van het laatste Immers, staan d daden tegen de als strafbaar ve voor een geloofs lig worden geker Dat is juist, heeft van oudsh De oude Joden n Germanen. En wetgevingen, w< periode die mi: jaar achter ons 1 ieder acceptabe drag. Niemand v slagen of beroofc De wetgever i niet origineel g( zijn regelgeving ven. Vele geners zijn wijsheid. V' honderd jaar lat< zijn dan de mei voor de huidige 1 wel, misschien z omgeving wat hc Invoering van ling van mense meenschap hadd bij de afschaffii tuigen. Het afd\ kentenis behoor verleden. Afsch; straf betekende Deze veranderin met een grotere selijke waardighi In de negentiei de beschaafde m hij niet het recht het leven van ee van ethische nor derlandse samei samenlevingen e vatting over rech dat recht. Tot de negent ethiek van onze s mitieve: oog om

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 22