'DEZE GENERATIE GROEIT TOTAAL ANDERS OP DAN ALLE VORIGE' Vijftien j draaien Goddelijke macht van paus en kerk benadrukt fep9 Protestants Nederlandbekijkt nieuw katholiek wetboek DONDERDAG 6 OKTOBER 1983 EXTRA tot en met 19 oktober, is na een hoge vlucht in de jaren zeventig, neergestort in de jaren tachtig. Bedoening Boodschap Ouderen Visie Tijdperk Methode Tien jaar Ellende pOARlNG TWENTIES Medewerking Zuur Workshop en concert bij de MJB Mcky Luke: Fing> Ppie Happie En D JONDERDAG 6 OKTOE iE ZIJN ER NOG WEL, de kapittels, de gesprekken, de vriendschap. Maar de vraag is hoe lang nog. De belangstelling voor de Pax Christi-voettocht, die dit jaar de 27e keer wordt gehouden, van 16 Door Hein Sluij ter Eens trokken de routiers van de Bossche Pax Christi-voet tocht massaal door het Bra bantse land. Elk jaar in de herfstvakantie zag je ze bij duizenden in de buurt van Den Bosch in groepjes rond zwerven. Er werden bemoedi gende, ontmoedigende, inspi rerende, eerlijke, bedompte, heldere, vage en vaak ook emotionele gesprekken ge voerd. Zittend op de rugzak ken in het natte bos, in de dorpskroeg of zomaar langs stille binnenwegen trok de hele wereld lachend of hui lend voorbij. Naarmate het einde van de vier da gen durende tocht naderde, zwol de band binnen de groepjes, de kapittels, aan tot een regenboog van enthou siasme, vriendschap, optimisme, goedwillendheid en andere halleluja- gevoelens. Terecht, het wonder bin nen het afzonderlijke kapittel was weer geschied. Die op de eerste dag onhandig probeerden bij elkaar te horen, rolden er op de vierde dag on vermijdelijk uit als een bolwerk van kameraadschap. Massale afscheids- happenings op de perrons van het Bossche station en in de cafés in de binnenstad vormden het tegelijk roe rige en wat bedrukte slot. Met opzet heb ik dit in de verleden tijd geschreven. Niet omdat de Pax Christivoettocht niet meer bestaat, maar wel omdat dat massale, die gro te aantallen kapittels, routes en sa menkomsten verdwenen zijn. De voettocht lijkt een patiënt geworden te zijn, die nagenoeg op sterven ligt. Haalt hij het nog, zo vraag je je af, ook als ex-leider die jarenlang ge tracht heeft de voettocht mede gestal te te geven. Redt hij het nog, denk je dan, als je geconfronteerd wordt met het aantal deelnemers dat dit jaar heeft ingeschreven teneinde te komen discussiëren over het thema 'Geen toekomst? Kom nou!': vijfhonderd jongeren. Dat is slechts zeventien procent van wat in de zeventiger jaren als normaal gold: drieduizend. Vorig jaar meldden zich nog acht honderd gegadigden. Ook niet veel. De neergang had zich al voortgezet. De vette voettochtjaren met driedui zend routiers, zelfs ooit - eind zestiger jaren - met vierduizend trekkers, le ken voorbij. Tienduizenden mannen en vrouwen in heel Nederland heb- Pax Christi voettocht verkeert in doodsnood ouderen moet betrekken bij het zoe ken naar oorzaken van de zwaar ge taande belangstelling. Niet voor niets zijn vorig jaar ook ouders van rou tiers uitgenodigd om mee te lopen. Dit jaar weer. Vijftien hebben er gehoor aan gegeven. Maar wat beweegt de potentiële voettochtjeugd nu -de traditionele groep bestaat uit eindexamenkandi daten van middelbare scholen maar ook anderen- om in de herfstvakantie weet ik wat te gaan ondernemen, maar in ieder geval niet de voettocht te kiezen. Hij haalt pater dr. Jan Nieuwenhuis aan, schoolpastor in Amsterdam, die onlangs op een voor bespreking van het kader enkele har tige dingen gezegd heeft ten aanzien van de huidige oudere jeugd. Volgens Jan Nieuwenhuis zijn veel jongeren het praten-metTelkaar een tamelijk zinloze bedoening gaan vin den. De behoefte om te praten is er wel, maar die zit als het ware op slot. Waarom zou je praten: het haalt toch allemaal niets uit. Je leven is afhan kelijk van mensen en structuren waarop je hoegenaamd geen invloed kunt uitoefenen. Wat dan nog praten en wat zal je nog kiezen, Nieuwenhuis noemt de school als een plek waar de jonge mens na zijn twaalfde jaar gemakkelijk moeilijk te verwijderen onmachtgevoelens en ben in de afgelopen kwart eeuw als bijna-volwassene de voettocht mee beleefd en deze als zeer positief erva ren. Maar wat nu voettocht, geen toe komst meer? De eerste voettocht werd in 1958 gelopen met meteen elfhonderd man. Hoe komt het toch dat daarna de be langstelling twintig jaar lang zo stor menderhand toenam of constant bleef om vervolgens met ingang van de ja ren tachtig, veel sneller nog dan de voettocht gegroeid was, bijna uit el kaar te spatten tot de wel hele scha mele toeloop van vijfhonderd jonge mensen. Zit hier een boodschap ach ter die de jongeren hebben aan de ouderen? Of moet je simpelweg con stateren, dat het idee van de voettocht zijn tijd gehad heeft. Maar in dat ge val blijft het waaróm regelrecht overeind staan. Herman de Jonge (39), ex-missio- nafis in Oeganda, vervolgens pasto- NA VIER dagen intensief met el kaar om te zijn gegaan, kwam de onvermijdelijke af scheidshappe ning op het Bossche station. Dit ka pittel werd vereeuwigd in de glo rietijd van de voettocht, om precies te zijn in 1973. - foto de stem/ben steffen EEN KAPITTEL, compleet met rugzak, onderweg ergens in de buurt van Waalwijk. Het is 1966 en de voet tocht is nog volop in opkomst. - foto archief de stem raai theologie gestudeerd in Nijme gen, twee jaar meegelopen als leider, getrouwd en nu sinds 1 januari 1981 directeur van de Pax Christi Voet tochten, heeft er wel zijn gedachten over. Maar een afdoende verklaring voor het verschijnsel moet hij schul dig blijven. Hij heeft vermoedens. „Je kunt het zoeken in de structuur van de voettocht, in de maatschappij, de economische crisis of in het kerke lijk klimaat. Je kunt ook speuren in de richting van de jongeren zelf. Maar wie iets van de teruggang in de voettocht zoekt bij de jongeren, moet ook bij de ouderen te rade gaan. Elke vinger die naar de jongeren wijst, krijgt een vinger terug gewezen. De jongeren zijn wat de ouderen ervan gemaakt hebben. Zij houden nu de ouderen een spiegel voor. Kijk eens". Hij blijft steeds herhalen dat je de moedeloosheid kan oplopen. Jonge ren, zo zegt hij, ervaren de school als een dwingend instituut. Ook als een bolwerk van ongeloof. De school ac cepteert de leerlingen niet. Ze moeten zichzelf voortdurend bewijzen door middel van allerlei toetsen tot op 0,1 punt. Je kunt zakken als de computer aangeeft dat je net 0,1 punt tekort komt. Leerlingen hoeven niet toe te komen aan zichzelf maar wel aan de schoolnormen. Het resultaat is een soort 'geschoolde' hulpeloosheid ten opzichte van de ons omringende maatschappij. Herman de Jonge: „Als Jan Nieu wenhuis gelijk heeft, en ik denk dat, dan is die zo omschreven situatie be paald geen kweekbodem voor voet tocht-enthousiastelingen. Maar die druk op die leerlingen is er altijd al min of meer geweest. Dus helemaal HERMAN de Jonge met eert pos ter-aankondiging van de Pax Christivoettocht: „Aan de publici teit kan het nauwelijks liggen. We hebben nog nooit zo, via allerlei media, aan de weg getimmerd als dit jaar". - foto gerard damoiseaux verklarend zijn die gedachten niet". Hij heeft zelf een visie op hoe het gegaan is. Hoe de mentaliteit van de jongeren in de afgelopen jaren zich ontwikkeld heeft. En hoe dat uiter aard ook zijn weerslag vond in de voettocht. Naar zijn gevoel ligt er een kritische grens in 1968. In dat jaar voltrok zich, zoals hij dat formuleert, een macro-culturele grondverschui ving. Veel dingen die tot dat jaar een algemeen aanvaard goed waren, ble ken het daarna niet meer te zijn. En dat op grote schaal. „In dat jaar namelijk eindigde, wat overdreven weergegeven, een tijd perk waarin de jongeren alles moes ten weten zonder meer. waarin van bovenaf alles planmatig was geregeld zonder dat er ook maar gedacht werd aan inspraak. Alles moest netjes blij ven en keurig in de pas lopen. Na '68 krijg je de zeventiger jaren die veel ouderen van thans als bevrijdend hebben ondergaan. Voor dat jaar op gevoed als denkers en weters, moch ten we daarna gaan ervaren en voe len. Maar er lag in die jaren zeventig een verschil in denken tussen oude ren en jongeren. De ouderen, de lei ding, voelden zich ontdaan van een last: je mocht binnen de voettocht ge rust voelen toestaan, en huilen, een beetje vrijen, gearmd lopen en dat soort dingen. Terwijl tegelijkertijd de jongeren toen, immers-pasnij '68 zich bewust geworden vaffüë'mdatschap-' pij om hen heen, niet,hët£f"'tvisten of het hoorde gewoon zo: al die inspraak en al die vrijheid. Daar maakte je je niet druk om. Dat deden de ouderen wel. Wat gebeurde er dus in de voet tocht? Sommige leiders en misschien wel meer dan sommigen vierden on bewust hun eigen bevrijding. En dat tegenover jongeren die zelf op dat punt helemaal niets te vieren hadden. Jongeren van nu mogen nog steeds alles 'voelen' en 'ervaren'. Je hoeft ze niet uit te leggen dat vrijen en huilen mag. Ze weten en beleven dat al. En ze doen dat ook vrijelijk". Ter verduidelijking kenschetst hij de kapittelgesprekken uit de jaren zeventig. De methode die toen werd toepast: 'Zeg JIJ het nu eens', was toen goed, maar is dat nu niet meer. Is volgens hem achterhaald. „Voor de leiding, ik zeg het nog eens, was het een bevrijding dat zij heel veel aan de routiers zelf kon overlaten. Zoals waar het gesprek over moest gaan en zo. Kozen de rou tiers, bijvoorbeeld, de verhouding ouders-kind, dan liet de leiding ieder een over dat onderwerp zijn zegje doen en sloot vervolgens met een sa menvatting het gesprek af of er werd in het verdere proces over doorge praat. Maar niet zakelijk. Wel emo tioneel. In deze tijd zou je zo'n gesprek niet hoofdzakelijk gevoelsmatig maar ook zakelijk, moeten verlengen en door moeten gaan met vragen zoals: waar liggen de verantwoordelij kheden binnen het gezin, welke verantwoor delijkheden heb je als kind enz. Die vragen waren er toen vaak niet bij omdat het niet emotioneel genoeg was. Omdat er een grote ruimte werd gegeven aan emoties, kwam het zake lijke een beetje in het gedrang. Puur emotionele benadering was heel gewoon. En zonder de mening van de leider of leidster erin te be trekken. Want die gaven zij niet. gebeurde heel vaak zo en dat was goed in die tijd. Maar nu zou je andere weg moeten inslaan. Nu ook de leidér of leidster zijn ei mening eraan toe moeten v Niet autoritair of indoctrinair, gewoon omdat de jongeren van de ren tachtig er recht op hebben ot meningen en opvattingen van de ding te vernemen, opdat ze er mee kunnen doen. De ouderen moeten dus zelf over de brug komen. Je merkt het; de jongeren die, jammer genoeg in; geringe mate, nog wel met de mee willen meelopen. Ze zoel meer dan toen, naar een referent punt. Tekenend daarbij is dat ze wat makkelijker richten op het jaarlijks opgelegde thema. Inde ventiger jaren was dat vaak andi Toen werd maar al te vaak meteen; de eerste dag het thema lachei weggezwaaid onder het motto: maken zelf wel uit waar we overpr, ten. In die tijd lag dat ook voor hand". Zou nu, als dit allemaal een pa jaar eerder onderkend zou zijns weest, de voettocht op dit momenis grotere toeloop hebben gehad? „Ik weet het niet. Het was té schien fout om te lang de methode hanteren van: 'Waar willen jullie li over hebben en wat vind je erw Tien jaar lang hebben leiders enra tiers die ruimte samen genome Maar waar moet je uitkomen alsjti grenzen van die ruimte niet weel vinden, zoals dat bij de jongerens nu vaak het geval is". mtiHiorhoemt nog een' dhdtf'S •iW5WS%kerfd facet dat spelen Hij vat opnieuw woorden va: Jan Nieuwenhuis samen als hij zegt dat de wijze van opgroeien van generatie voor het eerst in de denis van het mensdom totaal schilt van wat gebeurd is met alle at. dere voorgaande jonge generatiesd er ooit op deze wereld hebben gelee" Vanaf het moment dat ze als ki konden kijken, is de ellende van dei wereld ongefilterd en recht-vou zijn-raap, rauw en integraal overdt ze jongeren uitgestort. Vroeger liep het kennis maken met 'de wereld veel gefaseerder. Deze generatie om komt niet aan een confrontatie va: alle ellende tegelijk en dat op een sueel uiterst indringende manier. K is hun wereld en hun toekomst? 0; deze manier wordt er tussen raties een niet geringe afgrond graven. Hoe kurinën jonge iriense zich daar nu een weg in zoeken Heeft praten zin? ëEN jazzclub oprichten telt weinig voor. Als padde stoelen zijn ze het afgelopen decennium uit de grond ge- ezen maar het gros ervan moest al snel het loodje leg gen Een jazzclub draaiende houden is geen sinecure. Daar kan de Roaring Twen ties Club Breda (RTCB) wel van meespreken. Vijftien jaar lang heeft deze jazzclub niet alleen haar hoofd boven water weten te houden, maar is al die tijd toch een van de toonaangevende jazzclubs op oude stijlgebied in Zuid Nederland geweest. Komend weekeinde gaat de RTCB dit lustrum uit bundig vieren. Dat begint zaterdagmiddag met een lustrum-receptie in de eigen clublokaliteit van de RTCB, het zaaltje achter de Vracht wagen op de Ginneken- markt (van 3 tot 5 uur). Za- terdagavondwordt het drin gen geblazen, want dan tre den zes van de acht huisor kesten voor het voetlicht. In verband met de verwachte grote toeloop wijkt de RTCB voor dit concert uit naar ca fé Oud Ginneken aan de Ginnekenweg 230. Zondag middag wordt het feest voortgezet met een optreden van Lillian Boutté and her Music Friends in het Con gres aan de Boschstraat 86. „Ik heb er altijd verbaasd van gestaan hoeveel mensen er steeds weer bereid zijn een hoop vrije tijd in de or ganisatie van zo'n jazzclub te steken. Als je elke zater dagavond al een jazzconcert hebt en daarnaast nog een aantal andere activiteiten, dan kun je wel begrijpen hoeveel werk daarin gaat zitten. Je kunt zo'n club niet meer met goedwillende amateurs runnen. Daar heb je echt mensen voor nodig, die op verschillende fronten over een deskundigheid be schikken. Gelukkig hebben we die in voldoende mate in onze gelederen", zegt voor zitter Hans van Slobbe. Ook de medewerking van vele muzikanten noemt Hans van Slobbe grandioos. „Je zou de huisorkesten de kurk kunnen noemen, waar op de club drijft. Zij spelen 'om niet' in de club en zeg gen daar zelfs andere lucra tieve aanbiedingen voor af. Ook als je Bredase muzi kanten nodig hebt voor een of andere gelegenheid, dan vind je vrijwel altijd een grote bereidheid. Neem bij- „Daar moet je eens over nadenka Ik weet ook hier niet of het verkla rend is voor de situatie bij de vft- tocht. Het kan ermee te maken ben. Twee jaar geleden hebben1'" geprobeerd, om via een onderzoek Dl de jonge mensen zelf, erachter te kfr men wat hen bewoog. Daar is zinnigs uit gekomen. Je werd ern» wijzer van". Voor de leiding is het zuur te fen, dat juist diè jonge mensen die® wegblijven, vermoedelijk in de voe-H^-ï~" tochtbelevenis een aanzet h< kunnen vinden tot een positievere minder matte, kijk op het leven, toekomét?, Kofn nou!. Zondag om 11.00 uur start de workshop bij de MJB on der leiding van Hein van der Geijn. Deze workshop duurt tot ongeveer 14.00 uur. Een uur later begint in 't Hijgend Hert aan de Pasbaan 7 te Breda het concert van het "HIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIll DEN HAAG (ANP) - De goddelijke macht van paus en kerk worden sterker dan voorheen benadrukt in het nieuwe katholieke kerkelijk wetboek 'Codex Iuris Cano- nici' dat op 27 november 1983 van kracht wordt. Dat is de mening van de vereniging 'Protestants Nederland', die binnenkort zal worden afge drukt in het oktobernum mer van haar maandblad. Het artikel is geschreven door J.C. de Meyere. De auteur herinnert eraan, dat het eerst de bedoeling is ge weest een uit twee wetboe ken samengestelde „Grond wet voor de kerk" op te stel len, die zou gaan gelden voor zowel de Latijnse kerk als voor de met Rome geünieer de kerken in het Oosten. Omdat dit te veel de indruk zou wekken dat de kerk een Staat zou zijn, besloot paus Johannes Paulus II in 1982 die gedachte te laten vallen en moest het goddelijke recht door het hele wetboek worden gemengd. Dat heeft dan ook alleen rechtskracht voor de Latijnse kerk, even als de Codex van 1917. Rechtspersoon Evenals vroeger worden de R.K. Kerk en de Heilige Stoel weer rechtspersonen genoemd krachtens godde lijk recht. Ook nu weer zijn de dogma's van 1870 de ba sis: Christus zelf heeft Zijn ene en enige kerk gesticht en Zijn macht overgedragen aan Petrus en zijn opvol gers. „Alleen de organisatie onder de opvolger van Pe trus is de kerk van Chris tus", is de gevolgtrekking van de auteur. Maar voor het eerst wordt de kerk in canon 204 nu ook een „societas" genoemd, een gemeenschap zoals een staat en daarom aan een staat ge lijk en gelijkwaardig. De be naming herinnert aan de ge liefkoosde term „societas perfecta", de „volmaakte ge meenschap", waarmee paus Pius XII de kerk aanduidde, zegt De Meyere. Kerk heerst De tekst van canon 204 klopt met „de uiterst verhel derende toespraak", die paus Paulus VI op 4 februari 1977 heeft gehouden tot de rechtbank de Heilige Ro meinse Rota. Daarin zegt hij, dat er geen verschil mag worden gemaakt tussen de kerk als instituut en het Mystieke Lichaam van Christus. Uit die goddelijk heid vloeit voort, dat de kerk mag heersen over de gewe tens „Er is geen plaats voor een gewetensbezwaar, dat de kerkelijke gehoorzaam heid zou opheffen", aldus deze rede, die is afgedrukt in de Osservatore Romano van 5 februari 1977, maar waar van geen Nederlandse ver taling is gemaakt. Naar De Meyere denkt, is bij de definiëring van de pauselijke oppermacht in deze Codex de hand herken baar van paus Paulus VI, getuige diens aanhef in zijn constitutie 'Over het vacant zijn van de Apostolische Stoel en over de Pauskeuze', uit de Osservatore van 14 november 1975, in het Ne derlands vertaald in 'Ar chief van de kerken' van 6 januari 1976. Naar De Meye re schrijft blijkt hiér duide lijk de goddelijke macht van degene, die plaats neemt op de stoel van Petrus, om schreven in de canones 331 tot 335. Fusie Voor het eerst is in dit wetboek ook de titel „Plaatsbekleder van Chris tus" (Vicarius Christi) nomen, namelijk in canon 331. De Meyere memoreert dat de Wereldraad van Ker ken (WVK) een fusie met® R.K. Kerk al sinds 1965 op zijn programma heeft staal „De WVK denkt, dat de RK Kerk op voet van gelijkte lid van deze raad kan *or' den, ondanks dat Paulus het fatsoen had, herhaalde lijk voor dit misverstand It waarschuwen", zo schri] hij. Gewaarschuwd En wat de gehoorzaam heid aan de kerk betreft, o° als er gewetensbezwaren i het geding zijn, acht 9 Meyere nu alle paters vol doende gewaarschuwd, beweren dat Luther gereha biliteerd kan worden".

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 22