trole
PEP-MIDDEL KABINET: AAN DE SLAG MET UITKERING
i
Actrice speelt
voor koningin
rijzen
ij gen
iet 3
bibtim
wnFNSPAG 21 SEPTEMBER 1983
MILJOENENNOTA
PAGINA 4 -
LAG LAGER
j T5Tb ovjfKity
Concurrentie
vervalsing
goed mogelijk
Bedreiging
Rechtspositie
Iets nuttigs
Alternatieve Troonrede
?ening van de zitting der Staten-Generaall
T101 PAGINA 4
i onze Haagse redactie
HAAG - Het kabinet
acht dat de prijzen
ind jaar met gemid-
3 stijgen.
ior het grootste deel
i) als gevolg van huur-
oging, hogere tarieven
indirecte belastingen
erhoging van de aard-
rijs.
jor de resterende 0,9 St
stijging een gevolg
hogere invoerprijzen
duurdere grondstof-
inister Van Aardenne
nomische Zaken) wil
Volgend jaar de prijzen
noeg vrij laten. Sinds
aar gelden voor het
tste deel van de indus-
e en handelssector
maximum-prijsvoor-
iften meer. Voor de
lings- en genotmidde-
sector zijn die per 1 juli
trokken. Voor de sec-
lienstverlening werden
oorschriften met enke-
tzonderingen gehand-
d.
et geleidelijk verdwij-
van de algemene voor-
iften betekent volgens
ewindsman niet dat de
role op prijzen en kos-
^erdwijnt.
an Aardenne beseft dat
tijging van de over-
Istarieven haaks staat
le loonmatiging en het
Ier terugdringen van
geldontwaarding. Het
n tekort dwingt de
•heid tot het vergroten
de inkomsten door
del van tarief sstijgin-
T100
Plan van De Koning schept
twee 'soorten' werknemers
Door Mick Salet
DEN HAAG - Minister De Koning (Sociale
Zaken) heeft twee nieuwe plannen bedacht
om werklozen met behoud van uitkering
aan de slag te helpen.
dactie
limumloon en alle uitke-
,5 verlagen.
naar 70 van hun laatst-
ende loon. Nu is dat in de
1 nog 75 en in de WW
AO 80
nsen met een minimum-
ring WW, WWV of WAO
rnder gezin worden niet
die laatste bezuiniging
ffen. Voor hen blijft gel
dat hun uitkering nooit
mag zijn dan het netto-
mumloon dat dan wel la-
k de kinderbijslag gaat
ag. Eigenlijk had er in to-
1,5 meer aan kinderbij-
uetaald moeten worden in
Dat gebeurt niet. Het ef-
n de portemonnee is voor
ouders verschillend. Dat
omdat de kinderbijslag
ikelijk is van de leeftijd
de kinderen. Ouders met
.•ren beneden de zes gaan
ink op achteruit, terwijl
rs met kinderen tussen de
lf en achttien er op voor
aan.
ast deze grote bezuini-
?n staan er nog wat ande-
ïaatregelen op het pr°"
ima:
ehuwden, die niet alleen
wonen, krijgen een lage-
jstandsuitkering. Nu kru-
ze 30% minder dan ge
len, dat wordt 40% min-
le AAW worden enkele
aedingen afgeschaft;
ieenten mogen straks nie-
1 meer in de WSW (Socta-
i/erkvoorziening) aarV)e'
totdat ze bereikt hebben
iet aantal WSW-ers me
j gedaald. Die daling me
zal voorlopig
en gebeuren. Ook moet d
I gesloten worden v0°
:ren beneden de 18 jaar.
Het ene is uit België
geïmporteerd en heet
het derde arbeidscir
cuit en dat betekent dat
werklozen met behoud
van uitkering voor de
overheid gaan werken.
Het andere plan heet PEP,
Praktijk-Ervarings-Plaats.
Met dat PEP-middel kun
nen bedrijven werkloze jon
geren in dienst nemen; ze
hoeven dan geen loon te be
talen, maar moeten de jon-
I geren wél wat leren.
Werklozen die op deze
Inanier vrijwillig aan de
„,_g gaan, houden gewoon
hun uitkering. Ze worden
niet als werknemer behan
deld: krijgen geen loon en
geen normale rechtspositie,
j „Ik vind het een goede
zaak om met overheidsgeld
het werkgelegenheidsbeleid
I voort te zetten. Niet dat het
oplossingen biedt in die zin
dat het meer banen oplevert.
Blijvende werkgelegenheid
moet van het bedrijfsleven
komen. Wel is het een po
ging om via tijdelijk werk
en scholing de mensen hun
werkgelegenheid niet te
doen verliezen en ze de mo
gelijkheid te bieden om vrij
willig zinvol werk te ver
richten", aldus minister De
Koning.
Hij wil snel met werkge
vers en werknemers gaan
overleggen over invoering
van, deze plannen. Ook de
gemeenten zullen nog wel
I een zegje willen doen, want
I zij draaien op voor de nodige
1 financiële) hulp bij het
I behoud van uit-
Overheid
Het 'derde arbeidscircuit'
is een mooie term voor
I „werken voor de overheid
met een uitkering". Werken
ineen bedrijf is één, werken
ibij de overheid twee en dus
is er nu het dérde arbeids
circuit: werken in de kwar-
taire sector (rijk, provincie,
gemeente of een door de
overheid gesubsidieerde in
stelling) terwijl men gewoon
een uitkering krijgt.
Bedoeling is dat mensen
tussen de 18 en 55 jaar die
langer dan een jaar werk
loos zijn, met behoud van
uitkering voor de overheid
kunnen gaan werken. Dat
gebeurt vrijwillig en dat
zinvolle werk mag maxi
maal twee jaar duren.
Deze uitkeringsgerechtig
den mogen dan alleen werk
doen dat nu normaal niet
(meer) zou gebeuren, zodat
ze geen concurrentie vormen
voor mensen met een vaste
baan. Overal in het land
moeten toetsingscommissies
komen (met vertegenwoor
digers van Arbeidsbureau,
werknemers, werkgevers en
gemeenten) om te controle
ren of die werkzaamheden
door de beugel kunnen.
Die vrijwillige werkers
bij de overheid kosten dus
dus geen loon, maar er zul
len wel allerlei normale be
drijfskosten gemaakt moe
ten worden om die mensen
aan de slag te helpen en
houden. Die kosten moeten
de afdelingen die een werk
loze in dienst nemen zelf be
talen en binnen hun begro
ting zien te vinden.
De kans is natuurlijk
groot dat deze vrijwillige
werkers een bedreiging
gaan vormen voor de be-
De Koning
staande ambtenaren en
werkers in allerlei gesubsi
dieerde instellingen, van
clubhuis tot bejaardenzorg.
Want wat kan er in de prak
tijk gebeuren? Een gemeen
te besluit te bezuinigen op de
plantsoenendient. Dat be
spaart veel geld. De volgen
de dag constateert de ge
meente echter dat het zonde
is om al het groen te laten
verkommeren en worden er
werklozen aangetrokken om
,de plantsoenen te onderhou
den. De vaste banen zijn
eerst verdwenen en later
worden goedkopere arbeids
krachten aangetrokken.
De Koning: „Dat is niet de
bedoeling, maar in theorie
kan dat".
De minister wijst er ech
ter op dat de regionale toet
singscommissie misstanden
moeten voorkomen. Maar
als de democratisch gekozen
gemeenteraad nu, ondanks
een negatief besluit van die
toetsingscommissie, besluit
die werklozen aan de slag te
helpen?
De Koning: „Dan kunnen
we in het uiterste geval de
werkloosheids-bijdrage aan
de gemeente stopzetten".
Nog een probleem is het
feit dat er straks bij de over
heid twee soorten mensen in
dienst komen. De gewone
ambtenaar met 100 procent
salaris en een werkloze, die
voor het zelfde werk slechts
een uitkering krijgt. Kan
dat?
De Koning: „Het bezwaar
van de ongelijkheid tussen
loon en uitkering kan ten
dele worden weggenomen
als aan die boventallige ar
beidsplaats (de werkloze)
een arbeidsduur van bij
voorbeeld maar dertig uur
wordt verbonden".
Maar minister De Koning
geeft toe dat er een groot
probleem blijft ontstaan
omdat er een verschil in
rechtpósitie is tussen die
twee soorten van overheids-
werkers: de vrijwillig wer
kende werkloze heeft name
lijk niet een normale rechts
positie (ontslagprocedures
eet.) en heeft dus een vrij
onzekere positie. Uiteinde
lijk zal een uitspraak van de
rechter die zaak moeten op
lossen, meent De Koning.
Rest nog de vraag hoeveel
werklozen De Koning zo aan
de slag denkt te helpen. Hij
schat dat er nu al tussen de
50.000 en 100.000 mensen met
een uitkering werken. Ver
der zijn er 300.000 mensen
tussen de 18 en 55 jaar lan
ger dan een jaar werkloos.
„Daarvan zijn er ruim
125.000 qua arbeidservaring
of opleiding in beginsel di
rect inzetbaar in de kwar-
taire sector", aldus De Ko
ning.
Het plan zal dus hooguit
enkele tienduizenden aan de
slag kunnen helpen, tenmin
ste als de toestings-commis-
sie zoveel projecten goed
kunnen keuren, want de
concurrentie-vervalsing
loert al snel om de hoek. Het
zou zelfs zo kunnen zijn,
geeft De Koning toe, dat de
toetsings-commissie veel
van de al bestaande projec
ten af zullen keuren.
Hij geeft dan ook ruiter
lijk toe dat het aantal van
125.000 (voor hem zo'n beetje
de maximaal acceptabele li
miet) niet gehaald zal wor
den. „Ik denk niet dat we dat
halen", zegt De Koning. Niet
alleen omdat er snel sprake
zal zijn van concurrentie
vervalsing, maar ook door
„de vrijwilligheid en het
ontbreken van een extra fi
nanciële prikkel een aantal
personen geen belangstel
ling zal hebben".
De minister vindt echter
dat al deze nadelen zullen
moeten worden afgewogen
tegen het voordeel: „Lang
durig werklozen een perpec-
tief op zinvolle arbeid bie
den."
Dat laatste is ook de be
doeling van het PEP-plan.
PEP is de afkorting voor
Praktij kervaringsplaats
Werklozen die geen of wei
nig werkervaring hebben,
kunnen als ze een half jaar
werkloos zijn, zes maanden
lang bij een bedrijf worden
aangenomen. Dit plan is
vooral bedoeld voor jonge
ren, met name de schoolver
laters, en vrouwen.
Ze krijgen als PEP-kracht
geen loon, maar houden hun
uitkering. In ruil voor zo'n
goedkope werkkracht zon
der normale rechtspositie,
moet een bedrijf die werklo
ze wél wat leren. Het Ar
beidsbureau en de Onderne
mingsraad moeten controle
ren dat die jongeren ook
écht iets nuttigs wordt bij
gebracht en dat ze niet zon
der meer als gratis arbeids
kracht worden gebruikt. Om
misbruik te voorkomen mo
gen bedrijven maar maxi
maal tien jongeren in dienst
hebben en mogen ze niet
constant gebruik maken van
„peppers".
Is het gevaar niet aanwe
zig dat deze j ongeren, die via
de Sociale Dienst betaald
worden, produktief bezig
zijn, zodat er sprake is van
valse concurrentie tussen
bedrijven en bovendien geen
plaats vrij komt voor jonge
ren die een vaste baan wil
len?
Minister De Koning: „Dat
is in de praktijk niet hele
maal te voorkomen. Dat ge
beurt nu ook met stages. Een
deel van de opbrengsten uit
produktieve arbeid kan ech
ter worden gezien als com
pensatie voor de kosten die
het bedrijf maakt, voor be
geleiding en dergelijke".
En na zes maanden is het
afgelopen: terug naar huis
en veel succes?
De Koning: „Ja, na zes
maanden is het afgelopen",
maar dan heeft de 'pepper'
inmiddels wel werkerva
ring, die een kans op een
vaste baan groter maken.
De minister weet absoluut
niet hoeveel werklozen met
het PEP-middel aan de slag
kunnen. Maar hij vindt het
probleem van de werkloos
heid nu zo groot, dat men
bereid moet zijn zonder der
gelijke zekerheden, stappen
moet zetten om werklozen
een nieuw perspectief te bie
den. Met alle risico's van
dien.
L A
de teruglopende on^v,1„|e
ig in de niet-commerci
itensector.
:t Planbureau voorz^'
stijging van de bedru
iteringen met 3 v0°
chemie, energiesector
toffenwinning. De inve n
gen in bedrijfsgebouw
n toenemen.
investeringen va"
leid dalen met 4 al? ®je
van overinvestering 'n ,e
aire sector dit jaar en
ig van de woningbouw.
Leden der Staten-Generaal,
ONS land wordt deze jaren zwaar op de
proef gesteld. Velen verloren hun baan.
Talrijke jongeren konden nog niet aan
'•'e slag komen. De steeds grotere finan
ciële tekorten van de overheid konden
ëct niet verhelpen. Deze hebben geleid
tot steeds hogere rentelasten en daar
mee weer tot grotere tekorten. Welvaart
en werkgelegenheid van land en burger
werden steeds verder aangetast.
De begroting die U vandaag wordt
aangeboden en het beleid van de rege-
[ing zijn dan ook allereerst gericht op
net doorbreken van deze situatie. Ten
behoeve van het herstel zijn aanpassin
gen nodig. Het kabinet is zich bewust
ant sommige daarvan burgers en groe
pen van burgers zeer pijnlijk treffen
door achteruitgang van inkomen, door
9'ote veranderingen in werk- en leef
omstandigheden, of door het ontstaan
"an onzekerheid.
Toch wil het kabinet de noodzakelij
ke ingrepen niet uit de weg gaan. Er
staat te veel op het spel. De ontwrich-
t'ng van welvaart en werkgelegenheid,
"'e de laatste jaren steeds ernstiger
Jerd, moet een halt toegeroepen wor-
aen, pas dan kunnen wij samen aan
|Cyste( gaan werken. Herstel is moge-
ijk Daarom moeten wij nu doorzetten.
•'et elkaar kunnen wij de moeilijkhe-
Tj} overwinnen, opdat er weer zeker-
new komt mor ouderen en kansen voor
Jongeren. Het verbeterend internatio-
al gety stejt ons jujst nu in staat een
eer ten goede te bewerkstelligen.
hJw ^ézigingen in de sociale zeker-
eid2ijn erop gericht dit stelsel betaal-
"tj |e houden. Om de pijn eerlijk te
'delen is gekozen voor deels een alge-
ene vermindering, deels een bijzonde-
aanpassing van de hogere uitkerin-
ia»riMede op Stond van de adviezen
nde Sociaal-Economische Raad en in
ten rSï>raa'c tnet U, Leden van de Sta-
jn-Generaal, zal de komende jaren een
steL fuw<^> vachtvaardig en betaalbaar
Uel van sociale zekerheid uitgewerkt
'eo t n u'or^en- De voorgestelde maat-
pre malcen het mogelijk de sociale
n»,l?les te verlagen ten gunste van
0Jendenen uitkeringsgerechtigden.
tan i e Wlize- kan het verlies aan koop
ent wat beperkt worden.
j de werkenden is het daardoor
con/ keiijker af te zien van de prijs-
kenfensat'e en deze te bestemmen voor
s|Mpdeling van werk en voor de ver-
no uan het bedrijf of de instelling,
waar men werkt. Zo wordt de vorig na
jaar met werknemers en werkgevers af
gesproken beleidslijn om het arbeids
voorwaardenoverleg daarop te richten,
versterkt. De enorme toevloed van jon
geren en vrouwen op de arbeidsmarkt
maakt de verdeling van het werk door
deeltijdbanen en anderszins tot harde
noodzaak. Dat is moeilijk, maar toch
moeten wij het werk zo organiseren dat
meer mensen kansen krijgen. Dat zijn
wij elkaar verplicht.
Inkomensoffers van ambtenaren en
van hen die werkzaam zijn bij door de
overheid gefinancierde instellingen,
zijn mede noodzakelijk om de daar aan
wezige werkgelegenheid zo goed moge
lijk in stand te houden; tegelijk echter
ook om via de herverdeling van de be
schikbare werkgelegenheid meer bur
gers kans op werk en inkomen te geven.
Het gaat daarbij om tienduizenden.
De vandaag uitgebrachte werkgele-
genheidsnota gaat in op het herstel van
economie en werkgelegenheid, op de
verdeling van het werk en op de moge
lijkheden voor uitkeringsgerechtigden
om zinvol werk buitenshuis te verrich
ten.
Het bedrijfsleven, bestaande en nieu
we bedrijven, met allen die daarin
werkzaam zijn, zullen weer het draag
vlak moeten worden van groeiende
werkgelegenheid en welvaart. Daartoe
moeten wij het overheidstekort en de
druk van belastingen en premies ver
minderen. Hiertoe wordt nu een forse
aanzet gegeven. Het financieringstekort
gaat, zij het bescheiden, dalen. De socia
le premiedruk daalt aanzienlijk.
Ondanks belastingmaatregelen stijgt
de totale belastingdruk in de samenle
ving niet. Zelfs bij de krappe kas van de
overheid heeft de regering toch een las
tenverlichting voor het bedrijfsleven
voorgesteld; voor bedrijven en zelfstan
digen. De regering dient vandaag so
berder begrotingen in. Om echter te
voorkomen dat bij de stijgende rente
last en de scherp gestegen kosten van de
werkloosheid ten laste van de rijksbe
groting, de overheidstaken te sterk in
gekrompen worden, moeten belasting
maatregelen genomen worden. Deze
verzwaringen staan dus tegenover ver
lichtingen. De belastingmaatregelen
zijn zo gekozen dat zij duidelijk het
zwaarst drukken op de burgers met de
hogere inkomens. Op deze wijze worden
de lasten van de hogere werkloosheid en
de bedragen gemoeid met de-lastenver
lichting voor het bedrijfsleven naar
NEDER
STAATS
LANDSE
COUR ANT^
AfcXjK&if&Ttfc* VÓÓR HÈ? KÓNtNK-RijK DfcR NEOfcRtAlüÖÊN
tóf wij ppfcpcn&xfcutópo fcx 4r w étsaaaw ro hn fccto&ff Wff
wtrttt 1« At fcet AwJT
we«t» «rmigcfwotA awigtcci, mm Ett vdorwee m ét wrtcB
w rijn
W** itóró <fofg. Mum- tn öfts ttgcu (mdhcc&ds AteosEtB) c<tc fcdijk rtttt A
kL t>i< "ttottit
HET Landelijk Milieu Overleg (LMO) heeft Kamervoorzitter
Dolman gistermiddag een „alternatieve" Troonrede
overhandigd, waarin een „radicale koerswijziging" wordt
aangekondigd om uit de huidige problemen te komen.
Voortgaan op de huidige weg betekent volgens het LMO een
toenemende werkloosheid, een verdere aantasting van natuur
en mileu en een steeds grotere oorlogsdreiging.
De „alternatieve" Troonrede wordt onderschreven door
twintig organisaties op het gebied van milieu-bescherming,
consumentenbelangen en vredeszaken.
Uitgangspunt voor het LMO is „niet de vrijheid van
ondernemers om maximale winst te behalen ten koste van mens
en milieu, maar het voorzien in de werkelijke behoefte van de
samenleving, waarbij zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt
van de in eigen land aanwezige menskracht en natuurlijke
hulpbronnen". Met het oog daarop wordt in de nota een
meerjarenplan voor een gezonde economie in het vooruitzicht
gesteld.
Geheel in de stijl van de echte Troonrede kondigt die van de
LMO de oprichting aan van een nieuw departement, het
Ministerie van Milieubeheer. Dat zou binnen twee jaar moeten
gaan functioneren.
„Hierin zullen taken worden samengebracht, die thans zijn
versnipperd over de departementen van Landbouw en Visserij
Verkeer en Waterstaat, Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer en Economische Zaken". De nieuwe
minister van Milieubeheer krijgt dan vergaande bevoegdheden,
waaronder een toetsingsrecht voor alle overheidsplannen.
Besluit de echte Troonrede dit jaar met een verwijzing naar
Willem de Zwijger, de „Vader des Vaderlands", die inhoud gaf
aan de „vrijheid en het respect voor elkaar", de „alternatieve"
Troonrede besluit met een herinnering aan het jaar 1984. „Een
jaartal dat in het verleden als symbool heeft gegolden voor een
mensontwaardige toekomst, waarin de burgers onmondig en
afhankelijk zouden worden. Maar 1984 kan ook, na jaren van
malaise en onzekerheid, het jaar worden waarin de impasse
wordt doorbroken en mensen weer met elan gaan functioneren
in een harmonische, stabiele en vredelievende samenleving".
De echte Troonrede eindigde vorig jaar met het uitspreken
van de wens dat de leden van de Staten-Generaal bij hun
„vruchtbaar" werk zouden worden gesteund door hopende en
biddende mensen. De „alternatieve" Troonrede volgt dat
voorbeeld: „Velen hopen en bidden, dat u de wijSheM'moogt
vinden om die ontwikkeling ingang te zetten".
Jammer alleen, dat in de echte Troonrede deze kèer de Bede
weer is teruggekeerd: ,;Van hartewens ik U tcfe'dat?GödS^iegen
op uw werk rust". Maar dat konden de milieu-organisaties niet
weten.
Wat ze wél hadden kunnen weten is het feit, dat de Staten-
Generaal op Prinsjesdag niet meer worden geopend. Dat komt
door de grondwetswijziging, waardoor het parlement niet meer
gesloten wordt. Dus ook niet meer geopend.
De actrice Nellie Frijda las gistermiddag op het bordes van de
Ridderzaal de „alternatieve" Troonrede van de mileu-beweging
voor. Ze was op het Binnenhof gearriveerd per riksja.
J 1
Koningin BEATRIX tijdens de troonrede
- FOTO ANP
draagkracht verdeeld, en komt ook vol
gend jaar geld beschikbaar voor een
bijzondere uitkering aan hen die van
het minimum rond moeten komen.
Bij het herstel van de werkgelegen
heid kan het niet alleen gaan om las
tenverlichting en beheersing van kos
ten. Daarom heeft het kabinet ook een
begin gemaakt met de vereenvoudiging
van de regelgeving in ons land.
Deze taakstelling heeft niet alleen be
tekenis voor de economie. Burgers en
bedrijven hebben recht op een overheid
die sober is in haar regelgeving. Strikt
waar het moet, maar niet alomvattend
en bureaucratisch. Een overheid die
zich onthoudt van wat floor anderen
minstens zo goed gedaan kan worden.
Een overheid die zich beperkingen op
legt, maar helder en strak is daar, waar
zij moet optreden, zoals bij de bestrij
ding van fraude, van handel in drugs
en van aantasting van het milieu. Als
wij hierin slagen zal de rechtsstaat win
nen aan geloofwaardigheid en kracht.
De instandhouding van een krachti
ge rechtsstaat, voorwaarde voor het be
houd van onze democratie, is één van
onze eerste opgaven. De rechtsstaat kan
echter alleen gedijen in een samenle
ving waarin alle burgers kans hebben
zich te ontplooien, waarin emancipatie
gerealiseerd kan worden, waar nationa
le en groepstradities beleefd kunnen
worden en waar groepen met verschil
lende opvattingen en gebruiken elkaar
tolereren en waarderen. Het gevoel van
onzekerheid en gebrek aan geborgen
heid, en soms zelfs een gevoel van stuur
loosheid zijn zeker niet alleen te wijten
aan de economische teruggang.
Daarom is zo belangrijk het weefsel
van de samenleving, van gezin tot wijk,
van eigen vereniging tot rijkgescha
keerde media, waarmee men zich ver
want kan weten, waar men zjch thuis
voelt. Onze rechtsstaat is ook gediend
met betere bestuurlijke verhoudingen;
met de zeggenschap zo dicht mogelijk
bij de burgers. Met het oog hierop zal
voortgegaan worden op de moeilijke
weg van de decentralisatie.
De kwaliteit van de samenleving
moet worden bepaald door de instelling
en inspanning van de burger. Dat geldt
voor het vraagstuk van de minderheden
die hun plaats moeten kunnen vinden
in onze samenleving. Dat geldt voor het
onderwijs, waar naast de noodzakelijke
versobering veel werk wordt verzet voor
belangrijke nieuwe plannen met name
in het voortgezet onderwijs; het kort
middelbaar beroepsonderwijs en het
leerlingenstelsel vormen daar een bij
zondere uitdaging.
Belangrijke initiatieven op het ge
bied van volwassenen-educatie en met
betrekking tot de toepassing van de in
formatie-technologie in onderwijs en
onderzoek zijn slechts voorbeelden van
het feit dat de rol van het onderwijs in
de samenleving eerder toe- dan af
neemt.
Overziet men de ontwikkeling van de
rijksbegroting dan valt op hoe gestaag
de inspanningen zijn ten behoeve van
de stadsvernieuwing en de verbetering
van het milieu. Dit zijn welbewuste
prioriteiten. Wij moeten ons dat bij be
zuinigingen elders wel realiseren.
Diezelfde kwaliteit van de samenle
ving komt tot uitdrukking in de volks
gezondheid, de bejaardenzorg en in het
cultuurbeleid. Ook hier zal de regering
in nauwe samenspraak met de Staten-
Generaal initiatieven nemen om het
met de beschikbare middelen eenvoudi
ger en beter te doen, ons meer baserend
op mogelijkheden en verantwoorde
lijkheden van de burger zelf. Het gaat
daarbij niet in de eerste plaats om een
bestuurlijk-technisch vraagstuk; wel
zijn en welzijnsbeleid moeten immers
hun wortels hebben in gespreide ver
antwoordelijkheid en gerechtigheid.
Uit het aktieprogramma dat het ka
binet U vandaag presenteert blijken
reeksen van concrete bestuurlijke in
spanningen. Hier en nu gaat het om de
keus voor een bestuurlijk handelen van
een overheid, die zich wil baseren op de
kracht van de burgers, op hun saamho
righeid en die de samenleving zo wil
inrichten dat, wat zwakker is, niet van
de weg geduwd wordt.
Ons land mag zich ook dit jaar weer
verheugen in het behoud van vrede. He
laas bieden de ontwikkelingen in de
politieke en militaire verhoudingen
tussen Oost en West nog steeds weinig
uitzicht op een wezenlijke verminde
ring van bestaande tegenstellingen.
Een toereikende defensie-inspanning
van het westelijk bondgenootschap
blijft voor handhaving van vrede en
veiligheid noodzakelijk. De prijs die
wij in verband daarmede zelf betalen is
zeker niet te hoog. In de defensienota
zullen de plannen voor onze krijgs
macht voor de komende tien jaar neer
gelegd worden. Het kabinet blijft bij
voortduring binnen en buiten het
bondgenootschap hameren op het aam
beeld van de wapenbeheersing. Het
moet mogelijk zijn de wapenwedloop te
doorbreken zonder te grote risico's te
nemen, gegeven onze verantwoorde
lijkheid, oorlog te voorkomen.
De uitvoering van het NAVO-dub-
belbesluit van 1979 inzake nucleaire
middellange-afstandraketten en de be
sprekingen daarover in Genève, komen
nu in een belangrijke fase. Plaatsing
van nieuwe raketten aan NAVO-zijde
moet zo enigszins mogelijk worden
voorkomen, maar daartegenover moe
ten middellange-afstandraketten ter
andere zijde ontmanteld worden. Als
dit doel niet in één stap bereikt kan
worden, dan dient met kracht naar tus
senoplossingen te worden gestreefd. De
regering wil een samenhangend beleid
voeren op het gehele terrein van de nu
cleaire wapens. Naast de bevordering
van de onderhandelingen in Genève,
zet zij zich daarom in voor de vermin
dering van afhankelijkheid van andere
kernwapens, met name korte-afstand-
wapens.
Om werkelijke resultaten te bereiken
bij de wapenbeheersing en bij de terug
dringing van de rol van kernwapens, is
samenwerking in bondgenootschappe
lijk verband onmisbaar. De talrijke re
gionale conflicten en oorlogen in de
wereld maken het duidelijk hoeveel er
nog schort aan de voorwaarden om vre
de te bewaren. Naast de risico's verbon
den aan te veel wapens, levert het con
trast met de armoede in zovele landen,
een voortdurende aansporing tot wa
penbeheersing.
Vooral de armste ontwikkelingslan
den worden nu al jaren achtereen ge
teisterd door stagnatie en achteruit
gang, hetgeen voor. vele miljoenen
mensen daar onaanvaardbare armoede
met zich brengt. Het moet ons een plicht
zijn al het mogelijke te doen om deze
nood te helpen lenigen. Gelukkig heeft
een aantal ontwikkelingslanden zich
wel met succes uit de stagnatie en on
derontwikkeling bevrijd en een zeker
groeitempo bereikt. Daarom moeten
wij, naast voortgezette steun aan de
armste ontwikkelingslanden, economi
sche samenwerking met deze landen
bevorderen. Daarmee is niet alleen ar
moedebestrijding, maar ook herstel van
gunstiger economische ontwikkelingen
in de wereld en in ons land gediend.
Met betrekking tot de Nederlandse
Antillen kunnen wij terugzien op een
geslaagde rondetafelconferentie. Het
komt nu aan op de uitwerking van de
resultaten daarvan.
Voor de Europese Gemeenschap
draagt ook ons land een eigen verant
woordelijkheid. Wij moeten ons ten
uiterste inspannen deze Gemeenschap,
belangrijk voor welvaart en ontplooi
ing in vrijheid, te bewaren en verder te
ontwikkelen. Ook dat vergt aanpassing
en vernieuwing. Slechts zo kan het
landbouwbeleid zijn góede rol blijven
vervullen en kunnen nieuwe taken,
waaronder het vervoersbeleid, aange
pakt worden. Slechts zo kan de Ge
meenschap een gezonde financiële basis
verschaft worden en betaalbaar blijven.
En slechts zo is het mogelijk de toetre
ding van Spanje en Portugal verant
woord te laten plaatsvinden.
Leden der Staten-Generaal,
Volgend jaar herdenken wij de sterf
dag, dan 400 jaar geleden, van Willem
de Zwijger, de Vader des Vaderlands.
Een lange reeks van generaties heeft
sindsdien ons land gebouwd tot wat het
nu is. Ook in deze generatie worden van
alle Nederlanders inspanningen en
saamhorigheid gevraagd. Steeds weer
moeten wij eigentijds inhoud gegen
aan onze tradities van vrijheid en van
respect voor elkaar, normen en waar
den behoeden en levend houden. Onze
democratie is een groot goed. Krachtens
deze democratie zijn aan U, Volksverte
genwoordigers, veel taken en zorgen
toevertrouwd.
Van harte wens ik U toe dat Gods zegen
op Uw werk rust.