ERKEN Sicco Mansholt wordt 75 kit* IILLEMS WOE® >untant ^kantoor bewerken? ct met ons op. ZATERDAG 27 AUGUSTUS 1983 W4 >ICCO Leendert Mansholt luidt hij tijd en wijle de noodklok. Hij heeft geroepen om een nieuwe Marx, hij waarschuwt tegen een hongerramp in de wereld, hij vindt het demonisch dat er in Genève over Pershings en Kruisraketten en over de toekomst van Europa wordt \onderhandeld zonder dat Europa daar hij is. Een man om naar te luisteren. mmmmmmÊmml. ^beoefenaren 1 Domela H Rampjaar Inpoldering Bordewijk Theeplanter Wieringermeer Fiets A68 men oplossen, ng steem - sleufloos leksestraat 30 TERZANDE >1143-398 ■■ii ging van ifieatiebureau ge- gisteraccountants aangesloten ge- treau ca. 6.500 I en uiteenlopen- loofdkantoor is g van de werk- in de 32 over het ind wensen wij :le jonge, enthou- nnend assistent bij te voegen. :ij de NIVRA erzame werkkring, e arbeidsvoor- volgens de Alge- gunstige studie- logelijkheden. irief te richten aan P.M. Schalken, R.A., •rlandse Gemeenten en Financiële Adviezen) 's-Gravenhage is elke maand technieken voor en groepen nnement >te nummer gratis toe. een brief(kaart) naar: «oordnr 65. 6500 WC Nijmegen. Door Bert van Velzen H WAPSERVEEN - Alfred Mo- zer, de vluchteling die overal thuis was in Europa, moest Konrad Adenauer maar eens gaan polsen. De Partij van de H Arbeid wilde Mansholt als Hf voorzitter van de Europese Commissie. Mozer belde „der M Al te" op en maakte een af- M spraak. Hij ging in Bonn ver- Üj tellen wie Mansholt was. H Adenauer: „Een boer èn een M socialist? Dat is van het goede te veel." Het heeft Mansholt M nooit aan het goede ontbro- IM ken. Hij is later toch, als op- volger van Halstein, opper- M hoofd van Europa geworden, de bekroning van een in- drukwekkende loopbaan. Hij zit na een wereldreis van elf maanden met een goeddeels eigenge- bouwd jacht weer op zijn boerderij in de rust van het Drentse Wapserveen. Op 13 september wordt hij 75 jaar. We praten met deze bijzondere boer over de bijzondere familie waar- |f= uit hij is voortgesproten. E= Derk Roelf Mansholt, de grootva- der van Sicco Leendert, was Duitser. 55 Hij was in Ditzumerhamrik geboren, net over de grens in Oost Friesland. Hij kwam in 1862 naar Nederland, omdat hij het politieke klimaat hier beter vond. Van hem stamt dan ook =E de uitspraak: „Het verschil tussen Nederlanders en Duitsers is dat de 55 Duitsers onderdanen en de Nederlan- |j= ders staatsburgers zijn." Hij ging werken in Meeden en trouwde daar met Aaltje Dijkhuis, weduwe op de boerderij Vogelenzang. In 1875 kochten Derk Roelf Mansholt en zijn broer twee grote boerderijen in de Groningse Westpolder, in Ul- rum, niet ver van de Lauwerszee. Die polder was pas ingedijkt en na een stormvloed was de dijk doorgebro- ken. Na herstel van de dij k stonden er twee boerderijen te koop. Sicco Mansholt: „Opa was erg links. Hij kende Domela Nieuwenhuis en hij heeft hem financieel en ook moreel en politiek gesteund totdat Domela Nieuwenhuis naar zijn me- ning de verkeerde kant op ging, de parlementaire democratie vaarwel zei en in feite de revolutie preekte. Hij was in hart en nieren democraat, mijn grootvader. Hij was bevriend met Eduard Douwes Dekker, Multa- tuli. De schrijver van de Max Have- laar logeerde op de boerderij en cor- respondeerde met grootvader vanuit1 Nederlands-Indië. Ze schaakten ook per brief. Die brieven zijn voor een groot deel verloren geraakt. Slechts een klein gedeelte is bewaard geble- ven. Als ik me niet vergis zijn ze door K. ter Laan, een sociaal-democraat, vroeger burgemeester van Zaandam, verwerkt in „Brieven Multatuli- Mansholt". Het is mogelijk, maar dat weet ik niet zeker, dat Garmt Stuive- ling, die een kritische samenvatting van het totaal van het oeuvre van Multatuli schrijft, ze heeft. Grootvader publiceerde veel, ook 5= op economisch terrein. Hij had een felle pen. Hij was Georgeist, dat wil zeggen een volgeling van Henri Geor- ge, die een bepaalde visie had op grondrente en pacht. Hij vertaalde ook boeken uit het Frans naar het Nederlands, wat voor een boer in die =5 tijd heel uitzonderlijk was, denk ik. Hij heeft een boek van een Franse econoom vertaald: „De donkere zijde van de handel". Uit al zijn geschriften blijkt wel zijn kritische visie op handelspraktij - ken. Hij was geen vrijhandelaar en ErE hij wenste voor de Nederlandse boe- ren een beschermde markt. Hij heeft S daar vaak voor gepleit. Ik heb het dus S niet van vreemden. Ik heb zelf het Europese landbouwbeleid ontworpen en dat ademt ook zijn geest: de land- bouw mag niet worden overgeleverd aan de willekeur van de wereld- markt. Opa was zeer belezen en ook erg muzikaal. Hij kon prachtig zin- S gen. Opa is boer gebleven tot 1905." Tussen 1905 en 1922 boerde vader Mansholt, die op de boerderij „Voge lenzang" was geboren op het bedrijf in Ulrum, dat de bijnaam „de rooie plaotse" zou krijgen. Het jaar 1922 is voor Sicco Mansholt een rampjaar: de boerderij in Ulrupi moest worden verkocht. Sicco Mansholt: „Toen opa over leed, konden de kinderen het niet eens worden over de opvolging op de boerderij. Er waren vijf kinderen, al lemaal mensen van aanzien. Een was arts, directeur van het Academisch Ziekenhuis in Groningen; een andere broer van vader was waarnemend di recteur-generaal van de landbouw in Den Haag, een was een befaamd landbouwleraar in Arnhem en een zuster van vader was de grondlegster Bijzondere boer in Wapserveen -id a s s CU ft O ,e VI e van het openbare landbouw huis- houdonderwijs in Nederland. Vader kon de boerderij kopen, maar hij durfde de financiële last niet op de schouders te nemen. Binnen drie maanden waren we van de boer derij af. Ook als kind vind je dat ver schrikkelijk. Vader had waarschijn lijk gelijk, want toen zeven jaar later de crisis uitbrak zijn heel wat boeren, die te zwaar zaten, failliet gegaan." De boerderij, waarop Sicco Mans- holt tot zijn veertiende jaar woonde, was een rood nest. Beroemde socialis- tishe voormannen kwamen er aan huis. Vliegen en Schaper werden door Sicco Mansholt „oom" genoemd, Troelstra was daar misschien net iets te ontzagwekkend voor. Moeder was fel en bewogen, vader was meer be schouwend van aard. Sicco Mansholt: „Vader werd in 1914 gekozen tot gedeputeerde en hij is dat 26 jaar met hart en ziel geweest, tot in 1940 de Duitsers kwamen. Als bestuurder had hij de zorg voor we gen, dijken, de haven van Delfzijl, het elektriciteitsbedrijf. Hij was boven dien lid van de Zuiderzeeraad. Hij was oorspronkelijk tegen de inpolde ring en de afsluiting van de Zuiderzee geweest, evenals grootvader. Hij schreef tegen de inpoldering om ver scheidene redenen: financieel was het een veel te zware last voor Nederland, het geld kon beter gebruikt worden om bestaande gronden in het hele land te verbeteren en bovendien wa ren ze bevreesd dat de stormvloed hoogten van de Friese en Groningse dijken opgejaagd zouden worden door afsluiting van de Zuiderzee. Naar aanleiding daarvan heeft de regering destijds besloten om een commissie in te stellen onder voorzit terschap van professor Lorenz, de be kende wetenschapper van Leiden, om te berekenen wat de invloed van het leggen van de Afsluitdijk zou zijn op de stormvloedhoogten in Noord Hol land, Groningen en Friesland. Dat is voor die tijd een baanbrekend werk geweest. Ik herinner mij nog dat ik, veel later, op een wereldtentoonstel ling in Luik was. Er was daar een ka mer gewijd aan de Europese Nobel prijswinnaars. Daar was ook Lorenz bij. Ieder had daar een nis; er stond een borstbeeld in en daaronder een lessenaar waarop te lezen was waar om eigenlijk de Nobelprijs. En onder Lorenz lag het rapport over de in vloed van de Afsluitdijk op de storm vloedhoogten aan de Groninger en Friese kusten. Heel merkwaardig. Vader werd, juist omdat hij zo kri tisch stond tegen de inpoldering van de Zuiderzee gekozen als lid van de Zuiderzeeraad, als ik me het goed herinner door Lely. Hij schreef erg veel over de inrichting van de pol ders, over de verkaveling. Misschien is het wel mede daardoor dat wij ons erg aangetrokken voelen tot de Zui derzeepolders. Mijn broer en ik zijn boer geworden in de Wieringermeer, Derk Roelf in 1931 en ik in 1935. Derk Roelf, genoemd naar grootvader, was een van de eerste boeren in de Wie ringermeer." De moeder van Mansholt was een juffrouw Andreae. Wabina Andreae. Ze was een van de eerste vrouwelij ke studenten. Zij studeerde in Gronin gen staatsinrichting en economie. Ze predikte het socialisme vanaf een boerenkar en Wabien was een van de grote strijders voor vrouwenkies recht. De overwegend rechtse boeren in de Westpolder probeerden de rode boer Mansholt te straffen door zijn zaaigoed te boycotten. Sicco Mansholt: „Moeder is oud ge worden. Vierennegentig. Politiek is ze tot in hoge ouderdom actief gebleven. Ze was zes- of zevenentachtig toen ze nog op een congres van de Partij van de Arbeid twee dagen lang op een hard stoeltje notities zat te maken, nog helemaal gegrepen door de poli tiek. Ze was vierentachtig toen ze met een emigrantenschip naar Nieuw Zeeland reisde, waar ik een zuster had. Jozef Luns meldde mij toen dat hij een brief van de kapitein van het emigrantenschip had gekregen. „Lees zelf maar", zei Luns. De kapitein schetste de toestand aan boord en liet weten dat er een oude dame aan boord was, mevrouw Mansholt, moe der van de minister van Landbouw, die hem had verzocht Engelse les te mogen geven. Ze had ontdekt dat ne gen van de tien emigranten geen woord Engels kenden. Iedere morgen werd de ontbijtzaal ingericht als klaslokaal en dan gaf mevrouw Mansholt aan enkele honderden men sen engelse les. Ze was al ziek en ze lag op bed toen ik als minister van Landbouw ergens in het land moest spreken, ik geloof voor het Koninklijk Nederlands Landbouwcomite. Het was in de tijd dat we bezig waren met de Pachtwet. Ik sprak daarover. Een moeilijk on derwerp, vond ik altijd. Ik hield een rede en een paar dagen later kwam er een briefkaartje van haar. Ze schreef: „Sicco, niet aardig van je dat je me niet gewaarschuwd hebt dat je voor de radio zou spreken. Maar toevalllig hoorde ik je verhaal over de zuivere grondrente in verband met de Pacht wet. Je moet dat beter bestuderen. Dat is een oude theorie die jij verkon digt. Lees jij maar Bordewijk (ze gaf er de pagina bij aan, vijfhonderd zo veel!) Mocht je het echt niet begrij pen, vraag het dan aan Jan Tinber gen, die kan je wel wijs maken." Een tweede voorbeeld. Ik was toen al in Brussel. Toen komt Halstein, die voorzitter was, naar me toe (wat niet zo vaak gebeurde, want je moest al tijd naar Halstein komen) en hij zegt: Lieber Mansholt, daar heb ik zowaar een brief van Uw moeder gekregen. Wass ist denn los, zeg ik tegen hem. Ja, zei hij, dat herinnert U zich wel. Ik heb twee weken geleden in Straatsburg het standpunt verdedigd van de commissie ten aanzien van de parlementaire controle. Ik herinner- de me dat zeer goed, want daarbij was het langs het randje gegaan van wat wij geoorloofd vonden. Daar had hij namelijk gezegd, ja, natuurlijk parlementaire controle, budgetrecht, maar dat is allemaal nog ver in de toekomst. In elk geval moeten wij zelf als commissie de verantwoordelijkheid nemen voor de begroting en we moe ten maar zien of in de toekomst het parlement bevoegdheden krijgt om ons op dat punt te controleren. Hij had daar de parlementaire controle ook moeten eisen, maar dat had hij niet gedaan. Nou, daar waren al wat woorden over gevallen en komt er een brief van moeder mansholt. Lesen Sie mal, zei Halstein. Er stond: Lieber Halstein. Ik heb toevallig gehoord wat U daar heeft staan vertellen over parlementaire controle. Dat is onaan vaardbaar. Als U het begrotingsrecht vraagt zult U eerst ook moeten eisen dat er parlementaire controle is. Kei- ne Exekutive ohne Parlementare Kontrolle!" Ze had er een nijdig uit- roeptekentje achter gezet. Halstein was diep onder de indruk." Na de middelbare landbouwschool in Deventer is Sicco Mansholt enkele jaren theeplanter geweest in de Preanger op Java. „Vader schreef: Kom terug, je kunt een boerderij pachten in de Wieringermeer. Het bleek dat Sicco Mansholt eerst nog driejaar als landarbeider moest wer ken." Tijdens de Tweede Wereldoor log organiseerde Sicco Mansholt de illegale voedselvoorziening in Noord- Holland en, vanaf 1943, illegale wa pentransporten. De verzorging van talrijke onderduikers kwam voorna melijk op de schouders van zijn vrouw terecht. Voor het vervoer van voedsel naar de grote steden kreeg Mansholt vergunningen en andere papieren van de directeur-generaal van de voedselvoorziening in Den Haag, S. L. Louwes, een neef. Sicco Mansholt: „Louwes wist niet dat er onder dat voedsel wapens ver voerd werden en dat is zonder onge lukken gegaan. Ik deed alles per schip. In het begin hebben we met vrachtauto's gewerkt en daar hebben we vreselijke ongelukken mee gehad. Zoals de moordpartij bij Ursum tus sen de Schermer en Alkmaar. Een vrachtwagen beladen met wapens liep toen in een hinderlaag. Er ont stond een schietpartij, waarbij aan beide kanten vier doden vielen. Een van de jongens van het verzet werd op straat zo vreselijk mishandeld dat hij doorsloeg. De vrachtauto stond al tijd bij de Boer in de Schermer, bij Trien de Boer haar man - zij was een nicht van Schermerhorn, de eerste minister-president" van na de oorlog. Haar man werd tegen de muur gezet en doodgeschoten en de boerderij werd platgebrand. Toen zeiden we: stoppen met vrachtauto's, dat is te gevaarlijk. Met schepen hebben we nooit moeilijkhe den gehad. Stenguns, brenguns en dynamiet gingen via de sluis van Me- demblik naar de Wieringermeer. Achteraf waren die wapens totaal overbodig, maar dat konden wij niet weten. Pas nu is me overigens duide lijk geworden waarom op 17 april 1945 de Wieringermeer onder water is gezet. Jacques van der Gaag, oud ambassadeur in Cuba was met onder andere Drees, Cramer (later commis saris van de Koningin in Drente) en Neher (later directeur-generaal van de PTT) door de regering Gerbrandy benoemd in een college van vertrou wensmannen in bezet Nederland, schrijft er over in zijn memoires, die binnenkort zullen verschijnen. Seyss Inquart en het college van vertrou wensmannen hadden vlak voor de bevrijding een akkoord bereikt. Het kwam kort gezegd hier op neer: de geallieerden zouden ophou den met bombarderen en de Duitsers zouden de wapens neerleggen, hoewel zich niet overgeven. De geallieerden, die voor de IJssel en de Rijn lagen, mochten de IJssel niet overtrekken. Als ze dat toch zouden doen dreigde Seyss Inquart het westen van Neder land onder water te zetten. Van der Gaag kreeg van Seyss Inquart op dracht om die kwestie bij de regering in Londen aan de orde te stellen. Toen de Canadezen de IJssel overtrokken gaf Seyss Inquart een prik." Twee dagen voor de Wieringer meer onder water liep had mevrouw Mansholt de SD op bezoek gehad. Ze wilden weten waar Sicco Mansholt was; ze hadden haar bedreigd en te gen de muur gezet. De SD dreigde te rug te komen en de boerderij plat te branden. Tijdens de nacht werd de hele inventaris van het bedrijf door verzetsmensen op wagens geladen. Toen de polder onder water liep ging Mansholt per fiets op pad om te zien hoe zijn gezin het rooide. Sicco Mansholt: „Alles goed en wel, je denkt alleen aan je vrouw en kin deren. Ik vond de boerderij leeg. Al leen mijn vaste arbeider was bezig alle machines aan elkaar te koppelen om ze met de trekker eruit te rijden. Terwijl ik met hem stond te praten zag ik langs de weg de SS op mijn boerderij afkomen. Ik stap op mijn fiets en rij zo rustig mogelijk de weg af. Zij stormen de boerderij op en vragen, zo hoorde ik later, waar Mansholt is. Ik meng me tussen de vluchtende bevolking uit de Wierin germeer die over de dijk de polder uitlopen. Ik loop met ze mee, naast de fiets. Ik krijg te horen dat de dijk is afge zet; de Duitsers verwachtten leiders van het verzet te kunnen grijpen. Ik ben toen een kilometer door een droge sloot gekropen en op mijn buik de dijk over geslopen naar het oude land, zoals we dat noemen. In het dorp hoor ik van het verzet dat de SS die bij mij op het erf kwam om mij te pakken is doorgereden naar de boer derij van de Graaf. Arie de Graaf was mijn vriend en mijn directe chef in het verzet. Zij vonden hem daar, hij was, net zoals ik, op de fiets gekomen om ,te kijken of zijn vrouw en kinde- ren het konden redden. Ze namen hem mee naar de Ortskommandan- tuur in Hoorn en onderweg hebben ze hem in dc berm van de weg doodge schoten. Hij was een heel bijzondere figuur. Hij was aqti-revolutionair, wethouder en een neef van Colijn. Hij was de laatste die we in het verzet verloren hebben." De oorlog was over. Enkele weken na de bevrijding kreeg Sicco Mans- holt een telefoontje van Schermer horn die hem op zijn laboratorium in Delft ontbood. Daar waren mannen als Willem Drees, Lieftinck, Van Kleffens en Neher. Hij stemde er daar mee in dat hij minister van Voedsel voorziening en Landbouw zou wor den. Hij zou dat werk twee jaar doen en dan weer terugkeren naar zijn boerderij. Maar Sicco Mansholt zou twaalfeneenhalf jaar achtereen mi nister zijn en daarna Europees staatsman worden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 25