AIDS een angstgolf in en buiten Image STICHTING CONTRA JAC-HULPVERLENERS IFORMA TIE-CAM PA GNE IN NEDERLAND GERICHT OP RISICOGROEPEN W2 iterpag 20 augustus 1983 ormeel is de ischerming van het kind 2 mei van dit. jaar beter geregeld. Het kan van huis weglopen, mits de Ipverlener de Raad van f Kinderbescherming op de hoogte stelt van de verblijfplaats. En de hulpverlener blijft uit ianden van justitie als er sprake is van een zorgvuldige hulpverlening, een \overweging die aan het oordeel van de kinderrechter wordt mrgelaten. Maar hoe is de praktijk? w3 Echtscheiding Terugsturen Boze bui Onwil Inbreuk fiomokringen en zelfs onder verplegend personeel van ziekenhuizen die patiënten met deze ziekte I meten opnemen. Onverholen leedvermaak met I homosexuelen. In de VS zijn politiekorpsen zelfs Pitgerust met maskers en vinyl handschoenen uit pes voor besmetting bij controle van plaatsen waar veel homosexuelen bijeenkomen. Al in de zomer van '81 werd door de Amerikaanse gezondheidsautoriteiten groot alarm geslagen toen bleek dat met name homo fiele mannen ineens in toenemende mate besmet bleken met een even zeld zame als dodelijke ziekte. Campagne Oorzaak Incubatie Bert van Velzen Je hoort het vaak genoeg: Ne derlanderszijn tolerant. We willen ook overal helpen waar dat zin lijkt te hebben. We zijn 'carefull, reliable', voorzichtig en betrouwbaar, zo adverteer de de KLM onze voor piloten zeer geschikte volksaard in de Verenigde Staten. We zijn to lerant, denk ik soms, zolang de mensen het met ons eens zijn en verpakt in het blikken har nas van zijn auto kan de voor zichtige, tolerante mens een niveau bereiken van moord lustige razernij. Hoe de doorsnee Nederlander door de rest van de wereld wordt getaxeerd boeit ons wel. We hebben een niet al te slecht image, ook al weigeren veel Nederlanders zich in het bui tenland als stambroeders van al te jolige landgenoten te be kennen. Wat voetbalvandalen met onze goede naam doen is een hoofdstuk apart. Het is vrij algemeen bekend dat de Fransman er diep van overtuigd is dat hij en zijn landgenoten universeel ge liefd zijn in de wereld. Dat vindt hij vanzelfsprekend. De Engelsman laat het tamelijk koud wat de wereld van hem denkt, want zo verschrikkelijk veel wordt er in de rest van de wereld natuurlijk niet ge dacht. De Amerikaan daaren tegen is zeer bekommerd om zijn image. Hij wil een goede indruk maken. Sterker nog: hij wil universeel worden be mind. Maar hoe ziet een doorsnee Amerikaan er uitIs die te vinden in de door de VPRO aangekochte documentaires over het leven van banale tie ners, pizzapushers en gods dienstfanaten in Muncie in de staat Indiana? Of moet je een zorgvuldig onderscheid gaan maken tussen zwarte, rode, blanke en matgele Amerika nen, tussen Yankees in Maine en Dixielanders in Georgia of Mississippi en tussen Ameri kanen die rondstruinen in 'Dallas' of die in gore armoede leven tussen de door epidemi sche brandstichting zwartge blakerde gevels van de Bronx in New York. Het is vrijwel onmogelijk om 'de Amerikaan' van een etiket te voorzien. De pizzaslaaf van Shakey's in Muncie lijkt op een Amerikaan van Italiaanse background, toch een heel an der type dan de Anglo-Ameri kanen van protestantse huize. En zijn karakter moet aardig doorregen zijn met de gevol gen van een seminarie-oplei ding en de fysieke en mentale kastijdingen van een mari nierstraining. Godsdienstfa naten, of ze nu in Muncie wo nen of in Maastricht, zijn uni verseel maar gelukkig nooit doorsnee. Tenzij je natuurlijk praat over de doorsnee-gods dienstfanaat. Dit alles neemt niet weg dat volk eren een 'image' hebben. Victoria J. Baker, cultureel anthropologe en al zestien jaar in onze binnendijkse wereld, heeft in een wetenschappelijk onderzoek een inventaris ge maakt van wat Amerikanen die in Nederland wonen van Nederlanders denken. De stu die heeft een aardige titel ge kregen: 'Wooden shoes and baseballbats' oftewel Klompen en Honkbalknuppels. Vanuit een vrij straf isolement, een glazen bol, suggereert Victoria Baker, zien vooral Amerika nen die hier wat langer heb ben gewoond, weeffoutjes in ons collectieve karakter. Om het bruut te zeggen: we zijn een beetje bekrompen, eigen gereid en zelfvoldaan, we heb ben de waarheid in pacht, vin den dat allerlei dingen niet kunnen, zijn wat bemoeizuch tig en snel van oordeel met ge heven vinger. Verder valt het wel mee. De Amerikaanse waarnemin gen hebben trouwens betrek king op Hollanders die in en rond Den Haag wonen, zodat er wellicht nog aanzienlijke reparaties mogelijk zijn aan eventueel gekneusde nationale trots: zijn Brabanders niet gastvrij en slaat Limburg geen indrukwekkend figuur als het aankomt op feest en fanfare? Wij zijn waarschijnlijk niet het leukste volk op aarde, maar de wanhoopskreet van Leo Vroman 'Liever heimwee dan Holland' spookt slechts in de ziel van weinigen die zich als ballingen in bijvoorbeeld Amerika en desnoods Muncie, willen vestigen. We doen het, met zovelen in een zo krap be meten land, echt niet onaar dig. Ratten die te krap zitten gaan, zo blijkt uit klinisch on derzoek, nijdig agressief wor den of zitten depressief en apathisch te treuren. Wij blij ven er gewoon een beetje be krompen bij. Amerikanen hebben de ruimte en kunnen, zoals in Muncie, aardig door slaan. Een ondergedoken kind bepaalt zelf of bet nog naar huis wil. Of het zich weer in de ouderlijke macht wil schikken. Zelfstandigheid van het kind heeft wat meer nadruk gekregen, toen op 2 mei 1983 een wijziging van artikel 280 van het wetboek van strafrecht in werking trad. In het bewuste artikel was het onttrekken van een kind aan het wettelijk gezag strafbaar gesteld. Onder bepaalde omstandigheden is een hulpverlener nu niet meer straf baar. In het spanningveld tussen ouder lijk gezag en hulpverlening ontstaan nu problemen, die direct van invloed zijn op de verdere ontwikkeling van het kind- De problemen zijn niet voorzien door de initiatiefnemers van de wetswijziging, de PvdA-Kamerle- den Roethof en Haas-Berger, "die juist een einde wilden maken aan het ver volgen van JAC-leden vanwege het opvangen en beschermen van wegge lopen kinderen. De ontwikkeling in de wetgeving is te vergelijken met die in een ander onderdeel van het familierecht. Bij echtscheiding bijvoorbeeld heeft het belang van het kind meer nadruk ge kregen, doordat rekening wordt ge houden met toewij zingswensen. Kin deren van veertien jaar en ouder krijgen aldus gelegenheid invloed uit te oefenen op de toewijzing aan vader of moeder. Een ontwikkeling die nog maar kort aan de gang is, waardoor er nog niet teveel over kan worden gezegd, maar zij geeft in elk geval aan dat in het recht het kind meer en meer een zelfstandige plaats krijgt. In het kader van uitoefening van de ouderlijke macht is de verzelfstan diging van het kind een ontwikkeling, die niet door iedereen wordt toege juicht. Zo hebben hulpverlenende in stanties een tegenstander gekregen in de Stichting Onderzoek naar de Ne derlandse Rechtspleging in Familie zaken, kortweg SOR. SOR helpt waar mogelijk ouders van weggelopen kin deren aan juridische mogelijkheden om het weggelopen kind weer thuis te krijgen. SOR wijst ook op leemten in de wetgeving, die er toe bij kunnen dragen dat het verzelfstandigde kind in een stuurloos individu verandert. SOR verzet zich niet tegen de wij ziging van artikel 280 strafrecht. Zij ziet in, dat in bepaalde gevallen een kind bescherming verdient tegen zijn ouders. Maar zij vindt ook dat in de meeste gevallen (ons land telt volgens haar op dit moment 30.000 weggelo pen kinderen) met terugsturen naar huis de belangen van het kind beter gediend zijn. Om tot deze conclusie te komen zet SOR een redenatie op, die begint bij het weglopende kind. Welke kinderen trekken 'voorgoed' de voordeur ach ter zich dicht? Het blijkt een groep in de leeftijd van veertien tot achttien jaar. Grofweg de groep, die in de pu berteitsjaren verkeert. Representan ten daarvan hebben over het alge meen 'last' van hun ouders. Het last- verschijnsel hoort nu eenmaal bij het doorgroeien naar de volwassenheid. De puber in deze tijd, zo stelt SOR, is ook belast met de hebbenlij kheden van nu. Hij staat in het ik-tijdperk, is bekend met materialistische tenden- zen, heeft mogelijk een vrije opvoe ding genoten. Hij blijkt vatbaar voor ideeën van leeftijdgenoten, die moge lijk zich vrijer opstellen, over meer zakgeld beschikken. Een puber komt nu gemakkelijk tot een stap naar zijn vrij heid, temeer als hij op de hoogte is van de mogelijkheden. Leeftijdgeno ten houden elkaar op de hoogte. In een boze bui is de stap naar bij voorbeeld het JAC snel gezet. Een hulpverlener vangt op, legt uit wat de mogelijkheden zijn. De vader van een weggelopen jongen vertelt: „De hulp verlener kiest de zijde van het kind. Ouders brengt hij niet ter sprake. Wel krijgt het kind uitvoerig te ho ren, waarop het aanspraak maakt." De sociale wetgeving maakt het een kind mogelijk als zelfstandige door het leven te gaan. Zodra het bij een hulverlenende in stantie binnenvalt krijgt het een uit kering. Is het kind bijna achttien jaar dan wordt ook verteld, dat het vanaf achttien jaar ook nog recht heeft op zelfstandig wonen en dat bij het zoe ken naar een woonruimte een helpen de hand wordt toegestoken. De hulp verlener neemt echter geen contact op met de ouders. Die blijven in het on gewisse, want zegt de wetswijziging niet dat alleen de Raad voor de Kin derbescherming over de verblijf plaats moet worden ingelicht? In een open brief aan iedereen, die lezen wil, schrijft de SOR: Het JAC en de raden voor de kinderbescher ming stellen dat zij hulp verlenen vanuit de vraag van de jongeren. En dat jongeren vandaag de dag een eigen positie hebben. Wil een kind geen contact met de ouders dan wordt die wil gerespecteerd. Er zou juist worden gehandeld als er op verant woorde wijze, in de geest van het amendement-Patijn, wordt gewerkt aan het herstel van de verbroken re laties. De grote grief van ouders bestaat uit het ontbreken van contact met hulpverleners en uit onwil om te wer ken aan het herstel van verbroken relaties. Zij hebben begrip voor het argument, dat hulpverleners zichzelf zien als een laatste strohalm voor het kind. Om van de weglopers geen zwervers te maken stellen hulpverle ners zich geheel achter het kind. Maar aan de andere kant blijft het ouderlijk gezag bestaan en negeren daarvan is ook niet juist. Zowel bij ouders als hulpverleners komen emoties los als over weglopers wordt gesproken. Die van ouders kan elke ouder wel aanvoelen. Als een kind zijn thuis de rug toekeert, blij ven de achterblijvers zitten met de vraag waar het kind is gebleven en wat zijn lot is. Er hangt in huis een sfeer van machteloosheid, teleurstel ling, verdriet. Voor de zwijgzaamheid van hulp verleners zal minder begrip zijn op te brengen. Zij hebben in afgelopen ja ren echter een slopend gevecht gele verd met justitie om weglopers de hand boven het hoofd te houden. En kele JAC-medewerkers draaiden de gevangenis in omdat zij in uiterst trieste gevallen kinderen buiten het bereik van ouders hadden gehouden. Volgens SOR slaan hulpverleners nu door. De stichting schrijft in de open brief: „Het klakkeloos achter het kind gaan staan, is een inbreuk op het gezinsleven. Men heeft geen enkel bewijs dat de oorzaak van een pro bleem zo ligt als het kind vertelt." Verandering in de strafwetgeving maakt, dat ouders van buitenstaan- derg niet veel hulp kunnen verwach ten. Bij JAC en raad van kinderbe scherming, zo blijkt uit voorgaande, krijgen zij nul op rekest. Politie en justitie zijn door de nieuwe wetge ving buitenspel gezet, als tenminste de nieuwe wetgeving in acht is geno men. De rechter buigt zich over de vraag of de geboden hulp een zorg vuldige is en of het JAC aan de mel- dingsvoorwaarde heeft voldaan. Ouders verliezen alle moed als zij tegen deze blinde muur aankijken. Zij worden razend als na verloop van tijd de sociale dienst een rekening presenteert. Kinderen krijgen name lijk een uitkering en deze wordt op de ouders verhaald. Er bestaat geen ver weer tegen. De vader van een weggelopen zoon: „Er zijn ouders die maandelijks 400 gulden moeten opbrengen voor een kind, waarvan zij de verblijfplaats niet kennen. Gelukkig heb ik contact met mijn zoon. Van hem hoorde ik, dat door hulpverleners een uitkering wordt toegezegd. Zij zeggen er niet bij dat de ouders uiteindelijk voor dat geld opdraaien. Als kinderen een ho gere uitkering krijgen, omdat zij achttien werden en recht kregen op een kamer, zullen ook dan de ouders de rekening gepresenteerd krijgen." SOR schrijft in de open brief, dat er een einde moet komen aan het ver vreemden van kinderen en hun ouders. „De Amersfoortse socioloog J. Hendrickx heeft bewezen, dat wan neer een hulpverlener zonder meer opdracht krijgt de omgang tussen ouders en kinderen te verbeteren, er op korte termijn oplossingen worden gevonden waardoor het kind niet uit huis behoeft te worden geplaatst." „Weglopers kunnen de weg terug nauwelijks inslaan omdat zij uit schuldgevoel of schaamte hunb ge zicht niet willen verliezen." SOR acht deze ontwikkeling een gigantisch probleem voor de hele samenleving. De al eerder opgevoerde onbekende vader tot slot: „Veel mensen zijn bang voor de gevaren van de atoombom. Naar mijn idee is het probleem van de weggelopen kinderen veel groter. Dit probleem tast uiteindelijk de ge hele samenleving aan." I I ,y,'i c m O o e o 9 o ..1 0 1 «•■•■••••••«a ooooooocaooooeeoo- o»oooaeoooe>ooooooea 9010000000099 9 9 9 9 0 •9900900909999009m •00000000009 9 0 0 0 9 0 0 0 0 0 9 0 9 0 9 - 1 IN Nederland worden folders uitgegeven met voorlichting over de nieuwe ziekte. AIDS-angstgolf bedreigt Europa Door Mathieu Kothuis De situatie is sindsdien alleen nog maar verslechterd. Van de 1.400 slachtoffers, waarvan 76 procent ho- mosexuele of bisexuele mannen, stierven er in de VS inmiddels ruim 400. En in Europa steekt de ziekte even eens de kop op, al is er volgens de Ne derlandse gezondheidsinstanties nog geen reden tot paniek. In ons land zijn inmiddels zeven patiënten be kend, waarvan twee kwamen te over lijden. Wel wordt hier duidelijk reke ning gehouden met een stijging van het aantal ziektegevallen. De angst in de VS zit er inmiddels zo diep in dat ambulancediensten weigeren om AIDS-patiënten te ver voeren. Huisbazen zetten de slachtof fers zonder pardon op straat. In New York, een van de grootste brandhaar den van de ziekte, staan inmiddels tientallen patiënten op straat, zonder huis, werk of inkomen. Tej-wijl de Amerikaanse minister van volksge zondheid AIDS inmiddels heeft uitge roepen tot volksvijand nummer één, weigert president Reagan vooralsnog een plan van het Congres goed te keuren om 33 miljoen dollar voor AIDS-research uit te trekken. Een ander gevolg van de Ameri kaanse angstgolf omtrent AIDS is dat bloeddonors steeds meer weigeren om bloed af te staan voor de openbare ziekenhuizen en bloedbanken. Wel schieten de zogenaamde „private do norclubs" als paddestoelen uit de grond, verenigingen die hun leden .veelal uit eigen familie aantrekken voor het geval een van leden een bloedtransfusie nodig heeft. De Vere niging van Amerikaanse Bloedban ken en het Rode Kruis hebben op die ontwikkeling al fel gereageerd uit vrees voor een enorm tekort aan bloeddonors. In Nederland zijn het Bureau Ge zondheids Voorlichting en Opvoeding (GVO), de Nederlandse Vereniging tot Integratie van Homosexualiteit COC en de Centrale Medische Bloed transfusie Commissie van het Neder landse Rode Kruis onlangs een groot scheepse en landelijke campagne be gonnen met informatie over de ziekte. Bij die informatie zijn met name de risicogroepen benaderd. Vandaar ook dat het COC, een organisatie van ho mosexuelen in Nederland, nauw bij de campagne werd betrokken. pe afkorting AIDS staat voor Ac- quiered Immune Deficiency Syndro me, in Nederland door medici ook ge noemd „het verworven immunodefi- ciëntiesyndroom", een verworven (opgelopen) stoornis waardoor het af weersysteem van het lichaam niet goed meer kan werken. Het wordt steeds duidelijker dat het om een nieuwe aandoening gaat die voor 1979 nog nooit is voorgeko men. De ziekte die waarschijnlijk in de VS is begonnen, kent daar ook het grootste aantal slachtoffers. Groepen in de VS die een verhoogde kans op deze ziekte hebben zijn Haïtiaanse immigranten, homosexuele mannen met sterk wisselende contacten, druggebruikers die een spuit hante ren en hemofiliepatiënten. Buiten de ze vier groepen komt de ziekte slechts sporadisch voor. In de VS komt de helft van alle AIDS-gevallen uit New York. Het meest verontrustende van de ziekte is dat het aantal gevallen per half jaar verdubbelt. Als die ontwik keling zich doorzet, betekent dat bin nen een aantal jaren een geweldig nieuw aantal slachtoffers, een situa tie die zich ook in Nederland zou kun nen voordoen. Medici zowel in de VS als in Europa tasten volstrekt in het duister over het ontstaan en de oorzaken van de ziekte. De deskundigen staan voor alsnog op het standpunt dat AIDS wordt overgebracht door een besmet telijk virus, waarbij met name anaal verkeer (bij homo- of bisexuelen) een rol zou spelen. Verder zijn er sterke aanwijzingen dat de ziekte via het bloed wordt doorgegeven, zoals bij een bloedtransfusie met besmet bloed. Dit laatste heeft onder de groep hemofiliepatiënten de nodige onge rustheid teweeggebracht. De incubatietijd, de tijd tussen de besmetting en het zichtbaar worden van de ziekte, wordt vooralsnog ge schat op negen maanden tot twee jaar. De grote moeilijkheid is dat door de onbekendheid van de oorzaak van deze ziekte, ook geen middel bestaat om AIDS in een vroeg stadium te ont dekken. De diagnose kan in feite pas worden gesteld als de patiënt een van de specifieke ziektebeelden gaat ver tonen. Omdat AIDS naar alle waarschijn lijkheid (want daarover is nog geen 100 procent zekerheid) via het bloed wordt overgebracht, behoren ook de zogenaamde intraveneuze drugge bruikers die vaak van eikaars spuit gebruik maken, waardoor besmet bloed van de een op de ander kan worden overgebracht tot de risico groep. Hemofiliepatiënten ontvangen regelmatig stollingspreparaten (een bloedproduct) om hun aandoening de baas te blijven. Bij besmet bloed van donors kan de ziekte dus ook worden overgebracht op deze patiënten. In de landelijke campagne wordt met nadruk bij „verdachte" bloeddo nors aangedrongen om af te zien van het geven van bloed als een besmet ting met AIDS wordt vermoed. Het Rode Kruis weigerde nog onlangs in te gaan op een advies van de Raad voor Europa homosexuelen uit te sluiten van het geven van bloed. Dat advies werd een regelrechte vorm van discriminiatie genoemd, die het Rode Kruis niet wenst te volgen. De bekende Nederlandse AIDS-patiën ten worden behandeld in het Acade misch Medisch Centrum in Amster dam.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 21