SIMUIUÖ gfBfflBBHS
Dertig jaar na Koreaanse oorlog:
Di
Krijgt Rome toeristische attractie ooit terug?
ZATERDAG 30 JUL11983
£j\J noemen hem „de vergeten oorlog" en
vergeten leger", maar zelf
zijn de veteranen van het Nederlandse
VN-bataljon dat in Korea streed, de
verschrikkingen, de winters en de strijd
rond de 38ste breedtegraad niet vergeten.
Deze week was het dertig jaar geleden dat
de wapens in Korea werden neergelegd.
De banden tussen Zuid-Korea en de oud
strijders zijn nog altijd sterk.
Sluipschutters
Schokkend
'E toeristen die Rome bezoeken zullen
het dit jaar en nog vele jaren die komen
moeten stellen zonder een van de
bekendste symbolen van de eeuwige stad:
het bronzen ruiterstandbeeld van Marcus
Aurelius. Het beeld is 'in reparatie' en
niemand weet hoe lang dat zal duren.
Pessimisten betwijfelen zelfs of dit unieke
beeld ooit nog terugkeert.
Door Bert van Velzen
ouden jubileum van de
kking van het monster
och Ness gaat ongemerkt l
ij. Dezeeslang Nessie, het|
iet van lang uitgetrok-
chotse verbeeldings-
t, blijft in de moderne
ommertijd onder water,
ik met genoegen terug
ude komkommertijden,
n zelfs een dooie mus
wart van de voorpagina
iet dagblad The Sun kon
n in een zaak die de Kerk
Ingeland bepaald geen
heeft gedaan,
trokken mus, zo dient te
jen toegegeven, ging niet
tl vrijuit, want de vogel,
liet gerekend kan worden
e zoetgevooisden, had een'
ert zitten verstoren dat
de BBC in een Angli-
se kerk werd opgenomen,
nglikaanse zieleherder
ond daardoor in blinde
e, greep een jachtgeweer
hoot de mus uit de hane-
\n. Het was toen even
stil, waarop er een hevige
i van verontwaardiging
ak. Driekwart pagina
Een journalistieke zon-
■ek.
iooie mus kon de machti-
■rsen van Fleet Street in
ging zetten in wat wij de
kommertijd en de Britten
illy season' noemen. Het
iter van Loch Ness is ais
tiebron opgedroogd door
sk aan openbare verto
en of schandalig gedrag
bij voorbeeld-maagden-
of sabottage in Schotse
centrales. In juli van het
1951 is er voor het laatst
bto van het monster ge
kt door de heer Lachlan
art die om halfzeven in
htend uit het venster
om zijn dagelijkse pei-
van de weersomstandig-
n te verrichten,
lacht iets op het meer te
dat op de boot leek die
in Urquhart Castle en Do-
oer, maar daarvoor was
log veel te vroeg. Hij alar-
rde zijn vrouw en zijn
id Taylor Hay, greep een
oestelletje en maakte, van
ifstand van een meter of
tig, een kiekje van het
ster. Het was groot, maar
niet zo enorm als de zee-
g die Claus Magnus in 1598
getekend en die van kop
taart niet minder dan
duizend ellen lang was.
ie was aanzienlijk kleiner
volgens Stewart, tamelijk
ndelijk.
monster kwam tot een
er of vijf van de oever alsof
kennis wilde maken met
ievolking in het gewest In-
iess. Het verdween tenslot-
et een snelheid van naar
Ming 60 km/uur. In juli
is het monster eventjes ter
,ke geweest in het Britse
erhuis: de minister voor
otse zaken werd toen aan
and gevoeld over het ver-
.jnsel van de vele half-aan-
reten vissen in Loch Ness.
had er nog niet van verno-
i en ook omtrent de status
het monster kon hij niets
nitiefs zeggen,
is alsof toen reeds in Fleet
et werd aangenomen dat
an het monster van Loch
i vrijwel geen eer meer was
ehalen. Er dook zomaar in-
is een spin op die uit een in-
enverzameling was losge-
ken. Het was een spin van
meter, van het formaat
een klein olifantje en Het
atuurlijk om je ellendig te
rikken als zo'n beest zijn
aarde poot op je knie legt
e verlangend aankijkt. Die
i, die in staat moest wor-
geacht een kabelconstruc-
Ie weven waarin katten en
ge honden hopeloos ver-
kt kunnen raken, is nooit
/espoord en kan inmiddels
:ele meters zijn gegroeid,
leb eens in The Sun geke-
hoe het blad zich door deze
nkommertijd heenslaat.
ien een honorarium van
;eie tonnen vertelt Peter
imson, ster uit Coronation
eet, waarom hij voortaan
kleine kinderen uit de
irt blijft. Hij is net vrijge-
oken van de beschuldiging
ze achtjarige meisjes te heb-
gemolesteerd. De eerste af-
ering stond op vijf pagina s
gemeten. Gezellige kost is
niet.
ite komkommerverhalen
toren zich te concentreren
krokodillen in de riolen, de
schrikkelijke Sneeuwman,
geheime liefde van een
adabeer, de redding van een
id aan de waterkant door
fotogenieke hond, die eer-
in haar bestaan reeds lam-
tjes heeft gezoogd. Maar het
en is prozaïsch als de Lon-
ise kleermakers, die gezien
n gebogen en schrale gestat-
cucumbers' (komkommers)
rden genoemd en die inde
ndsdagen geen werk had-
i. Zij hongerden in de kom-
•nmertijd.
„Die mensen zijn nu nog
steeds echt dankbaar"
«sflwï
Zuid-Korea is nog steeds een bedreigd en dus gemilitariseerd land. Deze paraderende meisjes lijken met hun vlotte pakjes
OR (en opsrette-xleger, maar het,is echt ernst: het zijn leden van de Vrouwelijke Vrijwillige Reserve. De foto is een jaar of vijf
*"J «tfbTStt ISH
bitirUsjte i'
md.
Door Wini Koek
Korea-veteranen zijn in het
land waarvoor zij dertig jaar
geleden vochten nog altijd
bijzonder welkom. In de jong
ste uitgave van het contact
orgaan van de Vereniging van
Oud-Koreastrijders wordt
weer een reis naar Korea
aangekondigd. Dat wordt
voorlopig wel de laatste,
meldt het bestuur, want lang
zaam maar zeker loopt de be
langstelling daarvoor terug.
De oud-Koreastrijders wor
den ook wat ouder en de
meesten van degenen die in
militaire dienst bleven, moe
ten het nu van hun pensioen
doen.
Het reisschema vermeldt een revi-
sit-programma van vier dagen. Dan
zijn de oud-strijders de gasten van
hun vroegere Koreaaanse wapen
broeders en via hen eigenlijk van de
regering. Dat revisit-programma is
een vast onderdeel van de Korea-rei-
zen. Er blijkt uit dat Korea het uit 16
nationaliteiten bestaande VN-leger
niet vergeten is. Kolonel b.d. L.C.
Schreuders, secretaris van de Vereni
ging Oud-Koreastrijders (VOKS):
„En niet alleen officiéél. De mensen
daar zijn nog altijd echt dankbaar
voor wat wij voor hen hebben ge
daan. Je merkt het aan alle contacten
die je daar met de mensen hebt."
In hun eigen land voelen de Korea-
veteranen zich vergeten en zelfs
enigszins miskend. Van meet af aan
eigenlijk al werden de Korea-vrijwil-
ligers als avonturiers beschouwd. En
die waren er ook bij natuurlijk. Hoe
wel avonturier kun je ook gemaakt
worden. Door de omstandigheden bij
voorbeeld. De tweede wereldoorlog en
de acties in Nederlands Indië waren
omstandigheden die van jonge men
sen avonturiers maakten. Nederland
was voor hen opeens zo klein gewor
den, zo benauwd en gezapig. Korea
bood de kans er weer opuit te trek
ken. Bovendien ging het daar om een
eerbare zaak. Een oproep van de Ver
enigde Naties om de Noordkoreaanse
(communistische) agressor terug te
werpen achter zijn breedtegraad.
„Het avontuur was voor velen ze
ker een motief om zich te melden",
geeft bestuurder Schreuders toe,
„maar ook idealisme was voor velen
een motief. Anderen gingen omdat ze
overtuigde anti-communisten wa
ren."
De vrijwilligers die per schip naar
Korea werden gebracht hadden geen
idee van wat hen te wachten stond.
Aan boord moesten ze nog worden
omgeschoold op Amerikaanse wa
pens want het Nederlandse leger was
toen op z'n Engels uitgerust. De vrij
willigers hadden haast om er te ko
men want het leek erop of de Zuidko-
reanen en de Amerikanen het alleen
wel afkonden. Tot de Chinezen zich in
de strijd mengden...
De oorlog in Korea was een ver
schrikking van stellingenstrij d, man
tegen mangevechten, sluipschutters,
bloedige gevechten om heuvels die
bijna per etmaal van bezetters wis
selden en bovenop dit alles de barre
winters van Korea waarop al hele
maal niemand had gerekend. Het Ne
derlandse bataljon was gespeciali
seerd in het dekken van terugtochten.
Het was een door de andere troepen
hoog gewaardeerd en diep gerespec
teerd specialisme maar men moet
zich eens voorstellen wat het bete
kende in een maandenlange strijd die
het „Jo-Jo-Offensief" werd genoemd
omdat het front voortdurend heen en
weer rolde.
De Nederlanders droegen ook op
andere wijze bij aan de oorlog. Uit In
dië hadden zij hun jungle-ervaring
Tafereel zoals we dat ook kennen van het IJzeren Gordijn. Toeristen bekij
ken de 38ste Breedtegraad, de bestandslijn op de plaats waar de wapenstil
stand werd gesloten, te Panmoenjon. - foto's archief de stem
meegebracht en aan de Koreaanse
omstandigheden aangepast, bleek die
van onschatbare waarde te zijn, zo-
>danig dat steeds meer andere eenhe
den de strijdmethoden van de Neder
landers overnamen.
Hoewel de militairen het nooit ge
makkelijk hadden, behalve tijdens
hun korte verloven in Japan, is een
van de moeilijkste perioden die van
half februari 1951 geweest toen het
Detachement Van Heutz deel uit
maakte van de verdedigingslinie van
Hoengsong. In de drie dagen durende
strijd om heuvel 325 bij Wonju sneu
velden veertig Nederlanders en raak
ten er meer dan honderd gewond.
Hoewel het detachement was ge
schokt door het verlies van de com
mandant en nog eens zo'n twintig
man, enkele dagen eerder - of mis
schien juist uit woede daarover - wis
ten de Nederlanders tenslotte de
hardnekkig verdedigde heuvel te ver
overen.
Een aantal jaren geleden is de
VOKS opgericht. Aan een dergelijke
centrale kregen de oud-strijders
steeds meer behoefte. Zoals zovelen
die in het verleden schokkende erva
ringen hebben gehad, beginnen ook
sommige oud-strijders uit Korea last
te krijgen van een blijkbaar niet ver
werkt verleden. Sinds kort doet zich
een even opmerkelijk als verontrus
tend verschijnsel voor dat kolonel
Schreuders laconiek omschrijft als
„Oud-Korea-strijders sterven jong".
Het is opvallend hoeveel oud-strij
ders al zijn overleden rond hun 50ste,
55ste. „Het kan natuurlijk toeval zijn,
de meerderheid is nog te kort in die
leeftijdszone om het zeker te weten,
maar wij denken dat die jonge sterfte
met de oorlog te maken heeft", zegt
adjudant b.d. R. van de Pol uit Breda
die eveneens deel uitmaakt van het
VOK-bestuur.
In Korea sneuvelden in totaal 118
Nederlanders, 117 landmachtmilitai
ren en 1 marineman. Drie Nederlan
ders zijn sindsdien vermist dus waar
schijnlijk ook gesneuveld. Eén man
overleed in krijgsgevangenschap. Dat
zijn in totaal 122 doden. Zeven daar
van sneuvelden nog een dag vóór de
wapenstilstand en één zelfs maar een
paar uur voor de wapens tot zwijgen
werden gebracht.
Nederland lijkt die oorlog in Korea
al lang vergeten te zijn. De Zuid-Ko-
reanen echter niet. De oud-strijders
evenmin. Kónden ze dat maar.
Het verdwenen standbeeld
van keizer Marcus Aurelius
Marcus Aurelius is in revisie.
Faardw en;r5 ruiter (samen
3,35 meter hoog, 3,10 meter
lang en 1,60 meter breed) be-
vinden zich sinds 17 januari
1981 in een werkplaats van
het Italiaanse Centrale Insti
tuut voor Restauratie, in de
Romeinse wijk Trastevere.
Het speciaal voor dit beeld
door Michelangelo in de zes
tiende eeuw ontworpen voet
stuk op het Campidoglio-
plein is al twee en een half
jaar leeg. De plannen om de
'echte' Marcus Aurelius voor
de tijd van zijn restauratie te
vervangen door een copie-
naar-ware-grote zijn gestuit
op een gebrek aan financiële
middelen.
De voorgeschiedenis van dit we
reldvermaarde standbeeld zit vol hia
ten. De vader is onbekend, en naar de
geboortedatum kan slechts worden
gegist. Nu men met zekerheid weet
dat de ruiter de Romeinse keizer
Marcus Aureius voorstelt, en niet kei
zer Constantijn, ligt het voor de hand
de productie van dit brons te situeren
in zijn regeerperide (161-180), of in elk
geval kort daarna. De treffende gelij
kenis van zijn bronzen 'kop' met een
marmeren, die zich in de Vaticaanse
musea bevindt, duidt volgens sommi
ge oudheidkundigen op een ontstaan
speriode rond het jaar 165 (na Chris
tus).
Het standbeeld duikt pas op in de
Romeinse kronieken als een paus het
in de tiende eeuw van de omgeving
van het Forum Romanum verplaatst
naar het plein vóór zijn Lateraanse
paleis (de eerste residentie van de
pausen). Hij meende dat de ruiter
Constantijn, de keizer die in 313 het
christendom legaliseerde, voorstelde,
en wilde hem dus dicht bij zich heb
ben. Als in de zestiende eeuw de ware
identiteit van het standbeeld wordt
ontdekt, raakt het uit de kerkelijke
gratie, en mag Michelangelo het ge
bruiken bij zijn plannen om het oer
oude Campidoglio te moderniseren.
Maar over het preciese curiculum vi-
tae van man en paard blijven oud
heidkundigen van Rome stoeien, en
het is dus niet uitgesloten dat de toe
komst niews brengt over beider ver
leden.
De kans dat de maker van dit unie
ke beeld zich nog meldt is uiterst
klein, maar over zijn werk raken de
wetenschappelijke restaurateurs in
Rome niet uitgepraat. Grote proble
men heeft de hedendaagse weten
schap met het achterhalen van de
techniek waarmee het reusachtige
brons in elkaar is gezet. Paard en rui-
Marcus Aurelius wordt „gewond" afgevoerd.
- fotoaudet
ter, nu van elkaar gescheiden, zijn
maandenlang met allerlei moderne
apparatuur (computers, röntgen, la
ser, geluidsgolven) betast, bevoeld en
beluisterd, en het enige dat men
eigenlijk heeft ontdekt is dat de ge
zondheid van het beeld allerbelab
berdst is, en dat de restauratie niet
lang meer had mogen worden uitge
steld. Het zo robuust ogende stand
beeld is doodziek.
Wat men altijd gedacht had, dat
ruiter en paard elk één gietsel verte
genwoordigden, klopt niet met de
werkelijkheid. De instrumenten con
stateren 'een sterke structurele dis-
homogeniteit', en dat betekent dat het
beeld op verschillende tijdstippen,
met verschillend brons, en met varië
rende lood- en tincombinaties is ge
construeerd. De huid van man en
paard is nooit even dik, en wordt hier
en daar onderbroken door solderings-
lijnen. De makers hebben in hun
werk ook slakken, gasbelletjes en
stolsels achtergelaten.
Maar deze 'structurele' tekortko
mingen daterend uit de tweede helft
van de tweede eeuw zijn niet in de
eerste plaats verantwoordelijk voor
de slechte staat van het beeld. De cor
rosie heeft veel meer schade berok
kend. Achttien eeuwen Romeinse
buitenlucht (tot -5° in de winter, en
tot +40° in het heetst van de zomer)
vergen het uiterste van elk bouw
werk, zeker als dat van brons is.
Vooral de laatste dertig jaar, waarin
de Romeinse lucht in hoge mate is
verontreinigd, heeft het oppervlak
van het standbeeld een bijna fatale
corrosie ondergaan.
„De corrosie is het grootste pro
bleem. We hebben nog niet de midde
len gevonden om die te bestrijden",
zeggen ze op het restauratieinstituut.
En zolang die corrosie vrij spel heeft,
is het beter Marcus Aurelius binnens
huis te houden. Vandaar dat er stem
men opgaan, voor de keizer te paard
maar een mooi museum uit te zoeken,
en de sokkel op het Canpidoglio-plein
vacant te laten.
Maar het Campidoglio-plein (een
van de fraaiste van de stad) zonder
Marcus Aurelius is voor vele Romei
nen even onvoorstelbaar als het Vati-
caan zonder paus. Vooral de keizer
zelf heeft vele aspirant artiesten tot
model en inspiratiebron gediend. Het
standbeeld is het middelpunt gewor
den van anecdotes en volksgeloof. De
middeleeuwse dictator Cola di Rienzo
liet om het volk te behagen wij n spui
ten uit de mond van het paard. Het
standbeeld was oorspronkelijk geheel
verguld, en daar zijn nu nog schaarse
sporen van over. Het volksgeloof wil
dat de goudlaag niet verdwijnt maar
zich juist langzaam uitbreidt en uit
eindelijk weer het hele standbeeld zal
bedekken. Is het zover, dan zal het
plukje haar tussen de oren van het
paard zijn stem verheffen en het ein
de der tijden aankondigen.
Het is ook voorgekomen dat het
standbeeld een verdacht geluid pro
duceerde, met als gevolg dat debij ge
lovigen er met een grote boog om
heen liepen. Toen bleek een kikker
zich in de buik van het paard te be
vinden. Het beeld was een vergaar
bak van regen geworden, dankzij de
spleten, barsten en poriën die zich in
de loop der tijden in de huid hebben
gevormd.
Sommige oudheidkundigen komen
tenslotte nog met het verhaal dat het
beeld, of liever de beeldengroep zoals
ze in het Italiaans zeggen, niet alleen
bestond uit Marcus Aurelius en zijn
rijdier, maar dat een 'barbaar' ook
deel van het gezelschapruitmaakte, op
de grond naast de benen van het
paard en in bewondering opziend
naar de imperator. Van de barbaar is
nooit een spoor gevonden, maar de
oudheidkundigen zijn op deze ge
dachte gekomen omdat Marcus Aure
lius' grootsheid vooral is verdiend in
zijn strijd tegen de barbaren.
Het epos van Marcus Aprelius zal
voorlopig de grenzen van de werk
plaats van de restauratiedienst niet
kunnen overschrijden. Tot groot ver
driet van de Romeinen, en vooral die
genen onder hen die hun dagelijks
brood verdienen met het toerisme. De
buitenlanders missen Marcus Aure
lius, zo hebben onderzoeken uitgewe
zen. En bovendien is het storend om
lopend over het Campidoglio-plein in
de onvermijdelijke reisgids een hoog
dravende beschrijving te lezen van
een standbeeld dat er niet meer blijkt
te zijn.