De maatschappelijke
rol van fotografie
verdient meer aandacht"
Plaatwerk: documentaries van de Nederlandse mentaliteit
Ontdel
Ik hoi
"BS*
JAN COPPENS EN DE BEWOGEN CAMERA:
EXTRA
Zelfmoord
Persoonlijke kijk
Sociale woning
bouw
III MBO DANCING
Voor de thuisbl
I Zit jij nog thuis terwi
|en vriendinnen onde
rijk of Spanje? Of of
I Dan zul je deze weke
|om allerlei dingen te
ucky Luke: De Da
ÏPpie Happie En D<
£J\ I CMUMla S JULI iaoj
J uii a ji. jüajtm
Door Henk Egbers
„De sociale fotogra
fie is in eerste aanzet
begonnen vanuit het
gevoel voor zelfbehoud
van de rijken", zegt
JAN COPPENS. Hij
schreef een tamelijk
dik boek over protest
en propaganda door
middel van foto's. Het
heet DE BEWOGEN
CAMERA (uitg. Meu-
lenhoff/Landshoff
59.-). „Ik heb geen zin
om via dit boek in een
bepaalde politieke
richting gedrongen te
worden. Foto is een
medium van iedereen;
van links en rechts",
aldus Jan Coppens. Hij
is onder meer docent
aan de kunstacademie
St. Joost te Breda en
stelde eerder het boek
Een camera vol stilte
samen.
In België staat het boek al
een tijd bij de top-tien. In
Nederland zijn de reacties
verdeeld: van briljant tot
het verwijt dat er te weinig
analyse gegeven wordt van
het verschijnsel. Coppens:
„Ik heb na erg veel re-
searchonderzoek, in dit boek
zoveel mogelijk op een ob
jectieve manier het mate
riaal bijeen proberen te
brengen. Waar het mij voor
al om ging is aan te tonen,
dat fotografie altijd bepaald
wordt door zijn context".
Wat hij daarmee bedoelt
maakt hij duidelijk aan de
hand van het volgende voor
beeld. De fotograaf Frans
Ypma maakte een foto van
een vrouw, die zich voor de
trein had geworpen. Stuurde
die op voor de wedstrijd De
zilveren Camera. Omdat
zijn prent een derde prijs
kreeg, kregen de media er de
beschikking over als prijsfo
to. De Tijd plaatste even la
ter deze foto op de voorpagi
na bij de zelfmoord van een
jonge vrouw, in verband met
de demonstraties tegen de
kerncentrale in Dodewaard.
Nu worden zelfmoorden in
de bona-fide persorganen in
Nederland nooit gemeld.
Hier werden echter aan deze
foto nieuwe betekenissen
toegevoegd, die door de foto
graaf niet waren bedoeld.
Het komt herhaaldelijk voor
dat foto's uit hun oorspron
kelijke context worden ge
haald.
Het blijkt al een hele oude
truc in de geschiedenis van
de fotografie. Het doel hei
ligt de middelen. Het doel
dat Jan Coppens in dit boek
heeft onderzocht heeft te
maken met politieke prak
tijken en sociale kritiek op
wantoestanden. Via foto's
laten zien dat het zo niet
langer kan of propaganda
maken voor de belangen van
een bepaalde groep. Een
middel dat in het midden
van de vorige eeuw ontdekt
werd. Bovendien vindt Cop
pens dat er te veel over de
esthetica en de techniek van
de fotografie geschreven
wordt. Ook de galeries, die
tegenwoordig fotowerk
brengen, richten zich enkel
op dit aspect. „Er zijn zoveel
andere invalshoeken. Het
protest, de propaganda, de
maatschappelijke rol in de
fotografie verdienen méér
aandacht".
Aanvankelijk ging het om
sociale documenten. Daaruit
is de sociaal-kritische foto
gegroeid. „Het gebruik van
de fotografie als middel tot
sociale kritiek doorliep ge
durende de 19e eeuw een
drietal stadia. In eerste in
stantie ging het om het vast
leggen van onderwerpen die
medeleven of medelijden
opwekten, zonder de bedoe
ling om tot actie aan te zet
ten. De foto's leverden niet
temin een belangrijke bij
drage tot algemene infor
matie en ze konden ook - ook
al werden ze er niet voor ge
maakt - later als bewijsma
teriaal dienen, of als aan
moediging om voort te gaan
op een eenmaal ingeslagen
weg. In tweede instantie was"
er sprake van het gebruiken
van foto's als propaganda
middel voor liefdadigheids
instellingen. Pas later ont
stond de sociaal-kritische
fotografie in de eigenlijke
zin van het woord; met een
combinatie van tekst en fo
to's werd commentaar gele
verd op de inrichting van de
samenleving. De genoemde
genres zijn overigens tot op
de dag van vandaag naast
elkaar blijven bestaan en ze
zijn alle drie nog springle
vend".
Jan Coppens maakt aan
de hand van enkele concrete
figuren duidelijk hoe het
verschijnsel van de sociale
fotografie zich in Europa en
Amerika ontwikkeld heeft.
Vanaf een Bernardo, die in
de zeventiger jaren van de
vorige eeuw in Engeland de
fotografie begon te gebrui
ken om geld los te krijgen
voor zijn kinderinstituten
tot een Coen Wessing die in
Derde Wereldlanden als Ni
caragua de Europese kijkers
laat voelen wat daar aan de
hand is; nu. En zoals de rij
ken honderd jaar geleden
zich door die foto's bewust
werden van het feit dat het
eigenbelang was om te hel
pen via de liefdadigheid die
tevreden arbeiders voor de
opkomende industrie lever
de, zo is de Eerste Wereld
zich nu steeds meer bewust
aan het worden, dat het een
vorm van eigenbelang is om
de Derde Wereld te helpen.
Niet zozeer om het geld, dat
in de Derde Wereld gepompt
wordt er met grotere bakken
weer uit te halen (zoals Ne
derland met zijn voormalige
kolonieën deed/doet), maar
in verband met toekomstige
krachtsverhoudingen in de
wereld. Zo zet dit boek je
wel politiek aan het denken,
ook al wilde Coppens zelf
geen directe politiek bedrij
ven met zijn prenten.
Een eerste aanzet tot het in
schakelen van fotografie bij
rapportage van sociale el
lende is te vinden in de sa
menwerking tussen de eer
der genoemde dr. Bernardo
en de journalist Adolphe
Smith in het boek Street Li
fe in Londen (1877). Van his
torische waarde zijn ook de
foto's die Roger Fenton
maakte van de Krimoorlog
in 1855. Maar ze geven geen
echt beeld van de ellende,
omdat zijn foto's een voort
zetting vormen van zijn
vroegere werk als historie
schilder. „Zijn beeld van de
oorlog was een leugen".
De leugen via de trucage,
met name door knip- en
plakwerk (collage) is ook
aan de orde bij de talrijke
foto's van de Parijse Com-
Nick
Hedges:
omslagfoto
voor een
shock re
port van
Shelter.
mune. Coppens heeft op dit
gebied interessant vergelij
kingsmateriaal bijeenge
bracht. Nog in 1971 brengt
een blad als Der Stern zo'n
foto als echtVeel aan
dacht schenkt het boek ook
aan deze fotografie in
Vlaanderen. Een grappige
ontdekking deed Jan Cop
pens, toen hij foto's zag, die
de schrijver Stijn Streuvels
maakte voor zijn in 1913
verschenen boek „Woning in
Vlaanderen". Hij beschikte
al zeer vroeg over een Leica.
„Streuvels kritiseerde de
rijtjeshuizen, omdat daarin
de mensen geestelijk dood
zouden gaan. Maar dat de
arbeiders ook lichamelijk
dood gingen in hun behui
zingen noemde hij niet", al
dus Coppens.
Wie daarvoor wel gevoel
had was de Groningse huis
arts Pieter Bloemers Mid
dendorp, die met de foto
graaf Tonnis Post in het be
gin van deze eeuw grote in
vloed had op de volkswo
ningbouw. De plaggenhut
die hij in 1913 in Onstwedder
Tange vastlegde „siert" de
omslag van dit boek. In 1909
had de arts Souhby in Egyp
te al door middel van foto's
de trom geroerd over de
slechte gezondheidstoestan
den onder de pelgrims in
Mekka. De foto werd overal
ontdekt als propagandamid
del. Het boek geeft voorbeel
den van gebruik in de Eerste
Wereldoorlog als propagan
da vóór en protest tégen het
afslachten van mensen.
Dat het fototoestel geen ob
jectief registrerend instru-
gideeën in de communistische
'.fotografie vind je trouwens
pal veel eerder terug in West-
Europa". Veel aandacht
.schenkt hij ook aan de zoge
naamde arbeidersfotografie
in Nederland, waarbij na
men als Ivens, Oorthuys en
Besnyo opduiken. „De om
buiging van de vrije foto
grafie naar het terrein van
de maatschappelijke bruik
baarheid viel samen met het
opkomen onder kunstenaars
van een sterk verlangen
nieuwe onderwerpen ook op
een nieuwe, revolutionaire
manier te benaderen en fo
tografisch weer te geven".
Jan Coppens zou geen
Coppens heten als hij niet
een afzonderlijk hoofdstuk
geschreven had over „Mar-
tien Coppens voor armen en
ontheemden". Daarin vertelt
hij over de sociale fotografie
van zijn vader. In de derti
ger jaren voor het blad
Christus Koning en na 1945
voor de Oostpriesterhulp
van de spekpater Van Stra
ten. Verder passeren de re
vue in de laatste jaren: Nick
Hedges voor de Engelse or
ganisatie voor daklozen
Shelter (shock reports, die
enkel op liefdadigheid en
niet op hervorming uit wa
ren): de Nederlander Koen
Wessing die de radeloosheid
van mensen in Zuid-Ameri-
ka vastlegde en bovendien
de daad bij het woord voeg
de door in Nicaragua bin
nenlandse fotografen op te
leiden; en de Amerikaanse
fotograaf W. Eugene Smith,
die met zijn toestel de mi
lieuorganisaties steunt en
bijvoorbeeld de Japanse
kwikvergiftiging in Mina
mata met succes aan de
kaak stelde.
Jan Coppens: „De aanlei
ding om dit boek te maken
was eigenlijk de tentoonstel
ling Bouwen '20-'40 in 1970
in het Van Abbemuseum in
Eindhoven, waarop veel
aandacht werd geschonken
aan de sociale woningbouw.
Ik ben me daarna steeds
meer gaan verdiepen in de
sociale fotografie. Een ande
re reden dat ik er meer van
wilde weten is het feit dat
we op tv-journaals en der
gelijke met zoveel gemak al
lerlei rampen in ons op te
nemen. Je moet dan ook dui
delijk onderscheid maken
tussen sociale fotografie en
rampenfotografie. In de
kranten is meestal sprake
van het laatste. De persfoto
is meestal gericht op sensa
tie. Maar ik meet me daar
over in het boek geen oor-1
deel aan.
Ja, mijn onderzoek heeft
ook gevolgen bij het
ven op academies. Ik praat I
er veel over. Toch zijn de
eindexamens nog
vooral gericht op techniek I
en esthetica. Er zijn drie
soorten fotografie: de docu
mentaire, de esthetische, en
de fotografie die wil veran
deren - hetzij met reclame I
voor produkten hetzij op
ideële wijze-.
Dit boek gaat over I
die derde functie; niet
filosofisch maar zo
cumentair mogelijk I
Ik heb het geschreven
voor iedereen die geïn
teresseerd is in maat-1
schappelijke verande
ringsprocessen, maar
ook voor mensen die
beroepsfotograaf wil
len worden en hier I
emplooi in zien. Foto's
zijn niet zo maar din
gen. Vanaf htm be
staan hebben ze een
bedoeling, en ze moe
ten met begrip en om
zichtigheid behandeld
worden. Ze onderhou
den een blijvende en I
vitale band met zowel
de innerlijke als uiter
lijke werkelijkheid,
waarvan ze de projec
tie zijn", aldus Jan
Coppens.
Door Henk Egbers
Soms zitten bepaalde
zaken gewoon in de
lucht. Dezer dagen
verscheen het tijd
schrift Plaatwerk, dat
als doel heeft geënga
geerde, sociale foto
grafie te brengen. De
eerste twee nummers,
gedrukt op een groot
formaat (42x30 cm)
zien er veelbelovend
uit. Foto's, die niet al
leen „het" leven be
trappen, maar de kij
ker ook confronteren
met zichzelf: hoe sta ik
tegenover mijn mede
mens in bepaalde si
tuaties? Het prettige is
dat de platen op zich
doorgaans niet mora
liserend zijn, maar het
wel kunnen zijn door
hun context.
Plaatwerk is in 1980
ontstaan als voortzet
ting van het bïad met
dezelfde naam, dat
verscheen met mede
werking van de Rijks
academie van Beel
dende Kunst in Am
sterdam. Er versche
nen twee nummers.
Eind '81 werd de stich
ting Plaatwerk opge
richt met als doel een
grotere verspreiding
van de sociale fotogra
fie. Bij de stichtnig
zijn zo'n veertig men
sen betrokken vanuit
uiteenlopende discipli
nes. In 1982 liet de
stichting een boek ver
schijnen; „Mijn moe
der vindt het ook; de
bewapening, het anti-
militarisme en de vre
desbeweging in beeld".
In zijn verantwoor
ding zegt de redactie:
„Het is geen blad voor
beelden van de zoveel
ste demonstratie, de
volgende knokpartij
tussen aktievoerders
en overheid of de
plaatjes van mensen in
zielige omstandighe
den. Hoe nuttig ook,
deze fotografische
beelden zijn saai en
worden toch wel ge
plaatst in kranten,
vakbondsbladen en
aktiebulletins. Plaat
werk gaat het om een
maatschappelij ke
analyse, eerder dan
om een politieke. Meer
gericht op het in beeld
brengen van een men
taliteit dan om een
klassentegenstelling.
Een dokumentatie van
de (Nederlandse) men
taliteit: wat doen we
met elkaar, met onze
omgeving. Natuurlijk
is dat geen waarde
vrije dokumentatie".
Het eerste nummer
opent met een serie fo
to's van Hans Aars
man: „Ouders op be
zoek". Het thema van
ouders en hun bezoek
aan op kamers) wo
nende kinderen biedt
naast vermakelijkheid
ook de nodige conflict
stof. Dat komt er wel
een beetje uit, maar de
foto's zijn nogal geën
sceneerd. Beeld van
een rollenspel. Dat is
niet het geval - en ook
niet mogelijk - bij de
reeks die Luuk Kra
mer maakte in een
psychiatrische inrich
ting. Daar komt bij dat
hij er iets mee gedaan
heeft door beelden van
de mensen telkens te
verbinden met foto's
van hun omgeving.
Dat werkt goed. De
derde reportage werd
gemaakt door Harry
Meyer van de school-
vlootdagen bij de Ko
ninklijke Marine,
waar de jeugd met ro
mantiek en Bountys
wordt ingelijfd bij het
oorlogstuig (mijn re
actie).
Telkens wordt ten
slotte een verhaal ge
bracht over een be
paalde persoonlijkheid
op dit vlak. Dat is in
nummer één: Het le
ven van Tina Modotti;
een vrouw die haar fo
tografie gebruikte in
de anti-fascistische
strijd. In de tweede af
levering is dat Menno
Huizinga, fotograaf in
bezettingstijd.
In dat tweede num
mer een onthullend
beeld van de Amster
damse goudkust door
Harry Meyer, met
tekst van Adriaan van
Dis. Van Johan van
der Keuken foto's uit
New York en van een
Griekse veerboot. Drie
grote „punk-foto's"
door Han Singels en
een serietje van Bau-
lien Osse over vakan
tievierende jeugd in
Valkenburg. Het ziet
er allemaal niet alleen
goed uit, maar er
wordt ook veel in ver
teld. Hier en daar met
SCALA
K 's
Paul Babeliowsky: vakantie in Valkenburg.
tekst, hoewel de foto's
meestal zelf ook tekst
zijn. Vermelding ver
dient nog wel de op
merking in het colo
fon: geëngageerde
fotojournalistiek, die
zich niet wenst te on
derwerpen aan de on
geschreven wetten zo
als we die kennen uit
dag-, week- en
maandbladen".
Plaatwerk is ver
krijgbaar in de boek
handel voor ƒ7,50 per
nummer. Het ver
schijnt zes keer per
jaar. Een jaarabonnj'l
ment kost 45.- !Ll
storting op giro 53W|
van uitgeverij Ffly
ment, Conradstraat
te Amsterdam.
ITERDAG 9 JULT19S
gr zjjn boeken die al heel
I lang geleden geschreven zijn
j eD toch altijd nog gelezen
I worden, zo mooi zijn ze. „De
geheime tuin" is zo'n boek,
vind ik.
Het is geschreven in 1911
en vanaf toen hebben kinde
ren het mooi en spannend
gevonden. In die tijd woon
den veel Engelsen in India,
want dat land was toen van
Engeland. Mary Lennox
woont daar ook. Ze heeft
haar eigen bedienden, hoe
wel ze nog maar 9 jaar is!
I Haar vader en moeder ziet
ze bijna nooit. Daar word je
I natuurlijk ook niet vrolijker
j van, Mary ook niet. Eigen
lijk is ze een verwend kreng.
Er is een cholera-epidemie
en haar ouders gaan dood.
Maar ze merkt het niet eens;
ze vindt het wel erg stil in
huis. De bedienden blijken
I verdwenen te zijn en dat is
lastig. Gelukkig wordt ze
gevonden door een officier
I en die zorgt er voor dat Ma
ry bij een oom in Engeland
I kan gaan wonen. Die oom is
een eenzame man en niet
van de vrolijkste. Gelukkig
valt er veel te ontdekken. Er
zijn wel 100 kamers, ze is dus
even bezig! Af en toe hoort
Van alles 01
HEB JE wel 's paprikapitten in
stopt? Of die van 'n tomaat oi
Dat kan echt.
Je moet ze eerst goed wassen
dan in 'n potje met aarde stopp
dan echte paprika- en tomatenj
het precies moet kun je lezen
van planten" van Christina Bjc
Anderson. Er staan nog veel ir
sende dingen in dit boekje: e«
tussen erwten en bonen wie hei
zelf tuinker-kaas maken en eer
boompje laten groeien uit een pi
ste vind ik het pruimenspel op 1
Het is een oud Indiaans spel en
pruimepitten 40 bruine bonen
Verf 8 pruimepitten aan één
J (als je ze roze wilt ben kun je i
I gellak aan je moeder vragen).
Leg een doek op tafel met in h
h(
bi
D
ci
[brieven naar:
spinveld 55 4815 hv breda
he
z'i
G<
be
m
eri
er
gr
ov
te
kr
ah
He
ga
!«W AEW HJ f¥UrT ME 20
ea&w I eutv am!EH IK
ItHDfKHT/GE *,<?-
i U'G /cen HOOG cms
rmsr/NCT iftm- ons
-\HOO/T //VoeSTEEK
O