leren tonen oude
kunst
in buitenland
a Axel
illnllin
Hfüilüi
ntrum
elt
ten
Dit najaar in Amsterdam
Cross
&jgs^>
INSDAG 28 JUN11983
T3 PAGINA GIDS 2
109
Muziek
Euthanasie
lucky Luke: Daisy Town
Suske en Wiske: De Gouden Ganzeveer
Appie Happie: Houdt van een lekker toetje
Boes
■horre-terrein in Axel, een waar
Door Jan van de Ven
eren zijn zuinig op hun oudheidkundige vondsten. Toch komt er dit
iajaar een collectie kunstvoorwerpen uit langvervlogen tijd naar ons
and. De voorwerpen zullen worden tentoongesteld in het Amsterdamse
lijksmuseum.
hchting RES op het Smitschorre-
I Stichting Streekcentrum Axel -
tjpend gewijzigd - heeft weer tal
|ma staan voor deze zomermaan-
menteel Jacky Schoot, secretaris
gemeente Axel Ab de Feijter en
fout.
gelijk fronten. We kunnen ge
lukkig melden dat we
springlevend zijn", stelt De
Feijter enthousiast.
Het bestuur van de Stichting j
Streekcentrum Axel is nu als
volgt samengesteld: J. Schoot
(voorzitter), J. van der Hout
(penningmeester), A. de Feij
ter (secretaris), J. Bleijen-
bergh, J. Dieleman, C. de Put
ter, W. Wikkerink en de dames
R. Timmermans en J. Schie
man.
De collectie omvat een cul-
mroverzicht van zo'n drie
izend jaar. Zij bestaat uit
iden, zilveren, bronzen, ste
len en voorwerpen van ande
materialen. Ruim honderd
itukken van religieuze of pro-
ine aard geven een beeld van
at kunstzinnige Ieren waar-
evol achtten.
Hoe zuinig de Ieren op hun
istorie zijn moge blijken de
jlstandkoming van de ten-
Mistelling. Tot voor kort
ïigerden zij ook maar iets
jdelijk over de grens te laten
jaan. Een Amerikaan met
oorzettingsvermogen en ge
rei voor connecties wist de
■ree overheid echter zover te
tijgen, dat een deel van de
ationale trots voor een ten-
jonstelling naar de Verenigde
Haten ging.
Met argusogen werd de col-
sctie gevolgd. Niet het succes
lande expositie telde. Er werd
lauwelijks gelet op de vele
Imerikanen van Ierse af-
romst, op de vier plaatsen
raar de collectie te zien was,
reh op de film die een televi-
iemaatschappij erover maak-
t. Nee, de vraag: er wordt
och niets gestolen? stond een-
aal.
Er werd in de Verenigde
Haten niets gestolen. Dat gaf
le Ieren moed. Zij bleken toen
iereid de collectie uit te brei-
len. In Parijs, waarheen de
mstvoorwerpen na de VS
jngen, viel meer te zien. Daar
leeg de tentoonstelling zijn
luidige omvang. Na Parijs
'olgden Keulen, Berlijn. Dit
fijaar komt de collectie naar
tmsterdam en de rondreis
«ordt afgesloten in Kopenha-
jen.
AXEL - Op het motorcros
sterrein in Axel wordt woens
dag 29 juni de zesde wedstrijd
gehouden in de serie van ne
gen voor de strijd om de RES-
trofee. De organisatie is in
handen van de Stichting RES
(Recreatieve Exploitatie Smit-
schorre).
Er wordt weer gestreden in
de 125, 250 en 500 cc-klasse.
Deelname staat open voor de
amateurs en licentiehouders.
De organisators verwachten
weer een fiks aantal piloten
aan het vertrek.
De wedstrijden op het knus
se Axelse motorcrossterrein
beginnen om 18.00 uur en de
toegang is gratis.
erdag 2 juli: Expositie van zeef-
i streekmuseum „Het Land van
dieting Oude Molen in café Groe-
xel. Stadhuis Axel, aanvang 19.00
:wedstrijd om RES-trofee op ter-
i uur.
tierit Vossenrijders. Start in de
lieting op de staande wip te Axel
ende wip in café Groenewegen te
tot en met vrijdag 19 augustus.
00 tot 17.00 uur.
ieting op de liggende wip in café
14.30 uur.
vedstrijden voor amateurs op ter-
1 uur.
?nschieting Oude Molen in café
ivang 14.30 uur.
lieting op de liggende wip in café
ivang 14.30 uur.
Axel. Vertrek vanaf 16.00 uur bij
00 tot 17.00 uur.
floor GOA tussen Axel en Clinge
Van 14.00 tot 16.30 uur.
lieting op de staande wip te Axel
jende wip in café Groenewegen te
chieting op de liggende wip in café
nvang 14.30 uur.
terdag 13 augustus: Expositie van
gd door de heer P.C. Brakman
„Het Land van Axel",
chieting in café Groenewegen in
;sehieting op staande wip te Axel
ws schaakkampioenschap in Axel.
liging Landau.
Mantelspeld: hoe groter en mooier des te aanzienlijker de drager
Bezwaren
Het verhaal over de angst
'oor diefstal komt van een
raste begeleider van de expo-
litie. De Ierse overheid laat de
üllectie tijdens de rondreis
ioor twee man vergezellen.
Bun aanwezigheid maakt het
•erhaal over de angst aanne
melijk. Toch bestaat er nog
Sn andere versie. De Ierse re-
iering zou nooit tot uitlenen
B)n overgegaan op politieke
[tonden. Met het aan de macht
«omen van een andere politie-
groepering zouden de be
zwaren overboord zijn gezet.
Hoe het ook zij, de angst
voor diefstal klinkt het inte
ressantst, geeft de collectie een
extra waarde-dimensie. De
kans op diefstal lijkt overigens
gering. Elk stuk staat met de
nodige beveiliging opgesteld.
In Keulen staan er drie za
len en een gang mee ingericht.
Medewerkers van het Rijks
museum zullen, zo wordt ge
zegd, meer ruimte vrijmaken.
Een eenvoudig museumbezoe
ker, waartoe ik mezelf overi
gens ook reken, kan wat moei
lijk uit de voeten met de voor
werpen sec. Er hoort informa
tie bij: over de tijd waarin de
voorwerpen werden gemaakt,
over het doel dat zij dienden,
over mensen en hun leven,
over kunstuitingen in dezelfde
tijd elders, en zo meer.
Eredienst
Wie waren de mensen die in
de vroegste tijden stenen zo
kunstig bewerkten en waarom
deden zij dat. Bekend is in
middels, dat de mens van toen
niet zomaar iets maakte.
Kunst om de kunst werd, ze
ker in de vroegste periode, niet
bedreven. Zo'n drie duizend
jaar geleden maakte de crea
tieve mens iets ter wille van de
eredienst. Hij sierde zijn
priesters. Van lieverlee nam
een stamhoofd en wat later
een koning de belangrijkste
plaats in of deelde de plaats
samen met de priester.
Belangrijke mensen kregen
onderscheidingstekenen. In de
vroegste tijden waren er dat
niet zoveel. Later kwamen er
meer. Niet alleen de afstand
met onze tijd is bepalend voor
de hoeveelheid overblijfselen.
Tijd, hoeveelheid vooraan
staanden, gebruikt materiaal
maken uit wat we nu uit het
verleden tegenkomen.
Op de tentoonstelling in
Keulen zijn dat om te begin
nen gouden voorwerpen. Goud
afkomstig uit Ierland, zo
neemt men aan. Er wordt na
melijk goud gevonden, waar
door de vroege Ieren niet perse
met andere volken contact
hebben gestaan om eraan te
komen. Waartoe dienden bij
voorbeeld de gouden beu
gelt] es met knoppen? De klei
ne exemplaren zouden ge
diend kunnen hebben om
mantels dicht te houden. Ze
zien er stevig genoeg voor uit.
Verbazing
Dezelfde voorwerpen zijn er
ook in een formaat ter grootte
van een koptelefoon. Raden
naar het gebruik van die din
gen zou verloren tijd zijn.
Blijft over de verbazing. De
voorwerpen zijn zo'n duizend
jaar voor onze jaartelling ge
maakt. Ze geven aan, dat ver
van het gebied rond de Mid
dellandse Zee, de bakermat
van onze beschaving, in een
vroeg stadium al gouden voor
werpen werden gemaakt in
sierlijke symetrische vormen.
Hoe kon een dergelijke cul
tuur tot ontwikkeling komen
op een eiland aan de rand van
Europa? Vermoed wordt -en
dat vermoeden steunt op
vondsten elders- dat de Ieren
van toen toch al in contact
stonden met andere volken. In
Engeland, Duitsland, Frank
rijk, Denemarken zijn gouden
sieraden, de om de hals gedra
gen halve manen, gevonden,
die ook uit Ierse bodem zijn
opgegraven.
Archeologen noemen de
achtste tot de zesde eeuw voor
Christus de gouden eeuwen
van Ierland. De enorme rijk
dom aan gouden voorwerpen
uit die periode komt het best
tot uiting in de schatvondst
van Clare, waaruit bijna 150
sieraden behouden zijn geble
ven. Een van de pronkstukken
ligt tentoongesteld. Het is de
zware kledinggesp van Clones
met geornamenteerde schaal-
vormige uiteinden.
Een van de mooiste voor
beelden van prehistorische
goudsmeedkunst is het halve
maanvormige halssieraad van
Gleninsheen met grote geor
namenteerde schijven aan elk
uiteinde. In de goudplaat zijn
concentrische ribben gedreven
met daartussen verdiepte,
smalle, eveneens gedreven
banden. Er zijn ook lokken-
ringen te zien, die waarschijn
lijk hebben gediend als haar-
versiering. De ringen bestaan
uit twee konische, aan elkaar
gesoldeerde helften.
Kop van mantelspeld, een compleet kunstwerk.
- FOTO'S RIJKSMUSEUM AMSTERDAM
Goudsmeden
Technisch gezien, zo vinden
archeologen, vertegenwoordi
gen de Iokken-ringen de hoog
ste graad van ambachtelijke
vaardigheid in het West-
Europa van de late bronstijd.
Zij zijn bovendien het bewijs,
dat Ierse goudsmeden op zich
zelf staande, eigen creaties
ontwikkelden, want buiten
Ierland zij n geen sieraden van
deze vorm gevonden.
Wie over Ierse cultuur
praat, denkt daarbij aan de
Kelten. Zij hebben immers de
Ierse cultuur een stempel ge
geven, dat nu nog overal
waarneembaar is. Maar. de
Kelten kwamen pas zo'n twee
eeuwen voor Christus naar
Ierland. Dat heeft dan al een
lange culturele historie achter
de rug.
Het zijn echter de Kelten,
die 2000 jaar lang hun invloed
hebben doen gelden. In de be
ginperiode hadden zij het ge
luk, dat Ierland als eiland niet
onder directe invloed stond
van de Griekse cultuur. En
ook de Romeinse drong niet
voldoende door. Het laatste
was het meest denkbaar, maar
de Romeinen kwamen nauwe
lijks de Ierse Zee over. Zo kon
den de Keltische invloeden
zich diep wortelen.
Op de tentoonstelling is ook
het Keltische vertegenwoor
digd. Met enig gemak zou het
geheel het stempel der Kelten
kunnen krijgen, maar daar
mee wordt andere invloeden,
mogelijk inheemse, tekort ge
daan. Uit het begin van de
Keltische periode stamt een
bronzen Somerset-doosje. De
ongelijke helften waren als
doos en deksel op elkaar gezet.
Doosje en een gouden torque
(halssieraad) behoorden bij
een schatvondst. Uit de vroege
tijd zijn verder te zien een
halsring (met een gedreven
versiering van blad- en
hoornmotieven), een twee me
ter lange bronzen hoorn, een
bronzen doosje, bronzen be
slag van een zwaardschede.
De mensen van rond de
jaartelling hadden de gewoon
te hun maaksels met motieven
te versieren: spiralen, ranken,
S-en, zwierige lijnen in gesti
leerde vogelkoppen uitlopend.
Gemakshalve duiden kunst
historici de markante versier
sels als La Tène-stijl, ook el
ders in Europa voorkomend
maar met een eigen -later me
de door de Vikingen beïnvloe
de- ontwikkeling in Ierland.
Kloosters
In die eigen stijl dient zich
het katholicisme aan. De
vroeg-christelijke kerk nam
de bestaande Ierse kunst voor
haar eigen kunstproduktie
bijna onveranderd over. Deze
ontwikkeling was mede moge
lijk, omdat de Iers-Keltische
La Tène-stijl een sterke ten
dens bezat naar het ornamen
tele. Het was een niet-beel-
dende, een niet-afbeeidende
kunst. Zodoende behoefde er
geen heidense afgodsbeelden
als duivels werk te worden
verboden. De kloosters, in de
zesde en zevende eeuw bijna
3000, pasten zich aan aan het
leven van de stammen, waar
uit de bevolking bestond.
In de zevende eeuw na
Christus dienen nieuwe gou
den eeuwen zich aan. Het zijn
de eeuwen van kunstnijver
heid en miniatuurschilder
kunst. In de beeldhouwkunst
ontstonden in die periode de
eerste monumentale kruispi-
laren. De roem van de Ierse I
kunst uit die tijd is vooral ver
bonden met de scheppingen
van. de boekversieringskunst.
Een vroeg meesterwerk stamt
uit het klooster van Durrow,
waar het vermoedelijk in de
tweede helft van de zevende
eeuw werd gemaakt. Rond 800
ontstond het Book of Kells, ge
noemd naar de plaats waar
het werk werd voltooid.
De boeken van zo'n twaalf
honderd jaar geleden zijn ge
maakt van kalfsleer. De pagi
na's zijn daardoor naar onze
begrippen aan de dikke kant.
Er moet jaren aan zijn ge
werkt, want er staan een grote
verscheidenheid aan geschil
derde letters, versieringen,
miniaturen in geweldigde
kleurenpracht in opgenomen.
Risico
Het Book of Kells is niet een
dik boek meer. De Ieren heb
ben het bij restauratie in vie
ren gedeeld. Nu zijn er vier
boeken. Twee ervan liggen bij
de expositie. De twee andere,
de kostbaarste, bleven in Ier
land. Gevraagd naar het
waarom van de opdeling ant
woordt een begeleider, dat
zulk een kostbaar werk -elke
pagina is een fortuin waard-
niet heel gelaten mag worden
vanwege het risico. Van vier
delen is gemakkelijker iets
voor het nageslacht te bewa
ren dan van een boek. Bij dief
stal, brand of een andere ramp
zal er altijd wel een Book of
Kells gespaard blijven.
De voorzichtigheid van nu
gaat verder dan de spaar
zaamheid van toen. Het Book
of Kells heeft namelijk in z'n
oorspronkelijke vorm de Vi
kingentij d doorstaan. Dat wil
heel wat zeggen. Bij de komst
van de Vikingen veranderde
namelijk veel. Zij drukten hun
stempel op de kunst (filigraan
verloor zijn populariteit ten
gunste van gestileerde dier-
motieven), vernielden en plun
derden talrijke kloosters. Veel
kunstvoorwerpen verdwenen
naar Scandinavië en duiken
weer op als grafgiften in Vi
kinggraven.
De oorspronkelij ke Ierse
kunst kreeg een volgende
deuk bij de invallen van de
Normandiërs in de twaalfde
eeuw. Gedurende twee eeu
wen werden vele kunstvor
men gespiegeld aan Anglo-
Normandische voorbeelden.
Maar vanaf de veertiende
eeuw ontstond er een brede
herbezinning op het gaelic erf
goed. Vanaf toen kopieerde
men oude werken en probeer
de men de kunstproduktie
weer in oude tradities voort te
zetten.
Zowel uit de Vikingentij d
als uit de Anglo-Normandi-
sche periode zijn voorbeelden
op de expositie aanwezig. Het
is de moeite waard het cul
tuurgoed straks in Amster
dam te bekijken.
BOEKENBOEKENBOE.
BOEKESBOEKEyBOEKENB
ENBOEKEN&GSKS'HBO.
BOE£EABOEKENBOEKEN
Theo Wiilemze: Kleine alge
mene muziekleer (uitg. Het
Spectrum-Prisma 2054
12,50)
Wiilemze is een bekende
naam bij de Spectrum-muzie
kuitgaven. In de Aulareeks
tref je zijn Algemene mu
ziekleer en in de Prismareeks
de Componistenlexicon. Ver
der schreef hij het grote Mu-
zieklexicon. Er was, zegt deze
docent aan het Twents conser
vatorium, behoefte aan een in
leiding op de grote algemene
muziekleer; een onderbouw en
wegwijzer. Dat werd dan deze
Kleine algemene muziekleer,
waarin tevens een inleiding op
de solfège (de gehoorsontwik-
keling) werd opgenomen.
In kort bestek wordt hier
veel bijeen gezet. Deze com
pactheid vraagt een intensieve
aandacht. De auteur geeft zelf
aan dat je dit boekje op ver
schillende manieren kunt ge
bruiken. Globaal bestaat de
inhoud uit algemene verken
ningen, het instrumentarium,
over toonduren, over voor
dracht, over toonhoogten en
intervallen, over de kwinten
reeks en over harmonieën. Een
wat ouderwets degelijke bena
dering van de muziek, waar
aan wat oudere leerlingen van
muziekscholen en gedrevenen
in de harmonie-fanfarewereld
e.d. zich kunnen laven. Aan
het slot wordt praktische in
formatie gegeven en materiaal
om degenen, die aan zelfstudie
doen, behulpzaam te zijn.
H.E.
Rob Bakker: Een pad voorbij
(uitg. Manteau - 22,50)
Een roman over een moeilijk
probleem. Niek, leraar na
tuurkunde en vrijgezel, tussen
twee vrouwen. Tussen dood en
leven. Zijn dertig jaar oudere
vriendin heeft kanker en moet
op korte termijn sterven. Ter
wijl hij zich betrokken voelt
bij haar lot wordt hij verliefd
op Julia, getrouwd en één
kind. Een uitzichtloze situatie
in dubbel opzicht.
Bakker beschrijft hoe Niek
Mies helpt zelf te bepalen haar
leven te beëindigen op het mo
ment dat de pijn te erg wordt.
Er ontstaat een wisselwerking
tussen het proces Mies en dat
van Julia. De beide vrouwen
ontmoeten elkaar. Uiteindelijk
staat Niek alleen. Wat heet al
leen? Heel symbolisch speelt
in het verhaal een geweer mee.
Dreigend. De laatste woorden
van Niek in het boek zijn: „Ik
heb het niet meer nodig". Rob
Bakker bezit het vermogen om
deze niet eenvoudige gegevens
op een verteerbare manier bij
elkaar te brengen. Toch blijft
het allemaal wat oppervlak
kig. Van zijn tekst gaat ook
niet een grote suggestieve
kracht uit die méér laat on
dergaan dan er gezegd wordt.
Een goed verhaal, dat wel.
Maar dat de inhoud de actuele
problematiek zelf een dienst
bewijst geloof ik niet.
H.E.
BOEKENBOEKENBOEJ
BO£K£.\BO£K£.\BOEKENB<
ENBOEKENGCgKSIlBOl
BCOT7VBOEKENBOEKEN
WÉ kroioMEL -ZE HEB-
OEM 'bi -EHf
ÓEBOUtJDlM
FLATSTOD- LOULCHS -
MERSLOOT
lasijaptnd oi 'ja^qoe se f6 af^et 8
'jnap ui afduieej i 'japuo dtiduaSaj 9 'anntu
ui uaua;s g 'ueui uba snau 'uiooq uba ajjap
-eyqaS g 'puou uba aood 7. 'ueui uba yanjo t