Door
wijziging
in
Vis: te kust en te keur
Viskaart
duurder
Aan maten
gebonden
Zeevis
Juiste hengel
kan 'missers'
voorkomen
Gehandicapte sportvisser ook op zee
Sportvisfolders
Overleg
In de knel
Compromis
Kabeljauw
Makreel
O
AMERSFOORT - Nederland kent een
groot aantal vissoorten. Aal, baars,
blankvoorn, brasem, karper, regen
boogforel, ruisvoorn, snoek, snoek
baars, winde en zeelt zijn de meest
voorkomende soorten.
De aal is een roofvis, welke men
dus het beste kan vangen met levend
dierlijk voedsel. Hij is ook te vangen
met een stukje kaas. De aal komt bij
na in elk water voor. De beste vang-
kans heeft men van mei t/m septem
ber en dan in de ochtend- en avond
schemer.
Voor de baars zijn de meest ge
bruikte aassoorten spiering, wormen,
spinners en ander klein kunstaas.
Baars komt in bijna elk niet vervuild
water voor en is bijna het gehele jaar
te vangen. Grote exemplaren treft
men aan in diepe grote meren. Ook in
de polder zijn flinke examplaren
aanwezig, maar deze zijn erg lastig in
het net te krijgen.
Omdat de blankvoorn een alleseter
is, kan men wat het aas betreft een
erg ruime keus maken: vliegen,
brood, insectenlarven, made en b.v.
wormen. Deze meest voorkomende
vissoort is overal te vinden en altijd
wel te vangen. De grootste exempla
ren worden in de regel in de maanden
september/oktober gevangen. De
vaste hengel is het meest geschikt om
op blankvoorn (welke vaak in grote
aantallen in scholen leeft) te vissen.
De brasem leeft van insecten, in
sectenlarven, mosseltjes en wormen.
Hij lust echter alles, zodat hij ook met
o.a. made, aardappel, worm, brood,
kaas en hennepzaad is te vangen. De
brasem houdt van een modderige bo
dem en zoekt in de wintermaanden
dieper water op. Zeer goede vangsten
zijn te verwachten in de nazomer.
De karper is te vinden in kleine
polderslootjes, grote meren, maar ook
in parkvijvers. De kweekkarpers zijn
niet al te moeilijk te verschalken,
maar als men in open water te maken
krijgt met een 'wild' exemplaar, moet
men van goede huizen komen om de
vis binnen te halen, 's Morgens vroeg
of laat in de avond van de nazomer,
heeft de visser de meeste kans op suc
ces. Als aas wordt gebruikt made,
brood, kaas, aardappel en rogge
brood.
De regenboogforel is in Nederland
nog te vangen in o.a. het Veerse Meer
en af en toe op het Brielse Meer. De
koude maanden in de herfst zijn
uitermate geschikt voor het vissen op
deze forel. Aas: vliegen, streamers,
spinners en wormen.
De ruisvoorn voedt zich met insec
ten, slakken en kuit. Als aas gebruikt
men insectenlarven, wormen, brood,
kaas, maden en kunstvliegen. Door
waterverontreiniging komt de ruis
voorn steeds in minder grote aantal
len voor. Ze leven het liefst in heldere
ondiepe, flink begroeide poldersloten.
De ruisvoorn is een vis die midden in
de zomer graag toehapt op aangebo
den aas.
De snoek kan men bijna overal
aantreffen. De vis is vaak te vinden
tegen rietkanten, lelievelden en op
kruisingen van sloten. Vooral in het
najaar zijn de kansen op goede
snoekvangsten het grootst. Vroeger
werd bijna uitsluitend op snoek ge
vist met een levend visje; de kunst-
aasvisserij is de laatste jaren echter
sterk in opkomst gekomen.
De snoekbaar houdt zich het liefst
op in middelgrote en grote meren,
maar ook in wat diepere kanalen. Ze
houden van relatief warm water met
een hoog zuurstofgehalte. De snoek
baars houdt zich in de regel op in on
der water liggende kuilen, diepe ga
ten en in richels. Het schuinlopend
talud van een vaargeul is ook een ge
liefde plaats. Het voedsel van de
snoekbaars bestaat uit spiering,
voorn, baars en alver. Als aas dient
men dus gebruik te maken van een
levend visje of van kunstaas.
De winde lijkt veel op de kop voorn
of blankvoorn. De winde is op brood
te vangen, maar ook op worm en ma
de. Deze trekvis is voornamelijk te
vinden in brak- en zoetwater op me
ren en rivieren. Op het IJselmeer, de
zijrivieren van de IJssel, de Maas en
de Biesbosch bevindt de winde zich
ook. In de herfst is deze echte sportvis
met erg grote vechtlust, de hele dag te
vangen; in de zomer gaat de vis pas 's
avonds op voedsel uit. 's Winters
zoekt de winde erg diep water op.
Het voedsel van de zeelt bestaat uit
muggelarven, kleine slakken, mos
seltjes, broed en o.a. waterpissebed
den. Met een broodvlok, made of
worm is de zeelt eveneens te ver
schalken. De beste vangtijd is juni/
juli in de ochtend of de avond. Deze
vrij schuwe bodemvis houdt zich
vooral op in zeer dichtbegroeide pol
dersloten en vaarten.
Rust is voor heel wat vissers één van de belangrijkste argumenten om
naar het water te trekken.
Vrij spel voor de sportvissers
Door Jack Arentsen
AMERSFOORT - De sport
visser heeft gewonnen. Het
gesloten seizoen, zoals nu is
vastgelegd in de Visserijwet,
gaat verdwijnen. Er blijven
wel beperkingen, maar het
vissen met een gewone hengel
op witvis, mag voortaan in al
le 12 maanden van het jaar.
Voor de laatste keer hebben de
sportvissers, en dat zijn er meer dan
een miljoen (zoveel viskaarten wor
den er immers jaarlijks gekocht), de
afgelopen weken dan ook tandenk
narsend rond het viswater gelopen.
Het sterk verouderde reglement voor
de Binnenvisserij (in het leven geroe
pen toen de sportvisser nog niet actief
was) verbood hen -en dat nog wel op
volledig achterhaalde gronden- om
met de hengel aan de waterkant te
verschij nen.
Het gesloten seizoen, dat op zater
dag 28 mei afloopt, is ooit in het leven
geroepen, toen Nederland nog be
schikte over een zeer grote beroeps
visserij op de binnenwateren. On
danks het feit dat deze bijna volledig
is verdwenen, bleef het 'visloze' tijd
perk gehandhaafd. En dit ondanks
het feit dat er uit visserij kundige
overwegingen, al lange tijd geen re
den meer was om de gesloten tijd
(van half maart tot eind mei) te hand-
haven.
Al jarenlang probeerde de Neder
landse Vereniging van Sportvissers
federaties (NWS), de overheid dui
delijk te maken, dat de gesloten tijden
niet centraal via de Visserijwet gere
geld moesten worden. Dat dit overge
laten moest worden aan de visrech
thebbenden c.q. de hengelsportvere
nigingen. „Zij immers kennen hun
viswater; zij weten wat het milieu
verdraagt en zij kennen 'hun' vis
stand. Zij weten ook (daarbij weten
schappelijk geruggesteund) dat voor
de meeste vissoorten geen gesloten
tijd nodig is; eerder het tegendeel",
aldus de NWS. De gesloten tijd zou
dus opgeheven kunnen worden, voor
die wateren welke niet erg kwestbaar
zijn uit het oogpunt van natuurbe
houd.
De bond van sportvissers hamerde
er de laatste tijd ook steeds veelvuldi-
ger op, dat hun leden steeds meer in
de knel kwamen. Door b.v.de sterk
toegenomen concurrentie met de an
dere waterrecreanten. De geweldige
opkomst van de surfsport, maakt het
steeds hinderlijker om in bepaald
water te vissen. Zeker als het echte
siezoen voor de surfers aanbreekt; en
De sportvisser zal vanaf vandaag 28 mei gedurende alle 12 maanden van het jaar zijn liefhebberij mogen bedrijven.
die periode ligt vaak gelijk met de
visliefhebbers.
Bij de natuurbeschermers vreesde
men gelijktijdig dat het loslaten van
het gesloten visseizoen aanzienlijke
schade toebrengt aan de oevers van
het water, vooral t.a.v. het planten
en vogelleven. „De sportvisser kan
best begrip opbrengen voor dit argu
ment. Wij zijn voorstander van het
veilig stellen van gebieden met een
hoge natuurwaarde", stelt de NWS,
„maar vindt (met staatssecreatris
Ploeg van het Ministerie van Land
bouw en Visserij) dat dan alle Neder
landers en niet alleen de sportvissers,
in het voorjaar van het water ge
weerd moeten worden".
Ethisch
De natuurbeschermers, die bang
zijn dat er in de maanden april en mei
zo'n anderhalf miljoen sportvissers
op en aan het water verschijnen, had
den nog meer bezwaren. Voor „Hen
gelsport", het officiële maandblad
van de NWS, aanleiding om in het
laatste hoofdartikel te schrijven:
„Volgens de natuurbeschermers zijn
er ethische bezwaren: je vist niet op
vrijende vissen. Een ieder die vist
weet, dat paaiende vissen allerminst
schuw zijn, maar (terecht) ook totaal
geen belangstelling tonen voor het
aas van de hengelaar.
AMERSFOORT - De laatste jaren zijn er op heel wat plaatsen aan het water
speciale 'stekjes' gekomen voor gehandicapten. Deze voorzieningen zorgen er
b.v. voor dat gehandicapten vanuit hun rolstoel goed bij het viswater kunnen
komen.
De Nederlandse Vereniging voor Gehandicapten Sportvissers (NVGS) be
schikt ook over een sportvisschip, dat zodanig is ingericht dat ook de gehandi-
capten het zeevissen kunnen bedrijven.
Vanuit Den Oever of Kornwerderzand gaat „De Hardi" van 08.00 tot 16.00
het IJsselmeer of de Waddenzee op. Er zijn hengels aan boord en aas kan wor
den besteld. In totaal kunnen er steeds 24 personen mee.
Voor NVGS-leden bedraagt de prijs 10,-, voor niet-leden 15.-. Het boe
kingsadres is mevr. C. van Ruitenbeek, postbus 30007,1024 EX Amsterdam. Te-
lef oon 020 - 37 33 71.
r*
In de strijd voor de verruiming van
de mogelijkheden voor de sportvisser,
moest nog een belangrijk punt over
wonnen worden. De beroepsvissers
waren bang dat bij het opheffen van
het gesloten seizoen, er een extra
druk op de aalstand in ons land zou
worden uitgeoefend.
Er kwam uiteindelijk een compro
mis uit de bus, waarin zich ook de be
roepsvissers konden vinden. De
worm, de slachtprodukten en naboot
sing daarvan als specifiek aas voor de
paling, is verboden in de maanden
april en mei. Daarmee wordt gericht
vissen op aal voorkomen. Voor de
overblijvende aassoorten hebben
-normaal gesproken- alleen maar
blankvoorn, brasem en b.v. karper
belangstelling.
De onderhandelingen van de laat
ste jaren, welke in de manden maart
en april in een stroomversnelling te
recht kwamen, hebben er toegeleid
dat de huidige gesloten periode voor
de gewone hengel voor het vissen op
witvis, verdwijnt. Over de nachtvis-
'serij is overeengekomen dat in de
maanden juni, juli en augustus (met
uitzondering van het IJsselmeer en
door clubs te bepalen water) er geen
visverbod tijdens de nacht van kracht
is en dat er na deze maanden één uur
langer mag worden doorgevist: dus
tot twee uur na zonsondergang.
De hengelsportverenigingen be
houden natuurlijk het recht om op
een bepaald water, waarop zij de vis
rechten hebben, toch nog een gesloten
tijd in te voeren, als dat uit visserij-
kundige overwegingen noodzakelijk
is.
De NWS heeft tijdens de onder
handelingen met het ministerie nogal
wat water in de wijn moeten doen.
„Maar door het aanvaarden van onze
compromisvoorstellen, is de discrimi
natie van de sportvisser t.o.v. van de
andere waterrecreanten in ieder ge
val opgeheven; is aan de betutteling
van de rechthebbende (de vereniging)
een einde gekomen. Maar voor ons
geldt als belangrijkste punt", aldus de
NWS, dat het grote legioen sport
vissers in de mooiste tijd van het jaar
-het voorjaar- eindelijk ook mag vis
sen".
AMERSFOORT - De viskaart, welke
verkrijgbaar is bij ieder postkantoor,
is dit jaar weer wat duurder gewor
den.
Het bijdragebewijs is voor het sei
zoen 1 juni 1983 - 31 mei 1984 met vijf
tig cent gestegen en kost thans 6,50.
De kleine visakte is drie kwartjes
duurder geworden: 12,75. Iedereen
die ouder is dan 15 jaar, moet in het
bezit zijn van een viskaart.
Door het betalen van de bijdragen,
levert de visser gelijktijdig ook zijn
bijdrage voor de verbetering van de
binnenvisserij. Van het bijdragebe
wijs wordt 5,10 in het fonds gestort
en van de kleine visakte een bedrag
van 7,35.
Als men in het bezit is van een vis
kaart, dan betekent dat nog niet dat
men overal mag vissen. De visrechten
in de meeste Nederlandse wateren
zijn gehuurd door hengelsportvereni
gingen. Dat wil zeggen, dat alleen de
leden van de club erin mogen vissen.
Doordat de laatste jaren de hengel
sportverenigingen (ons land kent er
zo'n 900 met in totaal een half miljoen
leden) regionaal zijn gaan samenwer
ken en federaties hebben opgericht, is
het mogelijk geworden dat men ook
in eikaars viswater mag vissen.
Daarvoor is de z.g. „Grote Vergun
ning" in het leven geroepen. Als men
lid is of wordt van een club, dan
krijgt men deze „Grote Vergunning"
en heeft men visrecht voor ruim
300.000 hectare viswater.
Als men vis mee naar huis wil ne
men of in een leefnet enige tijd 'be
waart', moet rekening houden met de
volgende minimum maten: aal 28 cm,
baars 22 cm, blankvoorn 15 cm, bot 20
cm, brasem geen, kabeljauw 30 cm,
karper 35 cm, regenboogforel 25 cm,
rietvoorn 15 cm, schar 15 cm, schol 25
cm, snoek over het algemeen 50 cm,
maar in de vergunning voor het vis
water kan een andere maat aangege
ven worden, snoekbaars tijdelijk 42
cm, tong 24 cm, winde 25 cm en zeelt
25 cm.
ut,
AMERSFOORT - De Nederlandse
Vereniging van Sportvissersfedera
ties heeft een aantal folders uitge
bracht, welke van belang zijn voor
een ieder die zich met vissen bezig
houdt.
In de folders, welke gratis ver
krijgbaar zijn bij de NWS,(postbus
288, 3800 AG Amersfoort), wordt uit
voerig ingegaan op de vissoorten, de
hengels, de beste vangmethoden en
het leven van de meest voorkomende
vissoorten.
Twee gidsen geven informatie voor
de zoetwatervisser en in de andere
twee boekjes is alles te lezen over het
visgebeuren in, op en aan zoutwater.
AMERSFOORT - Bot, geep, kabel
jauw, makreel, schar, tong en schol
bepalen bij ons voornamelijk het
beeld in het zoute water.
Het hele jaar door kan met succes
op bot gevist worden, hoewel hij in de
zachtere maanden (mei tot septem
ber) het best te vangen is. Als gunstig
dagtij d geldt opkomend water.
De geep komt in mei op de kust.
Dan trekt deze vis ook naar de paaig
ronden, welke slechts enkele meters
uit de kant kunnen zijn. Bij opko
mend of afgaand tij, heeft men in de
lente en de voorzomer de beste vang-
kansen. Later trekken ze weer terug
naar open zee.
De winterperiode is de meest suc
cesvolle tijd om de kabeljauw te bela
gen. De beste vangplaatsen zijn te
vinden waar de zee dicht onder de
kust al wat dieper is. Ook aan het
eind van golfbrekers, waar het water
diepe kuilen in de bodem heeft gesle
ten, houdt de kabeljauw zich op.
Vanaf half juni tot half september
kan men vanaf een boot gaan vissen
op makreel. Schar is in principe bijna
overal langs de kust te vinden. Schol
is het hele jaar door te bevissen en te
vangen, hoewel de wintermaanden
duidelijk minder zijn. De jonge schol
letjes liggen bij laag water in de geu
len en gaan bij opkomend water met
de stroom mee om aan hun voedsel te
komen.
De tong is een platvis die zich
graag in warm water ophoudt. Als
voedsel gebruikt hij o.a. weekdieren,
wormen, kreeftachtigen en zandspie-
ring. Het aas moet men danook in de
ze richting zoeken. Tong is de enige
bekende platvis, die pas tegen de
avond aktief wordt. Vist men vanuit
een bootje, dan loont het de moeite om
te vissen vlakbij een mosselbank.
AMERSFOORT - Voor de zoetwater
visserij kan men kiezen uit vijf ver
schillende soorten hengels: de vaste
stok, de karperhengel, de spinhengel,
de vliegenhengel en de matchhengel.
Voor de zoutwatervisserij zijn 3 soor
ten hengels erg geliefd: de strandhen-
gel, en de boot-zeehengel met of zon
der werpmogelijkheid.
Het begrip „vaste stok" is van toe
passing op een meerdelige demonta
bele hengel zonder opwindmechanis-
me. Men kan kiezen tussen een in
schuifbare (telescopische) of een in
steek hengel.
De inschuifbare hengel is over het
algemeen trager van actie, maar ge
schikt voor het gebruik van wat dik
kere lijnen. Bij het binnenhalen van
de vis kan men de hengel niet inkor
ten. Voor de beginnende visser die in
ondiep water dicht bij de kant of van
uit een boot vist, is een telecopische
hengel met een lengte van 400 tot 500
cm aan te bevelen.
De insteek hengel is veel sneller.
Door de snelle aanslag krijgt men
minder snel te maken met 'missers'.
Bij deze hengel is het mogelijk om
verschillende soorten toppen te ge
bruiken. De hengel is ook in te korten.
Bij vissen op grotere afstand en/of in
diep water, is een 600 tot 700 cm lange
insteekhengel beslist op z'n plaats.
Deze hengels behoren beslist niet tot
de goedkoopsten.
De beginnende karpervisser kan
het beste met een vrij snelle holglas
karperhengel van 300 tot 330 cm met
een vermogen van 565 gram begin
nen. Bij het vissen vanuit de boot in
open water, kan volstaan worden met
een korte snelle hengel met een lengte
van 300 cm en een vermogen van 450
gram. Als men in water vist waarin
zware karpers kunnen zitten (b.v. in
water met veel planten), dan is een
hengellengte van 360 cm en een ver
mogen van 1000 gram geen overbodi
ge luxe.
De Nederlandse Vereniging van
Sportvissersfederaties noemt de spin
hengel een onjuiste verzamelnaam
voor werphengels, waarmee in com
binatie met een molen met allerlei
soorten kunstaas gevist wordt. Een
210 holglas spinhengel met een werp-
vermogen van tussen de 6 en 12 gram
en een vrij snelle aktie, is bijna all
round te noemen. Alleen de lichte en
zware tot zeer zware kunstaasvisse-
rij, behoort dan niet tot de mogelijk
heden.
De vlieghengel heeft in Nederland
de laatste jaren een vaste plaats kun
nen veroveren. Het blijft echter een
specialiteit om met dit materiaal goed
te kunnen vissen. De hengel is n.l.
ontworpen om een kunstvlieg precies
en/of ver te kunnen werpen. Als men
met deze manier van vissen wil be
ginnen, dan kan men het beste star
ten met een holglas vliegenhengel
van 255 cm of een carbon hengel van
270 cm.
Om op alle witvissoorten te kunnen
vissen is de matchhengel gemaakt.
Op de hengel is ook gemakkelijk een
molen te monteren. De lijnen welke
Op de matchhengel kan men eventueel een molen monteren.
gebruikt worden zijn over het alge
meen vrij dun. De hengels zijn vrij
duur. Voor gebruik onder verschil
lende omstandigheden kan het best
gestart worden met een 3-delige 390
cm lange holglashengel met een ver
mogen van 340 gram. Vooral bij de
aanschaf van een matchhengel moet
men zich deskundig laten voorlichten.
Een allround strandhengel bestaat
niet. Voor de zomervisserij (platvis
enz.) is een lichtere hengel met een
vermogen van ongeveer 60 tot 125
gram en een lengte van rond de 360
cm goed bruikbaar. Voor de winter-
visserij (kabeljauw, gul, enz), is even
wel een zwaardere hengel met een
vermogen van 85 tot 175 gram en een
lengte van 390 cm of meer nodig.
De boot-zeehengel wordt gebruikt
in situaties waar een hoog loodge-
wicht en krachtige lijnen nodig zijn
(sterke stroom, grote diepte, en
krachtige of veel vis). Voor de zwaar
dere zeevisserij moet een boothengel
met een lijnvermogen van 9100 gram,
voorzien worden van een roltopoog.
Tenslotte de boot-zeehengel met
werpmogelijkheid. Om redelijk uit de
voeten te kunnen is een 270 cm
holglashengel met een werpvermogen
van 225 gram een goede aankoop. Een
dergelijk hengel is ideaal voor het
vissen vanaf een sportvisschip.