Vijf toernooien De statistieken Stade Roland Garros CIAAL VOOR U N UW BUDGET. RHONIASTRAAT 6 SEMI-BUNGALOW B.P. Reus NHUIS 23 mei-5 juni 1983 7ATERDAG21 ME11983 (loosterlaan T43 7yannick Noah: Frankrijks hoop in bange dagen - foto henk koster Mats Wilander: jong vol wassen - foto henk koster Ivan Lendl: nu nog een groot toernooi - foto henk koster John McEnroe: altijd pech in Parijs - foto johan van gurp Knixfiri i vxrrfiv Het complex „Stade Roland Garros" bestrijkt ruim honderd hec tare. Er liggen elt gravel-banen en zes harde banen. Onder die zes harde banen zijn drie ondergrondse trainingsbanen Op het Centre Court vinden ruim 17.000 mensen een plaatsje en op het drie jaar oude Court One 4.500. Op de resterende 9 banen zijn ook bijna 5.000 zitplaatsen. Alle banen zijn uitgerust met zeilen voor het geval dat het gaat regenen, enkele banen kunnen met een druk op de knop worden afgedekt. Tijdens het toernooi werken er 1.000 mensen, en er worden ruim 700 wedstrijden gespeeld. In die veertien dagen worden onge veer 20.000 ballen versleten, waarvan de helft met trainen. De kaarten voor Roland Garros kosten tussen de 25 franc (bijba nen, eerste week) tot 120 franc (zitplaats finale) In 1982 waren er 527 fotografen en verslaggevers uit 48 landen. 44 televisiestations en 19 radiostations verzorgden uitzendingen vanuit Roland Garros. De bijna één kwart miljoen bezoekers die „Garro", zoals de Parij- zenaars zeggen, vorig jaar bezochten, hebben blijkbaar niet alle maal dorst. Er werden vorig jaar in 11 bars en 6 restaurants na melijk bijna 200.000 drankjes, 120.000 sandwiches en 30.000 maaltijden verkocht. Het bezoekersaantal steeg van ruim 70.000 in 1969 naar bijna 250.000 in 1982. in vaarden, 'enwoning in Ai jaren hadden de Fransen gedroomd van een overwinning in de finale van de Davis Cup toen René Lacoste, Henri Cochet, Jacques Brugnon en Jean Borotra in 1927 op de banen van de Germantown Cricket Club in Philadelphia de Davis Cup inpikten voor de ogen van de verbouwereerde Amerikaanse toeschouwers. raag vrijblijvend formatie of schrijf naar: ERANDALUX BV, einkenszandseweg 22, osttras 3, 153 ZG 's Heerenhoek, elefoon 01105-1992. goede staat van onderhoud, ertuin op het zuiden, kleinere hal met toilet en badkamer, ïaard, 2 grote slaapkamers, op met vaste wastafel, 2 ber- Op begane grond massieve irloop afgetimmerd met para uren. Gas-c.v. Luxaflex hor- 290.000 k.k. 0101659-4221. Het was voor de achtenswaardige Federation Frangaise de Tennis (FFT) in meer dan één opzicht een complete verrassing toen de „Vier Musketiers" met de zilveren slaschaal van Dwight Davis in Parijs terugkeerden. De Amerikanen hadden recht op een revanche op Franse bodem. De Franse tennisbond aarzelde geen moment; die wedstrijd, waar ongetwijfeld vele duizenden liefhebbers op af zouden komen, moest in een passend stadion gespeeld worden. Dit was dé kans om tennis in Frankrijk onder de aandacht van het grote publiek te brengen. Tekst: Léon Krijnen 20 m2. Totale oppervlak- foor diverse doeleinden 430.000,-k.k. JIS TE CADZAND >ede .983, des n.m. 16.00 uur Zuidzandseweg 4 te is artikel 1223 lid 2 instel en opbod vei- Cadzand, met zomer- erf en tuin, kad. Ge- sectie EC, nummer rite en vakantiebewo- td in gebruik voor va- ig koopsom en kosten, rekening van koper loper kan desgewenst r veilingsakte (indien het pand bewerkstel dag van toewijzing komen de huren aan lag van toewijzing- en 1 maand na toewij' Lnnen 8 dagen na toe- enst een bankgarantie oopsom en kosten dan ijk bewijs van hun h" tunnen tonen. genoemde notaris, tel- Sinds 1912 werden de toen nog zo geheten „World Clay Court Championships" op „Le Faisanderie", het luxueuze tennispark van de tennisbond in het park van Saint Cloud gehouden. Luxueus, maar veel te klein om alle belangstelling voor het duel tussen de ploeg van „Big" Bill Tilden en de vier Fransen te kunnen verwerken. Met de slagvaardigheid, die nu nog steeds het kenmerk is van de Franse tennisbestuurders, werd binnen enkele dagen het „Stade Frangais Racing Committee" gevormd. De twee mannen van het eerste uur waren de in heel Franrkijk bekende ex-rugbyspeler Emile Lesieur en de captain van het Davis Cup-team, Pierre Gillou. Zij haalden Albert Canet erbijde voorzitter van een Parij se tennisvereniging, die voordat hij het eigenlijk zelf in de gaten had, tot president van de kersverse FFT werd gebombardeerd. De financiering van de bouw van het nieuwe stadion was snel geregeld. Het grootste gedeelte van de I benodigde gelden werd beschikbaar gesteld door het gemeentebestuur van Parijs in de vorm van een langlopende renteloze lening. Er moest alleen nog een geschikt stuk grond gevonden worden waarop het nieuwe tennis-Walhalla kon verrijzen. Ook daarin bemiddelde het gemeentebestuur van de Franse hoofdstad. Vlak bij het „Stade Frangais", waar later het „Pare des Princes" gebouwd ziu worden, lag aan derand van het Bois de Boulogne een geschikt stuk lend van ongeveer honderd hectare. De directie van het „Stade Frangais" was best bereid om die vierkante kilometer af te staan voor de bouw van een tennisstadion, maar slechts onder één voorwaarde. Het deuwe stadion moest de naam iragen van een rugby-speler, dteweliwaar in zijn jonge laren een niet onverdienstelijk speler was, maar die toch s"een maar bekend was geworden als rugby'er. In de Eerste Wereldoorlog nam hij a'enst bij de luchtmacht. Vijf "eken voor het einde van de pog, in oktober 1918, werd "tj tijdens een luchtgevecht 'aar beneden gehaald. Zo verd de bekende rugbyspeler oen nog bekendere, maar dode °°rlogsheld. De FFT sputterde nog even teSen, maar de tijd drong. Men accoord, en dat is de pn dat miljoenen mensen '-genwoordig denken dat de in S18 afgeschoten rugby-speler oen vroegere Franse piiskampioen is. Zijn naam: holand Garros. De bouw kon beginnen. De 'ÏT bewees over een '-Wuiziende blik te "schikken door meteen in "'°n te gaan bouwen. Het is o'-zelfde beton dat nu nog pds de basis vormt van het ■adion aan de Rue Suzanne ^hglen. In september 1927 *°nnen de Fransen de Davis I w ,'n Philadelphia en op 19 1 werd de eerste bal op het „Stade Roland Garros" geslagen. Een record dat nog wel eens vermeld wag worden. De Amerikanen, met de bouwmethodes van tegenwoordig, hadden enkele jaren geleden twee maal zoveel tijd nodig om Flushing Meadows op te richten. Een stadion dat nauwelijks groter is dan Roland Garross. Om van de gezelligheid en de kwaliteit nog maar niet te spreken. De eerste wedstrijd werd gespeeld op 19 mei 1928. Het Franse team verloor met 8-4 van Groot-Brittannië. Twee dagen later, op 21 mei, werden de Open Franse Tenniskampioenschappen voor het eerste begonnen op „Roland Garros". Twee weken later zou Henri Cochet in de finale zijn Davis Cup makker René Lacoste in een gedegen vier-setter geen schijn van kans geven: 5-7,6-3,6-1,6-3. In de halve finale had Cochet al zijn andere maat, Jean Borotra, uitgeschakeld. Cochet was de eerste van een lange reeks van groten uit de tennisgeschiedenis die de „French Open" op Roland Garros op hun naam zouden brengen. Zodat de mannen voor wie het stadion werd gebouwd, er in ieder geval ook de meeste wedstrijden speelden, die eerste veertien dagen. In 1933 kwam er een voorlopig einde aan de eerste glorietijd van het Franse tennis. In dat jaar verloor Henri Cochet zijn laatste Roland Garros finale van de Australiër Jack Crawford. Crawford was een van de vele rijke dandy's die er in die tijd rondliepen in het internationale tennis. Hij speelde in een lange flanellen broek en in een shirt met lange mouwen, en met een vreemde driehoekige racket. Het was ook het jaar dat er een schandaaltje ontstond aan de poorten van Roland Garros. Een excentriek oud mannetje, dat geen woord Frans sprak, werd met harde hand verwijderd toen hij bij de toegangspoorten bleef zaniken om „a ticket please". Pijnlijk genoeg voor de organisatie bleek het de grote Dwight Davis(Cup) himself te zijn In 1934, '35 en '36, kwam, op het hoogtepunt van het Derde Rijk, een onvervalste en stramme Pruis, compleet met monocle en racket, naar het mondaine Parijs. Baron Gottfried von Cramm won de finale in '34 en '36 (van respectievelijk Crawford en Perry). In 1935 verloor hij van de Brit Fred Perry, de man die drie maal Wimbledon zou winnen en die tegenwoordig nog steeds ieder jaar eregast is op Wimbledon. 1937 was ook voor een Duitse officier: Heinz Henkei, een speler die elegantie paarde aan zijn voor die dagen extreme lichamelijke conditie. Daarmee was het afgelopen met de kortstondige Duitse tennisoverheersing. Een andere superster kwam in beeld: de Australiër Don Budge, die met een simpele titel op Roland Garros de eerste stap zette op weg naar het Grand Slam, een prestatie die tot nu toe alleen door Rod Laver is herhaald. Zó'n charisma had Budge in die dagen dat cellist Pablo Casals op de avond van de finale een privé-concert voor hem verzorgde. De roodharige reus kreeg geen kans om Roland Garros nóg een keer te winnen; de oorlog brak uit en het toernooi zou zes jaar niet gehouden worden. Inmiddels was Budge professional geworden, en dat mocht nog niet in die dagen. Marcel Bernard was op zijn hoogtepunt toen de oorlog uitbrak. In 1946, bij het eerste toernooi na de Tweede Wereldoorlog, was hij 32 en voelde hij zich te oud voor het enkelspel. Hij schreef zich alleen in voor het dubbelspel, maar twee dagen voor de openingsdag werd hij door zijn partner in de steek Roland Garros: met de Franse slag Mats Wilander: de koning van Roland Garros en misschien nog meer dan Noah de lieveling van het Franse publiek - foto federation francaise de tennis gelaten. Bernard besloot om toch maar mee te doen aan het enkelspel en zorgde daarna voor louter sensatie. Op weg naar de titel versloeg hij ondermeer Pancho Segura, Budge Patty, Yvon Petra en Jaroslav Drobny. Hij verloor in de finale de eerste twee sets van Drobny, maar kwam vervolgens terug om 17.000 uitzinnige Fransen na 14 jaar weer een eigen kampioen te bezorgen. Ook Drobny zou weer terugkeren aan de Porte d'Auteuil. In 1951 en 1952 won hij de Franse titel, na eerste nóg twee finales verloren te hebben; in 1958 van Parker en in 1950 van Patty. Ken Rosewall verscheen in 1952 voor het eerst op het gravel. Hij verloor in de eerste ronde, onwennig als hij zich voelde op de gemalen baksteen. Verbeten oefende de Australiër duizenden games in de anonimiteit op gravelbanen, om in 1953 terug te komen en niets meer te verliezen. Lew Hoad won in 1956 nadat de indrukwekkende Amerikaan Tony Trabert tweemaal de lauwerkransen omgehangen had gekregen. Aan het eind van de jaren vijftig kwam het „artistieke" tennis in zwang. Aansprekende exponenten van dat oogstrelende tennis: de Italiaan Nicola Pietrangeli (winnaar in '59 en '60) en de Spanjaard Manuel Santana ('61 en '63). In 1962 sloeg de onderkoelde Rod Laver in Parijs zijn eerste aces op weg naar zijn eerste Grand Slam: Roy Emerson was het slachtoffer in een sensationele vijf-setter. Overigens maakte Emerson in Parijs zijn eigen geschiedenis door zes maal op rijmet verschillende partners, het dubbelspel op zijn naam te brengen. De jaren zestig waren voor de „Aussies"; Emerson, Laver, Stölle en Roche bleven stuivertje wisselen op Roland Garros. 1968, het jaar van de Parijse Mei-revolutie, is ook in tennis- opzicht historisch. Het Franse tennis ging op de professionele toer, en terwijl heel Parijs verlamd was, kreeg Roland Garros de droom-finale waar hij op wachtte. De shoot-out tussen Rosewall en Laver. Vijftien jaar na zijn eerste titel in Parijs pakte een oppermachtige Rosewall zijn tweede. Een jaar later, in 1969, was het draaiboek hetzelfde geprogrammeerd. Ditmaal won Laver van Rosewall, en het eerste toernooi van zijn tweede Grand Slam, een prestatie die waarschijnlijk nooit meer herhaald zal worden. Door de nieuwe ontwikkelingen, zowel op spel-technisch als materiaal technisch gebied, zijn snelle spelers op gravel nog meer in het nadeel dan vroeger, en andersom. Jan Kodes luidde in 1970 en 1971 een nieuw tijdperk in. Eigenlijk werd dat tijdperk ingeluid door Lamar Hunt, die in 1970 alle kersverse profs onder contract had. Hunt boycotte Roland Garros en zo kon Kodes, een stugge gravel- vechter twee maal zijn naam in het graniet op de Avenue Suzanne Lenglen laten beitelen. In 1972 kwam er weliswaar weer eens een Fransman in de finale, maar Patrick Proisy moest het afleggen tegen de Spanjaard Andres Gimeno. De sprankelende en kankerende Roemeense tovenaar met de onwaarschijnlijke techniek, Ilie Nastase, verloor in 1973 geen enkele set tijdens het hele toernooi en versloeg in de finale de Joegoslaaf Niki Pilic. Daarna werd het allemaal eentonig. Björn Borg heet de man waar dat aan lag. Zesmaal won de inmiddels afgetreden keizer van het gravel, in '74, '75, '78, '79, '80 en'81. Slachtoffers en medefinalisten waren respectievelijk Manuel Orantes, tweemaal Guillermo Vilas, Victor Pecci, Vitas Gerulaitis en Ivan Lendl. In '77 speelde Borg niet in Parijs vanwege een blessure en in '76 vergiste hij zich in de kwartfinale tegen Adriano Panatta. Panatta greep daarna de titel, in '77 gevolgd door Vilas, bezig met zijn legendarische ongeslagen serie van over de vijftig wedstrijden. Vorig jaar was er tenslotte het sprookje van Mats Wilander. Nog geen achttien jaar, versloeg hij tijdens de machtsgreep naar de troon van Borg ondermeer de kanonnen Lendl, Gerulaitis, Clerc en Vilas. De jongste winnaar in de geschiedenis van de „French Open" en waarschijnlijk ook de sportiefste. Wie herinnert zich niet het matchpoint dat hij in de halve finale tegen Clerc weigerde aan te nemen omdat hij, evenals Clerc, de bal té dubieus vond? Wilander, de snel volwassen geworden tiener uit het Zuidzweedse Södertalje, is weer één van de favorieten voor de titel op Roland Garros. Dit jaar verloor hij op gravel slechts één wedstrijd. Dat was tegen de lieveling van het Franse publiek, Yannick Noah, die op indrukwekkende wijze het toernooi in Hamburg op zijn naam bracht. Meer dan ooit is Noah dit jaar gebrand op Roland Garros. Zodat hij, samen met de Franse revelaties Leconte, Tulasne, Benhabiles en Courteau, wel eens een nieuw Frans tennistijdperk in zou kunnen luiden. Ook de Australiërs hebben hun hoop gevestigd op een nieuw talent. De 18-jarige Patrick Cash, vorig jaar winnaar van het juniorentoernooi in Parijs, zal de herinnering aan Rosewall, Emerson en Laver moeten wegvagen. Overigens niet eens zo'n gekke gedachte, want Wilander was in 1981 winnaar van het juniorentoernooi. Zodat zowel Wilander als Cash nog nooit een wedstrijd in Parijs hebben verloren. Een record dat beiden ongetwijfeld zullen willen handhaven. Daar zal dan overigens wel de hele wereldtop voor moeten wij ken, want alleen al van de huidige top-tien van de ATP- wereldranglijst treden negen spelers aan in Parijs: de wereldkampioen Jimmy Connors, John McEnroe, Ivan Lendl, Guillermo Vilas, Mats Wilander, Yannick Noah, Jose-Luis Clerc, Jose Higueras en Vitas Gerulaitis. Alleen Gene Mayer (zesde) ontbreekt, maar die heeft nou eenmaal een onoverkomelijke hekel aan gravel. Roland Garros bestaat in feite uit vijf toernooien; het heren-enkel, het dames-enkel, het heren-dubbel, het dames-dubbel en het mi xed-dubbel. Daarnaast zijn er nog vier juniorentoernooien. Aan het belangrijkste toernooi, het heren-enkel, doen 128 spelers mee. Daarvan worden de eerste 104 geslecteerd uit het veel gro tere aantal aanmeldingen volgens de plaats die de heren op de ATP-lijst innemen. Vervolgens verdienen 16 spelers een plaatsje in het hoofdtoer nooi via een kwalificatietoernooi van 128 spelers dat in de week, voorafgaand aan het hoofdtoernooi, wordt afgewerkt in het Jean Bouin Stadium. Ook voor dat kwalificatietoernooi worden de aan meldingen in volgorde van puntenaantal ingeschreven. Dan blijven er nog 8 plaatsen over voor het hoofdtoernooi. Die worden (z.g. „wild cards") weggegeven aan toppers die geen zin hebben om zich vóór de officiële inschrijving, ongeveer 35 dagen voor de start, al te binden. Jimmy Connors werd zodoende dit jaar toch binnengehaald, nadat pogingen om zijn huwelijk te red den, op niets uitliepen, en hij vervolgens toch maar weer de wijde tenniswereld introk. De dag voor het toernooi worden de hoogste 16 spelers ge plaatst, zodat ze elkaar al niet in de eerste of tweede ronde uit moorden. In het dames-enkel spelen 96 dames om de titel. 82 worden er via inschrijving geaccepteerd, 8 moeten zich kwalificeren en 6 geluk kigen krijgen een „wild card". De hoogste 16 worden geplaatst. Heren-dubbel: 64 teams, waarvan 2 „wild cards". 16 teams ge plaatst. Dames-dubbel: 48 teams, 2 „wild cards", 12 teams geplaatst. Mixed-dubbel; 32 teams, 8 geplaatst. Juniorentoernooien: 64 jongens, 8 geplaatst, 64 meisjes, 8 ge plaatst, jongensdubbel 32 teams, meisjesdubbel 32 teams. De statistieken van de Open Franse Tenniskampioenschappen van 1925-1983 (vanaf 1928 op Roland Garros; Heren-enkel; meeste titels per land: Australië: 11, Frankrijk: 9, Amerika: 7, Zweden: 7, Tsjecho-Slowakije: 4, West-Duitsland:3, Spanje: 3, Italië 3, Argentinië, Groot-Brittannië, Hongarije en Roemenië: 1. Dames-enkel; meeste titels per land: Amerika: 21Australië: 8, Groot-Brittanië: 8, Frankrijk: 6, West-Duitsland: 4, Nederland: 1 (1927, K. Bouwman), Hongarije, Roemenië, Tsjecho-Slowakije en Joegoslavië: 1 Meeste titels, heren: Björn Borg (Zweden): 6; 1974, 1975, 1978, 1979,1980,1981. Dames: Margareth Court (Australië): 5; 1962, 1964, 1969, 1970, 1973. Meeste gewonnen wedstrijden, heren: Björn Borg; 51 wedstrij den, 49 overwinningen, 2 verliezen (in 1973 en 1976 van Adriano Panatta). Dames: Margareth Court: 51 wedstrijden, 46 overwinningen, 5 verliezen. Meeste titels totaal; heren: Henri Cochet (Frankrijk): 9; 4 maal en kelspel. 3 maal heren-dubbel, 2 maal mixed-dubbel. Dames: Margareth Courth; 13; 5 maal enkelspel, 4 maal dames- dubbel, 4 maal mixed-dubbel. Winnaars van drie titels (enkel, dubbel, mixed-dubbel) in één jaar: Heren: niemand Dames: Suzanne Lenglen (Frankrijk, 1925 en 1926), Simone Ma- thieu (Frankrijk, 1938), Doris Hart (Verenigde Staten, 1952), Mar gareth Court (Australië, 1964). De drie jongste kampioenen; heren; Mats Wilander (Zweden, 1982,17 jaar en 8 maanden), Björn Borg (Zweden, 1974, 18 jaar precies) en Ken Rosewall (Australië, 1953,18 jaar en 7 maanden). Dames: Maureen Conolly (Verenigde Staten, 1953, 18 jaar en 8 maanden), Chris Evert (Verenigde Staten, 19 jaar en 5 maanden) en Evonne Goolagong (Australië, 197119 jaar en 10 maanden). De oudste kampioenen; heren; Andres Gimeno (Spanje, 1972, 34 jaar en 10 maanden), Ken Ro sewall (Australië, 1968, 33 jaar en 7 maanden) en Franck Parker (Verenigde Staten, 1949,33 jaar en 4 maanden). De oudste dames; Nelly Landry (Frankrijk, 1948, 31 jaar en 6 maanden), Simone Ma- thieu (Frankrijk, 1939,31 jaar en 4 maanden) en Margaret Dupont (Verenigde Staten, 1949, 31 jaar en 2 maanden). Linkshandige kampioenen; heren: Van de 52 finales die na 1925 werden gespeeld, werden er 8 door „Jetty's" gewonnen: Marcel Bernard (Frankrijk, 1946), Ja roslav Drobny (Tsjecho-Slowakije, 1951 en 1952), Mervyn Rose (Australië, 1958), Rod Laver (Australië, 1962 en 1969), Tony Ro che (Australië, 1966) en Guillermo Vilas (Argentinië, 1977). Dames: 6 maal won een linkshandige dame Roland Garros: Margaret Scriven (Groot-Brittannië, 1933 en 1934), Nelly Landry (Frankrijk, 1948), Ann Haydon (Groot-Brittannië, 1961 en 1966) en Martina Navratilova (Verenigde Staten, 1982). Meeste games in een finale (de tie-break werd In 1973 in het Grand Prlx-reglement Ingevoerd): Vóór 1973; heren: 1927: 61 games: René Lacoste - William Tilden 6-4,4-6, 5-7,6-3,11-9. Dames: 1955: 38: A. Mortimer - D. Knode: 2-6, 7-5,10-8. Na 1973; heren: 41: Björn Borg - Manuel Orantes: 2-6, 6-7, 6-0, 6-1,6-1. Dames: 1973:36: Margareth Court - Chris Evert: 6-7,7-6, 6-4. Minste games In een finale: Heren: 1977:21Guillermo Vilas - Brian Gottfried: 6-0, 6-3, 6-0. Dames: 1926:13: Suzanne Lenglen - M.K. Browne: 6-1, 6-0. Meeste tle-breaks in één wedstrijd: kwartfinale 1980: Paul McNa- mee - John McEnroe: 7-6, 6-7, 7-6, 7-6.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 9