Vijf toernooien
De statistieken
Stade Roland Garros
CIAAL VOOR U
N UW BUDGET.
RHONIASTRAAT 6
SEMI-BUNGALOW
B.P. Reus
NHUIS
23 mei-5 juni 1983
7ATERDAG21 ME11983
(loosterlaan
T43
7yannick Noah: Frankrijks
hoop in bange dagen - foto henk koster
Mats Wilander: jong vol
wassen - foto henk koster
Ivan Lendl: nu nog een
groot toernooi - foto henk koster
John McEnroe: altijd pech
in Parijs - foto johan van gurp
Knixfiri i vxrrfiv
Het complex „Stade Roland Garros" bestrijkt ruim honderd hec
tare. Er liggen elt gravel-banen en zes harde banen. Onder die
zes harde banen zijn drie ondergrondse trainingsbanen Op het
Centre Court vinden ruim 17.000 mensen een plaatsje en op het
drie jaar oude Court One 4.500. Op de resterende 9 banen zijn
ook bijna 5.000 zitplaatsen. Alle banen zijn uitgerust met zeilen
voor het geval dat het gaat regenen, enkele banen kunnen met
een druk op de knop worden afgedekt.
Tijdens het toernooi werken er 1.000 mensen, en er worden ruim
700 wedstrijden gespeeld. In die veertien dagen worden onge
veer 20.000 ballen versleten, waarvan de helft met trainen.
De kaarten voor Roland Garros kosten tussen de 25 franc (bijba
nen, eerste week) tot 120 franc (zitplaats finale)
In 1982 waren er 527 fotografen en verslaggevers uit 48 landen.
44 televisiestations en 19 radiostations verzorgden uitzendingen
vanuit Roland Garros.
De bijna één kwart miljoen bezoekers die „Garro", zoals de Parij-
zenaars zeggen, vorig jaar bezochten, hebben blijkbaar niet alle
maal dorst. Er werden vorig jaar in 11 bars en 6 restaurants na
melijk bijna 200.000 drankjes, 120.000 sandwiches en 30.000
maaltijden verkocht.
Het bezoekersaantal steeg van ruim 70.000 in 1969 naar bijna
250.000 in 1982.
in vaarden,
'enwoning in
Ai jaren hadden de Fransen gedroomd van een
overwinning in de finale van de Davis Cup toen René
Lacoste, Henri Cochet, Jacques Brugnon en Jean
Borotra in 1927 op de banen van de Germantown
Cricket Club in Philadelphia de Davis Cup inpikten
voor de ogen van de verbouwereerde Amerikaanse
toeschouwers.
raag vrijblijvend
formatie of schrijf naar:
ERANDALUX BV,
einkenszandseweg 22,
osttras 3,
153 ZG 's Heerenhoek,
elefoon 01105-1992.
goede staat van onderhoud,
ertuin op het zuiden, kleinere
hal met toilet en badkamer,
ïaard, 2 grote slaapkamers,
op met vaste wastafel, 2 ber-
Op begane grond massieve
irloop afgetimmerd met para
uren. Gas-c.v. Luxaflex hor-
290.000 k.k.
0101659-4221.
Het was voor de
achtenswaardige Federation
Frangaise de Tennis (FFT) in
meer dan één opzicht een
complete verrassing toen de
„Vier Musketiers" met de
zilveren slaschaal van Dwight
Davis in Parijs terugkeerden.
De Amerikanen hadden recht
op een revanche op Franse
bodem. De Franse tennisbond
aarzelde geen moment; die
wedstrijd, waar ongetwijfeld
vele duizenden liefhebbers op
af zouden komen, moest in een
passend stadion gespeeld
worden. Dit was dé kans om
tennis in Frankrijk onder de
aandacht van het grote
publiek te brengen.
Tekst:
Léon Krijnen
20 m2. Totale oppervlak-
foor diverse doeleinden
430.000,-k.k.
JIS TE CADZAND
>ede
.983, des n.m. 16.00 uur
Zuidzandseweg 4 te
is artikel 1223 lid 2
instel en opbod vei-
Cadzand, met zomer-
erf en tuin, kad. Ge-
sectie EC, nummer
rite en vakantiebewo-
td in gebruik voor va-
ig koopsom en kosten,
rekening van koper
loper kan desgewenst
r veilingsakte (indien
het pand bewerkstel
dag van toewijzing
komen de huren aan
lag van toewijzing-
en 1 maand na toewij'
Lnnen 8 dagen na toe-
enst een bankgarantie
oopsom en kosten dan
ijk bewijs van hun h"
tunnen tonen.
genoemde notaris, tel-
Sinds 1912 werden de toen
nog zo geheten „World Clay
Court Championships" op „Le
Faisanderie", het luxueuze
tennispark van de tennisbond
in het park van Saint Cloud
gehouden. Luxueus, maar veel
te klein om alle belangstelling
voor het duel tussen de ploeg
van „Big" Bill Tilden en de
vier Fransen te kunnen
verwerken.
Met de slagvaardigheid, die
nu nog steeds het kenmerk is
van de Franse
tennisbestuurders, werd
binnen enkele dagen het
„Stade Frangais Racing
Committee" gevormd. De twee
mannen van het eerste uur
waren de in heel Franrkijk
bekende ex-rugbyspeler Emile
Lesieur en de captain van het
Davis Cup-team, Pierre
Gillou. Zij haalden Albert
Canet erbijde voorzitter van
een Parij se tennisvereniging,
die voordat hij het eigenlijk
zelf in de gaten had, tot
president van de kersverse
FFT werd gebombardeerd.
De financiering van de
bouw van het nieuwe stadion
was snel geregeld. Het
grootste gedeelte van de
I benodigde gelden werd
beschikbaar gesteld door het
gemeentebestuur van Parijs in
de vorm van een langlopende
renteloze lening.
Er moest alleen nog een
geschikt stuk grond gevonden
worden waarop het nieuwe
tennis-Walhalla kon
verrijzen. Ook daarin
bemiddelde het
gemeentebestuur van de
Franse hoofdstad. Vlak bij het
„Stade Frangais", waar later
het „Pare des Princes"
gebouwd ziu worden, lag aan
derand van het Bois de
Boulogne een geschikt stuk
lend van ongeveer honderd
hectare.
De directie van het „Stade
Frangais" was best bereid om
die vierkante kilometer af te
staan voor de bouw van een
tennisstadion, maar slechts
onder één voorwaarde. Het
deuwe stadion moest de naam
iragen van een rugby-speler,
dteweliwaar in zijn jonge
laren een niet onverdienstelijk
speler was, maar die toch
s"een maar bekend was
geworden als rugby'er. In de
Eerste Wereldoorlog nam hij
a'enst bij de luchtmacht. Vijf
"eken voor het einde van de
pog, in oktober 1918, werd
"tj tijdens een luchtgevecht
'aar beneden gehaald. Zo
verd de bekende rugbyspeler
oen nog bekendere, maar dode
°°rlogsheld.
De FFT sputterde nog even
teSen, maar de tijd drong. Men
accoord, en dat is de
pn dat miljoenen mensen
'-genwoordig denken dat de in
S18 afgeschoten rugby-speler
oen vroegere Franse
piiskampioen is. Zijn naam:
holand Garros.
De bouw kon beginnen. De
'ÏT bewees over een
'-Wuiziende blik te
"schikken door meteen in
"'°n te gaan bouwen. Het is
o'-zelfde beton dat nu nog
pds de basis vormt van het
■adion aan de Rue Suzanne
^hglen. In september 1927
*°nnen de Fransen de Davis
I w ,'n Philadelphia en op 19
1 werd de eerste bal op
het „Stade Roland Garros"
geslagen. Een record dat nog
wel eens vermeld wag worden.
De Amerikanen, met de
bouwmethodes van
tegenwoordig, hadden enkele
jaren geleden twee maal
zoveel tijd nodig om Flushing
Meadows op te richten. Een
stadion dat nauwelijks groter
is dan Roland Garross. Om
van de gezelligheid en de
kwaliteit nog maar niet te
spreken.
De eerste wedstrijd werd
gespeeld op 19 mei 1928. Het
Franse team verloor met 8-4
van Groot-Brittannië. Twee
dagen later, op 21 mei, werden
de Open Franse
Tenniskampioenschappen
voor het eerste begonnen op
„Roland Garros". Twee weken
later zou Henri Cochet in de
finale zijn Davis Cup makker
René Lacoste in een gedegen
vier-setter geen schijn van
kans geven: 5-7,6-3,6-1,6-3. In
de halve finale had Cochet al
zijn andere maat, Jean
Borotra, uitgeschakeld. Cochet
was de eerste van een lange
reeks van groten uit de
tennisgeschiedenis die de
„French Open" op Roland
Garros op hun naam zouden
brengen. Zodat de mannen
voor wie het stadion werd
gebouwd, er in ieder geval ook
de meeste wedstrijden
speelden, die eerste veertien
dagen.
In 1933 kwam er een
voorlopig einde aan de eerste
glorietijd van het Franse
tennis. In dat jaar verloor
Henri Cochet zijn laatste
Roland Garros finale van de
Australiër Jack Crawford.
Crawford was een van de vele
rijke dandy's die er in die tijd
rondliepen in het
internationale tennis. Hij
speelde in een lange flanellen
broek en in een shirt met lange
mouwen, en met een vreemde
driehoekige racket.
Het was ook het jaar dat er
een schandaaltje ontstond aan
de poorten van Roland Garros.
Een excentriek oud mannetje,
dat geen woord Frans sprak,
werd met harde hand
verwijderd toen hij bij de
toegangspoorten bleef zaniken
om „a ticket please". Pijnlijk
genoeg voor de organisatie
bleek het de grote Dwight
Davis(Cup) himself te zijn
In 1934, '35 en '36, kwam, op
het hoogtepunt van het Derde
Rijk, een onvervalste en
stramme Pruis, compleet met
monocle en racket, naar het
mondaine Parijs. Baron
Gottfried von Cramm won de
finale in '34 en '36 (van
respectievelijk Crawford en
Perry). In 1935 verloor hij van
de Brit Fred Perry, de man die
drie maal Wimbledon zou
winnen en die tegenwoordig
nog steeds ieder jaar eregast is
op Wimbledon.
1937 was ook voor een
Duitse officier: Heinz Henkei,
een speler die elegantie paarde
aan zijn voor die dagen
extreme lichamelijke conditie.
Daarmee was het afgelopen
met de kortstondige Duitse
tennisoverheersing.
Een andere superster kwam
in beeld: de Australiër Don
Budge, die met een simpele
titel op Roland Garros de
eerste stap zette op weg naar
het Grand Slam, een prestatie
die tot nu toe alleen door Rod
Laver is herhaald. Zó'n
charisma had Budge in die
dagen dat cellist Pablo Casals
op de avond van de finale een
privé-concert voor hem
verzorgde. De roodharige reus
kreeg geen kans om Roland
Garros nóg een keer te
winnen; de oorlog brak uit en
het toernooi zou zes jaar niet
gehouden worden. Inmiddels
was Budge professional
geworden, en dat mocht nog
niet in die dagen.
Marcel Bernard was op zijn
hoogtepunt toen de oorlog
uitbrak. In 1946, bij het eerste
toernooi na de Tweede
Wereldoorlog, was hij 32 en
voelde hij zich te oud voor het
enkelspel. Hij schreef zich
alleen in voor het dubbelspel,
maar twee dagen voor de
openingsdag werd hij door
zijn partner in de steek
Roland Garros:
met de Franse slag
Mats Wilander: de koning van Roland Garros en misschien nog meer dan Noah de lieveling
van het Franse publiek - foto federation francaise de tennis
gelaten. Bernard besloot om
toch maar mee te doen aan het
enkelspel en zorgde daarna
voor louter sensatie. Op weg
naar de titel versloeg hij
ondermeer Pancho Segura,
Budge Patty, Yvon Petra en
Jaroslav Drobny. Hij verloor
in de finale de eerste twee sets
van Drobny, maar kwam
vervolgens terug om 17.000
uitzinnige Fransen na 14 jaar
weer een eigen kampioen te
bezorgen.
Ook Drobny zou weer
terugkeren aan de Porte
d'Auteuil. In 1951 en 1952 won
hij de Franse titel, na eerste
nóg twee finales verloren te
hebben; in 1958 van Parker en
in 1950 van Patty.
Ken Rosewall verscheen in
1952 voor het eerst op het
gravel. Hij verloor in de eerste
ronde, onwennig als hij zich
voelde op de gemalen
baksteen. Verbeten oefende de
Australiër duizenden games in
de anonimiteit op
gravelbanen, om in 1953 terug
te komen en niets meer te
verliezen. Lew Hoad won in
1956 nadat de
indrukwekkende Amerikaan
Tony Trabert tweemaal de
lauwerkransen omgehangen
had gekregen.
Aan het eind van de jaren
vijftig kwam het „artistieke"
tennis in zwang.
Aansprekende exponenten
van dat oogstrelende tennis:
de Italiaan Nicola Pietrangeli
(winnaar in '59 en '60) en de
Spanjaard Manuel Santana
('61 en '63).
In 1962 sloeg de onderkoelde
Rod Laver in Parijs zijn eerste
aces op weg naar zijn eerste
Grand Slam: Roy Emerson
was het slachtoffer in een
sensationele vijf-setter.
Overigens maakte Emerson in
Parijs zijn eigen geschiedenis
door zes maal op rijmet
verschillende partners, het
dubbelspel op zijn naam te
brengen. De jaren zestig
waren voor de „Aussies";
Emerson, Laver, Stölle en
Roche bleven stuivertje
wisselen op Roland Garros.
1968, het jaar van de Parijse
Mei-revolutie, is ook in tennis-
opzicht historisch. Het Franse
tennis ging op de professionele
toer, en terwijl heel Parijs
verlamd was, kreeg Roland
Garros de droom-finale waar
hij op wachtte. De shoot-out
tussen Rosewall en Laver.
Vijftien jaar na zijn eerste
titel in Parijs pakte een
oppermachtige Rosewall zijn
tweede. Een jaar later, in 1969,
was het draaiboek hetzelfde
geprogrammeerd. Ditmaal
won Laver van Rosewall, en
het eerste toernooi van zijn
tweede Grand Slam, een
prestatie die waarschijnlijk
nooit meer herhaald zal
worden. Door de nieuwe
ontwikkelingen, zowel op
spel-technisch als materiaal
technisch gebied, zijn snelle
spelers op gravel nog meer in
het nadeel dan vroeger, en
andersom.
Jan Kodes luidde in 1970 en
1971 een nieuw tijdperk in.
Eigenlijk werd dat tijdperk
ingeluid door Lamar Hunt, die
in 1970 alle kersverse profs
onder contract had. Hunt
boycotte Roland Garros en zo
kon Kodes, een stugge gravel-
vechter twee maal zijn naam
in het graniet op de Avenue
Suzanne Lenglen laten
beitelen.
In 1972 kwam er weliswaar
weer eens een Fransman in de
finale, maar Patrick Proisy
moest het afleggen tegen de
Spanjaard Andres Gimeno.
De sprankelende en
kankerende Roemeense
tovenaar met de
onwaarschijnlijke techniek,
Ilie Nastase, verloor in 1973
geen enkele set tijdens het hele
toernooi en versloeg in de
finale de Joegoslaaf Niki Pilic.
Daarna werd het allemaal
eentonig.
Björn Borg heet de man
waar dat aan lag. Zesmaal
won de inmiddels afgetreden
keizer van het gravel, in '74,
'75, '78, '79, '80 en'81.
Slachtoffers en medefinalisten
waren respectievelijk Manuel
Orantes, tweemaal Guillermo
Vilas, Victor Pecci, Vitas
Gerulaitis en Ivan Lendl. In
'77 speelde Borg niet in Parijs
vanwege een blessure en in '76
vergiste hij zich in de
kwartfinale tegen Adriano
Panatta. Panatta greep
daarna de titel, in '77 gevolgd
door Vilas, bezig met zijn
legendarische ongeslagen
serie van over de vijftig
wedstrijden.
Vorig jaar was er tenslotte
het sprookje van Mats
Wilander. Nog geen achttien
jaar, versloeg hij tijdens de
machtsgreep naar de troon
van Borg ondermeer de
kanonnen Lendl, Gerulaitis,
Clerc en Vilas. De jongste
winnaar in de geschiedenis
van de „French Open" en
waarschijnlijk ook de
sportiefste. Wie herinnert zich
niet het matchpoint dat hij in
de halve finale tegen Clerc
weigerde aan te nemen omdat
hij, evenals Clerc, de bal té
dubieus vond?
Wilander, de snel volwassen
geworden tiener uit het
Zuidzweedse Södertalje, is
weer één van de favorieten
voor de titel op Roland Garros.
Dit jaar verloor hij op gravel
slechts één wedstrijd. Dat was
tegen de lieveling van het
Franse publiek, Yannick
Noah, die op indrukwekkende
wijze het toernooi in Hamburg
op zijn naam bracht. Meer dan
ooit is Noah dit jaar gebrand
op Roland Garros. Zodat hij,
samen met de Franse
revelaties Leconte, Tulasne,
Benhabiles en Courteau, wel
eens een nieuw Frans
tennistijdperk in zou kunnen
luiden. Ook de Australiërs
hebben hun hoop gevestigd op
een nieuw talent. De 18-jarige
Patrick Cash, vorig jaar
winnaar van het
juniorentoernooi in Parijs, zal
de herinnering aan Rosewall,
Emerson en Laver moeten
wegvagen. Overigens niet eens
zo'n gekke gedachte, want
Wilander was in 1981 winnaar
van het juniorentoernooi.
Zodat zowel Wilander als
Cash nog nooit een wedstrijd
in Parijs hebben verloren. Een
record dat beiden ongetwijfeld
zullen willen handhaven.
Daar zal dan overigens wel
de hele wereldtop voor moeten
wij ken, want alleen al van de
huidige top-tien van de ATP-
wereldranglijst treden negen
spelers aan in Parijs: de
wereldkampioen Jimmy
Connors, John McEnroe, Ivan
Lendl, Guillermo Vilas, Mats
Wilander, Yannick Noah,
Jose-Luis Clerc, Jose Higueras
en Vitas Gerulaitis. Alleen
Gene Mayer (zesde) ontbreekt,
maar die heeft nou eenmaal
een onoverkomelijke hekel
aan gravel.
Roland Garros bestaat in feite uit vijf toernooien; het heren-enkel,
het dames-enkel, het heren-dubbel, het dames-dubbel en het mi
xed-dubbel. Daarnaast zijn er nog vier juniorentoernooien.
Aan het belangrijkste toernooi, het heren-enkel, doen 128 spelers
mee. Daarvan worden de eerste 104 geslecteerd uit het veel gro
tere aantal aanmeldingen volgens de plaats die de heren op de
ATP-lijst innemen.
Vervolgens verdienen 16 spelers een plaatsje in het hoofdtoer
nooi via een kwalificatietoernooi van 128 spelers dat in de week,
voorafgaand aan het hoofdtoernooi, wordt afgewerkt in het Jean
Bouin Stadium. Ook voor dat kwalificatietoernooi worden de aan
meldingen in volgorde van puntenaantal ingeschreven.
Dan blijven er nog 8 plaatsen over voor het hoofdtoernooi. Die
worden (z.g. „wild cards") weggegeven aan toppers die geen zin
hebben om zich vóór de officiële inschrijving, ongeveer 35 dagen
voor de start, al te binden. Jimmy Connors werd zodoende dit
jaar toch binnengehaald, nadat pogingen om zijn huwelijk te red
den, op niets uitliepen, en hij vervolgens toch maar weer de wijde
tenniswereld introk.
De dag voor het toernooi worden de hoogste 16 spelers ge
plaatst, zodat ze elkaar al niet in de eerste of tweede ronde uit
moorden.
In het dames-enkel spelen 96 dames om de titel. 82 worden er via
inschrijving geaccepteerd, 8 moeten zich kwalificeren en 6 geluk
kigen krijgen een „wild card". De hoogste 16 worden geplaatst.
Heren-dubbel: 64 teams, waarvan 2 „wild cards". 16 teams ge
plaatst.
Dames-dubbel: 48 teams, 2 „wild cards", 12 teams geplaatst.
Mixed-dubbel; 32 teams, 8 geplaatst.
Juniorentoernooien: 64 jongens, 8 geplaatst, 64 meisjes, 8 ge
plaatst, jongensdubbel 32 teams, meisjesdubbel 32 teams.
De statistieken van de Open Franse Tenniskampioenschappen
van 1925-1983 (vanaf 1928 op Roland Garros;
Heren-enkel; meeste titels per land: Australië: 11, Frankrijk: 9,
Amerika: 7, Zweden: 7, Tsjecho-Slowakije: 4, West-Duitsland:3,
Spanje: 3, Italië 3, Argentinië, Groot-Brittannië, Hongarije en
Roemenië: 1.
Dames-enkel; meeste titels per land: Amerika: 21Australië: 8,
Groot-Brittanië: 8, Frankrijk: 6, West-Duitsland: 4, Nederland: 1
(1927, K. Bouwman), Hongarije, Roemenië, Tsjecho-Slowakije en
Joegoslavië: 1
Meeste titels, heren: Björn Borg (Zweden): 6; 1974, 1975, 1978,
1979,1980,1981.
Dames: Margareth Court (Australië): 5; 1962, 1964, 1969, 1970,
1973.
Meeste gewonnen wedstrijden, heren: Björn Borg; 51 wedstrij
den, 49 overwinningen, 2 verliezen (in 1973 en 1976 van Adriano
Panatta).
Dames: Margareth Court: 51 wedstrijden, 46 overwinningen, 5
verliezen.
Meeste titels totaal; heren: Henri Cochet (Frankrijk): 9; 4 maal en
kelspel. 3 maal heren-dubbel, 2 maal mixed-dubbel.
Dames: Margareth Courth; 13; 5 maal enkelspel, 4 maal dames-
dubbel, 4 maal mixed-dubbel.
Winnaars van drie titels (enkel, dubbel, mixed-dubbel) in één
jaar:
Heren: niemand
Dames: Suzanne Lenglen (Frankrijk, 1925 en 1926), Simone Ma-
thieu (Frankrijk, 1938), Doris Hart (Verenigde Staten, 1952), Mar
gareth Court (Australië, 1964).
De drie jongste kampioenen; heren;
Mats Wilander (Zweden, 1982,17 jaar en 8 maanden), Björn Borg
(Zweden, 1974, 18 jaar precies) en Ken Rosewall (Australië,
1953,18 jaar en 7 maanden).
Dames: Maureen Conolly (Verenigde Staten, 1953, 18 jaar en 8
maanden), Chris Evert (Verenigde Staten, 19 jaar en 5 maanden)
en Evonne Goolagong (Australië, 197119 jaar en 10 maanden).
De oudste kampioenen; heren;
Andres Gimeno (Spanje, 1972, 34 jaar en 10 maanden), Ken Ro
sewall (Australië, 1968, 33 jaar en 7 maanden) en Franck Parker
(Verenigde Staten, 1949,33 jaar en 4 maanden).
De oudste dames;
Nelly Landry (Frankrijk, 1948, 31 jaar en 6 maanden), Simone Ma-
thieu (Frankrijk, 1939,31 jaar en 4 maanden) en Margaret Dupont
(Verenigde Staten, 1949, 31 jaar en 2 maanden).
Linkshandige kampioenen; heren:
Van de 52 finales die na 1925 werden gespeeld, werden er 8
door „Jetty's" gewonnen: Marcel Bernard (Frankrijk, 1946), Ja
roslav Drobny (Tsjecho-Slowakije, 1951 en 1952), Mervyn Rose
(Australië, 1958), Rod Laver (Australië, 1962 en 1969), Tony Ro
che (Australië, 1966) en Guillermo Vilas (Argentinië, 1977).
Dames: 6 maal won een linkshandige dame Roland Garros:
Margaret Scriven (Groot-Brittannië, 1933 en 1934), Nelly Landry
(Frankrijk, 1948), Ann Haydon (Groot-Brittannië, 1961 en 1966)
en Martina Navratilova (Verenigde Staten, 1982).
Meeste games in een finale (de tie-break werd In 1973 in het
Grand Prlx-reglement Ingevoerd):
Vóór 1973; heren: 1927: 61 games: René Lacoste - William Tilden
6-4,4-6, 5-7,6-3,11-9.
Dames: 1955: 38: A. Mortimer - D. Knode: 2-6, 7-5,10-8.
Na 1973; heren: 41: Björn Borg - Manuel Orantes: 2-6, 6-7, 6-0,
6-1,6-1.
Dames: 1973:36: Margareth Court - Chris Evert: 6-7,7-6, 6-4.
Minste games In een finale:
Heren: 1977:21Guillermo Vilas - Brian Gottfried: 6-0, 6-3, 6-0.
Dames: 1926:13: Suzanne Lenglen - M.K. Browne: 6-1, 6-0.
Meeste tle-breaks in één wedstrijd: kwartfinale 1980: Paul McNa-
mee - John McEnroe: 7-6, 6-7, 7-6, 7-6.