Jan Modaal bestaat niet Ambtenaren gingen er sinds 1979 3 op achteruit MAAR DE POLITIEK IS ER TEVREDEN MEE Hogerbetaalde leverde het meeste salaris in M ZATERDAG 7 ME11983 DlBTHM EXTRA j" slangstelling \andacht TILBURG Prof.Schouten wil over de inhoud van het plan nog weinig kwijt. Prof.Schouten wil problemen internationaal aanpakken Opleving De Nederlandse economen in de voetsporen van prof. Jan Tinbergen en drs. Jan Pronk als wereldverbeteraars Verwarring Gehuwde werknemer Maar 14 procent Duidelijker Overtuiging Verwonderlijk kalm Omlaag Niet tegen Concreter T45 GODFRIED Egelie bij zijn stj object: het gietijzeren weg krui J - FOTO JACQ. PEE» rvoor, zijn van Franse herkon„; kleiner aantal komt uit België ei tsland", zo schrijft Egelie. Bij een oppervlakkige beschoj ig wordt het al duidelijk dat bij J ijzeren wegkruisen in LimburJ gesproken kan worden van i aaide stijl. Bij sommige krui,. de ornamenten ontleend aan Ische bouwstijl, voor andere ont-| •pen komen de motieven uit de le. ide natuur. Bij de meeste type, t het echter om mengvormen. Var,, jrofane symbolen zijn urn, dovenl fakkel en zandloper het meest all ament in gietijzeren kruisen ver! •kt. Van christelijke origine zjjJ ercombinaties als IHS en AT ist lijdenswerktuigen, driehoi t Oog Gods en heilig Hart. Motie! i uit de plantenwereld zijn voornal lijk klimop, wijnrank, lisdodde en' javer. De ornamenten bevestiger, de gietijzeren kruisen, die lang wegen in Limburg zijn geplaatsL >r de gieterijen in feite waren ontl rpen als grafteken." f Igelie: „Gietijzer was trouwen! ieger een teken van armoede, jj ft gietijzeren kruisen aan waarl irheen een laagje zandsteen zjt| t is gewoon om te verbloemen c n het niet zo breed had". lodf ried Egelie heeft driejaar lar,[ weggetjes in Limburg afgereden te inventariseren. „Vanuit onj s in Cadier in Keer ondernam tochten. Soms moest ik uit de auto| dat de weggetjes te smal of om ml iere reden onbegaanbaar waren"! •telt Egelie. Zijn tochten leiddi m ook over alle kerkhoven vi nburg, want ook die kruisen het. geïnventariseerd, voor een vol ide publicatie wellicht, ïgelie is blij dat er momenteel f mieuwde belangstelling besta, jr de wegkruisen en veldkapeller. et zou doodzonde zijn als al die moj menten verdwijnen. Er zijn er. reel weg. Hier, dit kruis", en Egel' jst naar het kruis voor de boeker st, "dat heb ik gevonden in ilcontainer op een kerkhof. Ik l t schoon geborsteld en opnieuw g rfd; moet je eens zien. Dat is to achtig."Het boek „Gietijzeren weg uisen in Limburg" is ook „opgedr n aan allen, die wegkruisen ldkapellen met hun zorgen omgeJ n". Er komt een gulle lach over Egelie pen als hem gevraagd wordt na t hoe en waarom van de carnaval derscheidingen van de Weert [gstaekers. „Dat is al zoiets. Sis 77 geeft de Rogstaekers elk jaar e nanak uit, die gewijd is aan mor.J enten in Weert. Ik doe ook meeaaf ït samenstellen van die almanakj ndaar die onderscheidingen." Als wetenschapsman werpt E ichts stellingen op als hij het bevi in aandragen. Hij veronderste sl, maar hij beweert niets vóóri t bewijs is geleverd. Herhaalde!)J jst hij op publicaties en bewerr ■n, waarin zaken worden geste e niet bewezen zijn. „Dat is on gt Egelie. odfried Egelie wil als wetenschap :r alles bewezen zien en tegelijker d is hij een diep gelovig kathoM at blijkt ook uit de ondertitelregi zijn boek:,,Zij zullen opzien am, die zij hebben doorstoken". „Bij vrijwillige werkloosheid t anders. Een vakantie is toch c ik, omdat je weet dat je erna wee n de slag kunt? Dat werkt bij ee igere periode van verlof precies n vrijwillig werkloze kan -stel» a voor- goed van zijn jaar verlof ge eten, omdat hij de zekerheid heel t hij daarna zijn werk kan voort tten". Een positieve factor is volgens hen at bij een wisselend resevoir v" 'erklozen meer aandacht kan korn por allerlei zaken in de maatschap j, die in de Nederlandse samenj ng een beetje tussen wal en scr jn geraakt. n „Neem de dienstverlening", ij. „Misschien kan dat allemaal' linder professioneel werken. NUJ at verkokerd: overal zijn wel f" aepskrachten voor. Met meer vr jd krijgen we waarschijnlijk eer wat meer tijd voor elkaar. O an het bejaardenwerk en de zie» >rg. Toch al net de sectoren waan irs bezuinigd moet worden. ihien ook een aanleiding voor WW n om zelf weer eens wat taken °P1 ikken". J De Oudenbosschenaar moet ers»j en, dat vooral mensen met een hor opleiding zich voor zijn P>anr illen interesseren. „Zij weten :ije tijd doorgaans meer raad. "1 eroep, studie en hobby liggen icht bij elkaar, terwijl een M aleiding ook een grotere interf"a :eer met zich meebrengt. En e nuchter zijn: ze hebben ook do ere inkomens om zich tot een la» verlof aangesproken te voelen Drs. Daeter hoopt nu dat vers®1 nde universiteiten de planner: i andere -en met name verstedewfl gebieden- op de haalbaarheid •n toetsen. Daarna kan Nedet» ich volgens hem in een interes- iscussie storten. Dit onderwerp heeft toch auf ïenten in zich heeft van een ïaatschappelijke discussie'? en maar, dat de respons gr°J an bij de maatschappelijke chsC ver kernenergie. Hier is ^e echtstreeks bij betrokken. j jj eeft er toch ideeën over. Laat 0 erlander zich daar -ik stel zelfs ia een breed referendum- zd" f ing maar eens over geven. V» ok de politieke partijen aan*"' Door Ido Broersma Hij is bang dat de SER- collega's hem als voorzitter van de betreffende commis sie zullen uitmaken voor „dondersteen". „Nee, ik zeg niets." Toch kan Schouten het niet nalaten zijn nieuwe aanpak „een snoepje van een plan" te noemen. „Het is om te zoenen, zo mooi. Maar," voegt hij er direct aan toe, „of het uitgevoerd wordt is een tweede." Dat maakt nieuwsgierig en na lang doorvragen laat Schouten iets doorscheme ren. „Er zit van alles wat in, maar 't is echt een nieuw plan voor de wereldecono mie." Zo langzamerhand ont staat het volgende beeld. Ontwikkelingshulp in de vorm van gratis kredietver strekking aan ontwikke lingslanden, stimulering van investeringen met be hulp van lagere rente („daarvoor moet meer ge spaard worden via vermin dering van de financierings tekorten van de overhe den"), controle op de geld stromen naar ontwikke lingslanden, een tijdelijke verruiming van het finan cieringstekort en een poli tiek van zeer beperkte loon ontwikkeling. „Het moet dan wel goed worden gecoördineerd, om protectionisme te voorko men. Anders ontstaat de zelfde situatie als in de der tiger jaren, toen elk land op eigen houtje z'n problemen probeerde op te lossen." „Snoepje van een plan" moet economie redden TILBURG - Nog maar nauwelijks is z'n plan van loonbevriezing en belastingverlaging in de bureaula verdwenen omdat de politiek niet wilde meewerken of de Tilburgse hoogleraar D.B.J.Schouten is al weer be zig met een nieuw plan. Dat plan moet van wereldwij de omvang worden, al weet Schouten nog niet of hij de steun van collega-economen in de SER-commissie van economische deskundigen krijgt. Kortgeleden werd even stil gestaan bij het feit dat Schouten 25 jaar lid was van de SER. „We zitten er van de Westerse industrielanden het slechtste bij, maar we zijn potentieel het beste. We hebben de beste mensen, hebben de beste financiële en commerciële zin. We zijn het handigste, nuchterste en een niet opgewonden volk. Het is een geweldig poten tieel. Nederland is goed. We hadden een geweldig in ternationaal vertrouwen, maar we doen het slecht. Dat is toch belachelijk", verzucht de hoogleraar, toch tevreden aan zijn pijpje lurkend in het hoofdgebouw van de Tilburgse hogeschool. Maar als alle landen de zelfde maatregelen gaan ne men wordt de concurrentie toch niet bevorderd? „Als alle landen het plan- Schouten tegelijkertijd uit voeren krijg je een opleving van de wereldconjunctuur. In deze geest moet het toch gezocht worden. Op de een of andere wijze moeten we voorkomen dat de bestedin gen achterblijven bij wat er geproduceerd kan worden. Als er bij lichte inflatie, con stante geldlonen en meer af zet naar ontwikkelingslan den weer winst wordt ge maakt is het plan het ei van Columbus. Natuurlijk geloof ik in een internationale aan pak van het plan-Schouten. Maar wacht maar af tot het plan wordt gepresenteerd." Schouten is er als echte denkwetenschapper de man niet naar om zich een mis kend genie te voelen toen zijn op nationale leest ge schoeide plan eind vorig jaar door een minderheid van de Nederlandse econo men en de CDA-WD- machtspolitiek in de wind werd geslagen. De hoogle raar voelt zich nog steeds bij het CDA thuis. Toch wat na- mokkend zegt hij: ,,'t Gaat Prof. dr. D.B.J. Schouten mij niet om het gelijk krij gen of hebben, 't Gaat me er om of we in ons land ver standige politiek bedrijven. Dat is niet het geval. Ik ben teleurgesteld dat het zo slecht gaat." Maar waarom haalt u uw plan niet weer uit de bu reaula? Door de premiever hoging is er immers weer nettoloonsverlaging? Schouten, wat gelaten: ,,'t Kan niet. Het Nederlandse volk heeft een regeringscoa litie gekozen. Die heeft ge kozen voor bezuinigen en verkleinen van het financie ringstekort en lucht geven aan het bedrijfsleven. Dat moet men maar uitvoeren." Door Ido Broersma DEN HAAG - De ambtenaren, exclusief het onderwijzend Personeel en de werknemers in de niet-commerciële dien stensector, zijn sinds 1979 gemiddeld 3 procent in salaris ge zakt. Dat komt door de toegepaste salariskortingen en ande re bezuinigingsmaatregelen. Volgens het Centraal Planbureau is het vrijwel onmoge- kjk een helemaal kloppend beeld van vergelijkbare inko mensverhoudingen van ambtenaren en werknemers in het bedrijfsleven te geven. In de eerste plaats komt dat door de verschillende soorten ambtenaren (rijk, provincie, gemeen te, waterstaat) en de verschillende ziektekostensystemen en dergelijke. Verder ontbreken de juiste gegevens van de werknemers in het bedrijfsleven. De jarenlange discussie over het pakketevergelijkend inkomensonderzoek tussen I ambtenaren en werknemers in het bedrijfsleven toont aan boe ingewikkeld het allemaal is. Toch heeft het Centraal Planbureau in de Macro-Econo- I mische Verkenning 1983 uitgerekend dat het netto-inkomen van de gemiddelde ambtenaar sinds 1982 niet meer noe menswaardig afwijkt van het netto-inkomen van de gemid delde werknemer in het bedrijfsleven. Wel kwam uit de be rekeningen naar voren dat de lagere ambtenaar beter wordt betaald dan de vergelijkbare werknemer in het bedrijfsle ven. Zo ligt het minimumloon van een ambtenaar 13 procent boger. Het Centraal Planbureau heeft geen cijfers van de ont wikkeling van de ambtenarensalarissen sinds 1970. Pas in '978, vóór de eerste kortingen op grond van Bestek '81, is men de ambtenarensalarissen bij gaan houden. De salarisontwikkelingen van de ambtenaren geven over 1978 tot en met 1983 het volgende, door het CPB uitgerekende beeld. Bij 4 x modaal is rekening gehouden met een maxi mum-vakantieuitkering. inkomensklasse 1978 Door Ido Broersma DEN HAAG - Ons land kent 3 Tekenbureaus van de overheid die zich ondermeer bezighou den met het op een rijtje van onze lonen en inkomens. Het Centraal Planbureau rekent vooral gegevens uit waar de regering het inkomensbeleid voor de toekomst op bouwt. Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelt op basis van onderzoeken gegevens op over de werkelijk verdiende lonen en rekent de vermogens mee. Het Sociaal en Cultureel Planbureau doet regelmatig onderzoek waar het sociaal- culturele aspect in meespeelt Elk van de 3 heeft z'n eigen berekeningsmodellen, maar allen hebben het nadeel dat ze een te globaal beeld van de in komens en lonen geven. Op de statistieken van het CBS is geen inkomensbeleid te voe ren, omdat het vaak verou derd materiaal is. Het SCPB wordt in de politiek nauwe lijks serieus genomen. Blijft over het CPB, dat misschien te serieus wordt genomen, omdat er geen beter materiaal is. minimumloon +4 a 4,5 modaaltnetto +2,2 f26.000 in'82) I 2x modaal +lal,5 ['«modaal +lèl,5 1979 1980 1981 1982 1983 *-1 +0,5 -1,5 -3,3 -4 -55 -2,5 -2,5 -3,5 a 4 4,5 -0,5 -1 -3 a 3,5 -3,5 -5 -5,5-6 -3,5-4 -4 -4,5 a 4 -2,2 3 De CPB-cijfers geven dik wijls aanleiding tot verwar ring bij de mensen, die de een paar keer per jaar verschij nende „koopkrachtplaatjes" of „inkomensplaatjes" gaan na rekenen. Ze komen dan al gauw tot de conclusie dat er wat hun inkomen betreft geen biet van klopt. Hun inkomen wijkt sterk af van het beeld, dat het Centraal Planbureau geeft. Een andere oorzaak van de verwarring is het woord „in komensplaatje": „Waar is zo'n plaatje te krijgen? Waar kun je dat koopkrachtplaatje ko pen?" De koopkrachtberekeningen van het CPB draaien om het begrip modaal inkomen, dat jaarlijks of meerdere keren met de computer wordt vast gesteld. De regering gebruikt het modale inkomen vooral bij de voorbereiding van het so ciaal-economisch beleid, waar het inkomensbeleid een be langrijk onderdeel van is. Het modale - gemiddelde - inko men is dan altijd een ver wachte ontwikkeling. Het CPB definiëert het mo dale inkomen als het inkomen, dat een gehuwde werknemer met 2 kinderen tot 16 jaar ver dient, en rond dat af tot net onder de premiegrens van de Ziekenfondswet. Het modaal inkomen, bekend geworden onder de naam Jan Modaal, variëert van jaar tot jaar en is uitsluitend een willekeurig re kenmodel. Jan Modaal bestaat dus eigenlijk niet. De werkgeversorganisatie VNO wees hierop in z'n „Boekje over inkomens '79-81". Het statistische begrip modaal geeft volstrekt niet de feitelij ke inkomensontwikkeling van individuele werknemers weer, stelde het VNO. Het gevolg van het gebruik van het be grip is dat de werknemers vaststellen dat hun inkomen langzamer stijgt dan het mo dale inkomen. Werknemers, die eens meer dan het modale inkomen verdienden, zijn daar later onder gekomen. Bovendien, zei het VNO op grond van een CBS-onder- zoek, valt maar 14 procent van de huishoudens onder de defi nitie gehuwde werknemer met 2 kinderen tot 16 jaar enzo voort. Er wordt rekening ge houden met 1 individueel in komen, terwijl er per werkne mersgezin met 2 kinderen ge middeld 1,7 inkomens zijn. De Vakcentrale voor Mid delbaar en Hoger Personeel- heeft het ook niet begrepen op Jan Modaal. Maar 1 procent van alle werkenden in ons land- valt onder de huidige koopkrachtberekeningen, zegt de VMHP, De vakcentrale be pleit dan ook een ander meet- Ook het CNV heeft zich ooit voor een duidelijker meetpunt uitgesproken. Men vond dat er meer naar het netto-inkomen moet worden gekeken. Maar de politiek wil er niet aan. De reden is onduidelijk, maar men lijkt tevreden met de CPB-berekeningen van het begrip modaal. Afwijkingen zijn er nauwelijks. Bij benade ring kunnen koopkrachtont wikkelingen worden vastge steld. Gebruik van het begrip modaal hoeft niet tot onover komelijke bezwaren te leiden, zei vorig jaar Joop den Uyl, als minister van sociale zaken en werkgelegenheid. De politiek heeft vrede met modaal. Maar de opiniepeilingen van nu geven wat anders aan. „1982 was het jaar van de waarheid. Men heeft toen het plan-Schouten laten val len. De PvdA, D'66 en de vakbeweging waren min of meer voor. Deze groepen hebben hun kansen niet ge kregen. 't Roer nu omgooien, dat gaat natuurlijk niet." Bent u niet bang dat Ne derland door deze politiek verder in 't moeras zakt? „Ja, natuurlijk. Nederland doet het stukken slechter dan welk ander land ook. We kunnen niet de schuld op een ander schuiven, want wij zijn de schuldigen. We reageren niet gepast op het buitenland. Niet op het ge bied van de loonpolitiek, prijsconcurrentie en budget- politiek. Dan krijg je meer werkloosheid in plaats van minder." Hoe komt het dat belang rijke beleidsbepalende eco nomen als prof. Korteweg en prof. Rutten dat niet willen inzien? Is het de machtspo sitie van de banken? Schouten, geduldig ant woordend na een tevreden trekje aan zijn pijp: „Nee, dat is hun serieuze overtui ging. Misschien zijn ze te veel beïnvloed door de Ame rikaanse literatuur, terwijl de Nederlandse de meeste Nederlandse economen heeft beïnvloed. Naar mijn be scheiden mening is de Ne derlandse, ondermeer door het Centraal Planbureau, wel beter. Onze economische wetenschap staat op een zeer hoog peil. Je kunt niet zo maar de Amerikaanse op vattingen in Nederland toe passen. Ze zeggen ook dat het de eerste 6 jaar nog slecht gaat, maar op de lan ge termijn gaat het goed. Nou ja, dat moet je geloven of niet." De hoogleraar schiet in de lach en zegt even later: „Misschien komen ze nu wel tot de conclusie dat het geen 6 jaar duurt, maar 20 jaar". Is de professor niet bang voor de gevolgen van de be zuinigingen? Hoe lang pik ken de mensen die nog? „Dat weet ik niet. De mensen zijn nog verwonder lijk kalm. Maar 't is in de huidige omstandigheden niet zo vervelend om werk loos te zijn." Wat bedoelt u? „Je komt niet van de hon ger om. Je hebt, als je bij voorbeeld in de vut zit, de vrijheid om wat aan de we tenschap te doen en neven baantjes te krijgen. Dan kun je er zelfs op vooruitgaan. Zoveel mensen worden er niet slechter van als je offi cieel werkloos wordt. Als de gewone man maar een klein beetje kan schnabbelen dan heeft-ie het beter dan een werknemer." Desgevraagd geeft de hoogleraar toe dat de sociale uitkeringen wel wat omlaag kunnen. Niet zo radicaal als de regering doet, maar wat geleidelijker, want anders wordt er nog minder be steed. „Uiteindelijk moeten we het toch hebben van de werknemers in het bedrijfs leven". Maar waarom moet je de rekening leggen bij de men sen die vaak niet eens kun nen helpen dat ze werkloos zijn? 't Zijn toch slachtoffers van de economie? Schouten blijft zeer be daard. ,,'t Zijn geen slachtof fers. Ik zie talloze uitke ringstrekkers die het beter hebben dan wij, die hard werken." Is daar een objectieve norm voor? „Er is een enorme zwarte sector. Ik vind dat a-sociaal. We moeten een prikkel ge ven om officieel te werken. Door bijvoorbeeld de af stand tussen de lonen en de uitkeringen te vergroten." Prof. Schouten heeft wei nig op met arbeidstijdver korting. Die stond niet in zijn plan en zal ook niet in zijn nieuwe plan komen als het aan hem ligt. „Ik ben niet tegen, laat ik het zo zeggen. Maar als je al le loonruimte daarvan gaat gebruiken heb je geen ren dementsherstel meer. Deel tijdbanen, ja, die zie ik als een nieuwe culturele ont wikkeling van het moderne samenlevingsverband. Als ik vandaag een deel tijdbaan zou krijgen ga ik thuis even hard studeren als hier achter dit bureau. Deel tijdbanen zijn alleen maar voor bepaalde beroepen ge schikt. Voor routine-arbeid is deeltijdarbeid ideaal. Als ik geïnspireerd ben door m'n vak, en dat geldt voor elke wetenschapper, dan ben ik toch de hele tijd aan het denken. Ook al lig ik in de tuin op m'n rug." punt. Ze denkt aan berekenin gen voor werknemers in het bedrijfsleven, voor overheids personeel, voor arbeidsonge schikten, werklozen, ouderen en jongeren, gezinssituaties en dergelijke. Het VNO geeft wat concre ter aan hoe koopkrachtbere keningen er uit moeten zien. De werkgeversorganisatie wil de bruto- en netto-invloed van bepaalde maatregelen op veel voorkomende inkomens 20.000, 30.000, 40.000 enzo voort) zien meegenomen. Daarbij kan dan ook worden gekeken naar het meest voor komende inkomen, het inko men dat door een meerderheid van de werknemers wordt verdiend. Het VNO denkt aan een berekening op basis van CBS-gegevens. In 1973 vielen de meeste werknemers in inkomen tus sen de 10.000 en 20.000 bruto per jaar. Gemiddeld verdien den ze 17.063. Herberekend naar 1980 komt het gemiddelde inkomen op 29.308 uit. Door Ido Broersma DEN HAAG - De hogerbetaalden hebben tussen 1970 en 1982 het meeste salaris ingeleverd. Het minimumloon 25.850 in 1982) steeg in die periode het sterkst: met 28 procent. De mo dale inkomenstrekker 36.000 in 1982) ging er slechts 4 pro cent op vooruit. Dit zeer globale beeld is het resultaat van berekeningen, die het Centraal Planbureau, een van de rekenbureaus van de regering, kortgeleden heeft gemaakt. De oorzaken van het zo dicht op elkaar komen van het mi nimumloon en het modale inkomen zijn velerlei. Zo heeft de belasting- en premiedruk van de achtereenvolgende rege ringen zijn gevolgen gehad. Ook het toekennen van loons verhogingen in centen in plaats van procenten, waar de vak bonden in de zeventiger jaren sterk voor pleitten, heeft zijn gevolgen gehad. De werkgevers, die nu de sterke nivelleringseffecten be treuren, hebben zelf bij de cao-onderhandelingen voor een deel meegewerkt aan het bij elkaar komen van de inko mensklassen. Met de vakbonden sloten zij cao's af, waarin voor de laagstbetaalden minimumloonsverbeteringen voor kwamen. In bijgaand staatje zijn de procentuele ontwikkelingen van de inkomens tussen 1970 en 1982 te zien en die verwachte ontwikkeling voor 1983. Het CPB, dat het staatje opstelde, erkent dat de uitkomsten een scheef beeld kunnen geven. De loonsverhogingen door promotie, hogere inschaling en over werk zijn niet meegerekend. Wel is rekening gehouden met de prijsstijgingen. De uitkomsten zijn netto, dus na aftrek van belastingen en sociale premies. Voor de berekeningen van het modale inkomen is van 1975 als basisjaar uitgegaan. De positieve ontwikkeling van 4 x modaal in 1983 is geba seerd op de verwachting dat de vakantieuitkering niet aan een maximum wordt gebonden. inkomensklasse 70-82 70-75 75-80 80-82 83 minimum-loon +28 +22 +8 -3 -2 a -2,5 (25.850 in 1982) modaal( 36.000 in +4 +8 +2 -6 -2,5 a -3 1982) 2 x modaal -8 +4 -4 -8 -3,5 a -4 4 x modaal -14 -2 -5 -8 )4 a +1

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 25