Jan Modaal
bestaat niet
Ambtenaren gingen
er sinds 1979
3 op achteruit
MAAR DE POLITIEK
IS ER TEVREDEN MEE
Hogerbetaalde leverde
het meeste salaris in
M
ZATERDAG 7 ME11983
DlBTHM
EXTRA
j"
slangstelling
\andacht
TILBURG
Prof.Schouten wil
over de inhoud van
het plan nog weinig
kwijt.
Prof.Schouten wil problemen
internationaal aanpakken
Opleving
De Nederlandse economen
in de voetsporen
van prof. Jan Tinbergen
en drs. Jan Pronk
als wereldverbeteraars
Verwarring
Gehuwde werknemer
Maar 14 procent
Duidelijker
Overtuiging
Verwonderlijk
kalm
Omlaag
Niet tegen
Concreter
T45
GODFRIED Egelie bij zijn stj
object: het gietijzeren weg krui
J - FOTO JACQ. PEE»
rvoor, zijn van Franse herkon„;
kleiner aantal komt uit België ei
tsland", zo schrijft Egelie.
Bij een oppervlakkige beschoj
ig wordt het al duidelijk dat bij J
ijzeren wegkruisen in LimburJ
gesproken kan worden van i
aaide stijl. Bij sommige krui,.
de ornamenten ontleend aan
Ische bouwstijl, voor andere ont-|
•pen komen de motieven uit de le.
ide natuur. Bij de meeste type,
t het echter om mengvormen. Var,,
jrofane symbolen zijn urn, dovenl
fakkel en zandloper het meest all
ament in gietijzeren kruisen ver!
•kt. Van christelijke origine zjjJ
ercombinaties als IHS en AT
ist lijdenswerktuigen, driehoi
t Oog Gods en heilig Hart. Motie!
i uit de plantenwereld zijn voornal
lijk klimop, wijnrank, lisdodde en'
javer. De ornamenten bevestiger,
de gietijzeren kruisen, die lang
wegen in Limburg zijn geplaatsL
>r de gieterijen in feite waren ontl
rpen als grafteken." f
Igelie: „Gietijzer was trouwen!
ieger een teken van armoede, jj
ft gietijzeren kruisen aan waarl
irheen een laagje zandsteen zjt|
t is gewoon om te verbloemen c
n het niet zo breed had".
lodf ried Egelie heeft driejaar lar,[
weggetjes in Limburg afgereden
te inventariseren. „Vanuit onj
s in Cadier in Keer ondernam
tochten. Soms moest ik uit de auto|
dat de weggetjes te smal of om ml
iere reden onbegaanbaar waren"!
•telt Egelie. Zijn tochten leiddi
m ook over alle kerkhoven vi
nburg, want ook die kruisen het.
geïnventariseerd, voor een vol
ide publicatie wellicht,
ïgelie is blij dat er momenteel f
mieuwde belangstelling besta,
jr de wegkruisen en veldkapeller.
et zou doodzonde zijn als al die moj
menten verdwijnen. Er zijn er.
reel weg. Hier, dit kruis", en Egel'
jst naar het kruis voor de boeker
st, "dat heb ik gevonden in
ilcontainer op een kerkhof. Ik l
t schoon geborsteld en opnieuw g
rfd; moet je eens zien. Dat is to
achtig."Het boek „Gietijzeren weg
uisen in Limburg" is ook „opgedr
n aan allen, die wegkruisen
ldkapellen met hun zorgen omgeJ
n".
Er komt een gulle lach over Egelie
pen als hem gevraagd wordt na
t hoe en waarom van de carnaval
derscheidingen van de Weert
[gstaekers. „Dat is al zoiets. Sis
77 geeft de Rogstaekers elk jaar e
nanak uit, die gewijd is aan mor.J
enten in Weert. Ik doe ook meeaaf
ït samenstellen van die almanakj
ndaar die onderscheidingen."
Als wetenschapsman werpt E
ichts stellingen op als hij het bevi
in aandragen. Hij veronderste
sl, maar hij beweert niets vóóri
t bewijs is geleverd. Herhaalde!)J
jst hij op publicaties en bewerr
■n, waarin zaken worden geste
e niet bewezen zijn. „Dat is on
gt Egelie.
odfried Egelie wil als wetenschap
:r alles bewezen zien en tegelijker
d is hij een diep gelovig kathoM
at blijkt ook uit de ondertitelregi
zijn boek:,,Zij zullen opzien
am, die zij hebben doorstoken".
„Bij vrijwillige werkloosheid
t anders. Een vakantie is toch c
ik, omdat je weet dat je erna wee
n de slag kunt? Dat werkt bij ee
igere periode van verlof precies
n vrijwillig werkloze kan -stel»
a voor- goed van zijn jaar verlof ge
eten, omdat hij de zekerheid heel
t hij daarna zijn werk kan voort
tten".
Een positieve factor is volgens hen
at bij een wisselend resevoir v"
'erklozen meer aandacht kan korn
por allerlei zaken in de maatschap
j, die in de Nederlandse samenj
ng een beetje tussen wal en scr
jn geraakt. n
„Neem de dienstverlening",
ij. „Misschien kan dat allemaal'
linder professioneel werken. NUJ
at verkokerd: overal zijn wel f"
aepskrachten voor. Met meer vr
jd krijgen we waarschijnlijk
eer wat meer tijd voor elkaar. O
an het bejaardenwerk en de zie»
>rg. Toch al net de sectoren waan
irs bezuinigd moet worden.
ihien ook een aanleiding voor WW
n om zelf weer eens wat taken °P1
ikken". J
De Oudenbosschenaar moet ers»j
en, dat vooral mensen met een hor
opleiding zich voor zijn P>anr
illen interesseren. „Zij weten
:ije tijd doorgaans meer raad. "1
eroep, studie en hobby liggen
icht bij elkaar, terwijl een M
aleiding ook een grotere interf"a
:eer met zich meebrengt. En
e nuchter zijn: ze hebben ook do
ere inkomens om zich tot een la»
verlof aangesproken te voelen
Drs. Daeter hoopt nu dat vers®1
nde universiteiten de planner:
i andere -en met name verstedewfl
gebieden- op de haalbaarheid
•n toetsen. Daarna kan Nedet»
ich volgens hem in een interes-
iscussie storten.
Dit onderwerp heeft toch auf
ïenten in zich heeft van een
ïaatschappelijke discussie'?
en maar, dat de respons gr°J
an bij de maatschappelijke chsC
ver kernenergie. Hier is ^e
echtstreeks bij betrokken. j jj
eeft er toch ideeën over. Laat 0
erlander zich daar -ik stel zelfs
ia een breed referendum- zd" f
ing maar eens over geven. V»
ok de politieke partijen aan*"'
Door Ido Broersma
Hij is bang dat de SER-
collega's hem als voorzitter
van de betreffende commis
sie zullen uitmaken voor
„dondersteen". „Nee, ik zeg
niets."
Toch kan Schouten het
niet nalaten zijn nieuwe
aanpak „een snoepje van
een plan" te noemen. „Het is
om te zoenen, zo mooi.
Maar," voegt hij er direct
aan toe, „of het uitgevoerd
wordt is een tweede."
Dat maakt nieuwsgierig
en na lang doorvragen laat
Schouten iets doorscheme
ren. „Er zit van alles wat in,
maar 't is echt een nieuw
plan voor de wereldecono
mie."
Zo langzamerhand ont
staat het volgende beeld.
Ontwikkelingshulp in de
vorm van gratis kredietver
strekking aan ontwikke
lingslanden, stimulering
van investeringen met be
hulp van lagere rente
(„daarvoor moet meer ge
spaard worden via vermin
dering van de financierings
tekorten van de overhe
den"), controle op de geld
stromen naar ontwikke
lingslanden, een tijdelijke
verruiming van het finan
cieringstekort en een poli
tiek van zeer beperkte loon
ontwikkeling.
„Het moet dan wel goed
worden gecoördineerd, om
protectionisme te voorko
men. Anders ontstaat de
zelfde situatie als in de der
tiger jaren, toen elk land op
eigen houtje z'n problemen
probeerde op te lossen."
„Snoepje van een plan"
moet economie redden
TILBURG - Nog maar nauwelijks is z'n plan van
loonbevriezing en belastingverlaging in de bureaula
verdwenen omdat de politiek niet wilde meewerken of
de Tilburgse hoogleraar D.B.J.Schouten is al weer be
zig met een nieuw plan. Dat plan moet van wereldwij
de omvang worden, al weet Schouten nog niet of hij de
steun van collega-economen in de SER-commissie van
economische deskundigen krijgt. Kortgeleden werd
even stil gestaan bij het feit dat Schouten 25 jaar lid
was van de SER.
„We zitten er van de Westerse industrielanden het
slechtste bij, maar we zijn potentieel het beste. We
hebben de beste mensen, hebben de beste financiële en
commerciële zin. We zijn het handigste, nuchterste en
een niet opgewonden volk. Het is een geweldig poten
tieel. Nederland is goed. We hadden een geweldig in
ternationaal vertrouwen, maar we doen het slecht.
Dat is toch belachelijk", verzucht de hoogleraar, toch
tevreden aan zijn pijpje lurkend in het hoofdgebouw
van de Tilburgse hogeschool.
Maar als alle landen de
zelfde maatregelen gaan ne
men wordt de concurrentie
toch niet bevorderd?
„Als alle landen het plan-
Schouten tegelijkertijd uit
voeren krijg je een opleving
van de wereldconjunctuur.
In deze geest moet het toch
gezocht worden. Op de een
of andere wijze moeten we
voorkomen dat de bestedin
gen achterblijven bij wat er
geproduceerd kan worden.
Als er bij lichte inflatie, con
stante geldlonen en meer af
zet naar ontwikkelingslan
den weer winst wordt ge
maakt is het plan het ei van
Columbus. Natuurlijk geloof
ik in een internationale aan
pak van het plan-Schouten.
Maar wacht maar af tot het
plan wordt gepresenteerd."
Schouten is er als echte
denkwetenschapper de man
niet naar om zich een mis
kend genie te voelen toen
zijn op nationale leest ge
schoeide plan eind vorig
jaar door een minderheid
van de Nederlandse econo
men en de CDA-WD-
machtspolitiek in de wind
werd geslagen. De hoogle
raar voelt zich nog steeds bij
het CDA thuis. Toch wat na-
mokkend zegt hij: ,,'t Gaat
Prof. dr. D.B.J. Schouten
mij niet om het gelijk krij
gen of hebben, 't Gaat me er
om of we in ons land ver
standige politiek bedrijven.
Dat is niet het geval. Ik ben
teleurgesteld dat het zo
slecht gaat."
Maar waarom haalt u uw
plan niet weer uit de bu
reaula? Door de premiever
hoging is er immers weer
nettoloonsverlaging?
Schouten, wat gelaten: ,,'t
Kan niet. Het Nederlandse
volk heeft een regeringscoa
litie gekozen. Die heeft ge
kozen voor bezuinigen en
verkleinen van het financie
ringstekort en lucht geven
aan het bedrijfsleven. Dat
moet men maar uitvoeren."
Door Ido Broersma
DEN HAAG - De ambtenaren, exclusief het onderwijzend
Personeel en de werknemers in de niet-commerciële dien
stensector, zijn sinds 1979 gemiddeld 3 procent in salaris ge
zakt. Dat komt door de toegepaste salariskortingen en ande
re bezuinigingsmaatregelen.
Volgens het Centraal Planbureau is het vrijwel onmoge-
kjk een helemaal kloppend beeld van vergelijkbare inko
mensverhoudingen van ambtenaren en werknemers in het
bedrijfsleven te geven. In de eerste plaats komt dat door de
verschillende soorten ambtenaren (rijk, provincie, gemeen
te, waterstaat) en de verschillende ziektekostensystemen en
dergelijke. Verder ontbreken de juiste gegevens van de
werknemers in het bedrijfsleven. De jarenlange discussie
over het pakketevergelijkend inkomensonderzoek tussen
I ambtenaren en werknemers in het bedrijfsleven toont aan
boe ingewikkeld het allemaal is.
Toch heeft het Centraal Planbureau in de Macro-Econo-
I mische Verkenning 1983 uitgerekend dat het netto-inkomen
van de gemiddelde ambtenaar sinds 1982 niet meer noe
menswaardig afwijkt van het netto-inkomen van de gemid
delde werknemer in het bedrijfsleven. Wel kwam uit de be
rekeningen naar voren dat de lagere ambtenaar beter wordt
betaald dan de vergelijkbare werknemer in het bedrijfsle
ven. Zo ligt het minimumloon van een ambtenaar 13 procent
boger.
Het Centraal Planbureau heeft geen cijfers van de ont
wikkeling van de ambtenarensalarissen sinds 1970. Pas in
'978, vóór de eerste kortingen op grond van Bestek '81, is
men de ambtenarensalarissen bij gaan houden.
De salarisontwikkelingen van de ambtenaren geven over
1978 tot en met 1983 het volgende, door het CPB uitgerekende
beeld. Bij 4 x modaal is rekening gehouden met een maxi
mum-vakantieuitkering.
inkomensklasse 1978
Door Ido Broersma
DEN HAAG - Ons land kent 3
Tekenbureaus van de overheid
die zich ondermeer bezighou
den met het op een rijtje van
onze lonen en inkomens. Het
Centraal Planbureau rekent
vooral gegevens uit waar de
regering het inkomensbeleid
voor de toekomst op bouwt.
Het Centraal Bureau voor
de Statistiek stelt op basis van
onderzoeken gegevens op over
de werkelijk verdiende lonen
en rekent de vermogens mee.
Het Sociaal en Cultureel
Planbureau doet regelmatig
onderzoek waar het sociaal-
culturele aspect in meespeelt
Elk van de 3 heeft z'n eigen
berekeningsmodellen, maar
allen hebben het nadeel dat ze
een te globaal beeld van de in
komens en lonen geven. Op de
statistieken van het CBS is
geen inkomensbeleid te voe
ren, omdat het vaak verou
derd materiaal is. Het SCPB
wordt in de politiek nauwe
lijks serieus genomen. Blijft
over het CPB, dat misschien te
serieus wordt genomen, omdat
er geen beter materiaal is.
minimumloon +4 a 4,5
modaaltnetto +2,2
f26.000 in'82)
I 2x modaal +lal,5
['«modaal +lèl,5
1979
1980
1981
1982
1983
*-1
+0,5
-1,5
-3,3
-4
-55
-2,5
-2,5
-3,5 a 4
4,5
-0,5
-1
-3 a 3,5
-3,5
-5
-5,5-6
-3,5-4
-4
-4,5 a 4
-2,2 3
De CPB-cijfers geven dik
wijls aanleiding tot verwar
ring bij de mensen, die de een
paar keer per jaar verschij
nende „koopkrachtplaatjes" of
„inkomensplaatjes" gaan na
rekenen. Ze komen dan al
gauw tot de conclusie dat er
wat hun inkomen betreft geen
biet van klopt. Hun inkomen
wijkt sterk af van het beeld,
dat het Centraal Planbureau
geeft.
Een andere oorzaak van de
verwarring is het woord „in
komensplaatje": „Waar is zo'n
plaatje te krijgen? Waar kun
je dat koopkrachtplaatje ko
pen?"
De koopkrachtberekeningen
van het CPB draaien om het
begrip modaal inkomen, dat
jaarlijks of meerdere keren
met de computer wordt vast
gesteld. De regering gebruikt
het modale inkomen vooral bij
de voorbereiding van het so
ciaal-economisch beleid, waar
het inkomensbeleid een be
langrijk onderdeel van is. Het
modale - gemiddelde - inko
men is dan altijd een ver
wachte ontwikkeling.
Het CPB definiëert het mo
dale inkomen als het inkomen,
dat een gehuwde werknemer
met 2 kinderen tot 16 jaar ver
dient, en rond dat af tot net
onder de premiegrens van de
Ziekenfondswet. Het modaal
inkomen, bekend geworden
onder de naam Jan Modaal,
variëert van jaar tot jaar en is
uitsluitend een willekeurig re
kenmodel. Jan Modaal bestaat
dus eigenlijk niet.
De werkgeversorganisatie
VNO wees hierop in z'n
„Boekje over inkomens '79-81".
Het statistische begrip modaal
geeft volstrekt niet de feitelij
ke inkomensontwikkeling van
individuele werknemers weer,
stelde het VNO. Het gevolg
van het gebruik van het be
grip is dat de werknemers
vaststellen dat hun inkomen
langzamer stijgt dan het mo
dale inkomen. Werknemers,
die eens meer dan het modale
inkomen verdienden, zijn daar
later onder gekomen.
Bovendien, zei het VNO op
grond van een CBS-onder-
zoek, valt maar 14 procent van
de huishoudens onder de defi
nitie gehuwde werknemer met
2 kinderen tot 16 jaar enzo
voort. Er wordt rekening ge
houden met 1 individueel in
komen, terwijl er per werkne
mersgezin met 2 kinderen ge
middeld 1,7 inkomens zijn.
De Vakcentrale voor Mid
delbaar en Hoger Personeel-
heeft het ook niet begrepen op
Jan Modaal. Maar 1 procent
van alle werkenden in ons
land- valt onder de huidige
koopkrachtberekeningen, zegt
de VMHP, De vakcentrale be
pleit dan ook een ander meet-
Ook het CNV heeft zich ooit
voor een duidelijker meetpunt
uitgesproken. Men vond dat er
meer naar het netto-inkomen
moet worden gekeken.
Maar de politiek wil er niet
aan. De reden is onduidelijk,
maar men lijkt tevreden met
de CPB-berekeningen van het
begrip modaal. Afwijkingen
zijn er nauwelijks. Bij benade
ring kunnen koopkrachtont
wikkelingen worden vastge
steld. Gebruik van het begrip
modaal hoeft niet tot onover
komelijke bezwaren te leiden,
zei vorig jaar Joop den Uyl, als
minister van sociale zaken en
werkgelegenheid. De politiek
heeft vrede met modaal.
Maar de opiniepeilingen van
nu geven wat anders aan.
„1982 was het jaar van de
waarheid. Men heeft toen
het plan-Schouten laten val
len. De PvdA, D'66 en de
vakbeweging waren min of
meer voor. Deze groepen
hebben hun kansen niet ge
kregen. 't Roer nu omgooien,
dat gaat natuurlijk niet."
Bent u niet bang dat Ne
derland door deze politiek
verder in 't moeras zakt?
„Ja, natuurlijk. Nederland
doet het stukken slechter
dan welk ander land ook.
We kunnen niet de schuld op
een ander schuiven, want
wij zijn de schuldigen. We
reageren niet gepast op het
buitenland. Niet op het ge
bied van de loonpolitiek,
prijsconcurrentie en budget-
politiek. Dan krijg je meer
werkloosheid in plaats van
minder."
Hoe komt het dat belang
rijke beleidsbepalende eco
nomen als prof. Korteweg en
prof. Rutten dat niet willen
inzien? Is het de machtspo
sitie van de banken?
Schouten, geduldig ant
woordend na een tevreden
trekje aan zijn pijp: „Nee,
dat is hun serieuze overtui
ging. Misschien zijn ze te
veel beïnvloed door de Ame
rikaanse literatuur, terwijl
de Nederlandse de meeste
Nederlandse economen heeft
beïnvloed. Naar mijn be
scheiden mening is de Ne
derlandse, ondermeer door
het Centraal Planbureau,
wel beter. Onze economische
wetenschap staat op een
zeer hoog peil. Je kunt niet
zo maar de Amerikaanse op
vattingen in Nederland toe
passen. Ze zeggen ook dat
het de eerste 6 jaar nog
slecht gaat, maar op de lan
ge termijn gaat het goed.
Nou ja, dat moet je geloven
of niet." De hoogleraar
schiet in de lach en zegt even
later: „Misschien komen ze
nu wel tot de conclusie dat
het geen 6 jaar duurt, maar
20 jaar".
Is de professor niet bang
voor de gevolgen van de be
zuinigingen? Hoe lang pik
ken de mensen die nog?
„Dat weet ik niet. De
mensen zijn nog verwonder
lijk kalm. Maar 't is in de
huidige omstandigheden
niet zo vervelend om werk
loos te zijn."
Wat bedoelt u?
„Je komt niet van de hon
ger om. Je hebt, als je bij
voorbeeld in de vut zit, de
vrijheid om wat aan de we
tenschap te doen en neven
baantjes te krijgen. Dan kun
je er zelfs op vooruitgaan.
Zoveel mensen worden er
niet slechter van als je offi
cieel werkloos wordt. Als de
gewone man maar een klein
beetje kan schnabbelen dan
heeft-ie het beter dan een
werknemer."
Desgevraagd geeft de
hoogleraar toe dat de sociale
uitkeringen wel wat omlaag
kunnen. Niet zo radicaal als
de regering doet, maar wat
geleidelijker, want anders
wordt er nog minder be
steed. „Uiteindelijk moeten
we het toch hebben van de
werknemers in het bedrijfs
leven".
Maar waarom moet je de
rekening leggen bij de men
sen die vaak niet eens kun
nen helpen dat ze werkloos
zijn? 't Zijn toch slachtoffers
van de economie?
Schouten blijft zeer be
daard. ,,'t Zijn geen slachtof
fers. Ik zie talloze uitke
ringstrekkers die het beter
hebben dan wij, die hard
werken."
Is daar een objectieve
norm voor?
„Er is een enorme zwarte
sector. Ik vind dat a-sociaal.
We moeten een prikkel ge
ven om officieel te werken.
Door bijvoorbeeld de af
stand tussen de lonen en de
uitkeringen te vergroten."
Prof. Schouten heeft wei
nig op met arbeidstijdver
korting. Die stond niet in
zijn plan en zal ook niet in
zijn nieuwe plan komen als
het aan hem ligt.
„Ik ben niet tegen, laat ik
het zo zeggen. Maar als je al
le loonruimte daarvan gaat
gebruiken heb je geen ren
dementsherstel meer. Deel
tijdbanen, ja, die zie ik als
een nieuwe culturele ont
wikkeling van het moderne
samenlevingsverband.
Als ik vandaag een deel
tijdbaan zou krijgen ga ik
thuis even hard studeren als
hier achter dit bureau. Deel
tijdbanen zijn alleen maar
voor bepaalde beroepen ge
schikt. Voor routine-arbeid
is deeltijdarbeid ideaal. Als
ik geïnspireerd ben door m'n
vak, en dat geldt voor elke
wetenschapper, dan ben ik
toch de hele tijd aan het
denken. Ook al lig ik in de
tuin op m'n rug."
punt. Ze denkt aan berekenin
gen voor werknemers in het
bedrijfsleven, voor overheids
personeel, voor arbeidsonge
schikten, werklozen, ouderen
en jongeren, gezinssituaties en
dergelijke.
Het VNO geeft wat concre
ter aan hoe koopkrachtbere
keningen er uit moeten zien.
De werkgeversorganisatie wil
de bruto- en netto-invloed van
bepaalde maatregelen op veel
voorkomende inkomens
20.000, 30.000, 40.000 enzo
voort) zien meegenomen.
Daarbij kan dan ook worden
gekeken naar het meest voor
komende inkomen, het inko
men dat door een meerderheid
van de werknemers wordt
verdiend. Het VNO denkt aan
een berekening op basis van
CBS-gegevens.
In 1973 vielen de meeste
werknemers in inkomen tus
sen de 10.000 en 20.000 bruto
per jaar. Gemiddeld verdien
den ze 17.063. Herberekend
naar 1980 komt het gemiddelde
inkomen op 29.308 uit.
Door Ido Broersma
DEN HAAG - De hogerbetaalden hebben tussen 1970 en 1982
het meeste salaris ingeleverd. Het minimumloon 25.850 in
1982) steeg in die periode het sterkst: met 28 procent. De mo
dale inkomenstrekker 36.000 in 1982) ging er slechts 4 pro
cent op vooruit.
Dit zeer globale beeld is het resultaat van berekeningen,
die het Centraal Planbureau, een van de rekenbureaus van
de regering, kortgeleden heeft gemaakt.
De oorzaken van het zo dicht op elkaar komen van het mi
nimumloon en het modale inkomen zijn velerlei. Zo heeft de
belasting- en premiedruk van de achtereenvolgende rege
ringen zijn gevolgen gehad. Ook het toekennen van loons
verhogingen in centen in plaats van procenten, waar de vak
bonden in de zeventiger jaren sterk voor pleitten, heeft zijn
gevolgen gehad.
De werkgevers, die nu de sterke nivelleringseffecten be
treuren, hebben zelf bij de cao-onderhandelingen voor een
deel meegewerkt aan het bij elkaar komen van de inko
mensklassen. Met de vakbonden sloten zij cao's af, waarin
voor de laagstbetaalden minimumloonsverbeteringen voor
kwamen.
In bijgaand staatje zijn de procentuele ontwikkelingen
van de inkomens tussen 1970 en 1982 te zien en die verwachte
ontwikkeling voor 1983. Het CPB, dat het staatje opstelde,
erkent dat de uitkomsten een scheef beeld kunnen geven. De
loonsverhogingen door promotie, hogere inschaling en over
werk zijn niet meegerekend. Wel is rekening gehouden met
de prijsstijgingen. De uitkomsten zijn netto, dus na aftrek
van belastingen en sociale premies. Voor de berekeningen
van het modale inkomen is van 1975 als basisjaar uitgegaan.
De positieve ontwikkeling van 4 x modaal in 1983 is geba
seerd op de verwachting dat de vakantieuitkering niet aan
een maximum wordt gebonden.
inkomensklasse
70-82
70-75
75-80
80-82
83
minimum-loon
+28
+22
+8
-3
-2 a -2,5
(25.850 in 1982)
modaal( 36.000 in
+4
+8
+2
-6
-2,5 a -3
1982)
2 x modaal
-8
+4
-4
-8
-3,5 a -4
4 x modaal
-14
-2
-5
-8
)4 a +1