TW. 9.TEMS/OCn£ Fysiotherapeuten bedenken een revolutie voor de sportschoen i 1 rderlngen door Ted van Leeuwen T44 Inlegzoolljes als „Ei van Cnlumbus" MAASTRICHT - In het zog van het intussen enorme leger joggers, trimmers en andere afstandsvreters, voetballers, hockeyers, volleyballers en atleten is een groeiend aantal blessures van grote variëteit meegeslopen. Enkel-kwetsuren, mgppijnen, ongerief in de nek, versleten knieen en liesblessures zijn schering en inslag bij doe-het-zelf-sporters en gerichte beoefenaren van sport in het algemeen. Per jaar worden, zo verteld ons het boek'Sport wetenschappelijk onderzocht', 1,176.000 sportblessures geregistreerd. Een enorm aantal dat vooral gescoord wordt door actieven in de leeftijd van 16 tot 45 jaar. Een kwart van de mensen in die leeftijdsgroep die aan sport doet raakt minstens een keer per jaar geblesseerd. Met 51 procent zijn voetbal en hockey de'gevaarlijkste' sportieve bezigheden, terwijl 35 procent van de blessures zich herhaalt. Vooral die van de enkel. Cijfers die schreeuwen om een serieuze aanpak van een probleem dat ieder jaar, door een toename van de vrije tijd, groter wordt. Leendert Parent en Fred Scheppers, twee fysiotherapeuten die samen ook de diploma s acupuncturist, podologie en leraar lichamelijke opvoeding in hun bagage hebben, projecteerden hun niet geringe kennis op de sport en zijn tot de conclusie gekomen misschien het 'Ei van Columbus' te hebben uitgevonden voor sporters. De podologie, de voetenleer, is de pijler waarop ze hun veronderstellingen hebben gebouwd. Hun bevindingen en redenaties gaan uit van preventie: het voorkomen van blessures, dan wel de kans op blessures reduceren. Via een simpel inlegzooltje in de sportschoen is de kans op een kwetsuur veel geringer en, zo denken Scheppers en Parent verder: de prestaties kunnen er veel beter door worden. Een opmerkelijke theorie die eigenlijk te simpel is om waar te zijn. Luister naar Leendert Parent: „De voetspiegel van de mens leert ons op welke plaatsen het toch zware lichaam gedragen wordt door de voet. Die voet kan slap zijn of gespannen. Bij sportlieden zijn de voeten doorgaans erg gespannen, veel meer in ieder geval dan bij de gemiddelde mens. De bestaande voetbalschoenen zijn er niet op gemaakt om de spanning van de voet weg te nemen. De ingebouwde voetkussentjes zijn weliswaar allemaal goed bedoeld, hun uitwerking is vaak averechts. In plaats van de spanning van de voet te nemen, wordt die spanning juist extra versterkt met alle risico's voor blessures vandien". Parent en Scheppers hebben in hun praktijk, die ze beurtelings in Maastricht en Breukelen voeren, al heel wat mensen met speciaal gemaakte inlegzooltjes van rug-, maag-, enkel- en nekpijnen kunnen afhelpen door via prikkels onder de voet spanning weg te nemen die doorwerkt op de gewenste plaats in het lichaam. „Onder de voet kunnen we met gericht aangebrachte verdikkingen op zo 'n inlegzooltje de plaatsen in het lichaam bereiken waar de klachten zich op concentreren", legt Fred Scheppers uit. „Tot dusver heeft nooit iemand eraan gedacht dit gegeven in de sport te gebruiken. Het is beslist niet zo dat we alleen maar een leuk verhaaltje willen vertellen en verder niks. We willen graag bewijzen dat de dingen die we zien, die we zelf ondervonden hebben, voor sporters een grote hulp kunnen zijn. Wat we doen is eigenlijk de synthese van alles wat we geleerd hebben. We kennen de techniek om de spanning van de voet te nemen en bepaalde plaatsen te prikkelen en die willen we toepassen in de sport. Het wachten is alleen nog op de voetbalclub, atletiekvereniging of wie dan ook die ons de kans geeft om onze ideeën ook daadwerkelijk in praktijk te brengen. Onze ervaringen tot dusver zijn ongelooflijk en dan hebben we het alleen nog maar over de voeten gehad". Parent, de gymnastiekleraar, is de man met het meeste ervaring en inzicht in de sport. De laatste tijd is hij zich specifiek op allerlei aspecten rond blessures gaan concentreren en is eigenlijk geschrokken van zijn bevinden. „Laatst las ik in de krant dat 28 beroepsvoetballers in een weekeinde niet konden spelen. Geblesseerd. 25 procent van hen had enkelklachten. Dat is verschrikkelijk veel. In iedere voetbalschoen zit een prachtig voetbed ingebouwd dat eigenlijk alleen geschikt is voor een slappe voet. En die komt bij voetballers zelden voor. Het gevolg van dat voetbed is, dat de spanning op de voeten nog groter wordt. De spieren gaan nog harder trekken, de druk op de aanhechting wordt steeds groter, de pezen krijgen het zwaar te verduren. Dat leidt onvermijdelijk tot blessures. Als ik lees dat Willem van Hanegem het liefst op zijn oude afgesleten voetbalkloffies speelt zegt mij dat genoeg. Bovendien weet ik dat heel veel profvoetballers s morgens bijna niet kunnen lopen van de pijn aan hun achillespezen. Dat is toch te gek. Vandaar dat wij zeggen: sloop het voetbed uit die schoen en leg er een aan de voet aangepast zooltje in. Dat zou veel ellende voorkomen. Vooral bij sporters die hun voeten wel 100 keer zo zwaar belasten als gewone mensen. Atleten zijn ook enorm vaak geblesseerd. Voetballers kunnen een schop krijgen, maar atleten zijn veel minder aan gevaar blootgesteld. Daarom begrijp ik dat ook niet zo goed". De vraag die zich opdringt bij het aanhoren van het verhaal van Parent en Scheppers is even simpel als hun verhaal: waarom is in tientallen jaren topsport nooit iemand op het in wezen toch simpele idee van inlegzooltjes gekomen? Waarom stapt Willem van Hanegem na 20 jaar topvoetbal met versleten enkels in de normale burgermaatschappij terwijl hij mét een stukje leer in zij n schoenen misschien nooit last gehad zou hebben? „Klopt", geeft Parent grif toe, „als je het ziet zeg je: het is belachelijk dat het werkt. Maar het werkt echt. Ik durf dat best te zeggen. In feite worden de voeten door zo 'n inlegzooltje permanent 'behandeld' al die uren dat je erop staat. Daarom is het ook zo simpel. De voeten krijgen de hele dag steun op de plaatsen die voor een optimale ontspanning zorgen. Daarom moet je een sportschoen ook individueel aanpassen. Ik realiseer me wel degelijk dat als onze beweringen daadwerkelijk op grote schaal blijken te kloppen, dat de gevolgen voor de internationale topsport gigantisch zijn. We hebben alle grote sportschoenenfabrikanten aangeschreven en onze inlegzooltj es-theorie Leendert Parent: „De voetspiegel van de mens leert ons op welke plaatsen het toch zware lichaam gedragen wordt door de voet. - fotoaudet uitgelegd. De reacties vallen vooralsnog tegen. We willen komen tot een sportschoen zonder binnenwerk. Via een eenvoudig systeem zou in de winkel bij het kopen van een sportschoen het beste inlegzooltje, dus aangepast aan de voet van de koper, meegeleverd moeten worden". Fred Scheppers, zelf enthousiast jogger en wielrenner, is op zijn jacht naar de 'ideale' schoen tot in Haarlem geweest, waar hij bij ex-topatleet Ruud Wielart een paar kocht voor 235 gulden. Hoewel hij de schoen niet afkraakt, vind hij hem verre van ideaal. Scheppers: „Al die verhogingen en kussentjes zijn niet per definitie goed. In de fabriek wordt bepaald op welke plaatsen de voet een prikkel zal krijgen. Dat is te gek om los te lopen. Iedere voet is anders, heeft andere prikkels nodig. Iedereen zegt dat ons idee met die inlegzoolljes logisch is, maar niemand die er iets aan doet". Enkelblessures, rugblessures, liesblessures, ze lijken allemaal veel minder kans te krijgen als de zooltjes-theorie van Scheppers en Parent in de praktijk ook op topsportniveau blijkt te voldoen. Als dat zo is, gaat een hele nieuwe wereld open, zo voorspellen ze. Parent: „Ik heb laatst een filmstudie gezien van een marathon-loper. Ik werd gewoon bang toen ik zag hoe zijn voeten steeds neerkwamen, hoe steeds dat hele gewicht op een heel gering oppervlak van de voet gedrukt werd. Bij het afzetten ging steeds weer, 42 kilometer lang, enorm veel energie ongebruikt verloren, omdat die loper door een oorzaak waar hij verder niks aan kan doen, een slechte techniek had. Door prikkeling via zo 'n zooltje onder de voet is het mogelijk om correcties aan te brengen. Zo 'n atleet zal daardoor minder snel moe zijn, veel efficiënter zijn krachten gebruiken en dus veel snellere tijden kunnen realiseren". Daags na het gesprek, 48 uur na de marathon van Rotterdam, Leendert Parent aan de telefoon. „Heb je die De Castella zien lopen? Wat een kracht, wat een motivatie. Maar vooralwat ging er veel energie onnodig verloren bij die jongen. Ik zou wel eens willen meemaken als hij met zon inlegzooltje zou lopen. Hij zou een veel betere tijd maken. Kregen we de kans maar om ons gelijk te bewijzen. Want ik blijf erbijwij hebben het ei van Columbus gevonden". borduren zonder k. Voor informatie iteur (altijd dezell- e automaat. Geen Real Sociedad: vertegenwoordiger tegen wil en dank nctip'if atruste?u'> een fan de vijf spelers van Real Sociedad die de afgelopen zomer in de F ]arnen tijdens het wereldkampioenschap in Spanje. Satrustequi vliegt hier over dpei/1?6-! 'ceePer Peter Shilton heen. Phil Thompson middenen Terry Butcher (ge- eiijk verborgen achter Satrustequi) kijken toe. - foto archief de stem door Ted van Leeuwen SAN SEBASTIAN - In Spanje wordt weieens beweerd, dat de meest treffende wraak der Basken op de Spanjaarden Real Sociedad is, de voetbalclub van San Sebasti&n, het Baskische bolwerk aan de Golf van Biscaje. Er is niemand die met dorre feiten de juistheid van deze stelling kan aantonen. Maar er staat ook geen mens op, die kan weerleggen dat Real Sociedad veel Spanjaarden dwars zit met de in 1981 en '82 behaalde landskampioenschappen. De Spaanse 'onderdrukker' was op ten minste één terrein overvleugeld, het voetbalveld. 'Spanje', en vooral 'Madrid' zijn gehate begrippen in Baskenland. En niet alleen bij de vrijheidsstrijders, die de provincie graag in een eigen staat veranderd willen zien, maar ook bij minder militante leden van de bevolking. Vooral onder het regime van Franco voelden zij zich onderdrukt. Het gebruik van de Baskische taal was zowel in woord als geschrift verboden en ofschoon er tegenwoordig een andere wind door de regeringsgebouwen waait, voelen vele Basken zich nog steeds achtergesteld door en bij „Madrid". Het enige dat de vreugde enigzins temperde, was het feit dat Real Sociedad Spanje in de Europa Cup moest vertegenwoordigen. De Basken deden het dan ook tegen wil en dank. Andersom was het al niet anders. Toen Real Sociedad in '81 voor het eerst de titel greep, reageerde de Spaanse pers, aangevoerd door het Madrileense deel ervan, meesmuilend. Hier was sprake van een incident, een gebeurtenis die maar eens in de honderd jaar kon plaatsvinden. De Baskische voetballers vormden ook de kern van het Spaanse nationale elftal tijdens de wereldkampioenschappen. Coach Luis Santamaria koos vijf spelers van Real Sociedad, Arconada, Alonso, Lopez Ufarte, Satrustequi en Zamora. De ploeg ging volgens (uitsluitend buitenlandse) verwachting af, Santamaria vloog de laan uit en de nieuwe heerser, Miguel Munoz paste een grote zuivering toe. Alleen doelman Luis Arconada werd gehandhaafd. „Er werden zondebokken gezocht en in Baskenland gevonden," reageerde linksbuiten Roberto Lopez Ufarte, bijgenaamd 'El Dia blo' (de duivel) verbitterd. De 1.67 kleine balaanbidder werd ooit begeerd door Real Madrid, waar hij een veelvoud van zijn huidige salaris kon verdienen. Hij ging niet. „Als Bask kun je overal op de wereld gaan spelen, behalve in Madrid," legt de overigens in Marokko geboren Lopez Ufarte uit. „Wie dat doet moet er rekening mee houden dat hij nooit meer in Baskenland terug kan keren. De bevolking néémt dat niet. Naar Madrid gaan wordt als verraad beschouwd." Om dezelfde reden weigerde spelmaker Jesüs Zamora een aanbod dat CF Barcelona hem deed. De Catelanen hadden in 1881 vijf miljoen gulden voor de middenvelder over. Heel soms vertrekt er bij Real Sociedad, dat zelf 'nooit' een speler van buiten aan zal trekken, een topspeler. Zoals deze zomer Miguel Alonso. Hij werd begeerd door Barcelona en ging. Maar niet na eerst beleefd om toestemming te hebben gevraagd. Alonso liep al tegen de dertig, kon gemist worden en ach, dit buitenkansje werd de trouwe zwoeger wel gegund. Miguel Alonso werd 'ontdekt' op het strand van San Sebastién, het Playo de Concha, waar ook Arconada, Zamora, Uralde en nog een handvol andere eerste elftalspelers hun eerste kennismaking met de wedstrijdsport hadden. In de bergachtige omgeving van de stad is namelijk een schrijnend tekort aan voetbalvelden. Vandaar dat er op het Playa de Concha, het Copacabana van San Sebastién, gevoetbald wordt. Op het strand vindt, op een onafzienbare rij velden, zelfs een officiële jeugd-competitie plaats, met heuse teams, shirtreclame, scheidsrechters en verplaatsbare doelen. Alleen worden de lijnen niet met kalk, maar met de voet getrokken. En niet de bond, maar het getijde bepaalt hoe laat er gespeeld wordt. In sommige gevallen is dat zelfs al om half zeven 's morgens. Momenteel vertoeft Real Sociedad in de middenmoot van de Spaanse competitie. De club raakte niet alleen Alonso kwijt, maar verloor bovendien Zamora, die tijdens de WK geblesseerd raakte. Hij kwam pas in maart weer terug. Toen was de club topscorer Jesus Satrustequi al kwijt. Zijn kruisbanden zijn kapot en het is nog maar de vraag of hij ooit weer aan het spelen komt.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 9