York opent volgend jaar een Vikingmuseum
erker
I m/v
VERKOPER
n en is een dy-
jpecialiseerd in
en de ontwik.
i worden uitge-
SPAFAX
SPAFAX NEDERLAND
ZATERDAG 16 APRIL 1983
[jA WAAI STOORT. Iedereen heeft er wel
eens hinderlijk veel last van. Een
onderzoek heeft echter uitgewezen, dat
maar weinigen pogen de overlast te
verminderen. Zo voert de Nederlandse
Stichting Geluidhinder al jaren
campagnes om de samenleving geluidarm
te maken. Wie kent niet de boodschappen,
die in vele vormen over de bevolking
worden uitgestrooid: 'Praten helpt' of:
'Laten we zacht zijn voor elkaar'.
ÏELIJK VERLOST!
Toilet
Maagzweren
Ombuigen
EnGELAND krijgt een attractie waar
Walt Disney-denkers en wetenschappers
gebroerlijk aan gewerkt hebben. Via een
„tijd-tunnel" worden bezoekers met
audio-visuele middelen teruggebracht
naar de tiende eeuw. Dat is het Viking-
tijdperk. York was toen de welvarende
hoofdstad van een Scandinavisch
koninkrijk. Ze werd door de Vikingen
Jorvik genoemd, vandaar de naam voor
het nieuwe museum.
Mw. Tak
stijve hals - enz
RATIS INLICHTINGEN
Stank
Kundig
Winkelcentrum
Brand
A56
roor moderne be-
stratie
reeds administra-
Mg.
jaar.
g zo snel mogelijk.
citatie met informa-
ng en werkervaring
i heer W. Roovers,
manager Commiy
sr B.V., Marksingel
Breda.
een Engelse firma met hooft. II
kantoor voor de Benelux ij;
België, zoekt dringend voor
haar vestiging.in Nederlam|
een
voor de verkoop van kltftl!
herstelmateriaal aan de ge-
rage en transportwereld.
WIJ VRAGEN
een dynamisch persoon
- met verkoopervaring In d(|!
buitendienst
leeftijd tussen 24 en 4S||
jaar
WIJ GARANDEREN
- arbeidsovereenkomst
- laag basissalaris maar ho
ge provisieregeling
- onkostenvergoeding
- verkoopopleiding
- transit bus
Vacant rayon: Breda en om-|]
geving.
Hebt u interesse, stuur
dan uw kandidatuur
met levensloop naar
p.a. Postbus 42
3720 AA Bilthoven
In het faillissement van
de besloten vennoot
schap Vissers en
mans Staalbouw B.V,
gevestigd te Raams-
donksveer, gemeentt
Raamsdonk heeft St
rechter-commissaris 4
verificatievergadering j
die aanvankelijk
bepaald op 28 april 191
en later nader
vastgesteld op maand;
18 april 1983 voor ontx
paalde tijd uitgesteld.
Mr. Th.A.J. Verster,
curator,
Baronielaan 133
Breda.
\M
Tü'
Bij vonnis van de An'
rondissementsrecht-
bank te Breda d.d. I
april 1983 is in staat v
faillissement verklaar
de besloten vennoot-»
schap Las- en MonU|ti
bedrijf Van Mierlo B!
te Breda, voorheen gt
vestigd en kantoorlui
dende te Breda aan It
Hazepad nummer 10c, J
Bij gemeld vonnis v
tot rechter-commis:
benoemd Mr. E.KL
Haffmans, reohter
voormelde rechtba
en ondergetekende i
vocaat en procureur,!
'curator.
Mr. A.Th.A. Janse,
curator
Prinsenkade 10
4811 VB Breda.
evensvreugde, schrijven ow
slaapproblemen als gevolg van la
waai. Minder slapen bedreigt geeste
lijke en lichamelijke volksgezond
heid, vermindert school- en werk
prestaties, doet irritatie toenemen.
Lawaai tast het sociaal gedrag van
mensen aan.
ue gemeenschap heeft ondertussen
al stappen ondernomen om de aan
tasting van geestelijke en lichamelij
ke volksgezondheid te stoppen en te
rug te dringen. Er kwamen wetten,
ministeriële beschikkingen en andere
regelingen. Voorbeelden daarvan:
Hinderwet en Wet geluidhinder.
De laatste loot aan de 'bestrijdings-
boom' is het Besluit geluidwering ge
bouwen. Saillant detail daaruit: een
toilet mag niet meer dan 40 decibel
geluid naar buiten laten doordringen.
EEN PUBLICA
TIE van de Neder
landse Stichting
Geluidshinder.
Hoeveel mensen
gaan inderdaad
praten met hun
buurman?
Alleen buurman zorgt voor
GEL GtGS&VERLAST
Jan van/Ie Ven
Hebben de acties tegen ge
luidshinder iets geholpen?
Het Instituut voor Sociale
Kommunikatie stelde zichzelf
die vraag en voerde een on
derzoek uit om er een ant
woord op te krijgen. De Ne
derlandse bevolking, 87 pro
cent, is het eens met de stel
ling, dat praten met de ver
oorzaker de beste manier is
om iets tegen lawaai te doen.
De grote eensgezindheid
strekt zich niet verder uit dan
de constatering. Weinig ge-
hinderden, 28 procent, stap
pen daadwerkelijk naar de
veroorzaker met het verzoek
iets aan de overlast te doen.
Het onderzoek betrof uitsluitend
overlast, die men van zijn buurman
ondervindt. Het geluid van de buur
man is bijna de grootste bron van er
gernis. Veertig procent van de klach
ten heeft betrekking op de buurman.
Hij neemt de tweede plaats in de hin-
derrangorde in. Verkeerslawaai
neemt met 48 procent de eerste plaats
in.
Bij het traceren van geluidhinder
ligt het accent op de buurman. Hij
veroorzaakt ons overlast. Het staat
ook te lezen in de brochures van de
Stichting Geluidhinder: geluidhinder
wordt altijd door een ander veroor
zaakt. Er wordt niet bij stilgestaan,
dat wie buren heeft zelf daardoor
automatisch ook buurman is en over
last kan veroorzaken. Nee, anderen
hebben iets op hun geweten en daar
hebben we als gemeenschap hinder
van. En dus moeten we als gemeen
schap iets eraan doen.
Als we namelijk niets zouden doen,
dan zijn de gevolgen niet kinderach
tig. Lawaai, zo toont de medische we
tenschap aan, is slecht voor de ge
zondheid. Er bestaat een relatie tus
sen hinder en hart- en vaatproble-
men. Men kan er maagzweren van
oplopen, spijsvertegerings- en zwan
gerschapsproblemen krijgen. Er kun
nen neurosen en andere geestelijke
problemen ontstaan. Begrijpelijk is
een tijdelijk of permanent optredend
gehoorverlies.
Steeds meer mensen ondervinden
Elke decibel meer wordt als hinder
lijk ervaren. Bouwspecialisten staan
nu voor de opdracht om toiletten te
construeren, die voldoen aan de be
treffende bepaling. Hoe zullen zij te
werk gaan? Een aantal denkbare ge
luidsbronnen meten en daarvan een
gemiddelde nemen?
Aan de hand van dit voorbeeld valt
op te maken, dat aan het weren van
geluid ook economische en bouwkun
dige problemen gekoppeld zijn. Wie
een verantwoord toilet wil bouwen
zal immers de hindernorm moeten
vertalen in dikte van de constructie
en daaruit voortvloeiende bouwkos
ten. Om kosten te drukken dient men
te weten wat de grootste gemene de
ler aan geluid op een toilet pleegt te
produceren.
Het bestaan van geluidhinder van
uit een toilet geeft aan, dat tot voor
kort de factor geluid niet vooraan in
de belangstelling stond. Meer aan
dacht werd besteed aan snel en goed
koop. In alle facetten van de gemeen
schap dacht men in snel en goedkoop.
Wooneenheden met dunne wanden
kwamen dicht naast en op elkaar te
staan. Snelwegen liepen er vlak langs
af. Mensen namen toe in tal. Geen
wonder dat de geestelijke en lichame
lijke volksgezondheid in het gedrang
kwamen. Opeens moesten tal van
maatregelen worden getroffen: wan
staltige constructies langs wegen, dij
ken om woonwijken, geluidwerende
constructies in huizen.
De Wet geluidhinder, voor wat be
treft het verkeersgedeelte een jaar in
werking, luidt een nieuw tijdperk in.
Rond of langs een geluidszone dient
een vrije strook grond te liggen om de
overdracht naar het slachtoffer te be
perken. Anders gezegd: gemeenten
hebben niet meer de vrijheid om wo
ningen tot aan de snelweg te bouwen.
Een ander aspect van de wet is de
invoering van stiltegebieden. Provin
ciebesturen houden zich op dit mo
ment bezig met de vraag welke gebie
den in aanmerking komen voor het
predicaat stiltegebied. Aangenomen
mag worden dat in elk geval de be
kende natuurgebieden daaronder
zullen vallen. In deze gebieden over
heersen straks de geluiden van de na
tuur: behoeven vogels de snavel niet
dicht te houden, mogen alleen koeien
een grote bek opzetten. Buiten hun
gebieden dragen dieren bij aan de al
gehele geluidhinder en is hun gedrag
a-sociaal.
De nog vrij nieuwe Wet geluidhin
der geeft bestuurders en andere be
langhebbenden een flinke portie
werk erbij. Zij zullen veel eerst in de
cibellen moeten vertalen om te zien of
plannen zijn toegestaan. Hoewel,
geen regel zonder uitzonderingen. In
speciale gevallen mogen de decibellen
meer zijn dan toegestaan.
Behalve werkverschaffer dient de
wet ook de alomvattende nieuwe ge-
luidswal te zijn. De wanstaltige con
structies langs de wegen zijn daar
mee niet verdwenen, kunnen zelfs
niet verdwijnen omdat zij als nood
oplossingen niet meer gemist kunnen
worden.
Zo werkt een gemeenschap die voor
87 procent last heeft van geluidhin
der, maar er tegenover zijn buurman
niet durft klagen, omdat de klager
boter op het hoofd heeft, de geluid
hinder het land uit. Het geluid zal
overigens met dezelfde snelheid ver
dwijnen als men er last van heeft ge
kregen, namelijk heel geleidelijk.
Een bestaande toestand laat zich
immers niet zomaar ombuigen. Be
sturen, bouwers, plannenmakers ple
gen lang vooruit te werken. Zover
zelfs dat de wet Geluidhinder pas in
1985 onderscheid gaat maken tussen
bestaande en nieuwe situaties. In 1985
ontstaat er aldus veel juridisch la
waai over de vraag wat als oud en
wat als nieuw moet worden gezien en
welke stappen zo snel mogelijk ren
dement kunnen opleveren.
De herrie, die bij het justitieel ap
paraat voor overlast zorgt, over ge
luidhinder wordt aangezwengeld
door de Stichting Geluidhinder. De
stichting heeft een aparte brochure
uitgegeven met mogelijkheden om
langs juridische weg de geluidhinder
aan te pakken. Er zijn nogal wat
handvatten: de al genoemde wetten
op hinder en geluid, de Wet algemene
bepalingen milieuhygiëne, de Wet op
de ruimtelijke ordening, de Lucht
vaartwet, de Veiligheidswet, de alge
mene politieverordeningen, de bouw
verordeningen.
Het lijkt of elke vorm van overlast
met een actie is te overschreeuwen.
En laten we wel wezen, als we ervan
uitgaan dat overlast alleen door een
ander kan worden veroorzaakt, moe
ten we in de gelegenheid zijn met een
actie te overschreeuwen.
Als het probleem wordt omge
draaid, als de gemeenschap niet de
buurman maar het ik de schuld geeft
van de overlast dan zouden de wetten
geen bestaansrecht meer hebben, zou
er geen reden zijn om een grote juri
dische mond op te zetten. Toch schijnt
het gemakkelijker wetten te maken
en te handhaven dan het ik tot een
minder luidruchtig leven aan te zet
ten.
sstraat 22, Oud-Gastel
i volledig tevreden zijn. W
up men kan vertrouwen. w
in, veroorzaakt door:
lijdt, hebt alles geproW®'
JW AARZELINGEN
n te verdragen? Degenen
n 81 -1160 Brussel I
lam:
inté:
Met ultramoderne middelen
terug naar fre tienhe eeuto
Van onze correspondent
YORK - President Michael Monta
gue van de Engelse Vereniging voor
Vreemdelingenverkeer heeft de con
servators van bijna alle Britse mu
sea gevoelig op de tenen getrapt. Op
een receptie in de Noordengelse stad
York sprak hij de mening uit, dat zij
hun eretitels meestal niet verdienen.
„Hoe meer decoraties die heren
rondslepen, hoe saaier hun stoffige
musea zijn", zei Montague, toen hij
daar een cheque van 225.000 pond
overhandigde als bijdrage van zijn
VVV tot de bouw van een merk
waardig ondergronds museum, dat
Jorvik Viking Centrum genoemd zal
worden.
De dames en heren, die bü dat nieuwe pro
ject betrokken zijn, houden htm bruisende
geestdrift niet verborgen. Zij hebben het door
lopend over een uniek 'museum van de toe
komst', dat in april van volgend jaar zijn deu
ren zou moeten kunnen openen voor het grote
publiek. De toegangsprijzen zijn al bekend: 2
i pond voor volwassenen en 1 pond voor kinde-
j ren.
Het ligt kennelijk in de bedoeling er een
I heel moderne instelling van te maken, die bij
sommigen herinneringen zal opwekken aan
i Disneyland. De ontwerpers doen namelijk een
I beroep op de laatste snufjes van de techniek.
York hoopt jaarlijks een half miljoen bezoe-
j kers naar zijn nieuwe museum te lokken. Die
zullen er echter niet kunnen rondlopen, zoals
j dit in ouderwetse musea gebruikelijk is. Vier-
honderd bezoekers per uur moeten in electro-
nisch geleide wagentjes stappen, die telkens
vier personen tegelij k door een 'tunnel van het
verleden' voeren, waar ze een snel 'desoriën-
tatieproces' ondergaan.
Zodra de bezoekers zich volledig in het Vi-
king-tijdperk wanen, brengt het electrisch
wagenfje hen in een echte Scandinavische 'ga-
j ta', een straat vol Vikinghuisjes, -stallen,
-schuurtjes en -werkplaatsen. Die gebouwtjes
worden opgetrokken met gaaf gebleven bal
I ken, afkomstig uit de oorspronkelijke Viking-
nederzetting van Jorvik. Dit houtwerk werd
van mei 1976 tot september 1981 opgegraven in
1 Coppergate, een straat waarvan de naam af-
geleid werd van het Noorse 'gata'. De bewo
ners ervan maakten houten drinkbekers. Het
was dus de straat van de drinkbekermakers.
In de Viking-straat van het nieuwe mu
seum zullen vreemde, met synthetische mid
delen veroorzaakte geuren hangen, die een
idee geven van het luchtje, dat de Scandina-
viërs toen omgaf. Wanneer het wagentje met
bezoekers voorbij een primitieve Viking-la
trine komt, krijgen zij de onmiskenbare stank
van een vies privaat in de neusgaten.
Ook de dagelijkse geluiden, die met de Vi
king-samenleving gepaard gingen, zullen
overal duidelijk hoorbaar zijn. Het wagentje
komt voorbij een drukke werf, waar typische
Viking-schepen gelost worden. Vervolgens
brengt het zijn passagiers in een ruimte, waar
geologische opgravingen plaatsvinden. De
duizend jaar oude balken, afkomstig uit de
bodem van Coppergate, zitten daar opnieuw
in de grond.
De rit door het Viking-tijdperk van York
eindigt in een hal, gevuld met Scandinavische
kunstprodukten, die in de loop van de jaren
gevonden werden in de ondergrond van de
oude stad York. Hier zullen natuurlijk ook
souveniers te koop zijn. Het museumbezoek is
hiermee afgelopen. Nog even iets opnieuw be
kijken, kan niet - tenzij men nogmaals betaalt
en weer in zo'n electronisch wagentje gaat zit
ten.
De moderne ideeën voor het Viking-mu
seum van York komen uit het brein van de zo
geheten 'imagineers'. Dat nieuwe woord is sa
mengesteld uit het Engelse 'imagination' (ver
beelding) en 'engineer' (ingenieur); het Neder
landse equivalent zou dus 'imagineurs' kun
nen zijn. Dergelijke mensen werken voor de
moderne ontspanningsindustrie. Zij kijken
enigzins misprijzend neer op ouderwetse mu
sea, waarin praktisch alles in glazen kasten
zit.
Volgens de 'imagineurs' van York hoeft het
helemaal niet tot een botsing te komen tussen
historische nauwkeurigheid en een ruime ma
te van openbare aantrekkingskracht. „Van
daag de dag zijn de mensen gewend aan tv,"
zegt Peter Addyman, directeur van de Ar
cheologische Stichting van de stad York. „Zij
TIJDENS de opgravingen in Coppergate,
van 1976 tot 1981, werd een grote hoeveel
heid Viking-houtwerk blootgelegd dat bij
zonder gaaf was gebleven.
verwachten dan ook dat de informatie kundig
verpakt en op een boeiende wijze gepresen
teerd wordt."
Hoewel het Viking-museum van York
2,5 miljoen pond zal kosten, schijnt het als
project erg aantrekkelijk te werken. Er wor
den al plannen gemaakt voor een ondergrond
se parkeergarage van 6 miljoen pond en een
ultramodern centrum voor toeristen bij de be
roemde voor-historische stenen van Stone-
henge. Anderzijds wordt gedacht aan de op
richting van een ondergronds nationaal Mijn
museum, waarin de bezoekers, net zoals in het
Viking Centrum van York, in electronisch ge
leide wagentjes voorbij tweeduizend jaren ge
schiedenis van het mijnwezen rijden. „Groot-
Brittannië telt 399 nationale monumenten, die
allemaal op een modernere manier geëxploi
teerd zouden kunnen worden," zegt Addyman.-
„Vroeger ontbrak het ons aan verbeeldings
kracht. Nu we echter over de nodige technolo
gie beschikken, kunnen we het niet aan."
Misschien Walt Disney later nog met een
standbeeld als baanbreker van het moderne
museumwezen. „Hij heeft ons geleerd," zegt
Peter Addyman, „dat wij meer mensen naar
Stonehenge kunnen brengen zonder dat mo
nument, het milieu en het omliggende te ver
nietigen. Wat het Viking-verleden van York
betreft, zijn wij nu de overtuiging toegedaan
dat op ons de plicht rust die culturele nalaten
schap op een boeiende en begeesterende ma
nier aan de man te brengen, want zij is ieders
eigendom en mag niet alleen overgelaten wor
den aan academici, musea en deskundigen
met kurkdroge gidsen."
Boven het Viking-museum van York komt
een modern winkelcentrum. De (aantrekkelij
ke) wetenschap blijft onder de grond. Daar
kunnen de bezoekers leren, dat York een
Scandinavische nederzetting was, na en niet
vóór de Romeinse tijd. York bestond al bijna
achthonderd jaar toen het door Noren en De
nen veroverd werd.
Het was circa 71 gesticht door de Romeinen,
die een geschikte basis nodig hadden voor hun
Negende Legioen. Zij noemden haar Ebura-
cum. De neerzetting had ongeveer tienduizend
inwoners. Het Negende Legioen moest de Ro
meinen van Zuid-Engeland beschermen tegen
overvallers uit het afgelegen noorden, dat toen
nog in de Ijzertijd leefde.
Ebarucum werd pas rond het jaar 400 door
het Romeinse leger ontruimd. Daarna volgde
een periode van twee eeuwen, die praktisch
een compleet blanco achterliet in de geschie
denis van York. Wèl is bekend, dat in 627 ko
ning Edwin daar gedoopt werd. Hij was de
eerste christelijke vorst van het Angelsaksi
sche Northrumbria.
Als hoofdstad van dit koningkrijk was York
in de komende twee jaren de tweede rijkste en
ook de tweede grootste stad van Engeland. In
793 kreeg dit rijk voor het eerst bezoek van de
gevreesde Vikingen. Deze woeste Noorman
nen waren evenwel veel minder barbaars dan
ze door latere geschiedsschrijvers afgeschil
derd werden. Zij droegen geen horens op hun
helmen en leefden langdurig in vrede. Zij
hadden trouwens een veel hoger ontwikke
lingspeil bereikt dan de bevolking van de En
gelse gewesten.
In 866 veroverden de Noren en Denen de
stad Eburacum die zij prompt Jorvik her
doopten. Zij maakten er planmatig een echte
stad van. Jorvik werd het welvarende cen
trum van de Scandinavische politieke, indus
triële en commerciële belangen in Engeland.
Pas in 954 ging Erik Bloedbijl, de laatste Scan
dinavische koning van York, er vandoor.
Daarna werd Jorvik ingelijfd bij het nieuwe
koninkrijk Engeland. In 1066 versloeg de Nor
mandische vorst Willem de Veroveraar echter
de Engelsen in Hastings bij Kent. Toen begon
de zogeheten Normandische tijd.
Van 1068 tot 1069 bouwde Willem de Vero
veraar een kasteel in York, dat in laatstge
noemd jaar nog aangevallen werd door een
Engels-Deens leger. Het Normandische garni-;
zoen van York stak toen een deel van de stad
in brand. Willem overwon zijn vijanden, hij
herbouwde het vernielde kasteel en verwoest
te Northrumbia.
Voor het moderne herbouwen van Copper
gate in het centrum van York begon, vonden
oudheidkundigen van deze stad er meer dan
15.000 voorwerpen uit het Viking-tijdperk. Er
waren geldstukken, werktuigen, wapens, ju
welen en kledingstukken bij. De archeologen
ontgroeven ook een kwart miljoen onderdelen
van van aardewerk en bijna vijf ton dierlijke
beenderen. Momenteel wordt alles zorgvuldig
behandeld om gepreserveerd te blijven. Daarn
wordt elk onderdeel uitvoerig gecatalogiseerd: