|T]
ff et leven van Ruud wordt bepaald door
Federatie voor
gehandicapte
paardeliefhebber
VEEL PLANNEN ZIJN LOUTER LUCHTKASTELEN
wa
Agressiviteit
Ongeluk
TËRDAG 2 APRIL 1983
W3
zijn handicap. Zijn verlamde
onderlichaam houdt hem voor het leven
aan een rolstoel gekluisterd. Hij heeft
echter geen vrede met een uitsluitend
jollend bestaan. Net als validen wil hij
genieten. Als zijn rolstoel hem niet
t()gstaat om over een zandpad te gaan, om
Hiep het bos in te trekken, dan moet een
paard hem daarbij helpen.
Broos
Beugels
WoRDT Nederland één groot pretpark?
Die vraag brandt de laatste maanden op
de lippen van honderden bonzen uit de
'toeristische industrie, waar de pretparken
deel van uitmaken. Nederland heeft al 46
dag attractieparken, zoals dat officieel
heet, en als alle plannen die er nu liggen
of aangekondigd zijn doorgaan, zouden er
dat in 1986 bijna honderd worden.
Overheidsbeleid
Marktanalyse
Vrije tijd
Vraag
Adviezen
ets
at"
volhouden. Maar op een manier
die bij een vredesbeweging
past: vreedzaam, geweldloos
Misschien bepaalde idealist?
sche vormen van burgerlijk!
ongehoorzaamheid, want je zult
mij niet horen roepen dat de
spoorlijnen geblokkeerd moe-
ten worden of vliegvelden be
zet. Ook Mient-Jan Faber heeft
gezegd dat de vredesbeweging
alle baat heeft bij democratise
ring. Wij zouden de allerlaatste
mogen zijn die aan de democra
tie gaan morrelen. Van meet af
aan hebben we toch gezegd dat
het veiligheidsvraagstuk niet in
handen van enkelingen mag
liggen. In dit verband is het in
teressant te zien dat de circuits
van vredesbeweging en anti-
kernenergiebeweging bijna ge
scheiden circuits zijn."
Hoewel het niet in het denken
van Pax Christi en IKV ligt op
gesloten, sluit Jan ter Laak de
mogelijkheid van toenemende
agressiviteit in de vredesbewe
ging toch niet uit indien de poli
tiek zich niets aan de zichtbaar
gemaakte weerstand gelegen
zou laten liggen. Dat is dan
verantwoordelijkheid van de
politici. Maar de regering moei
niet denken dat de vredesbewe
ging de onrust moet en zal be
zweren wanneer de politiek de
plaatsing van kruisraketten
doorzet. Wij zullen de rommel
van de regering niet opruimen.
Wij zullen de boosheid en hel
verdriet vorm geven."
Een akkoord in Genève
waarbij aan beide zijden be
perkte aantallen middellange
afstandskernraketten worden
toegestaan, is volgens Jan ter
Laak in werkelijkheid geen
stap in de richting van terug
dringing van kernwapens,
maar de rechtvaardiging van
een nieuwe bewapeningsronde.
Daarom moet de vredesbewe
ging ertegen zijn, hoewel dat
niet in dank zal worden afgeno
men, meent Ter Laak.
Verschillende bisschoppen
conferenties (VS, West-Duits-
land, Nederland) zijn bezig een
standpunt over kernwapens te
bepalen. In Rome heeft daar
over onlangs beraad plaats ge
had. Volgens Ter Laaks infor
matie zullen de Nederlandse
bisschoppen evenals de Ameri
kaanse het gebruik van kern
wapens zonder meer afwijzen
en het bezit ervan aan een paar
voorbehouden onderwerpen. Zo
zal het eerstgebruik en moder
nisering worden afgewezen.
Zonder concrete stappen aan
te geven zegt een kerkelijke af
wijzing van het bezit van kern-I
wapens niets, geeft Ter Laak
toe. „Alleen het ongeluk is dat,
als je het bezit niet afwijst, de
kerk altijd gebruikt kan wor
den om de voortgaande bewa
pening te rechtvaardigen,
Waarom is een kerk belang
rijk? Omdat ze legitimaties
produceert. De politiek heeft
uiteindelijk natuurlijk geen en
kele boodschap aan de -kerk,
Politici hebben er alleen een
boodschap aan of ze niet gehin
derd worden door de kerk. Een
verklaring die ze niet hindert
zullen politici zich onmiddelijk
toeëigenen. De vredesbeweging
moet de kerk daarom helpen
verklaringen af te leggen en
standpunten in te nemen die
wel hinderlijk zijn. Want vrome
woorden hebben we genoeg
de wereld."
Pax Christi en IKV roepen
binnen en buiten de kerken
weerstand op. Heeft dat de re
latie tussen met name Pax
Christi en het episcopaat nade
lig beïnvloed? Jan ter Laak:
„De bisschoppen hebben wei
moeite met de beeldvorming™6
Pax Christi oploopt: mili®1'
agressief en op macht belust. O'
deze beeldvorming voor de bis
schoppen ook de drempel va"
hoogt om standpunten van Pal!
Christi tot de hunne te maken,
kan ik niet schatten. Het wa
vroeger wel zo dat ze wat vlot
ter een verklaring overnamen,
maar dan ook vaak zonder vee
nadenken. Want het had P01'"
tiek toch niet zoveel gevolgen
Nu ze weten dat ze erop worde
aangesproken als ze een stand
punt innemen.
Jan ter Laak ziet in zijn nieU
we werkkring in elk geval
taak weggelegd te laten zien,.
Pax Christi de echte, autherm
ke vrucht is van de kdthohe
kerk; dat de vredesbeweg™
niet toevallig uit de r.k.kerK
voortgekomen. „We moeten
ten zien dat de stellingnam
van Pax Christi niks ai
nded
zijn dan de vertaling van
we in de kerk voortdurend m
was'
nee
tiet
bezig zijn: dat het leven
hoort te winnen van de dood-
Door Jan van de Ven
M Ruud kan niet lopen, wel
g paardrijden. Zo trekt Ruud op
geleende benen de natuur in.
Ruud is geen uitzondering.
Er zijn vele invaliden, die een
normaal leven willen leiden.
Zij functioneren zoveel moge
lijk in de gemeenschap, ge
bruikmakend van middelen
om de achterstand op de vali
den weg te werken. Zoveel
mogelijk optrekken met vali
den houdt tevens in mede met
validen ontspanning zoeken.
Een van de mogelijkheden be
staat uit paardrijden.
Omgaan met zo'n dier staat echter
niet gelijk aan bijvoorbeeld meeva
ren op een motorboot. Zowel valide
als invalide zullen veel plezier op het
water hebben, maar ook op het water
blijft de invalide inactief op een stoel
zitten. Op een paard is hij zelf bezig.
Een paard kan in bepaalde gevallen
bijdragen aan verlichting van de
handicap of zelfs verbetering in de
toestand van de patiënt bewerkstelli
gen.
In tegenstelling tot validen kan
Ruud niet zomaar naar een manege
met de mededeling: ik wil paardrij
den. Het meedoen met validen is voor
hem aan regels gebonden.
Hij begint met vragen van toe
stemming aan zijn arts. Die bepaalt
alleen of samen met een fysiothera
peut of rijden verantwoord is, of aan
passingen noodzakelijk zijn. Als 'drit-
te im Bunde' hoort daarbij ook dege
ne die rijles geeft, de specialist op
hippisch gebied. De drie, op verschil
lende terreinen, gespecialiseerden be
kijken elk vanuit eigen hoek hoe
Ruud verantwoord van de paarde-
sport kan genieten.
Een van de hippische specialisten is
mevrouw T. de Bakker-Melchers uit
Strijbeek. Zij heeft zich helemaal in-
In ons land houdt de Federatie
Paardrijden voor Gehandicapten
zich bezig met de zorg voor een ver
antwoord rijden door de gehandi
capte. Voorzitter van de federatie is
de oud-opperstalmeester, generaal
bd Bischoffvan Heemskerk.
De federatie ziet toe op verdeling van
subsidies aan instanties, die zich be
zighouden met de paardesport voor
gehandicapten. Van de federatie
gaan ook stimulerende impulsen uit
ter bevordering van de sport.
De generaal bd trekt daarvoor niet
zelf het land in. Het bestuur van de
federatie laat zich adviseren door een
commissie, bestaande uit gekwalifi
ceerde instructeurs, psychologen, pe
dagogen, fysiotherapeuten en een re-
validatie-arts. Over het land ver
deeld zijn er zo'n vijftien. Zij laten
zich op gezette tijden zien in mane
ges, waar gehandicapten rijden. In
goed samenspel geven de commissie
leden adviezen en zij laten het be
stuur van de federatie weten of een
instantie in aanmerking komt voor
subsidie of verdere subsidie.
Vanuit de federatie wordt ook ge
zorgd voor opleiding van instruc
teurs. Zij zullen met de gehandicapte
moeten werken. Er zijn maar twee
opleidingsgelegenheden: een in Den
Haag en een in Tilburg. Wie tenmin
ste het kommandantendiploma heeft
kan eraan meedoen.
De federatie doet meer. Zij keurt
MEVROUWT, de Bakker-Mel
chers. .hippo-medisch-instructri-
Ce. - FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP
maneges, waar gehandicapten,vol
gens de normen van de federatie,
kunnen rijden of zelfs een ruiterva-
kantie kunnen houden. Tot nu toe
zijn drie maneges in het land voor
individuele vakantiekampen goed-
bevonden. De maneges bevinden zich
in Drente, Overijssel en Noord-Bra
bant.
Binnen de federatie speelt mevrouw
T. de Bakker-Melchers, Strijbeekse-
weg 47 in Strijbeek een belangrijke
rol. Zij is degene die in Tilburg in
structeurs opleidt tot hippo-me-
disch-instructeur, zij is voor het zui
den lid van de adviescommissie en de
federatie heeft haar manege (als een
van de drie) goedbevonden om er
ruiterkampen te houden.
Met mevrouw De Bakker hadden we
een vraaggesprek over het rijden met
gehandicapten.
Gehandicapten op vier benen
gezet voor het rijden door gehandi
capten: ontvangt gehandicapten, die
willen rijden; leidt instructeurs op
om les te geven aan gehandicapten;
keurt namens de Federatie Paardrij
den voor Gehandicapten maneges op
bruikbaarheid voor gehandicapten.
Aan de hand van haar instructie
schema wordt duidelijk hoe instruc
teurs 'anders' voor gehandicapten
moeten zijn. Het anders staat niet
voor niets tussen haakjes. In de bena
dering van de gehandicapte dient de
instructeur niet waarneembaar an
ders te zijn. Elk mens wil gelijk een
ander worden behandeld, gehandi
capt of niet.
Uit oogpunt van veiligheid zal er
toch enig verschil zijn. Waar de vali
de met donderend geweld tussen bo
men kan doorjagen, zal de invalide
beperkt zijn tot een snelheid, die hij
aankan. Mevrouw De Bakker: „Bij li
chamelijk gehandicapten kun je niet
om de ongeoefendheid van de spieren
heen. Wie altijd in een rolstoel zit zal
een broos beendergestel hebben, slap
pe of juist verkrampte beenspieren.
Die gesteldheid vraagt om voorzich
tigheid in de recreatie. Het paardrij
den is er niet minder plezierig om."
In de opleiding tot gehandicapten
instructeur komen zo op het oog ver-
zelfsprekendheden voor: kennen van
de paarden, het geven van duidelijke
aanwijzingen, inleven in de wereld
van de leerlingen, met meer dan een
instructeur tegelijk bij de les zijn om
risico's zoveel mogelijk uit te sluiten.
De opleiding draait om twee hoofd
punten: het door en door kennen van
RUUD te paard in de manege, begeleid door mevrouw De Bakker
de paarden, het inleven in de proble
matiek van de leerling.
De valide in de paardenwereld
hoort bij zo'n opsomming niets
nieuws. Is het niet vanzelfsprekend
veiligheid in acht te nemen? Juist die
vanzelfsprekendheid doet een niet
voorbereide instructeur het extra
voor de gehandicapte uit het oog ver
liezen. Vandaar de speciale opleiding
vanuit de FPG.
Om nog even bij Ruud terug te ke
ren. Hij rijdt zonder zadel en met spe
ciale beugels. Zijn onderlichaam zou
geen zadel verdragen. De beugels zijn
aan handgrepen bevestigd. Met zijn
handen kan Ruud immers alles. Hij
heeft daarin meer kracht dan een an
der, omdat hij ze ook voor voortbewe
ging moet gebruiken.
Vele aanpassingen zijn mogelijk.
Om een rolstoelpatiënt met weer een
andere handicap, scheef zitten bij
voorbeeld, recht te laten zitten kan
een stuk schuimrubber uitkomst bie
den. Wie met een spasme moet leven
hoeft ook niet naast het paard te blij
ven. Mevrouw De Bakker: „Ik heb
wel achterop gezeten om de ruiter
vast te houden. Wie echt wil, hoeft
zich door niets te laten weerhouden,
mits de specialisten hun toestemming
hebben gegeven."
Afhankelijk van de handicap kan
paardrijden, het is al gezegd, zelfs een
gunstige uitwerking hebben. Ver
krampte spieren komen los, verstijfde
ruggen versoepelen. Een soortgelijk
verhaal kan overigens ook een zwem-
instructeur vertellen. Warmwaterba
den hebben eveneens een heilzame
uitwerking. Bij paardrijden is het de
warmte van het paardelijf, dat posi
tief werkt.
Tot dusver is de indruk gewekt, dat
paardesport tevens voor een bepaald
soort gehandicapten uitkomst biedt.
Naast de lichamelijk gehandicapten
is de sport echter tevens toegankelijk
voor geestelijk gehandicapten.
Het instrueren van geestelijk ge
handicapten is wel moeilijker. Deze
mensen zijn volledig in zichzelf ge
keerd, leven in een eigen wereld, la
ten zich niet zo gemakkelijk tot het
geven van aandacht verleiden.
Geestelijk gehandicapten blijken zich
echter zeer aangetrokken te voelen
tot dieren.
Indringender
De geestelijk gestoorde vraagt
weer een andere benadering dan de
lichamelijk gehandicapte. Doordat de
bereikbaarheid van deze mens moei
lijker is, zal de instructeur indringen
der te werk moeten gaan, rekening
moeten houden met een trager reac
tievermogen, en zeker in het begin
extra veiligheden dienen in te bou
wen. Het kan voorkomen dat elke
ruiter een begeleider nodig heeft.
Het rekening houden met de leer
ling zal bij sommigen uiterste con
centratie vragen en oneindig geduld.
De voldoening van de inzet blijft niet
uit. Mevrouw De Bakker: „Je ziet het
contact met het paard groeien. De
mensen raken aan een paard ver
slaafd. Dat begint al met poetsen. Ze
zijn er uren vol overgave mee bezig.
En het contact wordt tijdens het rij
den voortgezet. Sommigen komen
van stap en draf tot een galopje. Daar
zijn ze dan reuze trots op, wij ook."
De gehandicapte, geestelijk of li
chamelijk, zal in de paardesport bijna
nooit zover komen, dat hij als een in
diaan rond rijdt. Crossen is er niet bij
springen ook niet, een uitzondering
niet meegerekend. Maar daar gaat
het bij het rijden met deze categorie
ruiters niet om. Zij krijgen de gele
genheid om al dan niet in aangepaste
vorm en met de voor iedere handicap
aangepaste veiligheid hun mogelijk
heden in Jiet leven uit te breiden met
een sport, waarin het paard een be
langrijke rol speelt.
RUUD wordt door valide
ruiters op het paard geholpen.
- FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP
Door Wippel Houben
De meningen over pretparken
zijn duidelijk verdeeld. Dat
bleek ook afgelopen dinsdag
tijdens een symposium in
Amsterdam dat was georga
niseerd door de club van elf
grote attractieparken in Ne
derland, waaronder vier in
Brabant. Bij die gelegenheid
is een studie naar de toeristi
sche en economische beteke
nis van de dagattractieparken
door het Nederlands Research
Instuitiut voor Toerisme en
Recreatie in Breda uitge
bracht. Gegevens in dit ver
haal komen grotendeels uit
dat rapport.
In het wereldje van de bestaande
pretparken vreest men nieuwkomers,
omdat die een bedreiging vormen
voor inkomsten en werkgelegenheid.
Daarom wil men dat er in overleg
met de overheid scherpe voorwaar
den voor nieuwkomders worden op
gesteld. Al vijf jaar neemt het aantal
bezoekers aan dagattractiepunten in
ons land niet toe, constant 18,5 mil
joen.
Anderen, onder wie de hotellerie,
horeca en ANWB zien maar al te
graag nieuwe initiatieven van de
grond komen en dan nog het liefst
van een grootse, internationale allu
re. De Floriade heeft vorig jaar voor
heel wat extra inkomsten gezorgd,
maar dat internationaal aansprekend
evenement vindt maar een keer in de
tien jaar plaats en de extra opbreng
sten daaruit dus ook.
Rijksambtenaren kunnen dan wel
vaak moeilijk doen over procedures,
zij zijn zeker niet tegen meer attrac
tieparken. Hoewel een echt over
heidsbeleid op dat gebied ontbreekt,
staat in de enkele jaren uitgebrachte
nota toeristisch beleid van het minis
terie van economische zaken, dat at-
llllllllllllllllll
tractiepunten trekkers kunnen zijn
voor verder te ontwikkelen toeristi
sche gebieden.
Het rijk verwacht hogere bestedin
gen aan toerisme en recreatie en
vindt dus dat er een aantal parken bij
moet. Een visie uit een tijd dat er nog
niet gesproken werd over inleveren,
een echte vermindering van besteed
baar inkomen en minder of korter op
vakantie gaan.
De regionale overheden roken hun
kans voor publiekwervende en werk
gelegenheid scheppende projekten en
zetten met opvallende voortvarend
heid instanties en personen aan het
werk. Particulieren bleven niet ach
ter en zo zitten we in korte tijd met
vijftig plannen voor recreatie en the
maparken.
De belangrijkste zijn (met tussen
haakjes het verwacht aantal bezoe
kers en de geraamde investeringen):
Water Wonderland bij Almere (1,6
miljoen, 40 miljoen), waterrecreatie
park Van der Valk in Limburg (1 mil
joen, 50 miljoen), Futurama in Oost-
Groningen (1 miljoen, 50 miljoen),
themapark Transport en Beweging in
Rotterdam (I miljoen, 45 miljoen),
pretpark Rijnmond (geen zicht op
aantal bezoekers, 50 miljoen gulden).
Verder: in Dordrecht een groot
(winter) sportpark, een permanente
buitententoonstelling van modellen
van bouwwerken uit W.Europa er
gens in Limburg, het themapark At-
mosferium in Groningen (kwart mil
joen bezoekers, 25 miljoen gulden),
het doe-park Leefmerie bij Maas
tricht (3-5 miljoen, 130-150 miljoen
gulden), sport- en recreatiepark As
sen (half miljoen, 30 miljoen), inter
nationaal themapark over de relatie
V.S.-Nederland bij Ter Worm in
Limburg (4,2 miljoen, 270 miljoen),
themapark water en zee in het Mar-
kiezaatsmeer bij Bergen op Zoom (2
miljoen bezoekers, kosten onbekend),
Disneyland-park in de Oosterschelde,
Wuppiespark bij Maasbree (1,5 mil
joen bezoekers, 100 miljoen gulden).
Deskundigen weten, dat maar in
een zeer beperkt aantal gevallen
sprake is van echt verantwoorde
ideëen. Aan de meeste plannen is
Nederlands straks
één groot pretpark?
STEEDS hoger, steeds sensationeler, maar het is de vraag of de consument de plannenmakers blijft volgen.
- FOTO ANP
geen marktanalyse voorafgegaan. Ze
zijn uitgebroeid vanuit de gedachte:
de overheid zal wel stimulerend hel
pen als we een x-aantal bezoekers
halen. Als we zo- en zoveel investe
ren, dan moet het mogelijk zijn er een
winstgevend projekt van te maken.
Waar die bezoekers vandaan komen
en of die wel behoefte hebben aan de
ze pret- en themaparken is nauwe
lijks onderzocht.
Nederland heeft per 1000 inwoners
vier tot vijf maal zoveel attractiepar
ken als de Verenigde Staten. Als de
voorspellingen van de plannenma
kers allemaal uit zouden komen, zou
den er jaarlijks niet 18,5 miljoen,
maar liefst 38,5 miljoen mensen in ons
land een dagattractiepark bezoeken.
Nu komt 15 procent van de bezoekers
uit het buitenland, ongeveer 2,8 mil
joen mensen. Met wat extra reklame
zou dat in een situatie met bijna hon
derd parken op te voeren zijn tot 6
miljoen. Dan blijven er altijd nog zo'n
32,5 miljoen bezoekers nodig om de
parken enigermate verantwoord te
kunnen exploiteren. Dat betekent dat
u en ik elk jaar twee keer een park
moeten bezoeken. Nu gaan we gemid
deld 1,3 maal.
In de Ver.Staten loopt het bezoek
gestaag terug, in West-Duitsland
staan al enkele kleinere attractiepar
ken te koop wegens gebrek aan be
langstelling. De meerderheid van de
Nederlandse pretparken draait met
verlies. De directies zeggen dat het
publiek steeds meer eist en dat zij
daarom niet ontkomen aan geldver
slindende uitbreidingen en vernieu
wingen, De laatste vijf jaar is per
jaar gemiddeld 19 miljoen gulden
hieraan besteed. Het lijkt er op, dat er
eerder een moordende concurrentie
slag aan de gang is dan een inspelen
op de publieksvraag. Is er dan nog
plaats voor nieuwe attracties?
Als er iets totaal nieuws komt, dat
gericht is op totaal nieuwe doelgroe
pen en als dat met name veel buiten
landers trekt, lijkt er nog wel een mo
gelijkheid aanwezig. Tussen meer
vrije tijd door korter of helemaal niet
(meer) werken en de interesse voor
pretparken ligt geen verband, is uit
de studie gebleken. Er zijn meer
vrouwen gaan werken en de extra
vrije tijd wordt bijna helemaal thuis
doorgebracht. Minder inkomen kan
leiden tot minder bezoeken, maar an
derzijds is het mogelijk dat juist meer
mensen hun vakantie in eigen land
vieren en dan profiteren de pretpar
ken wel mee.
Waar de bestaande organisaties
van attractiepark-directeuren de
deur maar op een kiertje wil laten
staan, vragen andere deelsectoren uit
de toeristische industrie wel om uit
breiding. Zij wijzen daarbij op het
vrije ondernemersrisico en op het feit
dat aan de totstandkoming van de be
staande attracties ook geen weten
schappelijke studies en uitvoerig
overleg tussen alle denkbare instan
ties (een groot verlangen van de be
staande organisaties) zijn voorafge
gaan. Ook vinden zij dat de overheid
zelf geen geld moet pompen in nieuwe
attractieparken.
Het Nationaal Bureau voor Toeris
me stelt dat er niet gepraat moet
wordt vanuit de aanbod-kant (dus de
ondernemers), maar vanuit de vraag
van het publiek. Volgens het NBT
zijn er in Nederland wel degelijk' mo
gelijkheden. Alleen voor de Floriade
zijn vorig jaar 400.000 buitenlanders
(West-Duitsers en Belgen niet mee
gerekend) voor een meerdaags bezoek
naar Nederland gekomen. Verblijf-
stoerisme levert meer bezoek aan
dagattracties op, meer vakanties in
eigen land niet, aldus NBT-directeur
Cornelissen. Volgens hem heeft Wa
ter Wonderland een goede kans, ook
al zal dat misschien voor een klein
deel ten koste gaan van bestaande at
tracties.
Het NRIT komt in zijn rapport met
een aantal adviezen. Er zal meer aan
marketing gedaan moeten worden, er
moet een betere vakantiespreiding
komen, want nu vindt meer dan de
helft plaats in juni, juli en augustus.
Het bezoek in de stille maanden kan
gestimuleerd worden door dan met
lagere entreebedragen te werken. Er
moet ook gekeken worden naar èën
toegangsbedrag per familie en kor
ting bij een tweede bezoek datzelfde
jaar. Op het gebied van reklame en
promotie valt te denken aan meer sa
menwerking (bv. tv-reklame) in on
der andere speciale acties.
Dat er iets aan de kosten gedaan
moet worden staat vast. Het rapport
rekent dan wel voor, dat de Neder
lander gemiddeld op zo'n dag aan en
tree, eten en drinken en vervoer maar
22 gulden kwijt is, de ervaringen van
veel. mensen zijn dat het heel wat
duurder is. Bij de manier waarop de
reiskosten berekend zijn (alleen de
benzinekosten, geen afschrijving
eigen wagen, geen openbaar vervoer)
mogen vraagtekens gezet worden.
Wat dit betreft lijkt het er op, dat het
NRIT de broodheer in deze (de Club
van Elf) naar de mond heeft geschre
ven. Niet ten onrechte staat ergens in
het rapport vermeld, dat 100 gulden
per gezin een psychologische drempel
is voor een dagtocht.