|T] ff et leven van Ruud wordt bepaald door Federatie voor gehandicapte paardeliefhebber VEEL PLANNEN ZIJN LOUTER LUCHTKASTELEN wa Agressiviteit Ongeluk TËRDAG 2 APRIL 1983 W3 zijn handicap. Zijn verlamde onderlichaam houdt hem voor het leven aan een rolstoel gekluisterd. Hij heeft echter geen vrede met een uitsluitend jollend bestaan. Net als validen wil hij genieten. Als zijn rolstoel hem niet t()gstaat om over een zandpad te gaan, om Hiep het bos in te trekken, dan moet een paard hem daarbij helpen. Broos Beugels WoRDT Nederland één groot pretpark? Die vraag brandt de laatste maanden op de lippen van honderden bonzen uit de 'toeristische industrie, waar de pretparken deel van uitmaken. Nederland heeft al 46 dag attractieparken, zoals dat officieel heet, en als alle plannen die er nu liggen of aangekondigd zijn doorgaan, zouden er dat in 1986 bijna honderd worden. Overheidsbeleid Marktanalyse Vrije tijd Vraag Adviezen ets at" volhouden. Maar op een manier die bij een vredesbeweging past: vreedzaam, geweldloos Misschien bepaalde idealist? sche vormen van burgerlijk! ongehoorzaamheid, want je zult mij niet horen roepen dat de spoorlijnen geblokkeerd moe- ten worden of vliegvelden be zet. Ook Mient-Jan Faber heeft gezegd dat de vredesbeweging alle baat heeft bij democratise ring. Wij zouden de allerlaatste mogen zijn die aan de democra tie gaan morrelen. Van meet af aan hebben we toch gezegd dat het veiligheidsvraagstuk niet in handen van enkelingen mag liggen. In dit verband is het in teressant te zien dat de circuits van vredesbeweging en anti- kernenergiebeweging bijna ge scheiden circuits zijn." Hoewel het niet in het denken van Pax Christi en IKV ligt op gesloten, sluit Jan ter Laak de mogelijkheid van toenemende agressiviteit in de vredesbewe ging toch niet uit indien de poli tiek zich niets aan de zichtbaar gemaakte weerstand gelegen zou laten liggen. Dat is dan verantwoordelijkheid van de politici. Maar de regering moei niet denken dat de vredesbewe ging de onrust moet en zal be zweren wanneer de politiek de plaatsing van kruisraketten doorzet. Wij zullen de rommel van de regering niet opruimen. Wij zullen de boosheid en hel verdriet vorm geven." Een akkoord in Genève waarbij aan beide zijden be perkte aantallen middellange afstandskernraketten worden toegestaan, is volgens Jan ter Laak in werkelijkheid geen stap in de richting van terug dringing van kernwapens, maar de rechtvaardiging van een nieuwe bewapeningsronde. Daarom moet de vredesbewe ging ertegen zijn, hoewel dat niet in dank zal worden afgeno men, meent Ter Laak. Verschillende bisschoppen conferenties (VS, West-Duits- land, Nederland) zijn bezig een standpunt over kernwapens te bepalen. In Rome heeft daar over onlangs beraad plaats ge had. Volgens Ter Laaks infor matie zullen de Nederlandse bisschoppen evenals de Ameri kaanse het gebruik van kern wapens zonder meer afwijzen en het bezit ervan aan een paar voorbehouden onderwerpen. Zo zal het eerstgebruik en moder nisering worden afgewezen. Zonder concrete stappen aan te geven zegt een kerkelijke af wijzing van het bezit van kern-I wapens niets, geeft Ter Laak toe. „Alleen het ongeluk is dat, als je het bezit niet afwijst, de kerk altijd gebruikt kan wor den om de voortgaande bewa pening te rechtvaardigen, Waarom is een kerk belang rijk? Omdat ze legitimaties produceert. De politiek heeft uiteindelijk natuurlijk geen en kele boodschap aan de -kerk, Politici hebben er alleen een boodschap aan of ze niet gehin derd worden door de kerk. Een verklaring die ze niet hindert zullen politici zich onmiddelijk toeëigenen. De vredesbeweging moet de kerk daarom helpen verklaringen af te leggen en standpunten in te nemen die wel hinderlijk zijn. Want vrome woorden hebben we genoeg de wereld." Pax Christi en IKV roepen binnen en buiten de kerken weerstand op. Heeft dat de re latie tussen met name Pax Christi en het episcopaat nade lig beïnvloed? Jan ter Laak: „De bisschoppen hebben wei moeite met de beeldvorming™6 Pax Christi oploopt: mili®1' agressief en op macht belust. O' deze beeldvorming voor de bis schoppen ook de drempel va" hoogt om standpunten van Pal! Christi tot de hunne te maken, kan ik niet schatten. Het wa vroeger wel zo dat ze wat vlot ter een verklaring overnamen, maar dan ook vaak zonder vee nadenken. Want het had P01'" tiek toch niet zoveel gevolgen Nu ze weten dat ze erop worde aangesproken als ze een stand punt innemen. Jan ter Laak ziet in zijn nieU we werkkring in elk geval taak weggelegd te laten zien,. Pax Christi de echte, autherm ke vrucht is van de kdthohe kerk; dat de vredesbeweg™ niet toevallig uit de r.k.kerK voortgekomen. „We moeten ten zien dat de stellingnam van Pax Christi niks ai nded zijn dan de vertaling van we in de kerk voortdurend m was' nee tiet bezig zijn: dat het leven hoort te winnen van de dood- Door Jan van de Ven M Ruud kan niet lopen, wel g paardrijden. Zo trekt Ruud op geleende benen de natuur in. Ruud is geen uitzondering. Er zijn vele invaliden, die een normaal leven willen leiden. Zij functioneren zoveel moge lijk in de gemeenschap, ge bruikmakend van middelen om de achterstand op de vali den weg te werken. Zoveel mogelijk optrekken met vali den houdt tevens in mede met validen ontspanning zoeken. Een van de mogelijkheden be staat uit paardrijden. Omgaan met zo'n dier staat echter niet gelijk aan bijvoorbeeld meeva ren op een motorboot. Zowel valide als invalide zullen veel plezier op het water hebben, maar ook op het water blijft de invalide inactief op een stoel zitten. Op een paard is hij zelf bezig. Een paard kan in bepaalde gevallen bijdragen aan verlichting van de handicap of zelfs verbetering in de toestand van de patiënt bewerkstelli gen. In tegenstelling tot validen kan Ruud niet zomaar naar een manege met de mededeling: ik wil paardrij den. Het meedoen met validen is voor hem aan regels gebonden. Hij begint met vragen van toe stemming aan zijn arts. Die bepaalt alleen of samen met een fysiothera peut of rijden verantwoord is, of aan passingen noodzakelijk zijn. Als 'drit- te im Bunde' hoort daarbij ook dege ne die rijles geeft, de specialist op hippisch gebied. De drie, op verschil lende terreinen, gespecialiseerden be kijken elk vanuit eigen hoek hoe Ruud verantwoord van de paarde- sport kan genieten. Een van de hippische specialisten is mevrouw T. de Bakker-Melchers uit Strijbeek. Zij heeft zich helemaal in- In ons land houdt de Federatie Paardrijden voor Gehandicapten zich bezig met de zorg voor een ver antwoord rijden door de gehandi capte. Voorzitter van de federatie is de oud-opperstalmeester, generaal bd Bischoffvan Heemskerk. De federatie ziet toe op verdeling van subsidies aan instanties, die zich be zighouden met de paardesport voor gehandicapten. Van de federatie gaan ook stimulerende impulsen uit ter bevordering van de sport. De generaal bd trekt daarvoor niet zelf het land in. Het bestuur van de federatie laat zich adviseren door een commissie, bestaande uit gekwalifi ceerde instructeurs, psychologen, pe dagogen, fysiotherapeuten en een re- validatie-arts. Over het land ver deeld zijn er zo'n vijftien. Zij laten zich op gezette tijden zien in mane ges, waar gehandicapten rijden. In goed samenspel geven de commissie leden adviezen en zij laten het be stuur van de federatie weten of een instantie in aanmerking komt voor subsidie of verdere subsidie. Vanuit de federatie wordt ook ge zorgd voor opleiding van instruc teurs. Zij zullen met de gehandicapte moeten werken. Er zijn maar twee opleidingsgelegenheden: een in Den Haag en een in Tilburg. Wie tenmin ste het kommandantendiploma heeft kan eraan meedoen. De federatie doet meer. Zij keurt MEVROUWT, de Bakker-Mel chers. .hippo-medisch-instructri- Ce. - FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP maneges, waar gehandicapten,vol gens de normen van de federatie, kunnen rijden of zelfs een ruiterva- kantie kunnen houden. Tot nu toe zijn drie maneges in het land voor individuele vakantiekampen goed- bevonden. De maneges bevinden zich in Drente, Overijssel en Noord-Bra bant. Binnen de federatie speelt mevrouw T. de Bakker-Melchers, Strijbeekse- weg 47 in Strijbeek een belangrijke rol. Zij is degene die in Tilburg in structeurs opleidt tot hippo-me- disch-instructeur, zij is voor het zui den lid van de adviescommissie en de federatie heeft haar manege (als een van de drie) goedbevonden om er ruiterkampen te houden. Met mevrouw De Bakker hadden we een vraaggesprek over het rijden met gehandicapten. Gehandicapten op vier benen gezet voor het rijden door gehandi capten: ontvangt gehandicapten, die willen rijden; leidt instructeurs op om les te geven aan gehandicapten; keurt namens de Federatie Paardrij den voor Gehandicapten maneges op bruikbaarheid voor gehandicapten. Aan de hand van haar instructie schema wordt duidelijk hoe instruc teurs 'anders' voor gehandicapten moeten zijn. Het anders staat niet voor niets tussen haakjes. In de bena dering van de gehandicapte dient de instructeur niet waarneembaar an ders te zijn. Elk mens wil gelijk een ander worden behandeld, gehandi capt of niet. Uit oogpunt van veiligheid zal er toch enig verschil zijn. Waar de vali de met donderend geweld tussen bo men kan doorjagen, zal de invalide beperkt zijn tot een snelheid, die hij aankan. Mevrouw De Bakker: „Bij li chamelijk gehandicapten kun je niet om de ongeoefendheid van de spieren heen. Wie altijd in een rolstoel zit zal een broos beendergestel hebben, slap pe of juist verkrampte beenspieren. Die gesteldheid vraagt om voorzich tigheid in de recreatie. Het paardrij den is er niet minder plezierig om." In de opleiding tot gehandicapten instructeur komen zo op het oog ver- zelfsprekendheden voor: kennen van de paarden, het geven van duidelijke aanwijzingen, inleven in de wereld van de leerlingen, met meer dan een instructeur tegelijk bij de les zijn om risico's zoveel mogelijk uit te sluiten. De opleiding draait om twee hoofd punten: het door en door kennen van RUUD te paard in de manege, begeleid door mevrouw De Bakker de paarden, het inleven in de proble matiek van de leerling. De valide in de paardenwereld hoort bij zo'n opsomming niets nieuws. Is het niet vanzelfsprekend veiligheid in acht te nemen? Juist die vanzelfsprekendheid doet een niet voorbereide instructeur het extra voor de gehandicapte uit het oog ver liezen. Vandaar de speciale opleiding vanuit de FPG. Om nog even bij Ruud terug te ke ren. Hij rijdt zonder zadel en met spe ciale beugels. Zijn onderlichaam zou geen zadel verdragen. De beugels zijn aan handgrepen bevestigd. Met zijn handen kan Ruud immers alles. Hij heeft daarin meer kracht dan een an der, omdat hij ze ook voor voortbewe ging moet gebruiken. Vele aanpassingen zijn mogelijk. Om een rolstoelpatiënt met weer een andere handicap, scheef zitten bij voorbeeld, recht te laten zitten kan een stuk schuimrubber uitkomst bie den. Wie met een spasme moet leven hoeft ook niet naast het paard te blij ven. Mevrouw De Bakker: „Ik heb wel achterop gezeten om de ruiter vast te houden. Wie echt wil, hoeft zich door niets te laten weerhouden, mits de specialisten hun toestemming hebben gegeven." Afhankelijk van de handicap kan paardrijden, het is al gezegd, zelfs een gunstige uitwerking hebben. Ver krampte spieren komen los, verstijfde ruggen versoepelen. Een soortgelijk verhaal kan overigens ook een zwem- instructeur vertellen. Warmwaterba den hebben eveneens een heilzame uitwerking. Bij paardrijden is het de warmte van het paardelijf, dat posi tief werkt. Tot dusver is de indruk gewekt, dat paardesport tevens voor een bepaald soort gehandicapten uitkomst biedt. Naast de lichamelijk gehandicapten is de sport echter tevens toegankelijk voor geestelijk gehandicapten. Het instrueren van geestelijk ge handicapten is wel moeilijker. Deze mensen zijn volledig in zichzelf ge keerd, leven in een eigen wereld, la ten zich niet zo gemakkelijk tot het geven van aandacht verleiden. Geestelijk gehandicapten blijken zich echter zeer aangetrokken te voelen tot dieren. Indringender De geestelijk gestoorde vraagt weer een andere benadering dan de lichamelijk gehandicapte. Doordat de bereikbaarheid van deze mens moei lijker is, zal de instructeur indringen der te werk moeten gaan, rekening moeten houden met een trager reac tievermogen, en zeker in het begin extra veiligheden dienen in te bou wen. Het kan voorkomen dat elke ruiter een begeleider nodig heeft. Het rekening houden met de leer ling zal bij sommigen uiterste con centratie vragen en oneindig geduld. De voldoening van de inzet blijft niet uit. Mevrouw De Bakker: „Je ziet het contact met het paard groeien. De mensen raken aan een paard ver slaafd. Dat begint al met poetsen. Ze zijn er uren vol overgave mee bezig. En het contact wordt tijdens het rij den voortgezet. Sommigen komen van stap en draf tot een galopje. Daar zijn ze dan reuze trots op, wij ook." De gehandicapte, geestelijk of li chamelijk, zal in de paardesport bijna nooit zover komen, dat hij als een in diaan rond rijdt. Crossen is er niet bij springen ook niet, een uitzondering niet meegerekend. Maar daar gaat het bij het rijden met deze categorie ruiters niet om. Zij krijgen de gele genheid om al dan niet in aangepaste vorm en met de voor iedere handicap aangepaste veiligheid hun mogelijk heden in Jiet leven uit te breiden met een sport, waarin het paard een be langrijke rol speelt. RUUD wordt door valide ruiters op het paard geholpen. - FOTO DE STEM JOHAN VAN GURP Door Wippel Houben De meningen over pretparken zijn duidelijk verdeeld. Dat bleek ook afgelopen dinsdag tijdens een symposium in Amsterdam dat was georga niseerd door de club van elf grote attractieparken in Ne derland, waaronder vier in Brabant. Bij die gelegenheid is een studie naar de toeristi sche en economische beteke nis van de dagattractieparken door het Nederlands Research Instuitiut voor Toerisme en Recreatie in Breda uitge bracht. Gegevens in dit ver haal komen grotendeels uit dat rapport. In het wereldje van de bestaande pretparken vreest men nieuwkomers, omdat die een bedreiging vormen voor inkomsten en werkgelegenheid. Daarom wil men dat er in overleg met de overheid scherpe voorwaar den voor nieuwkomders worden op gesteld. Al vijf jaar neemt het aantal bezoekers aan dagattractiepunten in ons land niet toe, constant 18,5 mil joen. Anderen, onder wie de hotellerie, horeca en ANWB zien maar al te graag nieuwe initiatieven van de grond komen en dan nog het liefst van een grootse, internationale allu re. De Floriade heeft vorig jaar voor heel wat extra inkomsten gezorgd, maar dat internationaal aansprekend evenement vindt maar een keer in de tien jaar plaats en de extra opbreng sten daaruit dus ook. Rijksambtenaren kunnen dan wel vaak moeilijk doen over procedures, zij zijn zeker niet tegen meer attrac tieparken. Hoewel een echt over heidsbeleid op dat gebied ontbreekt, staat in de enkele jaren uitgebrachte nota toeristisch beleid van het minis terie van economische zaken, dat at- llllllllllllllllll tractiepunten trekkers kunnen zijn voor verder te ontwikkelen toeristi sche gebieden. Het rijk verwacht hogere bestedin gen aan toerisme en recreatie en vindt dus dat er een aantal parken bij moet. Een visie uit een tijd dat er nog niet gesproken werd over inleveren, een echte vermindering van besteed baar inkomen en minder of korter op vakantie gaan. De regionale overheden roken hun kans voor publiekwervende en werk gelegenheid scheppende projekten en zetten met opvallende voortvarend heid instanties en personen aan het werk. Particulieren bleven niet ach ter en zo zitten we in korte tijd met vijftig plannen voor recreatie en the maparken. De belangrijkste zijn (met tussen haakjes het verwacht aantal bezoe kers en de geraamde investeringen): Water Wonderland bij Almere (1,6 miljoen, 40 miljoen), waterrecreatie park Van der Valk in Limburg (1 mil joen, 50 miljoen), Futurama in Oost- Groningen (1 miljoen, 50 miljoen), themapark Transport en Beweging in Rotterdam (I miljoen, 45 miljoen), pretpark Rijnmond (geen zicht op aantal bezoekers, 50 miljoen gulden). Verder: in Dordrecht een groot (winter) sportpark, een permanente buitententoonstelling van modellen van bouwwerken uit W.Europa er gens in Limburg, het themapark At- mosferium in Groningen (kwart mil joen bezoekers, 25 miljoen gulden), het doe-park Leefmerie bij Maas tricht (3-5 miljoen, 130-150 miljoen gulden), sport- en recreatiepark As sen (half miljoen, 30 miljoen), inter nationaal themapark over de relatie V.S.-Nederland bij Ter Worm in Limburg (4,2 miljoen, 270 miljoen), themapark water en zee in het Mar- kiezaatsmeer bij Bergen op Zoom (2 miljoen bezoekers, kosten onbekend), Disneyland-park in de Oosterschelde, Wuppiespark bij Maasbree (1,5 mil joen bezoekers, 100 miljoen gulden). Deskundigen weten, dat maar in een zeer beperkt aantal gevallen sprake is van echt verantwoorde ideëen. Aan de meeste plannen is Nederlands straks één groot pretpark? STEEDS hoger, steeds sensationeler, maar het is de vraag of de consument de plannenmakers blijft volgen. - FOTO ANP geen marktanalyse voorafgegaan. Ze zijn uitgebroeid vanuit de gedachte: de overheid zal wel stimulerend hel pen als we een x-aantal bezoekers halen. Als we zo- en zoveel investe ren, dan moet het mogelijk zijn er een winstgevend projekt van te maken. Waar die bezoekers vandaan komen en of die wel behoefte hebben aan de ze pret- en themaparken is nauwe lijks onderzocht. Nederland heeft per 1000 inwoners vier tot vijf maal zoveel attractiepar ken als de Verenigde Staten. Als de voorspellingen van de plannenma kers allemaal uit zouden komen, zou den er jaarlijks niet 18,5 miljoen, maar liefst 38,5 miljoen mensen in ons land een dagattractiepark bezoeken. Nu komt 15 procent van de bezoekers uit het buitenland, ongeveer 2,8 mil joen mensen. Met wat extra reklame zou dat in een situatie met bijna hon derd parken op te voeren zijn tot 6 miljoen. Dan blijven er altijd nog zo'n 32,5 miljoen bezoekers nodig om de parken enigermate verantwoord te kunnen exploiteren. Dat betekent dat u en ik elk jaar twee keer een park moeten bezoeken. Nu gaan we gemid deld 1,3 maal. In de Ver.Staten loopt het bezoek gestaag terug, in West-Duitsland staan al enkele kleinere attractiepar ken te koop wegens gebrek aan be langstelling. De meerderheid van de Nederlandse pretparken draait met verlies. De directies zeggen dat het publiek steeds meer eist en dat zij daarom niet ontkomen aan geldver slindende uitbreidingen en vernieu wingen, De laatste vijf jaar is per jaar gemiddeld 19 miljoen gulden hieraan besteed. Het lijkt er op, dat er eerder een moordende concurrentie slag aan de gang is dan een inspelen op de publieksvraag. Is er dan nog plaats voor nieuwe attracties? Als er iets totaal nieuws komt, dat gericht is op totaal nieuwe doelgroe pen en als dat met name veel buiten landers trekt, lijkt er nog wel een mo gelijkheid aanwezig. Tussen meer vrije tijd door korter of helemaal niet (meer) werken en de interesse voor pretparken ligt geen verband, is uit de studie gebleken. Er zijn meer vrouwen gaan werken en de extra vrije tijd wordt bijna helemaal thuis doorgebracht. Minder inkomen kan leiden tot minder bezoeken, maar an derzijds is het mogelijk dat juist meer mensen hun vakantie in eigen land vieren en dan profiteren de pretpar ken wel mee. Waar de bestaande organisaties van attractiepark-directeuren de deur maar op een kiertje wil laten staan, vragen andere deelsectoren uit de toeristische industrie wel om uit breiding. Zij wijzen daarbij op het vrije ondernemersrisico en op het feit dat aan de totstandkoming van de be staande attracties ook geen weten schappelijke studies en uitvoerig overleg tussen alle denkbare instan ties (een groot verlangen van de be staande organisaties) zijn voorafge gaan. Ook vinden zij dat de overheid zelf geen geld moet pompen in nieuwe attractieparken. Het Nationaal Bureau voor Toeris me stelt dat er niet gepraat moet wordt vanuit de aanbod-kant (dus de ondernemers), maar vanuit de vraag van het publiek. Volgens het NBT zijn er in Nederland wel degelijk' mo gelijkheden. Alleen voor de Floriade zijn vorig jaar 400.000 buitenlanders (West-Duitsers en Belgen niet mee gerekend) voor een meerdaags bezoek naar Nederland gekomen. Verblijf- stoerisme levert meer bezoek aan dagattracties op, meer vakanties in eigen land niet, aldus NBT-directeur Cornelissen. Volgens hem heeft Wa ter Wonderland een goede kans, ook al zal dat misschien voor een klein deel ten koste gaan van bestaande at tracties. Het NRIT komt in zijn rapport met een aantal adviezen. Er zal meer aan marketing gedaan moeten worden, er moet een betere vakantiespreiding komen, want nu vindt meer dan de helft plaats in juni, juli en augustus. Het bezoek in de stille maanden kan gestimuleerd worden door dan met lagere entreebedragen te werken. Er moet ook gekeken worden naar èën toegangsbedrag per familie en kor ting bij een tweede bezoek datzelfde jaar. Op het gebied van reklame en promotie valt te denken aan meer sa menwerking (bv. tv-reklame) in on der andere speciale acties. Dat er iets aan de kosten gedaan moet worden staat vast. Het rapport rekent dan wel voor, dat de Neder lander gemiddeld op zo'n dag aan en tree, eten en drinken en vervoer maar 22 gulden kwijt is, de ervaringen van veel. mensen zijn dat het heel wat duurder is. Bij de manier waarop de reiskosten berekend zijn (alleen de benzinekosten, geen afschrijving eigen wagen, geen openbaar vervoer) mogen vraagtekens gezet worden. Wat dit betreft lijkt het er op, dat het NRIT de broodheer in deze (de Club van Elf) naar de mond heeft geschre ven. Niet ten onrechte staat ergens in het rapport vermeld, dat 100 gulden per gezin een psychologische drempel is voor een dagtocht.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 23