Eerbewijs aan „anti-danseres" Valeska Gert ONTDEK DE VERSCHILLEN 0MIÈRE IN SCHOUWBURG BREDA D1BT315 SHi STUK OVER SCHRIK VAN BERLIJN IN JAREN '20 OPLOSSING „MSDAG 22 MAART 1983 I Niet om zijn ideeën hebben li dit toneelstuk gemaakt, Lr om te laten zien hoe zo'n Jan zich op déze manier kon Kwikkelen. We proberen het (bliek erbij te betrekken lor het bewust te maken dat istische en rascistische men in ieder mens aanwe lf zijn"- lucky Luke: Daisy Town Suske en Wiske: Het Bretoense broertje A57 T3 PAGINA GIDS 2 Lijn" toont de twee lezichten van Celine Door Henk Egbers roemruchte Franse ts-schrijver Louis Fer- Land Céline (1894-1961) (jrdtdoor sommigen be naderd om zijn literaire jraliteiten en door ande- i vervloekt als rascist p fascist. I Dat zeggen Walter van Elte- ji en Lucas Hoebink van het Breda gevestigde Lijn leater. Hun Céline-projekt ut op 29 en 30 maart in pre- (ère in de schouwburg van Aanvankelijk zou deze (utrecht plaatsvinden, maar ■deur Reg ten Zijthof van Bredase schouwburg Echtte eraan dat Lijn in zijn Estigingsplaats met juist dit tojekt zou starten. Daarna ligt een toernee door het hele U |Lijn Theater heeft met twee rdere produkties -Geschon- n Interieur en Daniël L - al i bepaalde reputatie opge- Juwd. Lucas Hoebink (27) en falter van Elteren (27) reke- a zich tot die nieuwe gene- |tie theatermakers, die ten van de financiële si- latie, nauwelijks kansen Er zijn wat project- bsidies, voorstellingsubsi- Ben een bijdrage van de ge- eente in de behuizing. Daar- ie houden ze zich met moeite Jaande. (Voor het Céline-project [bben ze een regisseur aan- rokken in de persoon van rFluitman; Ed Schul doet i techniek; Fred Sonnega fo- krafie en Paul Janse publi- Jteit „Céline is zo beeldend, git ieder boek van hem kun je 1 twintig stukken maken", (gen Lucas en Walter. |0p het ogenblik trekt hij ter bijzonder aandacht. Vo- kjaar verscheen de vertaling lan het ene slot naar het an- Ire"; in mei komt uit de ro- |an „Noord". Zijn blijvende [em heeft Céline te danken „Reis naar het einde van nacht" uit 1932 en „Dood op Niet" uit 1936. |Dr. L.F. Destouches (dat is ^werkelijke naam) is aan- pkelijk als schrijver het so- ple geweten van het ver- tóe volk en een pacifist in |n aanklacht tegen oorlog en poede. In '37 en '38 publi- pthij zijn beruchte anti-se ptische pamfletten. Het volk Wt zich bedrogen. In de oor- SCÈNE uit het Céline project. log schrijft hij enkele romans, die getuigen van een pessimis tische en defaitistische levens houding. Door het nazirijk in puin komt hij in Denemarken, waar hij in Kopenhagen an derhalf jaar in de bak zit. Dodendans In 1951 wordt hij ontlast van een Frans vonnis en vestigt zich in Frankrijk (Meudon). Dan schrijft hij zijn „Duitse trilogie", die nu in het Neder lands uitkomt. Een soort do dendans, geschreven door een verliezer. Céline is de ontgoo chelde mens die er niet meer in gelooft dat de mens naar goede dingen kan streven. Hij schrijft met een dodende hu mor; zijn teksten vertrappen moedwillig. Vanuit de teleur stelling. Lucas en Walter: „We vra gen ons af: Hoe kan dat? Dat iemand, een jongen uit het volk met een ijzersterke pen, die aanvankelijk pacifist en anarchist was, zo'n rascist kan worden, zo fascistisch kan schrijven? Het Céline-Genoot- schap, dat in Utrecht geves tigd is, discussiëert er al lang over. Er bestaan verschillende theorieën. Wat Sartre gezegd heeft („Céline is omgekocht") schijnt niet te kloppen. Zelf heeft hij gezegd: „Als ik maar geen jongen van het volk ge weest was, maar uit een dure wijk stamde, zou het wel ge pikt zijn". In ieder geval hebben zijn idealen geen ruimte gekregen. Mogelijk was er sprake van een minderwaardigheidscom plex; had hij angst zich te con formeren; zette hij zich af te gen intellectuelen; was in ieder geval teleurgesteld". Van Elteren en Hoebink spelen beiden de figuur van Céline; de idealist en de cyni cus. „Het accent in ons pro gramma is het dualisme in zijn persoonlijkheid. We ver tellen niet op een literaire ma nier over zijn leven. Rascisti sche teksten hebben we ver meden. Die zijn tussen haakjes alleen in Nederland verkrijg baar en werden onlangs met enige veranderingen nog ge bruikt tegen joden en Surina- mers. Het zou ook te goedkoop worden als we ze gebruiken. Er is een keuze gemaakt uit twee boeken: „Reis naar het einde van de nacht" en „Van het ene slot naar het andere". Herkenning We willen ons niet teveel binden aan het rascisme en fascisme in hem, maar probe ren te achterhalen wat Céline bewogen heeft om deze omslag in zijn leven te maken? Wij zijn van een na-oorlogse gene ratie en willen het fascisme niet alleen meer verbinden met nazi's en concentratie kampen. Het gaat meer om een herkenning van „hoe klein het is"; om wat zich op dezelf de manier afspeelt binnen iedere mens. Om opkomend fascisme te bestrijden hoef je geen toneelstuk te maken. Het gaat er wel om, dat - FOTO DE STEM/JOHAN VAN GURP mensen bijvoorbeeld naden ken in hoever een Centrum partij van belang is? Dat poli tici zich bewust worden van .wat ze lieten liggen, dat zo'n partij ontstond. Er is namelijk te weinig bestrijding van de echte oorzaken. En dat geldt ook bij onder meer een kraak beweging; bij heersende ang sten; bij onverdraagzaamheid tussen mensen. Wij bieden met dit Céline-project geen oplossingen aan, maar we ho pen wel een bijdrage te leve ren aan een bewustwordings proces. Je moet ons overigens niet aanzien voor een vor mingstheater; wij willen op de eerste plaats toneelspelen. Voor degenen, die niet weten wie Céline is hebben wij een tien minuten durende diapro- jektie gemaakt, die te zien is in de foyer vóór de voorstelling. Bovendien is deze bedoeld om gebruikt te worden bij'het on derwijs". Naast dit project wordt mo menteel gewerkt aan een zo geheten café-project, dat zich werkelijk in kroegen zal af spelen. Opzet is om jongeren te interesseren voor toneel. Het ministerie van WVC ziet het wel zitten en mogelijk wordt het gesubsidiëerd. In novem ber gaat in Breda ook nog in première een stuk dat zal gaan over de verhouding tussen pa tiënt en psychiatrie. Daarbij komt het accent te liggen op de vlucht van mensen in thera pie. Het Céline-projekt blijft een jaar lang draaien. „Dat zal wel moeten, anders redden we het financiëel niet", zeggen beide spelers. Vooraan links: Karina Holla, die de rol van Valeska speelt, geflankeerd door haar medespelers Pamela Koevoets, Matthias Maat en Peter Lunow (muziek). - FOTO KARINA HOLLA door Marjan Mes IN HET cultureel opwindende en vooruitstreven de Berlijn van de jaren twintig, waar weinig te shockeren viel, presteerde Valeska Gert (1892-1978) het om als danseres en als excentrieke verschij ning de burgerij op haar achterste benen te krij gen. Toen zij in 1917 haar de buut maakte als woeste „an ti-danseres" in een vreemde pofbroek viel de politie zelfs het Berlijnse Blüthnerthea- ter binnen. Min of meer bij toeval had zij een eigen kunstvorm ont dekt, de groteske danssatire, waarin zij praktisch alles wist uit te drukken wat nog niemand in dans had vorm gegeven: geboorte, dood, seks en sociale misstanden. Allemaal taboes natuurlijk, waardoor zij bekend stond als „Die Bürgerschreck". In de nieuwe Nederlandse theaterproduktie „Valeska - Ich bin eine Hexe", die in het Amsterdamse Shaffy-thea- ter wordt ingespeeld, wor den haar leven en carrière als uitgangspunt genomen. De jonge actrice Karina Holla heeft het programma samengesteld en speelt zelf de rol van Valeska. Zij re construeerde verschillende nummers van de legendari sche anti-danseres en bouw de in samenwerking met haar medespelers, Pamela Koevoets en Matthias Maat, een voorstelling op in een decor en kostuums van Keso Dekker, die zich verdiept heeft in de historische voor beelden. Punk Op woensdag 13 april komt „Valeska" naar de Bredase Stadsschouwburg. Valeska Gert, die er in haar excentrieke kleding en met haar rechtopstaande piek haren uitzag als een vroeg tijdige punk, is uit thera peutische overwegingen tot haar uitbundige, expressio nistische dansrepertoire ge komen. In haar rijke, joodse familie kwam veel geestes ziekte voor en Valeska had een geweldige angst, dat zij zelf ook gek zou worden. Om dat te bezweren, begon zij zich uit te leven in groteske bewegingspatronen. Later maakte zij choreografieën waarin zij haar weerzin te gen de gevestigde orde tot uitdrukking bracht. Zowel de grote theater vernieuwer Max Reinhardt als Brecht en Tucholsky hadden belangstelling voor haar en namen haar dans- nummers op in hun cabaret programma's. Voor de Fran se surrealisten danste zij in Parijs op muziek van sein- fluitjes. Naast Greta Garbo vertolkte zij een rol in „Die Freudlose Gasse" van G.W. Papst. Als toneelspeelster werkte zij met Kokoschka (behalve schilder ook ex pressionistisch theaterma ker), Ernst Toller en Frank Wedekind. Ondertussen werkte zij door aan haar eigen danssatire en had ook haar eigen cabaret, „Kohl- kopf", waarin zij haar eigen dansen met daverende schaamteloosheid over het voetlicht bracht. Alles wat ze zag, kon ze uitbeelden. Zelfs banale za ken als verkeer en lichtre clames werden door haar gebruikt. Ze maakte ook een hele serie „sportdansen", die steeds een specifieke bewe ging van een bepaalde sport als leidraad hadden. Zij be kwaamde zich hiertoe zelfs in de bokssport. Maar ze be studeerde ook geluiden en gebruikte die als „muziek" bij haar wilde dansen. In haar biografie „Ich bin eine Hexe" beschreef zij zelf hu moristisch haar theaterde buut in 1917. In die tijd was men gewend aan zoetelijke danseressen, die romanti sche dansjes uitvoerden. Sa men met de danseres Anita Berber zou zij ook iets der gelijks doen, Anita als een roos en zij als Diana met pijl en boog. Pofbroek Zij schreef er het volgende over: „Ik had zelf wat pas sen ingestudeerd. Ik had een oranje jurk aan en omdat ik van boven heel smal ben, was dat heel strak en omdat ik, geloof ik, dikke billen had, had ik een oranje pof broek laten maken. Daarbij had ik mijn ogen helblauw geschminkt en mijn lippen helrood. Omdat ik helemaal niet kon schminken, heb ik er maar alles opgeplakt wat ik bij de hand had. Opge wonden hoorde ik het geroe zemoes van veel mensen. Het grote podium. Schijn werpers. De achtergrond een zwart gordijn waarvoor de danseressen lieftallig in roze en blauw bewogen en ge- deesd hun benen in de lucht gooiden." „Ik brandde van verlan gen om me in deze zoetig heid te smijten. Vol over moed knalde ik als een bom uit de coulissen. Alles kwam me zo vreemd en komisch voor. De passen, die ik op de repetities zo bevallig danste, heb ik vreselijk overdreven. Met reuzenschreden en een brutale grijns op het gezicht stormde ik dwars over het toneel. De mensen begonnen te jubelen en te fluiten. Ik werd steeds wilder en doller. De danssatire was geboren, hoewel ik niet wist, dat zo iets bestond. Ik ben het pu bliek gewoon in het gezicht gesprongen. Ik kan heel zacht en elegant zijn, maar ook heel brutaal en ordinair. Ik zet het ene naast het an dere. De dans was een vonk in het kruitvat. Het publiek explodeerde. Ik was een Bürgerschreck. De volgende avond kwam de politie. Ik danste voor, terwijl ik er als een schoolmeisje braaf bij telde. Nee, die kan het niet geweest zijn, was hun con clusie." Valeska Gert was sinds 1933 als jodin niet langer Een historische foto van de echte Valeska Gert. - FOTO ARCHIEF DE STEM welkom in de Berlijnse theaters. Zij zag het nazi gevaar bijtijds in en emi greerde naar Amerika, waar haar dansexpressionisme nauwelijks werd gewaar deerd. Om te kunnen leven begon zij in New York een eigen café, „The Beggars Bar", waar Tennessee Wil liams als kelner werkte en uit zijn eigen werk voorlas. In 1947 keerde zij terug naar Berlijn, waar zij een bar opende, waar satirisch caba ret werd gemaakt door be kende acteurs als Klaus Kinski. Berucht werd haar eigen persiflage op de vrou welijke kampbeul van Ber- gen-Belsen, Ilse Koch. Begin jaren vijftig vertrok zij naar het Noordduitse vakantie eiland Sylt, waar zij een nachtclub, „Ziegenstal" opende. Haar roem was verdwe nen, hoewel zij door Fellini nog wel werd gevraagd voor een rolletje in zijn film „Ju- lietta van de Geesten". Vlak voor haar dood, in 1978, werd zij door de cineast Volker Schlöndorf uit de vergetel heid gehaald door de televi siefilm, die hij over haar maakte. Het was deze film, die Karina Holla op het spoor van Valeska Gert zet te. Tot op het eind van haar leven leidde Gert een excen triek bestaan zonder onder een bepaalde kunstcategorie te kunnen worden onderge bracht. Feitelijk was zij al tijd haar eigen kunstgenre geweest. „Valeska", theaterpro duktie van en met Karina Holla. Stadsschouwburg Concordia Breda, woensdag 13 april om 20.15 uur. II uappiui uajinj 'uannu uassn; 'uappiui jfanqnd 'sujoai iaoA 'uaAoqsiqaaj 'aaiqaajspiaqos Sbejji 'SejAjauroa 'i-nqs do daajjs 'jadaa^ ^au 'jaiqaajspiaqos jbgh

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1983 | | pagina 19